BOEKEN Boek als een kathedraal -C Boeiend beeld mysterieus China Meer waardevolle vondsten uit Rijnsburgse beerput opgediept Schokkende dood van twee vliegen len vlucht iver zee TV Het verdriet van België: prachtig Aardewerk uit 17de eeuw Gewonde bij kettingbotsing ENSDAG 6 APRIL 1983 «n geleden waren Vietnamese fluchtelingen nog voorpagina nieuws, nu staat er niets meer Ver in de kranten. Toch ont luchten nog altijd tientallen pensen Vietnam, in wankele ootjes op zoek naar een land |vaar ze in vrijheid kunnen leven, hun eigen land voelen zij zich ®e veel geknecht door allerlei itrakke regels en voorschriften. fcjJluchten is echter ten strengste Sjlperboden, wie het toch doet ris- ^^ceert zijn leven. 58-1J tsnappen aan de waakzame 'Vietnamese politie is nog maar iet begin. Op zee dreigen nog 'eel ergere gevaren voor de boot- w 'luchtelingen. Honger, dorst, itorm of verdrinking (de bootjes ^vcijn vaak niet zo sterk en er zitten Ne veel mensen in). En alsof dat log niet genoeg is, scheppen zee- overs er genoegen in de bootjes e plunderen en de vluchtelingen e vermoorden. Maar weinig nensen slagen erin een land te jereiken, waar ze in vrede kun- ïen leven. rer zo'n stel mensen gaat 'Vlucht >ver zee' van de schrijver/journa- ist Jack Bennett. Het beschrijft ie vlucht van een gezin uit Ho Tsji Minhstad, het vroegere Sai- jon. De familie krijgt te horen Jat ze binnenkort te werk zullen vorden gesteld in kampen, over- d verspreid over het land. Met ïnkele familieleden besluit het jjezin te vluchten. Ze weten de aude vissersboot van hun overle- ien grootvader te bemachtigen, ie Lucky Dragon. Met behulp /an de kapitein van de boot (die ;oevallig aan boord lag te slapen ;oen de familie stiekem met het schip er vandoor ging) weet het »ezin te ontsnappen. Maar Au stralië, waar de zoon van de fami ne heen wil, is nog ontzettend /er weg. Storm, piraten, motor- Dech, hongeren dorst: niets blijft ie vluchtelingen bespaard. Varia jn indrukwekkend, uitstekend 9 geschreven boek voor iedereen vanaf 12 jaar. Zonder overdreven accenten te leggen geeft het een indruk van het Vietnam vlak na de communistische machtsover name: chaos, onkunde, en men sen die in de knel raken door on menselijke maatregelen. Inlei dingen van de Nederlandse au- our Henk Barnard en Bennett zelf vertellen over de vele jaren ran oorlog die het Vietnamese rolk hebben geteisterd. Feitelij ke informatie, verpakt in een loeiend verhaal, met een emotio- ïele diepgang die tot nadenken itemt. -ucht over zee', Jack Bennett, vert. i'J.Bruning, uitg. Holkema en Wa- ideons reizen' van An Rutgers /an der Loeff is een bekend en /eelgelezen boek. Ter gelegen- ïeid van de 5de druk is het boek .n een nieuw jasje gestoken en met enkele hoofdstukken uitge breid. Centraal in het verhaal staan de belevenissen van Gi deon, zoon van een kunstschil der, die samen met zijn vader de hele wereld rond reist en onder meer terecht komt in Kasjmir, Korea, Japan, Australië, Grie kenland, de Verenigde Staten en de Libische woestijn. Een be hoorlijk dik, avontuurlijk boek met veel illustraties van Jenny Dalenoord voor kinderen vanaf 11 jaar, uitgegeven door Ploegs- ma. De prijs bedraagt f24.90. MARGOT KLOMPMAKER Een baksteendik boek waar mee je iemand de hersens kunt inslaan over een jon getje dat opgroeit in een klooster; een roman van bij na achthonderd pagina's die zich afspeelt in het katholie ke Vlaanderen van vlak voor, tijdens en na de Tweede We reldoorlog: is dat geen kathe draal van woorden? Het verdriet van België. Lang geleden kondigde Claus al aan dat hij bezig was aan dit boek. Onlangs verscheen het. Ongetwijfeld heeft Claus gre tig gebruik gemaakt van zijn jeudherinneringen. Hij ver toefde als kind in een kloos ter. Evenals één van de be langrijke figuren in deze ro man, de jeudige Louis Sey- naeve. Wonderlijke sinjeur, die Louis. Hij is een fantast, een leugenaar, en op z'n tijd nog wreed ook. Het eerste deel van het boek, Het verdriet getiteld, is on derverdeeld in korte hoofd stukken. Een hele stoet fami lieleden van Louis trekt voor bij: zijn vader, Staf, die druk ker is in Walle, zijn moeder, Nonkel Florent, Nonkel Ro bert, Bomama, zijn oma; om er maar eens een paar te noe men. In dat eerste deel zit Louis in het klooster. Hij wordt onderwezen door non nen, wezens die alles wat de leerlingen doen met arguso gen volgen. Eén misstap en God slaat toe, in de persoon van een non dan wel te ver staan. Een voorbeeld. Op een dag wordt Louis aangeklampt door een Zuster die hem het woord kaka heeft horen ge bruiken. De volgende dialoog ontspint zich. "Wat heb ik u daar horen zeggen? Daaijuist op de speelplaats? Dat woord. Zeg het nog eens als ge durft, in mijn aanwezig heid!" "Welk woord?" "Het woord voor uitwerpselen. Spreek het uit Seynaeve. Of is uw onkuisheid zo be schaamd over zichzelf dat.." In de volgende zin geeft Claus perfect aan dat je in de omgeving van deze gods vereersters wel gedwongen wordt listig te zijn. "Hij wist het in èen flits, het woord, de onschuld zelf'. Maar of Louis nu bij hoog en laag blijft vol houden dat het over de kaka had, een Australische pape gaai, slaag krijgt hij. Het klooster mag dan een burcht zijn, toch sijpelen er berichten door over het on heil dat Europa staat te wach ten. Of zoals Claus schrijft: "Hitler die totdantoe op af stand gehouden was door een kloostermuur met een rand vol flesscherven drong door de spleten van het Gesticht". Het einde van deel één is ge dateerd: november 1947. Raadselachtig. Schreef Claus dit deel in '47? Verderop in het boek wordt eèn en ander duidelijk. Deel twee, Van België geheten, wordt onafgebroken verteld (Dat wil zeggen: er zijn geen hoofdstukken meer). Aan het begin breekt de onweersbui los: de Teutonen komen over de grens en Louis mag het klooster uit. België in de boeien, Louis vrij. Het we melt in dit deel van de Vla mingen die heulen met de Duitsers. De moeder van Louis werkt voor ze en zijn vader mag graag zeggen dat hij connecties met de Gesta po heeft. Deze samenwerking met de overheersers is, hoewel verfoeilijk, natuurlijk ver klaarbaar. Het verdriet van België wordt toch ook ver oorzaakt door het feit dat Bel gië eigenlijk niet bestaat! Ne derlanders konden in naam van Oranje verzet plegen. Maar kon een Vlaming dat ook in naam van België? In dat land, zo benadrukten ze toch telkens, hadden de door hen verfoeide Walen het toch voor het zeggen! Louis flirt ook even met de Groot-Duitse gedachte. Hij is een tijdje lid van de NSJV, een vereniging voor natio- naal-socialistisch denkende Vlaamse jongeren. In deze tijd wordt ook het klooster gebombardeerd. Claus be schrijft dit voorval prachtig. We verplaatsen ons naar een café waar de dichter Marnix de Puydt zit, die in slaap suk kelt. "Het gesnurk uit De Puydt's mond werd een gegrom, dat zwol en vervaarlijk grolde en zich enkele uren later over de stad Walle verspreidde, dik als rook, de bommenwerpers hadden de opdracht om het station van Walle te vernielen en daarvoor had men in Con vent Garden, Engeland, een vierkant getekend waarbin nen alles plat mocht, en in het zuidwesten van dat vier kant lagt het gesticht van Haarbeke, waar de toren scheurde, waar de witte draaimolen de lucht insprong tot tegen de dakgoot, een sterfelijke salto mortale, en waar drie zusters en zeven kinderen stierven waaronder Aristoteles de Puydt, sera fijn". Over een salto mortale gesproken! Dat deze burcht van godsbesef is verwoest vervult Louis met vreugde. Dansen, springen, gillen, wil hij. Een wreed mannetje, inderdaad. Voor zijn familieleden heeft hij ook al niet veel goede woor den over. Op een dag verschijnen de Amerikanen. Dat de wind dan draait laat zich raden. Op het aambeeld van hun eigen zogenaamde onschuld willen veel Vlamingen de hoofden van de Hitler-vrienden plet ten. Zijn moeder, die voor de Duitsers werkte, wordt ge spaard, maar de vader van Louis, o cynisme, wordt ge kerkerd, Hij, die bij de kap per graag opschepte over niet bestaande contacten met de Duitsers. Hugo Claus. Eenmaal terug in huiselijke kring, is de eerste verzuchting die vader slaakt: "Zulke slechte frieten dat ik daar kreeg. Ge weet wel van die slappe, dikke frieten. Ze wa ren ook altijd lauw". Ver klaarbaar materialisme. Op het eind van het boek wordt steeds duidelijker dat Louis, fantast, leugenaar, eigenlijk maar één wens heeft: schrij ver worden. Hij wint zelfs een prijsvraag met een novelle. Zijn boek heet: Het verdriet. En daarmee is meteen ver klaard waarom deel één is ge- - dateerd. Claus doet voorko men dat dat deel is geschre ven door Louis, in '47. Voor wie het nog niet duidelijk is geworden: Het verdriet van België is een prachtig boek. Een boek als een kathedraal. Dat Claus de belangrijkste to neelschrijver in het Neder landse taalgebied is, wordt ook nog weer eens duidelijk als je deze roman leest: zijn dialogen zijn flitsend en doen bovendien echt aan. Wat ook bijdraagt aan de schoonheid is dat Claus veel Vlaams ge bruikt. Een aangepast Vlaams, dat wel. Maar dat is maar goed ook, want anders zou de Nederlander er geen bliksem van begrijpen. Soms schrijft Claus té barok. (Foto: ANP). zijn de zinnen ook te lang. Je vreest op die momenten dat hij teveel hooi op z'n vork neemt; en dat die vork daar door zal knappen. Bedrog vaak. Voor je het weet ben je een halve pagina verder en ligt het hooi keurig op de wa gen. Sommige dingen komen ook telkens terug. Het konijn bij voorbeeld. Een paar keer lees je over dit dier het volgende: "Het konijn heeft van God de glimlach als cadeau gekre gen. Omdat het daar wat min netjes over deed, ontnam God hem de glimach. Sinds dien probeert het konijn de hele dag de glimlach terug te vinden, knabbelend op lucht". Geluk dat verloren ging. Het verdriet van België. Claus is al verweten dat hij zijn personages te oppervlakkig heeft beschreven. Ze zouden niet van elkaar zijn te onder scheiden, vaak. Oppervlak kig, ja, zo nu en dan. Maar af en toe is de lezer natuurlijk ook wel toe aan een adem pauze. Moet hij even aan de oppervlakte kunnen komen. Om lucht te happen. WIM BRANDS Het Verdriet van Belgiè Bezige Bij Prijs: 45 gulden Enige tijd geleden verscheen bij uitgeverij Kwadraat, in de vertaling van Hans Bakx, de Weense novelle "Tubutsch" van Albert Ehrenstein. Op de voorkant van het boekje staat een plein, ergens in Wenen, afgebeeld. Het wordt door de zon 'gehalveerd'. Op de daklijsten van een gebouw aan de zonzijde volleyballen godinnen met de wereldbol. Lager bij de grond zien we, naast enkele marktkraampjes, twee paarden die een bierwagen trekken. In de schaduw poseert een elegant heerschap. Hij draagt glacé's, zijn hoofd wordt geschraagd door een vadermoordenaar, zijn voeten staan op tien voor twee. Of het de auteur zélf is, weet ik niet; daarvoor blijven 's mans trekken te vaag. Wat ik wèl weet is, dat deze situatie allegorisch is voor het leven en auteurschap van Ehrenstein. Hem is, zo meldt de achterkant van het boekje, het ergste overkomen dat een schrijver overkomen kan; hij heeft zelf nog moeten meemaken hoe zijn naam in de vergetelheid verdween. In "Tubutsch", de novelle waarmee Ehrenstein in 1911 debuteerde en van de ene op de andere dag bekendheid kreeg, wordt in monoloog vorm het leven geschetst van een arme Weense burgerman, vlak voor het uitbreken van de Eerste Weredloorlog. "Mijn naam is Tubutsch, Karl Tubutsch. Ik vertel dat alleen, omdat ik behalve mijn naam niets bezit", zo luidt de sobere aanhef van het relaas. In Tubutsch heerst leegte en verlatenheid; hij ziet niets waardoor er in zijn troosteloze situatie ook maar de minste of geringste verandering zou kunnen komen. Hoe komt dat? Hij moet het antwoord schuldig blijven. Zijn enige redmiddel is de fantasie, een middel dat op den duur ondeug delijk blijkt, omdat het hem niet in staat stelt wérkelijk aan het leven deel te nemen. Alles speelt zich immers slechts af in zijn hoofd. In werkelijkheid gebeurt er niets; het breken van een schoenveter zou al een hoogtepunt in zijn saaie leven vormen. In zijn gedachten doolt Tubutsch door Wenen en schept zo een surrogaat- leven. Op één van zijn tochten komt hij een agent tegen die naar rozen- parfum ruikt. "Of de betreffende agent door toedoen van een dienst meisje of anderszins door eigen schuld aan zijn geur kwam, om dat te achterhalen ontbrak het mij aan moed". En zo komt er van zijn verhan deling "De odoribus polyporum" ook niets terecht, en laat hij zich de mogelijkheid ontgaan om iets 'zinvols' te verrichten. Tubutsch is ervan overtuigd dat zijn schuchterheid er debet aan is, dat hij zijn misère niet te boven kan komen. De geringste aanleiding stort hem al in een poel van melancholie. Om toch maar iéts mee te maken wor den de kleinste gebeurtenissen door hem uitvergroot. De dood van twee vliegen in zijn inktpot schokt hem mateloos. Hij is stomverbaasd over het feit dat hun dood de voorpagina's niet haalt. Ook de liefde biedt geen uitkomst. Voor Tubutsch is het leven zinloos. Steeds weer onderneemt Tubutsch reizen in zijn fantasie, maar omdat hij ze niet in werkelijkheid kan meemaken, worden ze hem allengs een ondragelijke last. Tegen het einde van het boek maken zich een diepe apathie en onverschilligheid van hem meester. Hij verlangt naar de dood, maar is bang dat zelfs die hem teleur zal stellen. Ik heb onuitsprekelijk genoten van deze novelle. Enrenstein's oergeesti- ge stijl, zijn galgehumour en ongewone kijk op de dingen hebben mij tijdens de lectuur menige zucht van verrukking ontlokt. Haarscherp komt uit de novelle het beeld naar voren van de gekwelde, aan het leven lijdende, Tubutsch. Ergens in het begin schrijft Ehrenstein: "Ik kreeg een oneindigde ladhkramp, overwoog nog of ik niet een beetje van dat gelach moest inwikkelen en bewaren voor de dagen der mis troostigheid". Ik hoop maar dat hij dit heeft gedaan. Ehrenstein stierf straatarm en vergeten in New York. Een collecte onder vrienden kon nog juist voor komen dat hij van de armen werd begraven. CEES VAN HOORE Tubutsch, Albert Ehrenstein, vert. Hans Bakx, uitg. Kwadraat, 18,50. Het lijkt onwaarschijnlijk dat Bet te Bao Lord met "Lentemaan" de historie van een Chinese clan van ongeveer 1890 tot aan de Cul turele Revolutie het schrijven van een bestseller voor ogen heeft gehad, maar het is er wel een geworden. De geschiedenis heeft haar alle be nodigde elementen verschaft: moord, zelfmoord, liefde, incest, terreur, revolutie, opoffering, zelfverloochening, kapitalisti sche decadentie, nationalistisch chauvinisme en wat men verder maar wil. Niets menselijks (en onmenselijks) is het boek vreemd. Toch zou het onjuist zijn Bette Bao Lords tweede roman vanuit die hoek te beoordelen. Zelf Chinese van ge boorte maar door haar huwelijk Amerikaanse heeft zij vanuit de verte moeten toezien hoe haar zusje in China een in feite willoze speelbal werd van de om haar heen werkende krachten. Krach ten, die loskwamen toen een zo in traditie ingebed miljoenenvolk in een stroomversnelling geraak te onder invloed van en m verzet tegen Westerse denkbeelden. Die spectaculaire gebeurtenissen en die hoog oplaaiende emoties hebben Batte Lao echter niet kunnen verleiden tot een gemak kelijk te verorberen sensatiever haal. Van het begin tot het einde hanteert zij een weliswaar goed leesbare maar in de kern uiterst sobere verteltrant. Nergens is op effect gejaagd in het bewogen re laas van een mooie en rechtscha pen vrouw, die tegen alle stor men in de clan overeind probeert te houden. Het boek is niet alleen meeslepend als roman, maar eigenlijk nog boeiender als het geschreven schilderij van een periode die zich aan veler waarneming heeft onttrokken. Scherp plaatst de schrijfster haar figuren tegen het snel wisselende decor van een China in heftige beweging. Stoutmoedig Talent is het hoofd van de clan, een man die steeds probeert het onverzoenlijke te verzoenen. Zijn halfbroer Edel Talent is een professionele revo lutionair, die echter zijn hang naar traditie nooit helemaal van zich kan afzetten. Lentemaans dochter Glanzende Jade vormt de exponent van een opstandige communistische jeugd, die zich verbeten verzet tegen de heersende machten, te gen de geldende ongelijkheid en de overheersende liefdeloosheid. Maar die ten slotte toch ook wordt overspoeld door de on voorspelbaarheid van de culture le revolutie. En tussen hen in staat Lentemaan. Sterk en onverzettelijk, maar ook menselijk en emotioneel. Zij probeert met alle machten de clan bij elkaar te houden maar het is een bij voorbaat verloren strijd. Zij vormt de spil van een authen tieke roman, die een boeiend beeld geeft van een voor ons mystieke en mysterieuze wereld. KOOS POST IJNSBURG - Op het terrein waar de nieuwe Rabobank in Rijnsburg wordt gebouwd, is nog meer 17de eeuws aardewerk gevonden. Eind vorige weèk ont dekten leden van het genoot schap Oud-Rijnsburg een beer put waaruit na zorgvuldig onder zoek een groot aantal scherven van potten en borden te voor- ALPHEN AAN DEN RIJN - De Alphense politie heeft vannacht de 26-jarige Alphenaar H. v. I. in gesloten op verdenking van een inbraak in een supermarkt in winkelcentrum De Ridderhof. Uit deze supermarkt had hij 130 gulden gestolen. e jongeman werd op heterdaad betrapt tijdens een surveillance van de politie. De Alphenaar zal door de politie nader aan de tand worden gevoeld omdat wordt vermoed dat hij meer op zijn kerfstok heeft. schijn is gekomen. Deze week is een tweede beerput alsmede een waterput aan het licht gekomen. In de tweede beerput zijn scherven van voornamelijk borden gevon den. Volgens N. van Egmond, één van de leden van het genoot schap die aan de opgravingen heeft deelgenomen, is een aantal van de scherven waarschijnlijk aan elkaar te passen. Volgens een Rijnsburgse amateur-ge schiedkundige stamt vrijwel al- het aardewerk uit de 17de eeuw Uit de waterput zijn drie betrekke lijk gave potten, ongeveer 15 pij- pekoppen en scherven van zoge noemd Delfts wit aardewerk ge- HILLEGOM - Een 30-jarige in woonster van Hillegom is gister morgen gewond geraakt bij een ongeluk in haar woonplaats. De Hillegomse was op de Van den Endelaan betrokken bij een ket tingbotsing tussen drie auto's. Het ongeluk gebeurde doordat de achterste wagen van de drie, vol gens de politiewoordvoerder, op de vóór hem langzaam rijdende wagens inreed met te hoge snel heid. De Hillegomse bestuurde de tweede wagen. Met een taxi is zij naar de Mariastichting in Haarlem overgebracht. De auto van de inwoonster van Hil legom werd totaal vernield, de andere twee werden licht be schadigd. vonden. Volgens Van Egmond zou het heel belangrijk zijn ge weest als het Delfts wit gaaf zou zijn geweest. Het komt volgens hem namelijk maar sporadisch voor dat Delfts wit heel wordt ge vonden. Onverwacht De putten zijn, nadat ze zijn leegge haald, weer dichtgegooid. Een bestuurslid van het genootschap verklaarde vorige week dat wa terputten niet zo interessant zijn als beerputten. Van Egmond be strijdt dit. Hij vindt juist dat in waterputten veel vaker onver wachte dingen zijn te vinden. "Aan een waterput werd vroeger meestal de afwas gedaan waar door er nog wel eens wat servies de put in viel zonder te breken. Ook moesten de mensen zich bukken als ze water gingen halen waardoor de kans bestond dat er voorwerpen uit hun zakken gle Een deel van het aardewerk dat is gevonden i in Rijnsburg wordt gebouwd. i de beerputten en de waterput op het terrein waar de Rabo-bank (Foto Holvast) den en in de put vielen, aldus Van Egmond. Een groot deel van de aardewerk scherven is inmiddels schoonge maakt. Het is de bedoeling dat de scherven aan elkaar worden ge past. Op die manier is het name lijk mogelijk om te ontdekken of de voorwerpen volledig zijn. Wanneer dit gaat gebeuren is vol gens Van Egmond nog niet te zeggen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 19