"Als niemand anders heb ik het voetbal beleefd" In mijn hoofd zitten alleen balletjes" Het waardige afscheid van Van Hanegem ZATERDAG 30 APRIL 1983 PAGINA 17 Hij reageert nog altijd spontaan en gevat, speelt waar mogelijk in op de actualiteit en geeft er telkens weer blijk van dat hij ook om zich heen kijkt in de wereld buiten de stadions. Op de even obligate als onvermijdelijke vraag of hij na zijn afscheid nog in de voetbalsport werkzaam zal blijven, heeft Wim van Hanegem het antwoord snel klaar: "Ik denk dat er maar weinig keus is, want ik heb maar weinig papieren. Vanaf mijn zestiende jaar ben ik met voetballen bezig geweest dus zit er eigenlijk weinig anders op dan daarin straks bezig te blijven. Ik kan moeilijk zeggen dat ik bankdirecteur word. Trouwens, dat is tegenwoordig toch niet meer zo'n beste baan. Die jongens worden vandaag de dag ook achter elkaar gearresteerd" De zelfkennis en de aparte (galge)humor van Wim van Hanegem verpakt in een paar zinnen. Waar hij met een eenvoudig ja of nee had kunnen volstaan, weidt hij op zijn eigen wijze uit. Het tekent de Kromme precies zoals hij is. Altijd anders dan anderen, openhartig, eenvoudig, eigenzinnig, recht voor zijn raap. Met uitspraken die hem door de loop van de jaren populair hebben gemaakt bij het volk. In tegenstelling tot veel scheidsrechters en officials herkende de massa zich in de volksjongen. Een groot legioen begreep zijn vaak bizarre spot, het beste neergelegd in die ene onsterfelijke uitspraak over de vroege clubarts van Feyenoord. "Onze dokter is alleen in staat de dood te constateren, maar dan moeten wel het hoofd en de romp van elkaar gescheiden zijn". Allesoverheersend** Nu zijn laatste wedstrijd snel nadert lijkt hij populairder dan ooit. Telefonisch is hij in deze dagen niet meer te bereiken. Zijn nummer in zijn nieuwe huis deelt hij alleen met een paar echte vrienden ("zodat we straks tenminste eens een keer rust krijgen") en bij Feyenoord verbinden ze niet meer door. Opdracht van Hans Kraay, want de trainer wordt gek van al die telefoontjes voor de Kromme. Alles en iedereen die wat met publiciteitsmedia van doen heeft, stort zich op hem. Belgische bladen, Duitse tijdschriften, Nederlandse kranten, ze willen allemaal het afscheidsverhaal van de nu al legendarische nummer tien van het professionele voetbal. Middenin een periode waarin hij zijn nieuwe huis nog aan het inrichten is, loopt zijn markante hoofd dan ook vaak om. Niettemin voldoet hij ook nu nog zoveel mogelijk aan alle verzoeken, al vergeet hij nog vaker dan vroeger afspraken. Maar wie zich persoonlijk bij hem meldt, krijgt zelden nul op rekest. Hij raakt nooit uitgepraat over voetbal, is er al 22 jaar 24 uur per dag mee bezig. "Ik heb mijn sport als niemand anders beleefd", kan hij zeggen. "Ik ben er altijd mee bezig. Het is ook mijn enige interesse. Vraag aan me wat er in '69 in een bepaalde wedstrijd gebeurde en wat er toen fout ging en ik weet het nog precies. Voetbal is echt allesoverheersend". Als hij nog had kunnen doorgaan, zou hij dat ongetwijfeld hebben gedaan, maar hij kreeg steeds meer signalen dat zijn tijd echt gekomen is op 39-jarige leeftijd. Hij kon lang doorvoetballen bij de gratie van het ontbreken van ervaring, inzicht en talent in de Nederlandse competitie; aan de logische slijtage viel niet te onkomen. De natuur deed zijn werk, met "blessures die steeds langer duren, waarbij je van de ene in de andere valt. Je wil er van af, je blijft doortrainen en gaatje forceren". De onvermijdelijke kringloop nadert de voltooiing. "Het is voorbij. Je kijkt naar je inbreng en die van mij is te gering geworden. Ik ben er niet tevreden meer mee". Dertig keer geel*** Een logische gedachte, na een carrière die in alle opzichten rijk mag worden genoemd. Rijk aan hoogtepunten, rijk aan rellen, rijk aan 'kaarten'. Meer dan dertig keer moet hij geel hebben gezien, de Kromme. Viermaal sloeg de man in het zwart rood voor hem uit. Hij vond elke prent even vervelend, kan er niet een noemen die hij als het meest vernederend ervaarde. Al zou die tegen Tsjechoslowakije tijdens het EK van 1976 er wel voor in aanmerking komen. Waar andere uitsluitingen zich afspeelden in de betrekkelijke anonimiteit (één keer in zijn Velox-tijd, één keer in een NEC-Feyenoord, één keer in Amerika), daar ging hij er toen af voor miljoenen. Hij noemt 'm niet: "Ik vond ze allemaal even rot". In de successen en dieptepunten kan hij zelf wèl gradaties aanbrengen. De uitschieters aan de debetkant: "Het kampioenschap en de beker in het eerste jaar dat ik bij Feyenoord speelde, de verovering van de Europa Cup en de Wereldcup in het jaar daarop. Het WK in West-Duitsland.". Aan de creditzijde: "De Europa Cup-uitschakeling door Ut Arad ("Dat was Ut dan"), de tijd dat ik wegging bij Feyenoord. Na acht jaar waarin ik zoveel had meegemaakt, was ik van de club gaan houden". Maar ook in de aanbieding: "De bekerwinst met AZ, de UEFA Cupstrijd die we met Utrecht voor het eerst gingen spelen". met de helm op geboren", zei hij er ooit zelf van. Maar was het niet meer?. "Het lag natuurlijk niet aan mij", blikt hij achterom, "want voetballen konden ze al in Alkmaar en in Utrecht. De kwaliteit was er. Het enige dat ik misschien gedaan heb is ze wat zelfbewuster en professioneler maken". Ook daarvoor had hij een aparte manier die hem bij de een geliefd en bij de ander gehaat maakte. Van Hanegem schold wat af in zijn loopbaan, heette een notoire kankerpit, tot in zijn nadagen toe. Ben Wijnstekers, voetballer: "Willem scheldt nu nog weieens, ja. Maar nooit zonder reden, nooit zonder achtergrond. Als hij loopt te ouwehoeren, moetje naar de bedoeling erachter kijken. Het is zijn manier om in het veld anderen ervan te overtuigen dat ze iets fout doen. Dat kun je ook aardig zeggen, maar dan bereik je het in de voetbalwereld nooit zo snel als op zijn wijze". Van Hanegem zegt dat hij ook tijdens zijn tirades alleen maar het belang van zijn club of het Nederlandse voetbal voor ogen heeft gehad. Hij schold nooit uit nijd, maar uit ambitie. Nooit op de persoon, maar op een ploeggenoot. Hij kon eenvoudig niet tegen zijn verlies. Sommigen zagen dat niet, die herkenden alleen de kankeraar Velen doorgrondden hem wel, voelden dat hij zichzelf bleef, ook buiten het veld waar hij Zelfs in de laatste 72 uur van zijn carrière zal hij zich nog tussen uitersten bewegen. Precies in de twee dagen voorafgaand aan de erewedstrijd, waarmee hij op 4 juni afscheid neemt van 22 jaar betaald voetbal, moet Wim van Hanegem zich voor de rechter verantwoorden inzake de "FC Utrecht-affaire". Het typeert exact hoe Van Hanegem was als voetballer. Hij kende veel succes, slechts weinig is hem bespaard gebleven. Roem en rellen wisselden elkaar af. Hij liep rond met de Europa Cup en de wereldbeker, maar moest in zijn nadagen ook leuren om nog ergens onderdak te vinden. Het afscheidsverhaal met en over Wim van Hanegem, even bewonderd als omstreden. Bijlage van het Leidsch/Alphens Dagblad door Paul de Tombe symbolen (voetbal en tv) leidde tot een sportbeleving die op afgoderij leek, al is moeilijk aan te geven waar bewondering ophoudt en verafgoding begint. Op de grens daarvan won het voetbal in elk geval op alle fronten terrein. Zelfs in de meest orthodoxe kerkelijke kringen. Aanvangstijden van kerkdiensten werden verschoven, midweekse vergaderingen werden uitgesteld. Eeuwenoude tradities werden in een paar momenten omvergeknald. Voetbal werd de nieuwe religie, de kerk werd de Kuip, de Kuip werd een voetbaltempel. Een opvangcentrum voor twijfelaars die anoniem in een geestverwante massa (het legioen..) naar nieuwe aanklampingspunten zochten in de vorm van successen. Het collectief van Feyenoord verschafte die als eerste in het begin van de jaren zeventig en bevrijdde Nederland van het complex dat in het buitenland op sportief gebied alles beter was. Van bijzaak werd voetbal hoofdzaak voor een niet geringe menigte die zich nieuwe helden koos om zich via het vereenzelvigingsproces aan de nieuw vergaarde roem te spiegelen. Persoonsverheerlijking gedijt goed in zo'n sfeer en er was één speler die zich daar uitstekend toe leende: Wim van Hanegem. Een man die hoe dan ook een winnaar wilde zijn. eenmaal dat tweede belangrijke doelpunt tegen AC Milan had gemaakt. Dóérmee begon het allemaal. "Hoewel ik toen al zes jaar bezig was, heette ik daarna opeens een goede voetballer". Zes- tot zevenduizend brieven per jaar bevestigden dat in die tijd. Omaatjes die van hun aow-tje ongevraagd vijf gulden opstuurden als hij weer eens een boete had gekregen, maar ook bedelbrieven en boze geschriften. Je was vóór hem of je was tegen hem, zo simpel lag dat. Je begreep zijn grappen, zijn grollen, zijn fratsen en zijn bizarre uitspraken, of je begreep ze niet. Een tussenweg was er niet. Zoals er nooit een tussenweg is waar de schijnwereld van de glamour begint en waar de moderne bespelers van het publiek ter sprake komen. Daar is altijd sprake van een haat-liefde verhouding, vaak nog aangewakkerd door de personen zelf. Zelden gebruiken die gevoelige gebaren, veel vaker zijn er de tartende, provocerende ("ik heb de conditie van een wijkagent") opmerkingen en handelingen om de vooroordelen te versterken. Alleen de kwalitatief echt groten kunnen dat riskante spelletje spelen om de haat in sympathie om te buigen, of die haat voor altijd te bevestigen. Botsing Van Hanegem heeft het nooit als een spel ervaren, bleef wie hij was en handelde ernaar. Het was Hanegem zich pijnlijk alleen terugvond. Twee echte vrienden slechts hield hij over. Vrienden voor het leven. Geliefd bleef hij ook by anderert. Maar anders, meer op een afstand. Tot hij ook wegmoest bij zijn volgende club AZ. Een golf van verontwaardiging sloeg over het land, de sportpers schaarde zich massaal achter De Kromme, bij wie iedereen altijd ontvangen werd als gold het visite, maar die nu zelf niet meer welkom was. Van Hanegem verdween lijfelijk uit beeld (Chicago), zijn geest bleef rondwaren. In de kranten - zelden is er zoveel over het Amerikaanse voetbal gepubliceerd als tijdens zijn verblijf bij de Sting - en bij de trainers. Hij kwam dan ook terug, kon doorgaan omdat de voetbalroes allang was uitgewerkt. Zelf wassen Nieuwe talenten hadden zich niet aangediend, de mentaliteit van de Nederlandse voetballer was veel minder. "Vroeger", zegt Van Hanegem, "vroeger begon je thuis al met je werk. Je moest je spullen zelf wassen en meenemen. Tegenwoordig hoeven ze alleen maar een handdoek in te pakken en die vergeten ze dan nog negen van de tien keer. Dan ben je toch niet met je werk bezig. Dat zelf wassen, wat wij moesten doen, dat was belangrijk. Natuurlijk, het was vies werk, maar je vergat daardoor nooit watje had. Die wasmachine stond er toevallig Hanegem, voegde er nog een hoofdstuk aan toe. "In de aanloop naar en tijdens het WK van '74 heeft Willem zich voor mij het grootst getoond. Iedereen viel erover dat hij en Neeskens zo hard hadden gespeeld in die wedstrijd tegen België, maar die twee hebben Nederland toen wel naar West-Duitsland gebracht. Op het WK was Willem groot omdat hij zich als vedette helemaal in dienst stelde van het elftal en van Cruijff. Hij heeft zichzelf daar volkomen weggecijferd. Dat tekende voor mij de echt grote" Helm op. Zelf volstaat Van Hanegem met de constatering: "Natuurlijk, er waren ook rotmomenten, maar het is eigenlijk overal een mooie tijd geweest". Hij doet zichzelf ermee tekort: het werd een mooie tijd vanaf het moment dat hij bij die clubs binnenstapte. Waar hij ook kwam, na Velox en Xerxes. Mazzel, toeval? "Ik ben hartelijkheid vaak liet prevaleren boven de zakelijkheid van die andere grote van zijn tijd. Van Hanegem gaf zich, zonder prijscompensatie. Hij straalde sfeer uit en warmte. Het maakte hem boven de vaak onbereikbare Cruijff, met diens kille imago, tot één van de grootste voetbalidolen van de Nederlandse geschiedenis. Winnaar ^*a*>*>*, Met een complete Van Hanegem-cultus in de periode dat de tijd er rijp voor was. De late zestiger jaren brachten Nederland aan de voet van de Europa Cup. Iets nieuws in een wereld vol wankelende waarden en vervagende zekerheden, waarin de recreatie- en consumptiemogelijkheden vergroot werden door de stijging van de vrije tijd en het inkomen. Het vaderlandse voetbal was bovendien onderweg naar de beste episode, uitvoerig meebeleefd door de media. Dat samenspel van de twee nieuwe Geen tussenweg Wijlen André Hoenselaar: "Willem kan eenvoudig niet tegen zijn verlies. Als hij op bezoek kwam en we speelden een spelletje, had hij het pas naar zijn zin als hij gewonnen had. Welk spel het ook was". Oud-Veloxtrainer Daan van Beek (65, nu), Van Hanegem-ontdekker. "Dat had hij al in het begin, hij wilde niet verliezen. Geen slechte eigenschap overigens voor een voetballer. Als mens vind ik het een genoegen dat ik hem heb leren kennen. Hij is zo'n verdomd aardige vent". Ook dat hielp eraan mee hem tot een volksidool te maken. Van Hanegem bleef door alles heen "doodgewoon". Altijd aanspreekbaar, maar toch met dat aparte, dat eigenzinnige dat de vedette eigen is. Bij Xerxes al gerechtigd tot het voeren van de bijnaam De Kromme, haalde hij nog vaker de publiciteit toen hij de aard van het beestje. "Zelfs al zou ik ergens in het zevende hebben gevoetbald, dan nog zou ik mijn eigen mening hebben gegeven". Hij kwam er vaak door in frontale botsing met officials. Van Oranje, van zijn clubs. Hoe vaak dreigde hij niet nooit meer voor het Nederlands elftal te zullen spelen? Ook nu heeft hij kritiek op het vaderlandse team, dat hij weer niet ver ziet reiken. Hij hoopt het wel, maar denkt het niet. "Als ik nou zie dat Krol is teruggehaald.. Krol houdt niet van zijn vak, Krol houdt alleen van zichzelf'. Bij Feyenoord lekten conflicten in de hoogtijdagen vaak uit via de openhartige middenvelder, die er bovendien van verdacht werd blessures te simuleren. "Maar", zegt oud-Veloxtrainer Daan van Beek: "Willem heeft altijd rotpoten gehad en hij stond er ook zo ongelukkig op". Niettemin werd hij verdacht. Het leidde tot die historische uitspraak over de clubarts en tenslotte tot zijn vertrek uit de Kuip. Een moment waarop Van wel dankzij het voetbal. Nu hebben ze het liefst dat iemand anders voor ze wast en denkt" Hij probeerde het laatste bij Utrecht en tenslotte weer bij Feyenoord, de club waarmee hij zijn grootste successen vierde. De kringloop nadert de voltooiing. Morgen zijn laatste voorjaarsklassieker: Ajax-Feyenoord. "Een wedstrijd als alle anderen, alleen anders qua sfeer en entourage, maar er zijn maar twee punten te verdienen. Zonde alleen dat die pot van de echte spanning is ontdaan, maar ook wel een beetje logisch. Als je nou ziet hoe Willem II bij ons en bij Ajax voetbalt, dan ligt daar een wereld van verschil tussen. In de Meer staan ze op de middellijn te verdedigen, bij ons gooien ze het dicht. Dat komt omdat wij de zaak niet afmaken. Vroeger stond zo'n ploeg in de Kuip voor de wedstrijd al met 1-0 achter, tegenwoordig kunnen ze denken dat ze een kans hebben als ze maar goed verdedigen.." Hij had uiteraard graag met een titel afscheid genomen, maar weet dat die kans verkeken is. Na morgen volgen nog twee competitieduels en zijn benefiet. Daarna is het over en sluiten. En dan? De publiciteit zal hij niet missen, het voetballen wel. "De spanning van het moeten presteren vooral. Daar is nu nog alles op afgestemd. Zelfs als je niet speelt, als je thuis bent, voel je die. Dan weetje precies wat de jongens in het stadion doen. Hoe ik dat op moet vangen weet ik niet, ik geloof niet dat er iets is wat het kan vervangen" Hy zit er niet over in, zoals hem ook nog niet echt bezighoudt wat hij na zijn afscheid moet gaan doen. Hij leeft nog altijd bij de dag, zonder horloge, en verwoordt zijn instelling zelf zo: "Er komt altijd wel iets aanwaaien. Dat is tot nu toe altijd gebeurd. Soms had ik echt geen gulden in mijn zak en dan kwam er plotseling een cheque". De Bataaf De eerste en tot nu toe enige keer dat hij het oog richtte op de toekomst, ging het fout. Op de Bataaf, het sjieke Haagse tennispark waarmee de Kromme ("als zakenman beteken ik nul komma nul") zijn nadagen financieel wilde veiligstellen, verloor hij veel van het geld dat hij met voetballen had verdiend. Mede als uitvloeisel daarvan en door de belasting-affaire bij FC Utrecht, ("waardoor ik al 110.000 gulden aan navorderingen en boetes heb moeten betalen en ik verwacht nog een kleine boete") moest hij onlangs zijn boerderij verkopen. Ondanks zyn inzet, ondanks de ijver van zijn vrouw Truus, ging het mis op het park. Meegesleept in het faillisement van eigenaar-makelaar Van de Heuvel, de oud-Utrecht bestuurder, moest hij er een punt achter zetten. Hij deed het, alweer, op ztfn manier, op zijn tijd. Pas nadat iedereen betaald was die nog geld kreeg. "We hadden wel direct failliet kunnen gaan en een lange neus kunnen trekken, maar zo is Truus niet en zo ben ik niet. We hebben betaald tot er niets meer was om mee te betalen. Nu kan ik tenminste iedereen recht in de ogen kijken". Zo is Van Hanegem zo eerlijk en consequent mogelijk gebleven.H Ik heb nooit mijn hemd omgedraaid omdat het commercieel iets op kon leveren", kan hij stellen. "Ik ben altijd gebleven wie ik was. Ik vind ook niet dat ik het verkeerd heb gedaan. Ik zou het allemaal precies zo overdoen. En dat geld, ach dat is niet belangrijk. Ik ben miljonair, op mijn eigen manier. Als ik de bouwvakker was gebleven die ik was, zou ik van mijn vakantiegeld misschien twee keer in mijn leven in Spanje zijn geweest. Nu heb ik.de hele wereld gezien. Wie kan dat zeggen?". Balletjes In het volle besef daarvan weigert Van Hanegem ("het is wel een slag geweest voor de bouw dat ik toen gestopt ben: het is in die wereld direct bergafwaarts gegaan") nog altijd zijn eigen ik uit te leveren terwille van het geld. Ook nu hij in de laatste maanden voor zijn afscheid publicitair een topic is en dus interessant is als reclame-object voor bedrijven. Van Hanegem wenst zich niet verkopen, maar staat wel bijna elk interview toe waarom wordt gevraagd. Hij verandert op die momenten nooit, doet ook geen moeite voor de gelegenheid deftig te praten, wat hij ook tussen het sjieke publiek op de Bataaf niet deed. "Als ik dat zou proberen, zou ik binnen een halve minuut myn tong gebroken hebben. Nee hoor, ik praat zoals ik praat en de mensen moeten me nemen zoals ik ben. Doen ze dat, dan luisteren ze toch wel. Luisteren ze niet, dan hebben ze pech. Dan horen ze ook niks". Van Hanegem hoort veel. Aanbiedingen volop. Van clubjes die graag getraind willen worden door de Methusalem van het Nederlandse voetbal. Maar of het er ook echt van komt? Hij zal wel in de sport blijven. Heel misschien wordt het iets in tennis, waarschijnlijk blijft hy toch in de voetbalwereld bezig. "Het is mijn enige interesse", bekent hij zonder schroom. "In myn hoofd zitten alleen balletjes. Verder zit er niks in". Na 4 juni is het echt voorbij. Het Nederlandse voetbal zal nooit meer worden wat het was.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 17