"Of dit zo leuk is? Wauw! You must be joking" Waar de film deerlijk flopte leidt de tv-serie tot totale gekte. "Fame" is het sleutelwoord geworden voor fy sieke ontplooiing. Voor aan de buis gekluisterde tieners. Voor moeders die zich in glanzende danspakjes naar jazz-ballet haasten. En niet alleen in Nederland, waar een voor komende week geplande serie voorstellingen binnen een mum van tijd was uitverkocht. In Engeland trokken "The kids from Fame" inmiddels 21 keer bomvolle zalen waar zich tafrelen afspeelden die herinnerden aan de Beatle-ma- nie uit de jaren zestig. Onze Londense correspondent zag kans om even tot het gezelschap door te dringen. door Henk Dam Bijlage van het Leidsch/Alphens Dagblad Eindelijk heeft Debbie Allen - bij miljoenen beter bekend als de danslerares Lydia Grant van „Fame!" even tijd voor een gesprekje. De vele tientallen fotografen hebben hun werk gedaan, er hoeft niet meer geposeerd te worden en ze hoeft pas over tien minuten weg om de show van die avond door te nemen. Alle tijd van de wereld dus. De kleine en hyperslanke Debbie Allen is eraan gewend geraakt in enkele minuten meer te doen dan menigeen van ons in een hele dag. Het feestje van de platenmaatschappij van „Fame!" in de Pinewood dansstudio in Londen, waar ze de ster-gast is, betekent voor haar hard werken. Tijd voor een drankje gunt ze zich niet. Ze was al laat - de opnamen die een Spaanse tv-ploeg die middag van „The Kids from Fame" had gemaakt, waren wat uitgelopen - dus na het kwartiertje voor de fotografen snel een paar interviews, en dan weer gauw weg. Naar de Wembley-arena in Londen, waar die avond wordt opgetreden. Strand „Of ik al dat gewerk leuk vind? Waaauw! You must be joking!", roept ze, en stompt haar gesprekspartner van pure verbijstering op de arm. „Wat ik op het ogenblik het liefst zou willen, is op een strand ergens in Mexico liggen en helemaal niets doen". Ernstiger: „Maar je weet hoe het gaat. Je kunt niet zomaar stoppen. It's the price of fame - het is de prijs die je voor je beroemdheid betaalt. Ik weet dat dat overdreven klinkt, maar het is niet anders". Terwijl ze dat zegt, zet ze snel een handtekening op een voor haar neus gehouden foto. Volgende vraag, aub. „Waarom ik denk dat Fame zo'n groot succes is geworden? Het thema van Fame is dat als je hard werkt, als je goedje best doet, datje dan iets kunt bereiken. Ik denk dat dat thema veel jongeren aanspreekt Dat, plus het zingen en dansen maakt van Fame een succes". Ja hoor, de in een wit met hardroze overal gestoken danseres en zangeres wil best even gauw poseren met een nummer van een of ander onduidelijk show-tijdschrift in haar handen- Publiciteit is tenslotte publiciteit, dat hoefje Debbie Allen niet meer duidelijk te maken, zeker niet in deze hoogtijdagen voor „Fame!". En hoogtijdagen zijn het. De 21 shows die „The Kids from Fame" vanaf eind maart in Engeland gegeven hebben waren stuk voor stuk uitverkocht. Dat geldt ook voor de voorstellingen die op 23 en 24 april in het Rotterdamse Ahoy-gebouw worden gegeven- de kaartjes waren binnen een minimum van tijd op. Elders in Europa en in Israël - de Amerikaanse groep reist tijdens de een maand durende tournee door de Oude Wereld wat af - is het hetzelfde verhaal. „Fame!" 'is een rage geworden die na Amerika stormenderhand de gehele wereld heeft veroverd. Manie - Wie had dat kunnen denken toen vijfjaar geleden de film onder de titel „Fame" in de Verenigde Staten in première ging? De swingende rolprent over het dagelijks leven op de School of the Arts in New York deed het best wel aardig, ook in ons land, maar brak toch bepaald geen records. Dat werd anders toen er naar de film een tv-serie werd gemaakt. Daarbij werden enkele acteurs van de film gehandhaafd (onder andere Debbie Allen en Gene Anthony Ray, die het problematische danswonder Leroy speelt), en enkele anderen vervangen. De tv-serie sloeg in als een bom. „Fame!" heeft op z'n minst meegewerkt aan de dans-manie die de huisvrouwen en kinderen van het vrije westen momenteel in haar greep houdt. Textiele vormen als beenwarmers en glanzende aërodynamische danspakjes zijn mede door Fame gemeengoed geworden. Toen de serie begin vorig jaar in Engeland (als eerste Europees land) op de tv kwam, schreef de recensent van het dagblad The Guardian zuinigjes: „De verhaaltjes zijn nogal slap en rijkelijk sentimenteel. Maar door de wervelende dansscènes is de serie het toch wel waard bekeken te worden". Het Britse publiek nam die terughoudende houding in het geheel niet over. Niet alleen behoorde „Fame" al snel tot de best bekeken tv-programma's, maar toen eind vorig jaar een groep zangers en dansers uit de serie in Engeland kwam optreden was de beer los. In de Royal Albert Hall in Londen, waar „The Kids from Fame" toen optraden, waren taferelen te zien zoals die sinds de Beatles niet meer waren waargenomen. Vooral de hele jonge tieners de groep van 10 tot 12 jaar oud - worden door totale gekte bevangen, zo is ook de afgelopen weken weer gebleken. Leidster Debbie Allen is de ziel van „Fame!". Ze speelt (in haar rol van Lydia Grant) niet alleen de danslerares die van wanten weet, ze i s het in werkelijkheid ook. Zij verzorgt de choreografie van de tv-serie, studeert de dansen in aandeel in de theatershow wilde hebben. En in Britse kranten zijn de afgelopen dagen (anonieme) dansers en danseressen uit de groep geciteerd die zuchtend klagen over „Debbie's dictatoriale manier van optreden". Debbie Allen, hiernaar gevraagd, maakt zich om die verhalen niet al te druk. „Wat Coco betreft, die wilde gewoon niet mee. Meer is er niet te vertellen. En verder geeft het inderdaad wel eens spanningen als je steeds bij elkaar bent. We zijn een familie, dat mag ik geloof ik wel zeggen en net als alle andere families hebben we onze ups en downs". Ze vult aan, nog sneller sprekend dan ze normaal al doet: „Ik leer ze de choreografie van de shows. Ik ben dus hun lerares, ook in het echt. Maar ik ben ook één van hen. Ik ben jong, ik denk net zoals zij denken, ik beschouw me als hun vriend". Inzet En ja, bij het instuderen is ze nou eenmaal niet gauw tevreden. De dansscènes móeten perfect zijn. Zelfheeft Debbie (ze studeerde cum laude af aan de Howard Universiteit in Washington, richting kunstwetenschappen) een meer dan indrukwekkende carrière als danseres en actrice achter de rug. Dat is, zegt ze, een kwestie van inzet. „Er is maar één manier om er te komen: door kei- en keihard te werken, door te oefenen, te zweten. Toen ik zelf nog aan het begin zat, volgde ik elf danslessen van elk anderhalf uur per week. Dat was de enige manier om de techniek onder de knie te krijgen". Wat vindt ze leuker om te doen, de film „Fame", de tv-serie „Fame" of de theatershow „The Kids from Fame"? Debbie: „Dat maakt niet uit, eigenlijk. Tv heeft het voordeel datje er veel mensen mee kunt bereiken, de film geeft je de gelegenheid dingen te perfectioneren, en het theater - ja, dat is live, hé". Als de tournee achter de rug is, zal vermoedelijk een nieuwe reeks tv-shows worden opgenomen. Debbie zegt daarnaar zeer uit te zien. „Wat er zo fijn aan is, is dat ik kan werken met een stel prima mensen. We hebben goede dansers, goede acteurs en een fantastische producer". „Dat laatste is zó belangrijk. Ik krijg van hem totale vrijheid om me uit te drukken. Hij komt bijvoorbeeld naar me toe en zegt: laten we in de volgende tv-show een cowboynummer stoppen. Dan krijg ik een cowboyliedje te horen en de rest, de hele choreografie, kan ik zelf invullen". Met het bedenken en instuderen van de choreografie gaan per aflevering twee werkdagen heen, aldus de uitermate dynamische Debbie Allen. „Elke aflevering van een uur kost ons in totaal zeven werkdagen". Strijd Als het aan Lori Singer ligt (zij speelt in „Fame!" de serieuze en cellospelende schoonheid Julie Miller), gaat de nieuwe reeks tv-shows er wat anders uitzien dan tot dusver. „Ik zou er meer van het echte leven in willen stoppen. New York anno 1983 is een keiharde stad, met allerlei problemen. Dat zou ik willen laten zien". Ze verduidelijkt: „Fame is niet zo maar amusement. In de serie zie je veel van de ernst die er op school heerst. Natuurlijk, er zit een beetje soap-opera in, er zit show in, er zit van alles in. Maar je zou misschien nog wat duidelijker moeten maken hoe hard de strijd is die de jongens en meisjes moeten voeren om het in New York te maken". Lori Singer is een overtuigend voorbeeld van het in „Fame!" geportretteerde ideaal: het te maken. Als dochter van de klassieke dirigent Jacques Singer debuteerde ze als 12-jarige al als solo-celliste bij het Oregon Symfonie Orkest. Ze is nu 22 jaar, en heeft niet alleen als celliste naam gemaakt maar ook als fotomodel - ze werkte voor bladen als Vogue en Glamour. „Fame!" heeft haar met acteren in aanraking gebracht en ze is vastbesloten nu als actrice haar naam te vestigen. Vindt ze dat ze op Julie Miller lijkt? De zeer Amerikaanse Lori: „OK, ze speelt ook cello, net als ik. Maar voor de rest? Julie is het stille, gereserveerde type, en ik zou niet durven beweren dat ik dat ook ben". Dat vindt ze zelf een leuke tekst. Ze giert het tenminste uit van het lachen. „Waauuuw!", roept ze, „Als je maar niet vergeet dat voor het overige Fame het perfecte voorbeeld is van de kunst die het leven nabootst". Gene Anthony Ray, die het problematische danswonder Leroy speelt. Foto Boven: "The kids from Fame" enkele weken geleden tijdens een tussenstop op Schiphol. In het midden Debbie Allen en Lori Singer. en is de leidster van de groep artiesten die als „The Kids from Fame" op tournee zijn gegaan. Die centrale positie wordt haar niet door alle kids from Fame in dank afgenomen. Erica Gimpel (ze speelt in de tv-serie de rol van de fanatieke Coco Hernandez) is bijvoorbeeld niet mee op tournee gegaan omdat ze een groter

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 17