Leden ondernemingsraad
nog altijd erg kwetsbaar
Een cursus charme
Bescherming kantonrechter stelt bitter weinig voor
In September 1979 werd een ontslagverbod voor leden van een ondernemingsraad
wettelijk geregeld. Onderzoekers hebben die beschermende maatregel eens kritisch
tegen het licht gehouden en komen tot de conclusie dat lastige or-leden vaak nog
sneller de laan uitvliegen dan "gewone" werknemers.
door Bert Paauw
"Je bent sneller je baan dan je
vrouw kwijt". Die bepaald
niet als grap bedoelde op
merking werd een aantal we
ken geleden gemaakt door de
44-jarige Leen Ouwerkerk,
ex-werknemer van de Rotter
damse pijpleidingfabriek
Van der Ben bv. In het Vrije
Volk deed hij zijn relaas over
de (op z'n zachtst gezegd)
merkwaardige gang van za
ken rond zijn ontslag bij de
bewuste fabriek.
Als lid van de ondernemingsraad
leek hij door het in de Wet op de
Ondernemingsraden vermelde
ontslagverbod voor or-leden niet
voor zijn baan te hoeven vrezen,
uiteindelijk vloog hij nog eerder
de laan uit dan een aantal colle
ga's wie eveneens de wacht was
aangezegd maar die voorlopig
'de reddende hand' boven het
hoofd werd gehouden door het
Arbeidsbureau dat eerst tal van
onduidelijkheden opgehelderd
wenste te zien.
Reorganisatie
Omdat voor het ontslag van een
ondernemingsraadslid de kan
tonrechter moet worden inge
schakeld werd voor Ouwerkerk
een andere weg bewandeld.
Slechts tien minuten had de kan
tonrechter nodig om zijn vonnis
te vellen. Daarna stond Ouwer
kerk op straat, zonder baan, zon
der kans op hoger beroep.
Wat Ouwerkerk is overkomen is
helaas ook de ervaring van tal
van andere or-leden. De ontslag
procedure via de kantonrechter -
door de wetgever bedoeld als ex
tra bescherming voor de kwets
bare positie van een onderne
mingsraadslid - blijkt in de prak
tijk averechts te werken.
Pier van Gorkum en Monique Bor-
gart, onderzoekers van het Infor
matiecentrum voor Onderne
mingsraden (ICOR), hebben dat
in hun onlangs uitgebrachte rap
port 'OR-leden voor de rechter'
haarfijn aangetoond.
Van Gorkum: "We signaleren in
ons rapport dat or-leden er sinds
het ontslagverbod van septem
ber '79 nog sneller en makkelij
ker uitvliegen dan de rest van het
personeel. Dat ligt mede aan de
kantonrechters die zich vaak
nauwelijks in de zaken verdie
pen. Werkgevers worden vrijwel
onmiddellijk geloofd wanneer zij
als gewichtige reden voor ont
slag èen zielig verhaal afsteken
over de moeilijke positie waarin
het bedrijf in deze economische
tijd is terechtgekomen. Ook de
term reorganisatie doet het goed.
Dat lijkt wel een toverwoord. Als
de werkgever aanvoert dat zo'n
reorganisatie nodig is om een
stuk werkgelegenheid te redden
dan zijn de rechters al om en
wordt het ontslag geaccepteerd.
We zijn ook zaken tegengeko
men waarbij rechters nog de ou
de wet hanteerden, niet eens op
de hoogte waren van het ontslag
verbod. Schrijnend".
Gesloten deuren
Het was overigens niet het eerste
onderzoek van het duo Van Gor-
kum-Borgart. Al in de jaren '75,
'76 en '77 namen zij de rechtspo
sitie van or-leden onder de loep.
"Ons uitgangspunt was: een on
dernemingsraad kan alleen func
tioneren als de leden niet bang
hoeven te zijn voor hun positie
binnen het bedrijf. We hebben
destijds alle 62 kantongerechten
in Nederland benaderd om gege
vens te vergaren over zaken waar
or-leden bij betrokken waren.
Maar de kantonrechters wilden
niets vertellen. Als het om ar
beidsgeschillen gaat worden de
zaken achter gesloten deuren be
handeld, zogenaamd ter bescher-
ming van de werknemer. Journa
listen konden dergelijke zaken
dus nooit volgen, ook al vond de
werknemer het best dat zij erbij
aanwezig waren. Waarschijnlijk
is er in de loop der jaren daarom
zo weinig over gepubliceerd".
Van Gorkum: "Wij stonden voor
de vraag: hoe krijgen we een en
ander boven water? Ik heb toen
de minister van justitie, destijds
Van Agt, benaderd. Die kende ik
vrij goed omdat ik een tijd Twee
de Kamerlid ben geweest. Ik heb
hem verzocht de kantongerech
ten te vragen de processen over
or-leden openbaar te maken. Hij
heeft ons toen een briefin die zin
gestuurd die wij mochten door
sturen naar de kantongerechten.
Vervolgens kregen we van de ge
rechten de stukken. Het ging ten
tijde van ons onderzoek om 799
processen waarbij slechts in 5 ge
vallen de werknemer in hét ge
lijk was gesteld. Ongelooflijk
maar waar. De kantonrechters
gaven vrijwel altijd de werkge
ver gelijk. Wij hebben toen in '78
een rapport gemaakt en naar de
Tweede Kamer gestuurd met de
mededeling: zo kan een or-lid
niet werken".
Geen verweer
Oud-minister Albeda van sociale
zaken zorgde er in september '79
voor dat de Wet op de Onderne
mingsraden werd uitgebreid met
een ontslagverbod voor or-leden.
Van Gorkum en Borgart: "Dat
was aanvankelijk een belangrij
ke verbetering. De werkgevers
hieldèri zich rustig. Totdat ze in
de gaten kregen dat ze via de zo
genaamde gewichtige redenen
procedure snel van lastige or-le
den konden afkomen. Zelfs snel
ler dan via een normale ontslag
procedure. Je dient als werkge
ver een schriftelijk verzoek voor
ontslag in bij de kantonrechter
en je vraagt om spoed. Dan is de
kans groot dat de rechter de zaak
mondeling behandelt. Een be
hoorlijk schriftelijk verweer is
niet meer mogelijk. In tijdsbe
stek van een kwartier is het vaak
bekeken. Wham, het lijkt wel
snelrecht".
Het ICOR wordt de laatste tijd
steeds vaker benaderd met ver
zoeken om advies en bijstand.
Van Gorkum en Borgart: "Er
komt steeds meer op ons af. Hoe
rottiger het gaat, hoe drukker wij
het krijgen. Wij zijn volop aan
het procederen, bij de rechter, bij
bedrijfscommissies, bij de On
dernemingskamer in Amster
dam. Op het ogenblik zijn kwes
ties over arbeidsvoorwaarden
heel actueel. Het gaat dan om za
ken als vergoedingen voor stu
diekosten, reiskosten, verhuis
kosten, kortom allerlei dingen
waarop wordt geknepen maar
die wel belangrijk zijn voor men
sen. Het punt is steeds dat onder
nemingsraden en werkgevers
onenigheid hebben over de
vraag of er al dan niet instem
ming van de or is vereist voor
wijzigingen in die regelingen".
Negatiever
Behalve procederen wordt het bin
nenkort 25 jaar bestaande ICOR -
gevestigd in Zeist - bijvoorbeeld
ook ingeschakeld bij het door
lichten van jaarverslagen of het
wegwijs maken van or-leden bij
specifieke problemen. Van Gor
kum: "Het ICOR is destijds op
gericht door or en oud-or leden.
Er was behoefte aan een onaf
hankelijk landelijk centrum. In
die tijd werkte elke or zo'n beetje
op eigen houtje terwijl contacten
met de vakbonden als onbevre
digend werden en worden erva
ren. De vakbonden nemen een
ondernemingsraad vaak niet se
rieus of zij vinden dat zij het zelf
beter kunnen. De vakbonden
worden trouwens steeds negatie
ver ten opzichte van onderne
mingsraden. Zij voelen zich ook
steeds meer bedreigd. Hoe meer
bevoegdheden ondernemingsra
den hebben, des te meer gaan zij
naar de mening van de vakbon
den op hun stoel zitten".
'Bij ondernemingsraden merk je
meer en meer behoefte aan on
derling contact, buiten de vak
bonden om. Je ziet al bundelin
gen in bepaalde bedrijfstakken.
Zoiets is momenteel aan de gang
tussen de centrale onderne
mingsraden van grote bouwbe
drijven terwijl de ondernemings
raden van havenbedrijven ook
overleg zijn begonnen om de ha
venbaronnen beter tegenspel te
kunnen bieden".
Bescherming
Een ontwikkeling die door het
ICOR wordt gesteund al richt dat
Informatiecentrum zich op het
ogenblik met name op een ver
dere verbetering van de rechts
positie van or-leden. Van Gor
kum: "De huidige gang van za
ken is natuurlijk nooit de bedoe
ling van de wetgever geweest.
Via het ontslagverbod wilden re
gering en Tweede Kamer be
scherming bieden. Terecht is ge
zegd dat er een uitzondering op
het ontslagverbod mogelijk
moest zijn, bijvoorbeeld als een
or-lid er met de kas vandoor gaat
of als een or-lid elke dag dronken
op zijn werk zou komen of wan
neer een bedrijf failliet zou gaan.
Dat zijn de zogenaamde dringen
de redenen en ontslag is dan ak
koord. De term dringende reden
is juridisch omschreven. Des
tijds is echter de fout gemaakt
om dringende en gewichtige re
denen op één hoop te gooien. Ge
wichtige redenen zijn veel min
der concreet, daar kun je vage
verhalen over moeilijke omstan
digheden waarin een bedrijf zou
verkeren onder kwijt. Daarom
moeten de gewichtige redenen
als aanleiding voor ontslag zo
snel mogelijk uit de wet worden
geschrapt. Want die regeling is
de afgelopen jaren misbruikt. We
hebben inmiddels brieven naar
de ministers van justitie en socia
le zaken geschreven met een ver
zoek in die richting".
In het rapport 'OR-leden voor de
rechter' - welwillend in ont
vangst genomen door oud-minis
ter Albeda - worden overigens
nog enkele andere zaken aange
stipt die dringend verbetering
behoeven. Zo is de positie van
oud-or-leden en kandidaat-or-le-
den nog altijd even zwak en
vormt het ontslagverbod voor or-
leden geen garantie tegen bena
deling op een ander vlak, bij
voorbeeld ten aanzien van pro
moties of salarisverhogingen.
Veronica
En dat het or-lidmaatschap, bij
werkzaamheden op contractba
sis, al helemaal weinig bescher
ming biedt blijkt uit enkele
wrange voorbeelden die in het
bovengenoemde rapport zijn
verwerkt. Soms is èr sprake van
regelrechte intimidatie zoals bij
de 'swingende' omroepveren-
ging Veronica waar directeur
Rob Out er frisse ideëen op na
blijkt te houden.
Het contract van een tegen de zin
van Out tot or-voorzitter gekozen
free lancer werd niet verlengd
(de zaak loopt nog bij de recht
bank in Amsterdam). Van Gor
kum en Borgart melden daar
over in hun rapport: "De wijze
waarop de or-voorzitter al vanaf
de verkiezingsdatum door Out
onder vuur werd genomen gaat
werkelijk alle perken te buiten.
Toen de ondernemingsraad de
uitslag van de verkiezingen op
het publikatiebord prikte haalde
Rob Out persoonlijk de lijst van
het bord en tikte daar zijn com
mentaar onder. Vervolgens hing
hij de mededeling weer eigen
handig op, de gekozen kandida
ten in verslagenheid achterla
tend. Wat Rob Out dwars zat was
dat enige or-leden, onder wie de
voorzitter, bij enkele kandidaat
stelling waren gekozen. Op zich
zelf niets bijzonders, het komt in
veel ondernemingen voor. Zodra
iemand zich op een afdeling kan
didaat stelt voelen collega's vaak
niet de neiging om zich tegen
kandidaat te stellen tenzij ze
overwegende bezwaren hebben.
Rob Out tikte echter onder het
stencil met de uitslagen: 'Ik, Rob
Out, ben tegen een systeem waar
bij geen keuzemogelijkheid be
staat. Dat druist tegen mijn libe
rale beginselen in. Uit fatsoen
soverwegingen zou ik de kandi
daten in overweging willen ge
ven zich terug te trekken, opdat
een nieuwe procedure kan wor
den opgestart'.
'Zo worden kandidaten die zich
volkomen legaal en volgens de
reglementen tot or-lid hebben la
ten verkiezen door hun baas in
eigen persoon voor onfatsoenlijk
uitgemaakt. En tenslotte zonder
nieuw contract op straat gezet.
Over liberale beginselen gespro
ken", aldus Van Gorkum.
Met het begraven van spijkerpak en sandalen kon het
eigenlijk niet uitblijven: een cursus charme voor de
niet zo zelfbewuste vrouw, gegeven door een fotomodel
in ruste. Voor wie het nog niet wist: niet teveel gewicht
op de hakken leggen en zitten met de benen schuin
naast elkaar.
Godelieve Meertens (41),
mannequin in ruste te
Rijswijk, heeft de indruk dat
half Nederland in haar
voetspoor wil treden. Bij de
ogenschijnlijke sleur van
alledag lokt het met
klatergoud omhangen
modellenberoep meer dan
ooit. Mannequinscholen
floreren dan ook als
waterwinkels in de woestijn.
Ons land is ermee vergeven
sinds het elegant wiegen met
de heupen tot wetenschap
werd verheven.
Daarom gooit Godelieve het over
een andere boeg. Zij probeert de
weinig zelfbewuste vrouw van
dienst te zijn met een'cursus
charme. Een cursus die niet mikt
op een loopbaan als
topmannequin, maar die de
vrouw wat meer vrouw wil
maken. Gratie en distinctie
worden daarbij belangrijker
geacht dan het bevallig draaien
met de bibs.
De cursus, goedgekeurd door de
oerdegelijke Vereniging van
Huisvrouwen, duurt ongeveer
tien avonden. Maar volleerd is
men dan nog niet, immers waar
ligt het einde van de charme?
Dat blijkt trouwens ook uit het
lesprogramma dat behalve
elegant lopen ook nog
houdingverbetering en
ongedwongenheid omvat. En
door Sjak Jansen
tevens: hand- en
gezichtsexpressie, foto poseren,
gymnastiek, dieetles, etikette,
hoe zich te kleden en haar- en
gezichtsverzorging.
Zit de cursus erop, dan is de
cursiste niet alleen 275 gulden
lichter, maar ontvangt zij
desgewenst ook een certificaat
dat zegt dat zij charmant is. Maar
als het goed is en zij de lessen ter
harte heeft genomen, dan is de
afgestudeerde zelf dit certificaat.
Uitstraling
Charmant zijn, wat houdt dat in?
Volgens Godelieve Meertens is
dat hartelijk lachen zonder
ordinair 'dubbel te liggen'. Maar
ook: gaan zitten met de benen
schuin naast elkaar geplaatst,
keurig als gewillige soldaten in
het gelid. „Als je gaat solliciteren
en je ploft in een stoel met je
benen over elkaar, en je vraagt of
je een sigaret mag opsteken, dan
kun je het wel vergeten", meent
de Rijs wij kse.
Persoonlijkheid, daar gaat het om
volgens haar. Dus niet op visite
nerveus in je haar gaan zitten
frunnikken. En evenmin lopen
met te grote stappen en de
voeten uit elkaar. „Niet zoveel
gewicht op de hakken leggen",
luidt Godelieve's advies, „maar
soepel lopen met een lekkere
tred en een kwieke pas. Want hoe
vaak gebeurt het niet datje
denkt: wat een knap persoon,
Godelieve Meertens (41): niet in je haar zitten frunniken.
Denk niet dat de charme de
cursiste komt aangewaaid. Het
tegendeel is waar. Er moet hard
worden gezwoegd. Honderd keer
proberen elegant uit een stoel op
te staan is gewoon. En vijftig
keer joyeus een deur
binnenkomen ook. Evenzoveel
keer voor de spiegel een
tandpastaglimlach creëren hoort
er evengoed bij. Net als met een
boek los op het hoofd
(kaarsrecht) door de lesruimte
schrijden.
Waardig
maar zodra die gaat lopen knap
je erop af."
Godelieve meent dat als je ergens
vlot komt aanlopen, je leuker slome duikelaar maakt. „Het
zult worden tegemoetgetreden gaat om een stuk uitstraling,
dan wanneer je die entree als een Maar juist dat mis ik zo vaak."
Mooi en anatomisch juist de trap
oplopen, waardig de kamer
verlaten, sierlijk in de jas glijden:
niets van dit alles wordt op de
cursus overgeslagen.
Voorbijgegaan wordt evenmin
aan de theoretische kant de zaak.
Ook leert men dat
haarverzórging veel meer omvat
dan het legen van een spuitbus
met haarlak. En make-up houdt
niet op bij een oogschaduwtje.
„Make-up is vreselijk belangrijk",
zegt Godelieve. „Het is eigenlijk
je basis. Ik maak altijd
onderscheid tussen verzorgende
make-up en versierende."
Het aanbrengen ervan is volgens
haar niet even het gezicht
wassen en een dot crème erop
doen. „Oh nee, het is een heel
ritueel, 's Ochtends begin je met
een crème. Daarop breng je dan
een lotionnetje aan, vervolgens
een vochtvasthoudende emulsie,
dan een stimulerende lotion en
daarna een poriënsluitende
tonic. Je zult wel zeggen: wat een
gedoe, maar aan een dergelijke
huidverzorging ontkom je niet
met al dat vuil in de lucht."
„Naast die dagelijkse verzorging
kan het geen kwaad je huid af en
toe een extraatje te geven. Ik
denk bijvoorbeeld aan een
masker. Dat-is geen overbodige
luxe want op een slechte
ondergrond, zeg ik altijd maar, is
het moelijk werken. Dan krijg je
vlekkerige toestanden. Daar
helpt een camouflagestift wel
weer tegen, maar zodra het om
bobbels en kuilen gaat helpt dat
ook niet meer. Dan wordt het
plamuurwerk."
Doorzetten
Kleedmanieren vormen een
hoofdstuk apart. Volgens
Godelieve maakt de gemiddelde
vrouw daar opvallend veel
fouten mee. „Neem alleen het
ondergoed. Hoe vaak gebeurt het
niet dat je het te strakke slipje
door de pantalon heen ziet? En
hoe vaak zie je niet een vrouw in
een witte broek, terwijl daar een
zwart slipje doorheen schijnt?
Bij modeshows is dat helemaal
bloedlink. Maar zulke fouten
worden nog altijd gemaakt. Ja,
zelfs in de beroepspraktijk. Ik
weet wel: het zijn allemaal kleine
dingen, maar je moet ze wèl
weten."
De vrouwen die de cursus charme
volgen, komen uit alle
geledingen van de samenleving.
„De meesten van hen komen
hier om hun persoonlijkheid wat
bij te spijkeren", zegt Godelieve.
„Je moet af en toe wel
doorzetten, maar dat hebben de
meesten er graag voor over."