Stork wankelt. En dus
schudt Hengelo mee
Rentezorgen kwellen Damrak
Aandeel in trek
Geldmarkten
Het ketelbouwdrama in beeld (1)
Twintig banen weg bij Stork Ser
vices, 110 ontslag bij Delaval
Stork, nog eens 110 bij Stork
Centrale Afdelingen. Stork Ke
tels schrapt dit jaar 205 en vol
gend jaar minstens 205 banen.
De laatste maanden zijn de on
heilstijdingen over Stork niet
van de lucht. Meer dan de kille
cijfers doen vermoeden heb
ben die heel Hengelo door
drongen van de ernst van de
economische crisis die we nu
meemaken. Want zowel in de
harten van de Hengeloërs als
in de historie van hun stad
neemt Stork een zeer bijzonde
re plaats in. De aangekondigde
inlu-impingen hebben grote
onrust veroorzaakt in de me
taalstad.
Ondanks de gieterij-affaire in de
tweede helft van de jaren '70 is
massa-ontslag nog altijd een
verschijnsel dat voor de mees
te Hengeloërs gevoelsmatig
niet te rijmen valt met de naam
Stork. Een naam immers die
ruim een eeuw het synoniem is
geweest van begrippen als de
gelijkheid, geborgenheid, vak
manschap en sociale vooruit
gang. Voor generaties Twente
naren gold Stork als het
schoolvoorbeeld van de solide
werkgever. Een baan bij Stork
betekende „vastigheid", net
zoals tot voor enkele jaren een
overheidsbetrekking.
„Er is een tijd geweest", aldus
een werknemer, „dat als een
jongeman wilde trouwen en hij
de vader van het meisje kon
vertellen dat hij bij Stork
werkte, er nauwelijks meer
problemen waren". Stork was
immers het bedrijf dat men al
maar had zien groeien, dat be
ter werk bood dan de stoffige
textielindustrie, beter betaalde
ook, en dat voorop liep met
zijn sociaal beleid.
Het was bijvoorbeeld het eerste
Nederlandse bedrijf met een
eigen pensioenfonds voor het
personeel, in 1881 gesticht, te
gelijk met een invaliditeits-
fonds. Een paar jaar later ken
de men er reeds een perso-
neelskern, een vroege voorlo
per van de ondernemingsraad.
In 1890 had Stork ook al een
eigen ziekenfonds, dat de le
den verzekerde van kosteloze
geneeskundige behandeling
en medicamenten bij ziekte en
waaruit bij overlijden een uit
kering voor begrafeniskosten
werd gedaan.
Kortom, Stork had als werkge
ver een uitstekende naam. De
fusie met Werkspoor in 1954
deed daar niets aan af. Zelfs
toen tien jaar geleden de Hen
gelose machinefabriek werd
I opgesplitst, kon dat het posi
tieve Stork-imago nauwelijks
deren. Hoewel er bij die gele
genheid maar liefst 400 banen
in de indirecte sfeer („de 400
van Sickinghe") verdwenen,
vielen er uiteindelijk slechts
negen gedwongen ontslagen.
Menigeen zag daarin het be
wijs dat Stork bij machte was
zelfs zulke forse ingrepen met
een minimum aan pijn uit te
voeren.
Daarom kwam de klap ook zo
hard aan, toen er in september
1976 plotseling roest in bleek
te zitten. Daar was het in die
dagen bijna ongelooflijke
nieuws dat er bij VMF-Stork
1400 banen op de tocht ston
den, waarvan de helft in Hen
gelo. De laatste toevoeging
deed het hem wel. Bij Stork in
Hengelo, dat tot dusver bij alle
inkrimpingen en sluitingen
binnen het VMF-concern nau
welijks kleerscheuren opliep,
stond nu ook massa-ontslag
voor de deur.
Hengelo stond op zijn achterste
benen. Twee Stork-bedrijven -
de ijzergieterij en de spuitgiet-
machinefabriek, SPM - werden
met sluiting bedreigd. Zo lijd
zaam, als vaak saneringen en
sluitingen in de Twentse tex
tiel zijn aanvaard, zo on
Twents heftig werd er ditmaal
gereageerd. Niet aleen door het
personeel, maar ook door tal
van Hengelose organisaties en
burgers. Dat massale protest
bleef niet zonder resultaat: de
SPM bleef open en de gieterij
Nederland telt twee belangrijke ketelbouwers, Stork en De Schelde. Er
is slechts plaats voor één. Een tragische omstandigheid, want wat
Stork betekent voor Hengelo, betekent De Schelde voor Vlissingen.
"Een keuze tussen Hengelo en Vlissingen zal onvermijdelijk zijn", zo
benadrukte de inmiddels op een zijspoor gezette RSV-topman Stik
ker deze week nog eens. Volgens hem moet de keus op De Schelde
vallen, omdat Stork nationaal strategisch niet meer van belang zou
zijn.
Maar Stork, veel meer afhankelijk van de ketelbouw dan De Schelde,
wijt dat juist aan het feit dat er nog steeds ketels worden gebouwd in
Vlissingen. Het concern klampt zich vast aan de toezegging van mi
nister Terlouw, dat de ketelbouw in Hengelo zou worden geconcen
treerd.
Twee bedrijven tussen hoop en vrees, wachtend de verlossing dan wel
de doodsteek van Economische Zaken. Stork en De Schelde, hoofd
rolspelers in een Hollands drama. Volgende week een portret van De
Schelde, vandaag: als Stork schudt, trilt Hengelo.
Stork Hengelo. De motor van een metaalstad.
kreeg - na toezegging van tien
miljoen gulden overheidssteun
- in gehalveerde vorm een
„proeftijd" tot eind 1978. Toen
de gieterij in 1979 alsnog dicht
ging, leidde dit opnieuw tot
grootscheepse protestacties.
De heftigheid van de Hengelose
reacties als het lot van Stork in
het geding is, valt heel goed uit
het verleden te verklaren. Hen
gelo heeft aan het geslacht
Stork veel te danken. Niet al
leen was de vestiging van de
machinefabriek van histori
sche betekenis voor de ontwik
keling van dorp (3780 zielen in
1853) tot metaalstad (ruim
76.000 inwoners nu), ook zijn
de Storks grondleggers ge
weest voor talrijke instellingen
op sociaal en cultureel gebied.
Zo richtte de stichter van het be
drijf, Charles Theodoor Stork,
al in 1860 een fabrieksschool
op, waarin aan nog jonge kin
deren lager onderwijs werd ge
geven. Door de Leerplichtwet
kon de school in 1918 worden
opgeheven. In 1900 opende
Stork een eigen badinrichting,
die in 1932 verdween met de
komst van een gemeentelijk
badhuis.
Een belangrijke aanzet tot de
bloei van het culturele leven in
Hengelo vormde de bouw van
het Vereenigingsgebouw in
1894. C. T. Stork schonk de
personeelsvereniging 20.000
gulden, die moest worden be
steed aan een gebouw waarin
„een aantal werkzaamheden
ten nutte van de gehele Henge
lose bevolking moet worden
samengebracht".
Het Vereenigingsgebouw bood
veel mogelijkheden en was de
„broedplaats" van diverse fa-
brieksverenigingen, zoals de
gymnastiekvereniging Hercu
les, de muziekvereniging Ar-
monia, Stork's Mannenkoor,
het revuegezelschap 't Stork'n
Nus enzovoorts.
Maar de invloed van de Stork-fa-
milie strekte zich nog veel ver
der uit. Zo nam „meneer
Coen" (C. F. Stork) het initia-
door Frits Koffijberg
en Wim Gruijters
tief tot de stichting van het
tuindorp Het Lansink, naar het
voorbeeld van de fraaie Engel
se tuinsteden by Londen en Li
verpool. Op een terrein van 15
hectare werden in 1911 en de
jaren daarna ongeveer 300 wo
ningen gebouwd, zoveel moge
lijk verschillend van vorm en
groepering. Met als filosofie
„voor arbeiders en beambten
eene prettige, frisse omgeving
te scheppen, waar elke be
nauwdheid van smalle straten
of eng gebouwde huizen plaats
moet maken voor licht en
lucht, zulks met betaalbare
huur". De door de Amsterdam
se architect Karei Muller ont
worpen en door landschapsar
chitect Wattez met veel groen
aangeklede Hengelose wijk
geldt nu nog als een school
voorbeeld van de sociale wo
ningbouw en stedebouwkun-
dige vormgeving.
Voor degenen die de geschiede
nis van het 115-jarige bedrijf
kennen, doet het dan ook pijn
om te zien hoe de eens zo
machtige metaalreus (met 5030
werknemers in 1969), die de af
gelopen jaren al danig is afge
slankt (3150 medewerkers), nu
door nijpende afzetproblemen
aan het wankelen is gebracht.
Niet alleen Stork Ketels zit moei
lijk. Ook de andere Hengelose
Stork-bedrijven (Pompen, Ser
vices, SPM, Ventilatoren, De
laval en Sugar) moeten een
zware strijd leveren om nu nog
afzetmogelijkheden te vinden
voor hun produkten. De inter
nationale markt voor investe
ringsgoederen is al slecht,
maar dat geldt dubbel voor de
sectoren waarin zij in belang
rijke mate actief zijn: energie,
petrochemie en scheepsrepa-
ratie.
Toch worden al die problemen
overschaduwd door de vraag
wat het lot zal zijn van Stork
Ketels, waar nu nog ruim een
derde van alle Stork-werkne-
mers zijn brood verdient. Wel
iswaar mag strikt genomen
Stork Ketels geen onderdeel
meer heten van de Hengelose
VMF-Stork-locatie (de over
heid is voor twee derde eige
naar en VMF-Stork voor een
derde), maar organisch hoort
het er nog helemaal bij.
Als tegen alle redelijke - op mi
nisteriële toezeggingen geba
seerde - verwachtingen in
Stork Ketels wordt geofferd
om de belangen van concur-
rent-ketelbouwer De Schelde
in Vlissingen veilig te stellen,
komen onherroepelijk ook an
dere delen van Stork in gevaar
Nog afgezien van een schrikba
rend verlies aan werkgelegen
heid (de vakbonden vrezen al
met al voor zelfs 5000 banen),
zou zo'n amputatie voor Hen
gelo traumatisch zijn.
Daarom zal, ondanks alle apathie
waartoe het voortduren van de
recessie de meeste mensen
heeft verleid, in Hengelo toch
weer beroering ontstaan. De
acties zijn voorlopig nog be
perkt. Werknemers demon
streren, regionale vakorganis-
ties en politici proberen poli
tieke druk uit te oefenen. De
regering moet immers nog be
sluiten nemen. Maar o wee, als
deze in het nadeel van Stork
Ketels dreigen uit te vallen. Je
hoeft geen helderziende te zijn
om te voorspellen dat Hengelo
dan massaal in het geweer zal
komen.
Op de Amsterdamse effectenbeurs is het de afgelopen tijd een
drukte van belayg. De omzet in aandelen is eindelijk weer boven
die in obligaties komen te liggen en de belangstelling van Ame
rikaanse en Engelse zijde voor Nederlandse aandelen heeft de
koersen tot historische hoogtepunten opgedreven.
Veel ondernemingen maken van dit verbeterde beursklimaat ge
bruik door nieuwe aandelen uit te geven. Oce van der Grinten,
de Limburgse fabrikant van copieermachines, kondigde on
langs aan 50 min. nieuw eigen vermogen aan te willen trekken.
Daarvoor waren het al de meel- en voedselgigant Wessanen en
Ahold. 's lands grootste kruidenier, die respektievelijk 8 min.
en 16,3 min. nieuw kapitaal wisten aan te trekken.
Het is in geen tijden voorgekomen dat ondernemingen zo stonden
te dringen om nieuwe aandelen uit te geven. De afgelopen jaren
hebben vrijwel alleen banken en verzekeringsmaatschappijen
nog nieuwe aandelen kunnen slijten. De rest van het bedrijfsle
ven kon op de beurs sinds het begin van de zeventiger jaren
nauwelijks terecht.
Voor die tijd bestond er bij de ondernemingen weinig behoefte
aan nieuw eigen vermogen. Want een bedrijf kan zijn investerin
gen op twee manieren financieren. Door aandelen uit te geven of
door geld te lenen bij de banken. En tot in het begin van de
zeventiger jaren leek het meestal voordeliger om geld bij de
banken te lenen. Daarop moet wel rente worden betaald, maar
dat kan de onderneming doen uit de winst voor belasting. De
fiscus betaalt dan eigenlijk de helft. Op aandelen wordt een be
drijf geacht dividend uit te keren. Dat moet gebeuren uit de
winst na belasting en is dus al twee keer zo duur nog los van alle
administratieve kosten die eraan verbonden zijn. Het belastings
telsel stimuleerde ondernemingen zodoende om hun groei bij de
banken te financieren en eigenlijk was iedereen daar in die jaren
van economische groei wel tevreden over die regeling. Het be
drijfsleven omdat de kosten van vermogen beperkt bleven, de
banken omdat ze hun zaken konden uitbreiden en de bestaande
aandeelhouders omdat hun bezit niet verwaterde en de zeggen
schap over het bedrijf niet over meer aandeelhouders werd ge
spreid.
Maar toen kwam de economische crisis en toen bleek dat bankkre
diet niet altijd goedkoper is dan eigen vermogen. Want de rente
op bankkrediet moet ook betaald worden wanneer het bedrijf
verlies lijdt en dan zijn er geen fiscale voordelen meer. Maar de
verschaffers van eigen vermogen, niet voor niets ook wel risico
kapitaal genaamd, krijgen alleen maar dividend uitgekeerd als
door
Paul Frentrop
er voldoende winst wordt gemaakt. Daarom vervult eigen ver
mogen de noodzakelijke buffer voor een bedrijf om moeilijke
tijden door te komen.
Toen de economische crisis rond 1973 inzette zaten bedrijven op
gescheept met de molensteen van de rente die ze op hun schul
den moesten betalen. En de rentestijging die volgde maakte de
problemen alleen nog maar groter. Toen kon het bedrijfsleven
dus niet meer naar de beurs komen om nieuw aandelenkapitaal
aan te trekken, want beleggers zijn alleen maar geinteresseerd
als de vooruitzichten voor de onderneming gunstig zijn.
Bovendien konden beleggers hun geld wel beter investeren dan in
bedrijven in moeilijkheden. Staatsobligaties boden zekere vaste
opbrengsten en er was ook nog de onroerend goed markt waar
forse winsten te behalen waren.
De laatste maanden lijkt het tij te zijn gekeerd. In het bedrijfsleven
heeft inmiddels een slectieproces plaatsgevonden. Ondernemin
gen hebben interne reorganisaties doorgevoerd, personeel is af
gestoten, schulden zijn afbetaald en op allerlei manieren is de
efficiency binnen het bedrijf verbeterd. Vele ondernemingen
hebben het einde van dit proces niet gehaald, maar de sterkste
zijn overgebleven en naar deze overlevenden kijken beleggers
nu weer met hernieuwde aandacht, mede omdat er op het ogen-,
blik weinig goede alternatieve beleggingsmogelijkheden voor
handen zijn.
De rentedaling van de afgelopen maanden, die het bedrijfsleven
wat lucht heeft gegeven, lijkt te zijn opgehouden en verwacht
wordt dat de rente weer aan gaat trekken. Dat betekent dat het
beter is nog even te wachten om bij een hoger renteniveau weer
in obligaties te stappen. De onroerend goed markt blijft voorlo
pig nog een treurige bedoening en bovendien zit de schrik van
debacles op dit gebied er bij beleggers nog goed in. Het geld bij
de banken onderbrengen is ook niet al te lonend meer, want de
banken zitten er niet om te springen en bovendien hebben de
recente acties van de FIOD velen misschien wat schuw ge
maakt.
Dus is er nieuwe aandacht voor het bedrijfsleven, tenminste voor
de sterke ondernemingen. Het kenmerk dat Oce, Wessanen en
Ahold met elkaar gemeen hebben is dat zij ieder op hun gebied
marktleider zijn en dat hun respektievelijke markten ook goed
tegen de recessie bestand zijn gebleken.
Dat beleggen in aandelen nog steeds aantrekkelijk kan zijn wan
neer de goede selectie wordt gemaakt en op de juiste tijden
wordt gekocht en verkocht bleek onlangs nog eeens. Volgens
het Amerikaanse tijdschrift Fortune leverden de 500 grootste
Amerikaanse ondernemingen hun aandeelhouders vorig jaar
een gemiddeld rendement van meer dan 21 ook al daalde hun
gezamenlijke winst met meer dan 25
Voor Nederlandse bedrijven zijn geen vergelijkbare cijfers be
schikbaar, maar de Amerikaanse gegevens hebben ook op de
Amsterdamse beurs hun invloed. Vandaar de hernieuwde be
langstelling voor aandelen, die de beurs opeens nieuw leven
inblaast. En al zal deze hausse zoals alle andere ook slechts tijde
lijk zijn, de beurs is in ieder geval haar funcite als bron van
nieuw eigen vermogen voor het bedrijfsleven weer gaan vervul
len nadat de aandelenmarkt jarenlang alleen maar een plaats is
geweest waar handelaren en speculanten elkaar vliegen probe
ren af te vangen.
De teleurstelling over de stijgen
de rente vorige week op de
Amsterdamse effectenbeurs
nam deze week een nog grim
miger uitdrukking aan. Menig
een vreesde zelfs dat het Dam
rak definitief een punt gezet
had achter de bijna acht maan
den durende hausse. Maar zo
als vaker in deze hausse schoot
Wall Street te hulp. Toen deze
beurs woensdag een nieuwe
historische top van 1192 be
reikte, kon de zware koersval
in Amsterdam worden gestopt.
Het zijn vooral de grote beroeps-
beleggers vanuit de beleg-
gings- en verzekeringswereld
die in Wall Street het vuur
voortdurend opstoken. Het
bruto-nationaal produkt van
de Verenigde Staten blijkt
ruim drie procent te zijn geste
gen en dat is naar verhouding
een zeer gunstig resultaat. Bo
vendien is de obligatiemarkt
van Wall Street de laatste paar
weken flink opgelopen en staat
de index ruim vijf punten ho
ger dan begin dit jaar.
Hoe anders is het beeld in ons
land. Daar kwam de obligatie
index deze week niet minder
dan 7 punten onder de stand
van begin januari te staan. Nog
net boven de honderd, het ni
veau dat vorig jaar november
voor het eerst in opwaartse
richting was doorbroken. In te
genstelling tot de Verenigde
Staten is hier dus wel degelijk
sprake van een behoorlijke
rentestijging.
Dat bleek deze week nog eens
duidelijk uit het resultaat van
de nieuwe 8 procents staatsle
ning waarop maar 1,2 miljard
gulden binnen kwam. Hoewel
de emissiekoers niet hoger
werd gesteld dan 100 procent
begon de nieuwe lening zijn
beursleven op 99,4 procent.
Nog duidelijker werd de ren
testijging uit het weer instellen
door het bankwezen van een
opslagrente van een half pro
cent, waardoor rood staan bij
banken duurder is geworden.
De hoop is, dat een discontover
hoging door de Nederlandsche
Bank achterwege blijft. Zeker
is dat niet, want de algemene
indruk is dat de laatste verla
ging met een half procent op 18
maart beter niet had kunnen
worden doorgevoerd. Vlak
daarop had de herschikking
binnen het Europese Monetai
re Stelsel (EMS) plaats, waarbij
gulden en mark werden opge
waardeerd. Van die gebeurte
nis af is het met onze gulden
misgegaan. Het buitenland
keerde zich af van onze obliga
tiemarkt en vond tot heden de
weg nog niet terug.
Ook bij de inschrijving op de
jongste staatslening van afge
lopen dinsdag hield het buiten
land het voor gezien. Gelukkig
begint de gulden steun te on
dervinden van de rentestij
ging, want onze munt bevindt
zich niet permanent meer op
de benedengrens van de EMS.
Bovendien blijft het buiten
land wel koper van onze aan
delen en dat is voor de beurs in
zijn geheel gezien van eminent
belang.
Uit de ingediende voorjaarsnota
blijkt dat ondanks bezuinigin
gen en aanpassingen de over
heidstekorten niet wezenlijk
afnemen. Daarom blijft er in
het buitenland vrees bestaan
dat er niet veel ruimte zal zijn
om de kapitaalmarktrente in
ons land nog flink te laten da
len. Anderzijds wordt het be
drijfsleven met lastenverlich
ting duidelijk de hand boven
het hoofd gehouden. Boven
dien wordt in menig bedrijf
fors gesaneerd en intensief op
de dubbeltjes gepast terwijl de
veel lagere rente dan in de ja
ren '81-'82 tot aanmerkelijk la
gere interestkosten leidt. Al
leen daardoor kunnen vele be
drijfswinsten over 1983 flink
gaan stijgen.
Toch hielden buitenlandse ko
pers zich ook een paar dagen
van deze week van de aande
lenmarkt afzijdig. Een hier
door regelrechte paniek bracht
drommen winstnemers naar
de beurs en werd er met vele
prominente aandelen gesme
ten. Het algemeen koersgemid-
delde, vorige week nog goed
voor de historische top van
131, viel terug tot 125, maar
donderdag meldden vele bui
tenlandse kantoren zich weer
en trad er enig herstel op. Het
binnenlandse publiek bleef
echter kopschuw. Hierdoor
moesten vele topaandelen voor
de tweede achtereenvolgende
week per saldo flink terrein
prijsgeven.
ACF verloor tien gulden, evenals
VNU en Desseaux. De beide
laatsten wegens tegenvallende
bedrijfsresultaten. Ahold
moest bijna vijftien gulden te
rug, evenals Ennia. Rond vyf
gulden gingen er verloren bij
Douwe Egberts, Amfas, Natio
nale Nederlanden, Unilever en
Macintosh. Daarentegen wist
Verenigde Glas zich ruim twin
tig gulden te herstellen, was
Norit op gunstige verwachtin
gen voor 1983 ruim vijf gulden
beter en trok Smit Internatio
nale vijf gulden aan.