De weg naar Broadway, Peru en 'Peruwee' Deniece Williams: "Ik ben een zangeres en een verrekte goeie' UB 40: geen last van popsterrensyndroom TV-rubriek Morgenavond op Veronica-tv VOO bestaat tien jaar ATERDAG 26 MAART 1983 Radio - tv - kunst PAGINA 5 Het opmerkelijkste van de drie delige serie „De weg naar Pe ruwelz" (al die wegen, je zou er bijna het spoor door bijster ra ken), vond ik eigenlijk dat je Peruwelz, een Belgisch dorp, uitspreekt als Peruwee. Televi sie is leerzaam. En verder vond ik het geen bijzondere uit schieter, maar wel een drieluik waarnaar je kon kijken zonder het risico te lopen je goede smaak geweld aan te doen. Dat is al heel wat, vandaag de dag, hoewel: we moeten het ook weer niet overdrijven. Zoals ik mijzelf er de laatste tijd op be trap dat ik de zogenoemde „doodskopgebouwen" tegen over het Rijksmuseum in Am sterdam (waarop door alterna tievelingen ooit een keer met grote kalkletters „peper" en „zout" geschreven is) welis waar nog steeds niet mooi maar langzamerhand zowaar al een beetje verdraaglijk begin te vinden, zo betrapte ik mij zelf er deze week op dat ik een hele tijd naar „De weg" kon kijken zonder ervan weg te kij ken. Het blijft natuurlijk een abstract tv-spel, zoals Janny en Marie, en Arie en zijn vriendinnetje op elkaar reageren, maar och... Er zijn ergere dingen op de we reld, denk ik dan mild. Maar „De weg naar Peruwelz" was, door het goed bedachte ver haal van Henri Knap en de ac ceptabele manier waarop de mensen met elkaar omgingen, toch alweer een prestatie van hogere orde, en wat er werkelijk uit Nederlandse ac teurs gehaald kan worden kunt u volgende week woensdag bij de NOS zien in „Op het eerste gezicht". De merkwaardigste uitzending van de week was overigens „Herman en de pers". Herman van Veen hield een persconfe rentie waarin hij zijn toehoor ders verzekerde dat zijn show op Broadway weliswaar een flop was geworden, maar dat het publiek dol-enthousiast was, en dat ook de kritiek in feite heel lovend was geweest, althans voor het merendeel po sitief, behalve toevallig de eer ste drie en ook de drie belang rijkste Amerikaanse bladen, die dan ook prompt door de vi leine Nederlandse pers geci teerd waren. Je ziet in tv-pro- gramma's (Sonja bijvoorbeeld, actualiteitenrubrieken, Om budsman) wel eens krantekop pen en-of kranteknipsels op het scherm geprojecteerd, een handige en voor de hand lig gende methode om de kijker duidelijk te maken wat er in de krant verschenen is over het onderwerp dat besproken wordt, maar in „Herman en de pers" werd dit eenvoudige middel om via de pers met de kijkers te communiceren he laas niet benut, zodat ik nu nog steeds niet weet hoe enthou siast al die andere kranten wa ren behalve die drie eerste, grootste en belangrijkste. Wist u trouwens dat er een plaat („On Broadway") en een boek („Een vlucht vooruit") over die voortijdig afgebroken tournee in New York verschijnen? Waarom ook geen film? En een groot schilderij? En een stand- door Nico Scheepmaker beeld op Times square? En een opera? En een toneelstuk? En een sonnet? En een keien lint, dat misschien nog over is? De willigheid waarmee de AVRO zijn pupil een tv-programma gunde voor de Wiedergutma- chung na het Broadway-fiasco, en daarmee de publiciteit voor boek en plaat, vond ik werkelijk roerend. Maar dan moeten we er wel een soort programma omheen bouwen, zodat het nog wat lijkt, - heb ben ze ongetwijfeld gezegd. En daarom was Herman van Veen wel zo goed geweest om behal ve als Herman van Veen ook nog als loodgietend prijsdier met een ander spraakje en een ander petje op in het program ma rond te lopen, zodat het voor de oppervlakkige kijker zowaar een echt programma leek, waarin ernst en luim, een liedje en een praatje met elkaar afgewisseld werden. Typisch voorbeeld van inflatie: de franc blijft gewoon franc heten, maar hij is in de praktijk wel minder waard. Zo was dit ook een tv-programma van, over, met de kunsten(a)ar Herman van Veen (die a tussen haakjes is niet van mij, zoals u begrijpt, maar van de AVRO-bode), dat als tv-programma aan hevige inflatie onderhevig was ge weest. Herman had wijzer moeten wezen. Ik heb ook voor het eerst van be gin tot het eind naar „De jacht naar de schat" gekeken. Een soort snippeijacht, zoals die in de vorige eeuw al beoefend werd en die ik trouwens ook in de jaren vijftig in militaire dienst nog aan den lijve heb ondervonden, maar nu met moderne middelen: vliegtuig, helikopter, televisie, radiover binding en idiotie. „A penny for your thoughts" is een En gelse uitdrukking, die ik graag eens toegepast had willen zien op al die verbijsterde Perua nen, die een hardhollende blanke met een zoemend kast je en een geheimzinnige hoofd bedekking door hun straten en velden zagen hollen, bestuurd vanuit een ander werelddeel, op zoek naar iets dat zijn vriendjes daar zelf verstopt hadden! Ieder normaal den kende Peruaan moet toch ge dacht hebben dat daar de be loofde zonnekoning uit de ou de folianten eindelek op aarde was neergedaald, om hen te verlossen van armoede, onder drukking en de iepen-ziekte. Vandaar dat zij zo enthousiast achter hem aan holden, welis waar niet met de verfijnste elektronische apparatuur in de hand maar met een schoen poetserskistje. Maar ook daar in zit eeuwen beschaving opge borgen, en veel tragiek. Want die nedergedaalde god droeg Adidas-gympies, die niet ge poetst kunnen en hoeven te worden: symboliek van ar beidsbesparing, waarop ze in Peru niet zitten te wachten. Daarom zeg ik: ik zou graag een dubbeltje voor hun ge dachten hebben overgehad! Deniece Williams: "Natuurlijk jaag ik ook romances r (foto Maarten Corijn) AMSTERDAM (GPD) - Een slaperig stemmetje aan de telefoon. Deniece Williams heeft een flinke slaapachterstand in te lo pen. Een vermoeiende trip naar het oliestaatje Bahrein aan de Perzische Golf en aansluitend een optreden op een militaire basis in Engeland zitten er op en hebben haar re cuperatievermogen flink afgebroken. Kleine meis jes worden groot. Deniece Williams zong tot voor acht jaar in Wonderlove, de beste band die Stevie Won der er ooit op na gehouden heeft. Je kunt haar klateren de en spatzuivere stem ook horen op diens album Songs in the Key of Life. Sinds 1975 heeft Deniece Williams zich gestaag opgewerkt tot een van de grote namen in de soulmuziek. Ze werkte achtereenvolgens met Mauri ce White van Earth, Wind and Fire, Tom Bell, recent nog met George Duke en zong onder meer samen met John ny Mathis. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ze haar Nederlands concertde buut deze week in Theater Carré heeft gemaakt. Na een goede nachtrust heeft De niece alle tijd. In haar favoriete kleuren - paars en paars-rood - schrijdt ze door de hal van een Amsterdams hotel, slechts be wonderende blikken oogstend. Een dame met stijl. Eerst dan maar het voor de handliggende. Wat doet zo'n lady in Bahrein? Dezelfde heldere klaterende lach als op de plaat. „De voornaamste reden waarom ik het heb gedaan is omdat ik die ervaring zelf wil de opdoen. Je kijkt naar het tv- journaal en je leest in kranten over allerlei plaatsen in de we reld, maar daardoor kom je niet echt te weten wat er zich daar af speelt". „Vijftig procent van wat ik in Bah rein verwachtte aan te treffen kwam ik niet tegen. Nee, ik werd niet apart gehouden of zo. Ik kreeg geen politie-escorte mee. Ik zag ook niemand die met bommen gooide of andere din gen die je verwacht aan te treffen zodra je in het Midden-Oosten bent, haha. Ik was van tevoren een beetje bezorgd geweest hoe ik me moest kleden, wat ik kon zeggen en hoe ik me diende te gedragen. Maar ik was vastbeslo- door John Oomkes ten om dat te doen wat ik overal ter wereld doe. Ik kwam daar aan en ontdekte dat ze het OK von den". - Dus je zou het risico willen lopen om uit een land te worden gesme ten alleen maar omdat je je ge drag niet wilt aanpassen? Vermanende blik: „Nee. Nooit. Ha- haha. Nee, er is niets in mijn ge drag waardoor ik uit wat voor land dan ook zou worden gesme ten". - Goed, dat weten we dan. Maar over dat gedrag willen we wel wat meer weten. An Evening with Deniece Williams staat er op de affiches in Amsterdam. Bete kent dat dat zij min of meer be land is in het galacircuit? Weer die afwijzing in woord en ge baar. Ze zet even orde op zaken. „Luister, ik ben een zangeres en een verrekte goeie. Ik heb het he lemaal niet nodig om op het po dium rond te zweven op ballon nen of om uit hemelvaartuigjes te springen om indruk te maken. Ik zing, ik entertain, ik breng goede muziek. Ik hoop zelfs dat het uitstekende muziek zal zijn en dat is precies net zoveel als ik gala zou willen zijn. Ik zal er zo mooi mogelijk uitzien, maar nog zingen. Ik heb een be trekkelijk kleine band en zal dus niet met een dertig mans sterk orkest op het podium staan, mis schien de volgende keer..." Deniece vertelt dat ze graag eens met Leonard Cohen een plaat zou willen opnemen en ook met orkest een symfonie zou willen vervaardigen. We raken aan de praat over de zangeressen die ze waardeert: Randy Crawford, Aretha Franklin, Gladys Knight, Minnie Ripperton, Patti Habelle en Nancy Wilson. Vocalisten die ze goed leerde kennen toen ze op 17-jarige leeftijd als verkoopster tje werkzaam was in Gary in de Amerikaanse staat Indiana. Doordat ze in de zaak meezong werd haar stem ontdekt. Op een lokaal label, Toddling Town Re cords kwam haar eerste plaatje uit, Love is Tears geheten. Het werd een lokaal hitje en dat was het dan in 1968. Later zou Stevie Wonder door dat plaatje haar stem ontdekken en het alsnog het begin blijken te zijn van een grote loopbaan. „Ik volgde een opleiding voor ver pleegster en verwachtte hele maal niets van een loopbaan in de muziek. Dat had ook te ma ken met het feit dat ik ben groot gebracht in een erg strikt gods dienstig milieu. Wij mochten geen make-up dragen, geen kor te rokken, geen blote armen la ten zien, niet dansen, niet aan HILVERSUM (GPD) - „We mo gen God op onze blote knietjes danken voor wat er met ons ge beurd is. Het lijkt soms alsof de hele wereld veranderd is in de af gelopen vier jaar; we worden pas weer met de neus op de feiten ge drukt, als we bij onze vrienden van toen op bezoek gaan. Die zit ten nog altijd in dezelfde hopelo ze positie of erger: geen geld, geen werk en maar repeteren op een klein appartementje. Zonder succes natuurlijk". De jongens Campbell zijn inmid dels ervaren interviewgevers ge worden. De taakverdeling is dui delijk: Robin geeft de serieuzere antwoorden en Ali verzorgt de vrolijke, schertsende noot. In de loop van het gesprek wordt ook duidelijk dat men afspraken heeft over hoeveel er gezegd mag worden. Zij moeten overkomen als de een voudig gebleven ex-werklozen die in hun gewone jongenstaal er Een groep werklozen uit Birmingham kwam vier jaar geleden uit de repetitiekelder met de instrumenten die ze nog maar kortgeleden hadden leren bespelen. Ze noemden zich UB 40, naar het werklozenregistratiefor- mulier, en het succes kwam vrijwel onmiddellijk. Hij trof de gebroeders Campbell, beiden zanger en gitarist, goedgeluimd in een klein Amsterdams hotelletje. De vorige avond had UB 40 opgetreden in de Amsterdam se Edenhal, vergezeld van een cameraploeg van Veroni ca, die er een Count-Downspecial van maakte (uitzen ding: zondag, Nederland 2,19.30 uur). wel eens een roekeloze opmer king uitflappen. Maar bijvoor beeld de zakelijke schandaaltjes en de details van een komende plaatopname zijn taboe. „We kunnen nou eenmaal niet uit de school klappen over zakelijke besprekingen met platenmaat schappijen. Je zult van me aan moeten nemen, dat we onbe hoorlijk behandeld zijn; de bij zonderheden houd ik voor me zelf. Als wij een rechtszaak met HILVERSUM (GPD) - Veronica Omroep Organisatie viert op zon dag 17 april het tienjarig bestaan. Op die dag zal er een speciale af levering van Nederland Muziek land worden uitgezonden, die is gevuld met een overzicht van tien jaar hits. De opnamen hier voor worden op 1 april gemaakt in de Enschedese Twentehal. Een ander onderdeel van het jubi leumprogramma is een feestelij ke uitzending, waarin Henri Remmers tal van Veronica-me- dewerkers laat vertellen over het wel en wee vah de Veronica Om roep Organisatie, die in 1973 werd opgericht toen de commer ciële zeezender Veronica ge dwongen werd de activiteiten te staken. De VOO liet in een radioprogram ma voor het eerst van zich horen op 1 januari 1976, waarna drie maanden later de eerste tv-uit- zending van deze omroep op het scherm kwam. Uiteraard wordt hier in het jubileumprogramma nog eens op teruggeblikt, terwijl verder oude afleveringen van de bekende series Starsky and Hutch en Operatie Petticoat en een wat aangepaste herhaling van het mediaprogramma De Grote Verwarring te zien zullen zijn. Voor het overzicht van tien jaar hits komt een stroom artiesten voor de camera's. Van de partij zijn o.a. Earth and Fire, The Cats, George Baker Selection, BZN, Vader Abraham, Jack Jersey, Normaal, Nico Haak, Maywood en Vanessa. CBS riskeren bijvoorbeeld, dan hebben we dat bij voorbaat al verloren. Zo'n maatschappij heeft een staf van juristen, waai* wij nooit tegen opkunnen", zo verklaart Robin Campbell na lang aandringen. Hij vertelt dat de groep langzamer hand een heuse organisatie om zich heen heeft opgebouwd. „We hebben nu ons eigen gebouw, studio's, kantoren en - binnen Engeland - een eigen platen- maatschappijtje met personeel, om ons zelf maar zoveel mogelijk van muziekmaken vrij te hou den". Ali wil - met tegenzin - kwijt, dat UB 40 zich op de volgende plaat zal storten op het genre „dub- reggae", voornamelijk instru mentale muziek, voorzien van een aanzienlijke hoeveelheid (echo-)effecten. Robin: „Maar die plaat komt voorlopig nog niet uit en het zou uit promotie-overwe gingen niet verstandig zijn om daarover nu alles te vertellen. Te gen de tijd dat die verkocht moet worden, is iedereen het dan al lang weer vergeten". Ali: „Dub is de nieuwste muziek op dit moment. Geweldig om te maken, lekker om naar te luiste ren. Ik ben erdoor geobsedeerd momenteel". De Campbells vallen elkaar onop houdelijk bij, als ze verslag doen van hun arbeidsvreugde. „Wij hebben er nog steeds lol in", „we leren er nog steeds van", „verve len doen we ons niet", „we blij ven op de been door hard werken", „kijk eens, hoe fit we zijn" en dergelijke uitspraken komen er met het grootste ge mak uit. En UB 40 is inderdaad een hardwerkende groep, die vaak optreedt en gemiddeld een langspeelplaat per jaar heeft ge maakt. Een groep bovendien, die „live" erg sympathiek overkomt en waarbij het gebrek aan instru mentale virtuozen geen bezwaar lijkt. Vooral in Engeland dragen ook hun sociaal-bewogen tek sten bij aan hun grote populari teit. door Henk Linse Robin: „Wij zullen nooit het slacht offer worden van een popster rensyndroom. Wij hebben nog steeds dezelfde vrienden in Bir mingham. Zij benaderen ons soms wat anders, maar ik kan met de hand op mijn hart verkla ren dat ik me nog nooit als een arrogante popster gedragen heb". In de organisatie rond UB 40 werken voornamelijk „vrienden van vroeger, die we in de vooruit- gag proberen te laten delen". Iro nisch genoeg moet Campbell daaraan toevoegen: „Helaas bleek zoveel personeel te duur voor ons te zijn. Wij hebben die groep mensen om ons heen daar om kleiner moeten maken". Ook UB 40 moest inkrimpen. De brutaalste van het groepje schoolmeisjes, dat inmiddels de koffiekamer van het hotelletje is binnengedrongen, onderbreekt het gesprek. Zij neemt plaats, overwint haar schroom en steekt van wal in haar beste school-En- gels. Ali heeft blijkbaar al vaker met dit bijltje gehakt en speelt het spelletje van: „Wij een pop groep? Nee hoor, hoe kom je er bij?" Hij stelt nu de vragen en als het arme kind hakkelend weet te vertellen dat ze een plaat van UB 40 heeft, luidt het: „Wij maken helemaal geen platen. Hoe heet die plaat eigenlijk?" Na lang den ken valt een Engelse kreet, die Ali meteen als de titel van een plaat van de Jamaicaanse groep Third World herkent. De hilari teit is groot. Archieffoto GPD) „Ook een goeie groep, hoor", zegt Robin, die het wat vriendelijker aanpakt en dan beleefd doch dringend vraagt, of ze verder met rust gelaten kunnen worden. „Wij zijn aan het werk". Robin was nèt aan het woord over hun concerten in Japan en na de verhalen over „een geweldige respons" en „ongelooflijke erva ring" besluit hij met: „De meis jes zijn daar geweldig. Ze bedan ken je zo beleefd 's ochtends. Met een klein buiginkje". ADVERTENTIE om het recht van de zwaksten VASTENAKTIE GIRO S85Q ZEIST sport meedoen, kortom een hele boel niet. Ik zong erg veel in ko ren tijdens mijn jeugd. Alleen om Gods naam te verkondigen heb ik al veel rondgetoerd. Er werd natuurlijk van mij ver wacht dat ik niets anders zou zin gen dan gospelmuziek en dat ac cepteerde ik ook. Ik kon onmo gelijk voorzien dat ik later nog eens zou werken met de grote sterren uit het vak". Deniece verhaalt met veel flair van vroeger en nu, met moeite ver bergend dat ze toch al weer zo'n tien jaar professioneel werkzaam is. „Mijn grootouders waren niet zo over mijn carrière te spreken. Hun afwijzing van wat ik deed was gebaseerd op de vrees dat ie dereen die in de muziek zit ver slingerd raakt aan de drugs. Dat ik zou veranderen in iemand die zij niet zouden kennen en waar voor ze zich zouden moeten schamen. Ik denk dat zij nu zien dat je redelijk gezond kunt blij ven. Ik ben niet perfect, maar ik sta ook niet bloot aan monsterlij ke uitwassen van een harteloze muziekindustrie. - Je bent dus geen slecht meisje ge worden? Deniece: „Ik zie mezelf niet als slecht. Nee". In en in goed dan? „Nee zo zie ik mezelf ook niet. Ik bekijk mezelf alleen als iemand die hard heeft gewerkt. Ik pro beer goed te leven. Ik heb nog steeds een hechte relatie met God bijvoorbeeld. Ik moet Hem ook dankbaar zijn. Veel van de mogelijkheden cfie ik heb gekre gen heb ik onmogelijk zelf kun nen afdwingen. Daar zit meer achter". - Waarom heeft ze het zoveel over de liefde in haar songs? Weer dat lacl\je. Ze slaat met een abrupt gebaar haar japon strak ker om het lijf: „Wat kan ik je daar nou over vertellen? Het is precies wat ik kwijt wil, meer niet. Dat is mijn manier om te ventileren wat ik ervaar. Jij schrijft erover. Ik zing erover". - Maar jij ventileert heel aardige observaties over de liefde. In songs als It's your conscience of Silly schilder je een aardig por tret van het soort minnaar dat zoveel mogelijk probeert te sco ren Deniece: „Dat is niets vreemd. Ge beurt elke dag. Het overkomt zo wel mannen als vrouwen, maar mannen praten er minder over. Dat past niet zozeer bij ze. Ze kunnen moeilijk toegeven dat zij hun gevoelens heeft gekrenkt of zich matig heeft gedragen. Dat zou teveel een teken van zwakte zijn. Ja, het is waar dat juist het toegeven van je verlies bewijst hoe sterk je bent, maar hoevelen weten dat?" „Natuurlijk ben ik zelf ook altijd bezig met het najagen van ro mances. Iedereen doet dat van nature. Maar de meeste mensen willen hun kaarten niet allemaal op tafel leggen. De mensen zijn bang om kwetsbaar te zijn. Ik ook? Nee. Ik durf het wel, elke keer weer". Kortgeleden heeft Deniece voor de keus gestaan om er de brui aan te geven. „Ik dacht eraan om me te rug te trekken. Het is bedreigend voor je als je van je zelf vindt dat je weinig groeit. Nee, het gaat niet aan mijn prestaties te verge lijken met die van een ander. Niemand kan Deniece Williams beter brengen dan ikzelf. Niet dan? Maar ik vond dat ik mezelf herhaalde. Op het nippertje heb ik toch besloten om verder te gaan". George Duke heeft daar een grote rol bij gespeeld. Hij heeft mijn nieuwe album samen met Tyro ne Downie geproduceerd. De ti tel luidt: I'm so proud. Dat is een oud nummer van Curtis May- field, maar ook betekent het let terlijk dat ik trots ben. Dit wordt een plaat, waaruit blijkt dat ik nog creatief kan werken. Duke heeft daarbij schitterend gehol pen. Overigens zul je er niet al leen maar zoete liefdesliedjes op aan treffen, hoor", zegt ze met een grijns.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 5