Huilen op de notenbalk De 20 liedjes ineen notedop song ZATERDAG 23 APRIL 1983 >- 1. Frankrijk "Vivre" - Guy Bonnet. Wast u maar rustig de koffiekopjes af, want dit melige chanson is nu niet direct bij uitstek geschikt als opwarmer voor een muziekfesti val. De Franse televisie zag er ei genlijk geen brood meer in, maar vanwege talloze protesten selec teerde Antenne Deux uiteinde lijk toch maar veertien kandida ten, van wie deze Guy Bonnet door een telefonische jury werd uitverkoren. Zijn liedje is opge bouwd uit een aantal overbeken de lijnen. Het mist origine, over tuiging en pit, ondanks een lich te tempoversnelling in de slotfa se. Het meisje met de tweede stem is ook niét je ware. 2. Noorwegen. "Do-re-mi" - Jahn Teigen. De titel doet het ergste vermoeden, maar zowaar: het valt alles mee. Een dóódsimpel maar zeer kans rijk liedje, vanwege een gooche me mineurtoonzetting en een grappig contra-melodietje. Deze Jahn Teigen is zo ongeveer de vleesgeworden Noorse popmu ziek. Hij heeft dan ook een door lopend abonnement op het Euro visie Songfestival, waar hij door gaans tot zijn grote genoegen als laatste eindigt. Maar ditmaal lijkt het moeilijk die fraaie traditie in stand te houden, want de aanwe zigheid van de beeldschone Ani ta Skorgan maakt dit optreden alleen al tot een plaatje. 4. Zweden. "Framling" - Carola Haeggkvist. Na het échec van de volslanke da mes Chips vorig jaar, probeert Zweden het weer eens met een onschuldig meisje, dat in ge strekte tweekwartsmaat een niet onaardig meezingertje in een car- roussel-achtige omlijsting op de planken zet. Hetwelk in z'n tota liteit als een middelmatige schla ger door het leven kan gaan, maar in München beslist geen prijs winner. Ze komt als een vreemdeling, en zal in die hoeda nigheid vermoedelijk ook weer opstappen. Met Abba en daarom heen een handvol goede studio muzikanten lijkt het Zweedse ar senaal aan lichte muze toch echt wel bekeken. 5. Italië. "Per lucia" - Riccardo Fogli. Een jaar van afwezigheid heeft Ita lië er helaas niet toe kunnen brengen om iets origineels te ver zinnen. "Per lucia" is een draak van een lied vol obligate mon- do's, silencio's, sola's en luna's. Riccardo Fogli maakt ook al geen uitzondering op de regel: een fraai gekapt heerschap met gelijke voortanden, kostummaat 47 en modieus gesneden schoe nen. Er was in het geheel geen voorselectie voor nodig om deze Fogli voor München te selecte ren; in Italië wordt zo iemand ge woon aangewezen. Het wordt tijd dat er weer eens een Cigliola Cinquetti opstaat. 7. Spanje. "Quien maneja mi barca?" - Re- medios Amaya. "Wie roeit mijn bootje?", zo luidt de invitatie van deze fraai ont worpen zigeunerin uit Andalu- sië. Ongetwijfeld het dolste lied dat ooit in de historie van het Eu rovisie Songfestival werd voor gedragen. Maar in elk geval trouw aan de flamenco-cultuur, die overigens niet van Spaanse maar van arabische oorsprong is. Het betreft hier een z.g. boleria- dans, die los van een deels eigen tijdse instrumentatie door Reme- dios helemaal organiek voor het voetlicht wordt gebracht. Haar betonstem die opzettelijk een tikje vals klinkt doet de rest. Ge slaagde grap. 8. Zwitserland. "Io cosi non ci sto" - Mariëlla Farré. In Zwitserland gaat dat geheel vol gens de beginselen van de neu traliteit om en om: eerst Duits, dan Frans en vervolgens Ita liaans. Reden waarom thans deze Imca Marina uit de Alpen naar München is afgedaald. Met een stem die niet geheel op toon is ontwikkelt ze een wanstaltig pa thos, dat je doet afvragen wat er nu eigenlijk allemaal aan de hand is. Wel, de Zwitserse inzen ding is een krakkemikkige wals. Een zeer conventioneel allegaar tje, waarvoor zelfs het Italiaanse taalgebied niet snel plat zal gaan. Niet huilen Marïella, de sleeplift staat alweer klaar. 10. Griekenland. "Mou les" - Christi Stassinopou- lou. Bij een normale wijze van jurefen - door vakmensen dus - zou dit liedje ongetwijfeld hoge ogen gooien. Het is een mooie, tijdloze ballade, op maat gecomponeerd voor de zijdezachte stem van de ze Griekse deerne. Een lied dat gespeend is van allerhande mis leidende rookwolkjes die elders op deze avond zijn waar te ne men. En zowaar halverwege nog een sierlijk jazzy intermezzo in vijfkwarts ma at. Kortom: ver moedelijk nauwelijks in drie mi nuten te bevatten voor het leger tje mensen dat straks de punten mag gaan uitdelen. Hoe dan ook: Christi is de ster van de avond. ir 12. Joegoslavië. "Julie" - Danijel Popovic. De (her)introductie van de accor deon in de hedendaagse rock roll heeft in de afgelopen jaren tot heel aardige resultaten geleid. Maar wat deze Danijel Popovic ermee uithaalt is wel erg simplis tisch. "Julie" is een tuttebellerig twistnummer met geen enkel verrassend ingrediënt. Hoe hard Joegoslavië ook achter de West- europese popmuziek aanholt, het punt van inhalen is nog lang niet in zicht, getuige ook nu weer dit mistroostige probeerseltje. Maar de titel van deze inzending is in elk geval spitsvondiger dan die van vorig jaar. Die heette "Hallo Hallo". Tja... 13. Cyprus. "I agapi akoma zi" - Stavros Constantina. Onder het motto "liefde blijft altqd bestaan" gaan de Frank Mirel- la van het Griekse taalgebied er weer eens ferm tegenaan. Het veelal op bouzouki-leest ge schoeide Griekse lichte muziek genre krioelt van dit soort tra- nenplengers. Het liedje van Sta vros en Constantina is tegen het licht van de daar geldende nor men niet eens slecht, maar wel buitengewoon oubollig. Voor de annalen: Stavros (Sideras) schreef twee jaar geleden het liedje "Monica", de eerste Cy priotische inzending voor het Eurovisie Songfestival. Ook nu kan hij geen kippevel teweeg brengen. 15. Denemarken. "Kloden drejer" - Gry Johansen. De Denen kennen dit piepjonge meisje (achttien lentes telt ze) be ter als Diana Dee, maar voor deze speciale gelegenheid heeft ze haar artiestennaam thuis gela ten. De titel "Kloden drejer" be tekent zoveel als "de aardbol draait", dus in de tekst hoeven we ons verder niet meer te ver diepen. Het liedje zelf is niet veel soeps, maar getoonzet op een moderne ritmiek en voorzien van knappe koortjes. Maar het zou de middelmaat niet halen zonder de innemende presentatie van dit guitig ogende bakvisje. Het moet gezegd: dit is meer dan wat de Denen jarenlang afleverden. 16. Israël. "Hi" - Offa Haza. Over indrukwekkende verschij ningen gesproken: deze 23-jarige Ofra Haza loop je ook niet zo maar voorbij- Ze is afkomstig uit Tel Aviv, is ook een beetje film actrice, maar wordt hier van avond afgevaardigd met een ge makkelijk absorbeerbaar liedje, geschreven door de reeds eerder in het Eurovisie Songfestival succesrijke Avi Toledano. De presentatie is weer volgens de beproefde formule: een perfect gesynchroniseerd dansgroepje fungeert als vrolijk folkloristisch behang. En dat geeft tesamen een plaatje dat altijd weer goed blijkt voor extra punten. 18. Oostenrijk. "Hurricane" - West End. Zouden er mensen bestaan die dit mooi vinden? Ik vrees het ergste. Maar goed: West End bestaat uit vier pijnlijk positief kijkende jongeheren en een struise dame die in dit drakerige liedje de titel rol speelt. Zij is namelijk de wer velstorm die op kantoor de hoofden van de heren op hol brengt. Hoe dat allemaal op de planken wordt uitgebeeld kan ik u helaas niet melden, maar een pak watten voor in de oren is bij het beluisteren van dit gedrocht geen onverstandige investering. Degelijke meerstemmige zang is het enige positieve dat er van West End te melden valt. 19. België. "Rendez Vous" - Pas de Deux. Maar zoals gezegd: het kan alle maal nog erger. De Belgische in zending van dit jaar is indigestie- verwekkend en slaat werkelijk alles. In al die achtentwintig ja ren is er niet zo'n zorgwekkend virus in dit festival geslopen als ditmaal het geval is. De tekst kent twee regels, zijnde de titel en iets wat zich laat verstaan als "maar de maat is vol en m'n kop is moe". Voor de rest moeten we het doen met foeilelijk overheer sende trombones die tikkertje spelen met een verdwaalde klari net. En dat laat zich dan annon ceren als een stuk vernieuwing. Dit drietal staat voor schut. 3. Engeland. "I'm never giving up" - Sweet Dreams. Sinds het succes van Abba in Brighton mikken de Britten tel- kenjare en met wisselend succes op een zanggroepje. Met The Brotherhood of Man en Buck's Fizz leverde dat eerste plaatsen op, maar ditmaal moet het toch gek lopen wil het zo ver komen. De formule is weer standaard, een pretentieloze stamper met al les erop en eraan, dus vaart, goe de samenzang, leuke modulaties en een keurig afgerond slot. Maar al met al is dit lied toch ma gerder dan de Engelse inzendin gen in voorgaande jaren. Maar als er weer rokjes worden uitge trokken weet je het natuurlijk nooit.... 6. Turkije. "Opera" - Cetin Alp and the Short Waves. Dat klinkt dus leuk Turks. Het wordt tijd om een glaasje in te schenken, want geheel nuchter is dit stukje muzak niet te door staan. Andermaal een Turkse in zending die spot met de eigen muziekcultuur, voorzien van protserige tempowisselingen en een afschuwelijk refrein. Een pijnlijke en geheel mislukte con cessie in de richting van de ang lofiele popcultuur, voorgedragen door iets dat het midden houdt tussen een bas en een bariton. Het vijfmansgroepje eromheen is voornamelijk décor. Goed voor de voorlaatste plaats, want het kan nog erger. Waarover la ter. 9. Finland. "Fantasiaa" - Ami Aspelund. Uit deze onbegrijpelijke taal valt af te leiden dat het de niet meer zo jonge Ami Aspelund allemaal te doen is om een man, die helaas meer van zijn hond dan van vrouwen houdt. Dat is pech heb ben. Terwijl hij dus dat beest over zijn kruin aait, denkt Ami dat het hóér krullen zijn! Dit dra ma is aanleiding geweest tot an dermaal een droevige Finse in zending. Arrangeurs hebben er nog wat Abba-ingrediënten aan toegevoegd, maar het mag alle maal niet baten. Nee, dan was die anti-nucleaire popzanger Kojo vorig jaar beduidend interessan ter. Tijd voor een sanitaire stop. 11. Nederland. "Sing me a song" - Bernadette. Ondanks het ontbreken van een duidelijke pointe toch een kans rijk lied. "Sing me a song" is in elk geval een eigenzinnige com positie waarin het voormalige Damrakkertje Bernadette Kraakman indrukwekkend en schijnbaar moeiteloos met octa ven smijt. Menige supporter lijkt bevreesd voor die torenhoge slotfrase, maar die angst is onge grond omdat hoog zingen nu eenmaal aanzienlijk gemakkelij ker is dan laag zingen. Bernadet te zal stellig hoog eindigen, maar goed beschouwd zal dat eerder het gevolg zijn van de zouteloze notenpuree die haar collega's vanavond opdienen. 14. West-Duitsland. "Rücksicht" - Hoffmann Hoff mann. Een levensgevaarlijk lied. Een mierzoete ballade waarin de ge broeders Günther en Michael Hoffmann gelijk krolse katers jammerend terugblikken op een misgelopen liefdesavontuur. En dat alles met de passie van een douane-beambte. Voeg daarbij een gemakkelijk in het gehoor liggende melodie met hier en daar een aantal kien uitgewerkte meerstemmige partijen en je hebt een superschlager die er in gaat als whisky in een Schot. Zal derhalve zeker niet laag eindi gen, al bevat "Rücksicht" aan zienlijk minder hitpotentie dan het winnende liedje van Nicole vorig jaar. 17. Portugal. "Este balado que te dou" - Ar mando Gama. Aanvankelijk meende ik er Johnny Dusbaba in te herkennen, doch dat bleek een misverstand. Vaak trof het zo sympathieke Portugal het trieste lot om voor de ogen van miljoenen kijkers af te gaan. De laatste jaren laat zich daarin enige verbetering zien, maar toch: deze ballade zou ons stellig ontgaan als hij vanachter de fris drankschappen in de super markt op ons zou neerdalen. Niks-aan-de-hand-muziek dus. Compositorisch geheel van origi naliteit verstoken en vertolkt door een stem die ook al niet de mooiste is. Wanneer krijgen we weer eens een stemmige fado te horen? 20. Luxemburg. "Si la vie est cadeau" - Corinne Hermès. De titel van deze hekkesluiter is toch een bespiegeling waarover een mens eens rustig zou moeten nadenken. Zo niet Corinne Her mès, afkomstig uit Parijs, die ook alweer met zo'n schromelijk overdreven passie deze onbenul lige versregels ventileert. "Si la vie ets cadeau" is een ballade van dertien-in-een-dozijn, maar zal zich alleen al vanwege het zojuist doorgeslikte geschifte Belgische lied als honing laten smaken. Dat is nu wat er zo vreemd is aan dit festival: het niveau van de inzen dingen is bijna per definitie zo abominabel dat men matig al gauw goed gaat vinden. door Willem Schrama Kraakman: "Oh mijn papa, mijn moeder is van chocola", zo galmde in de jaren vijftig menigeen het uit. De originele titel van dit liedje ("O mein Papa") was een tophit van de Zwitserse zangeres Lys Assia die in 1956 met "Refrain" het eerste Eurovisie Songfestival had gewonnen. Aan het succes dat daarna volgde hield ze uiteindelijk een keten van hotels en restaurants in Denemarken over, die ze samen met haar man beheert. Lys Assia zingt anno 1983 alleen nog maar in de badkamer, maar het is duidelijk wat dit verguisde festiyal nu al 28 jaar lang rotsvast in stand houdt: de ijzingwekkend gemakkelijke weg naar succes voor wie kans ziet om aan het einde van deze meest bekeken televisie-uitzending van het jaar de gouden plak in ontvangst te nemen. Zelfs als je tweede of derde wordt is er nog voldoende eer te behalen: er kijken immers honderden miljoenen mensen. Wie het lijstje van festivalwinnaars in al die voorbije 27 jaren bekijkt, komt niettemin tot de conslusie dat er slechts zelden grote talenten uit naar voren kwamen. Het Zweedse viertal Abba heeft eigenlijk als enige de doelstellingen van dit songfestival ten volle eer aangedaan: namelijk het stimuleren van oorspronkelijke liedjes van hoge kwaliteit. Behoudens een handvol twijfelgevallen heeft het Eurovisie Songfestival niets dan lichtgewichten opgeleverd. Ook vanavond zal dat beeld niet overtuigend worden weggepoetst. De strijd om de hoogste plaats zal vermoedelijk worden uitgevochten tussen de Noorse, de Nederlandse en de Griekse afgevaardigde. De tienrittenkaart van de Noor Jahn Teigen op deze jaarlijkse zangcompetitie is nog niet vol. Na telkens weer naar de laagste regionen te zijn gedirigeerd, komt hij ditmaal met een volledig op dit festival afgestemd niemendalletje dat stellig hoog zal scoren. Verreweg de oorspronkelijkste inzending is die van Nederland, dat gezien het niveau van de voorselectie terecht vertegenwoordigd wordt door Bernadette. Maar als het op een mooi en vakkundig voorgedragen lied aankomt is er altijd nog de Griekse Christi Stassinopoulou, die koos voor een conservatieve, duurzame ballade. Doch zoals altijd bij dit festival: men weet het maar nooit. Niettemin zijn we zo vrij geweest de twintig liedjes van een kort commentaar te voorzien. 6 VOOr een con- Jahn Teigen uit Noorwegen, met gevolg: voor het eerst een aardige bijdrage. (FotoAP»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 19