Witte sneeuw" een modeverschijnsel Niet roken waar mensen werken Leger van cocaïne-koeriers rukt op Nieuwe maatregelen op stapel in Zweden en Finland De „speedball" en de wa terpijp rukken op. Het „free-basen" is niet meer te stuiten. Een golf van cocaïne overspoelt West- Europa, waarbij Amster dam als het distributie centrum voor dit wereld deel te boek staat. Poli- tie-organisaties en over heden - wereldwijd - zien géén oplossing voor het razendsnel toenemende drugsprobleem. Er is sprake van een illegale miljardenhandel die qua, omzet - samen met onder meer de auto-industrie, de elektronica, de we reldoliehandel en de che mie - bij de „Top-tien van de handel" wordt gere kend. I Dat zegt rijkspolitie-commissa- ris John Oosterbroek (35), chef van de Verdovende Mid delen Centrale van de Centra le Recherche Informatie dienst (CRI) in Den Haag, het Nationaal Centraal Bureau van Interpol in ons land. j Cocaïne, de kaviaar onder de drugs, is niet langer exclusief j voor de gegoede en welge stelde kringen in de grote ste den, de Gooise matras of op besloten party's van de jet-set in Wassenaar of Aerdenhout. Cocaïne wordt steeds meer gevraagd door Jan met de Pet en de „gewone" heroïne- junk. In 1980 is de coke in ons land snel populair geworden en die populariteit neemt toe met de dag. Volgens hoofdinspecteur Barry de Koningh, chef van de nar coticabrigade van de Amster damse politie, is er op dit mo ment niet een klein groepje, maar een heel leger cocaïne- koeriers op weg naar ons land om aan de stijgende vraag te voldoen. Koeriers, die na een korte training in Colombia's hoofdstad Bogo ta, als levende koffers vanuit Zuid-Amerika worden ver scheept of op een vliegtuig naar West-Europa worden ge zet. Koeriers, die in het jargon van de „scene" met muilezels of kamelen worden aangeduid en die de verboden en soms dodelijke waar binnen in hun lichaam meevoeren. De nieuwste transportmethode: drugsvervoer via het mense lijk lichaam, met alle dodelij ke risico's van dien... Welbehagen Commissaris Oosterbroek: „Zoals heroïne de drug van de jaren zeventig was, zo wordt cocaïne de drug van de jaren tachtig. In de jaren ze ventig werd er in ons land ge middeld 1 tot 3 kilo cocaïne in beslag genomen. Cocaïne was toen géén groot pro bleem. We hadden het meest te maken met heroïne, cana- bis en amfetamine. Maar in 1980 weid dat patroon totaal gewijzigd. Een enorme toename! Populair in tal van lagen van de bevolking. Het exclusieve karakter ging er af. Hoe kwam dat? Cocaïne is een „zeer plezierige" drug met een euforie-werking. Het geeft een gevoel van welbe hagen. Het werkt niet of nau welijks verslavend op je li chaam. Je lijf vraagt er niet om, zoals bij heroïne, maar wèl leidt cocaïne tot geestelij ke afhankelijkheid. Maar stop je er mee, dan geeft het géén lichamelijke afkickver schijnselen. Althans dat is niet aangetoond. Daarom is het echter niet minder ge vaarlijk. Cocaïne wordt sterk onderschat". Waarom ineens die opleving in de cocaïne-handel? „Dat is een kwestie van vraag en aan bod. Doordat het een „plezie rig drug" is - wat plotseling snel overal bekend werd - is de vraag sterk gestegen, evenals het aanbod uit Zuid- Amerika dat de stijgende vraag in West-Europa ont dekte en onmiddellijk kan sen zag voor een financieel erg interessante markt. Daar komt bij dat de Verenigde Staten uit alle macht probe ren de stroom cocaïne naar Amerika in te dammen. Daar viel dus een deel van de ille gale markt weg. De cocaïne handel zocht toen ander af zetgebied en vond dat in Eu ropa". Indianen Cocastruiken worden al eeu wenlang verbouwd in Peru, Bolivia en Colombia. De in dianen, de Inca's, kauwden op de coca-bladeren en ver dreven daarmee vermoeid heid en honger. Het past he lemaal in het door de eeuwen heen gevormde cultuurpa troon in die landen. Commissaris Oosterbroek: „Eind vorige eeuw begon men er mee om uit de coca- bladeren cocaïne te halen. Het werd in de medische we reld toegepast. Onder meer in de anesthesie. Rond 1910 kwam er een verbod cocaïne te maken omdat ook de niet- medische wereld er wat in zag. Cocaïne zat onder meer in de coca-cola en in de popu laire mariana-wijn. Dat mocht niet meer. Het opvoe ren van de concentraties bleek gevaarlijk. En dat was het kauwen op cocabladeren niet". Maar alles wat verboden is, ge beurt illegaal. De zwarte markt kwam tot grote bloei en sedert 1980 worden er steeds meer aanvoerlijnen naar West-Europa geopend. De coca-boeren, de „cocale- ros" verbouwen steeds meer cocaplanten. Onafzienbare plantages strekken zich uit rond de bergdorpjes aan de voet van de hellingen langs de Andes in Peru. De „coca- leros" die in eenvoudige hut ten wonen en werken voor de klandestiene planters, die bij grote steden in riante hacien da's wonen, riskeren bij in vallen van de narcotica-briga des van de Guardia Civil ge vangenisstraffen van 15 jaar. Maar tóch gaan zij er mee door. Vanwege het Grote Geld. De grootste coke-velden (400 ki lometer) van de wereld vindt men in de Huallaga River Valley. Record-oogst Peru, Bolivia en Colombia ver wachten komend seizoen een recordoogst aan coca-blade ren, waaruit (voornamelijk in illegale laboratoria in Colom bia) zuivere cocaïne wordt gedistilleerd. Een zeer groot deel van die produktie zal op klandestiene wijze door „muilezels" naar West-Euro pa worden getransporteerd. Hoe lucratief die illegale busi ness is leert de volgende in formatie van de Centrale Re cherche Informatiedienst in Den Haag. Een coke-boer in Zuid-Amerika verkoopt 500 kilo cocabladeren voor onge veer 2500 gulden. Datzelfde bedrag groeit aan tot maar liefst 1,2 miljoen gulden. Hoe zit dat in elkaar? Uit 500 kilo cocabladeren (a rai- son van f 2500) wordt 25 kilo cocapasta gehaald die f 12.500 opbrengt. Uit die hoeveelheid cocapasta haalt men 1 kilo cocaïne, die voor f 25.000 wordt verkocht. Ver volgens wordt het spul Euro pa binnengesmokkeld waar die kilo f 120.000 opbrengt. Daarna wordt de cocaïne ver sneden waardoor de zuiver heidsgraad afneemt. In ons land heeft de cocaïne dan nog een gemiddelde zuiverheid van 70 procent. De opbrengst van die kilo cocaïne („white snow", zoals het in de illegale handel wordt genoemd) is dan gestegen tot f 160.000. De kilo „sneeuw" komt dan bij de straatdealers terecht die het verder versnijden tot soms een zuiverheidsgehalte van 10 procent. Het wordt dan „uitgedeald" in gram men en minder, waardoor die ene kilo coke tenslotte 1,2 miljoen gulden opbrengt. Enorme bedragen gaan er om in deze handel. Maar de vette winsten zijn in eerste instan tie voor de grote jongens ach ter de wereldwijd vertakte drugssyndicaten. En niet voor de coca-boer, hoewel de ze er ook niet slechter van wordt. Het Grote Geld gaat echter naar de mafia-leiders, die organisaties hebben op gebouwd die zelfs opereren met eigen vliegtuigen en scheepjes. Organisaties die zo onvoorstelbaar rijk zijn en zo onvoorstelbaar goed in el- Cocaïne-gebruik is een modeverschijnsel geworden. Het bedreigt de volksgezondheid in het Westen en veroorzaakt ernstige economische en politieke problemen in de producerende Zuidamerikaanse landen. Aldus een rapport van de Internationale Controlecommise voor Narcotica van de Verenigde Naties. Meer dan vier miljoen Amerikanen - de helft tussen 18 en 24 jaar - gebruikt cocaïne. Het wordt gesnoven of ingespoten. Vaak ook wordt het gebruikt als „speedball", een combinatie van cocaïne en heroïne of gerookt met een waterpijp, eventueel in combinatie met alcohol, het zogenaamde free-basen. Het aantal ziekenhuisbehandelingen in de VS stijgt enorm en West-Europa staat hetzelfde te wachten. De smokkel leidt tot vorming van georganiseerde misdaadbendes en mafia-syndicaten, die oppermachtig zijn. Corruptie en geweld nemen toe. De illegale laboratoria waar cocaine uit cocabladeren wordt gehaald, rijzen in Colombia als paddestoelen uit de grond. Eind vorig jaar en begin dit jaar onderschepten wachtmeesters van de brigade Arnhem van de Koninklijke Marechaussee in de internationale treinen uit Oberhausen enige keren Colombiaanse mannen en vrouwen die grote partijen cocaïne ons land binnensmokkelden. Zij vervoerden de cocaïne in hun maag. De cocaïne was verpakt in kleine rubber bolletjes, gemaakt van condooms. In alle gevallen waren de koerier(sters) per vliegtuig op de luchthaven in Frankfurt aangekomen en vervolgens op de trein naar Amsterdam gestapt. Ze waren in Bogota op straat als koerier („muilezel") geronseld en daar op het vliegtuig gezet. De marechaussee in Arnhem speelde de zaak door aan de Centrale Recherche Informatiedienst (CRI) en de Amsterdamse politie kreeg daardoor zoveel informatie, dat nog eens acht koeriers en vier organisatoren konden worden gepakt. Een Gelders rechercheteam slaagde er vorig jaar in Doorwerth in, een cocaïne-verkoop-, en distributie-organisatie op te rollen. De „big boss" achter de bende was een man uit Hoofddorp, die na een aanslag op zijn leven was gevlucht en zijn intrek had genomen in een bungalowpark op de Veluwe. Bijgaand verhaal geeft een indruk van wat zich in het wereldje van de „white snow" afspeelt. Via de wc in de marechaussee-cel komt de ontlasting met bolletjes cocaïne in een overloop-putje buiten de cel terecht. Wachtmeesters vissen met een schuimspaan de kostbare bolletjes uit defaeca- door Dick Horst Explosief De Centrale Recherche Infor matiedienst noemt de toena me van cocaïnegebruik in ons land - en in heel West-Eu ropa - explosief. Dat blijkt wel uit het feit dat in ons land in 1975 slechts 1,4 kilo cocaï ne in beslag werd genomen (bij 13 zaken met 21 verdach ten). In 1980 waren die cijfers al gegroeid tot 46,4 kilo bij 657 zaken en 747 verdachten. In 1981 „slechts" 13 kilo bij 265 zaken met 347 verdach ten, maar vorig jaar al meer 37 kilo- In heel West-Europa werd in 1970 slechts 1,1 kilo „snow" (5 zaken, 18 verdachten) in beslag genomen en in 1980 - tien jaar later - ging het in West-Europa al om 245,9 kilo bij 262 Ikken met 545 ver dachten. En die cijfers blij ven stijgen want in 1981 werd in West-Europa al 269 kilo co caïne onderschept. Bij al die inbeslagnemingen gaat het om de grote jongens, de koeriers en straatdealers. Wat er verder nog voor gigan tische hoeveelheden bij de gebruikers in omloop zijn blijft gissen. „Wat wij aan hard-drugs in be slag nemen is slechts 2 tot 5 procent van het totaal dat ons land wordt binnengesmok keld", aldus commissaris Oosterbroek. „Van de soft drugs halen we, denk ik, 10 procent boven water". De afdeling recherchezaken van de CRI waarvan de Ver dovende Middelen Centrale één van de negen specialis men is, houdt zich in grote lij nen bezig met registratie van criminele inlichtingen via contacten met justitie, poli tie, Koninklijke Marechaus see, douane en buitenlandse opsporingsdiensten. Verder met de coördinatie, assisten- tieverlening (aan plaatselijke politiekorpsen), voorlichting aan justitie, politie, douane en marechaussee en met de internationale contacten van de Nederlandse politie met buitenlandse opsporings diensten. Speciaal voor de bestrijding van de grote drugshandel opereert de CRI met eigen narcotica-agenten in ver schillende werelddelen. Drie drug-experts in Thailands hoofdstad Bangkok (heroïne uit de Gouden Driehoek Thailand, Birma en Laos), drie man in Lima (Peru) voor de bestrijding van cocaïne smokkel uit Zuid-Amerika, twee agenten in Curaöao om de Nederlandse Antillen als cocaïne-transitogebied in de gaten te houden, drie man in Pakistan en een man bij het secretariaat-generaal van In terpol in Parijs. Om de drie vier jaar worden deze agen ten weer terug naar Neder land gehaald om te worden afgelost omdat ze daar dan, in kringen van drugssyndica ten, te bekend zijn geworden en (levens-)gevaar lopen. Geen oplossing Commissaris John Ooster broek: „We krijgen te maken met een wereldproduktie van 230.000 kilo zuivere cocaïne. Voornamelijk aikomstig uit Peru, Bolivia en Colombia. De boeren daar verdienen het dubbele van hetgeen zij zou den krijgen bij legale ver bouw van cocabladeren of ca cao. En die cocaplant is een makkelijke plant die zich drie tot vier keer per jaar laat oogsten. Zo'n plant houdt dat 20 tot 30 jaar vol, dus reken maar uit... Het is een onuitroeibaar kwaad. De Zuidamerikaanse landen kunnen zich om poli tieke redenen, de economi sche positie, de valutahandel en andere oorzaken niet per mitteren de produktie te ver bieden. Ondanks alle maatre gelen wordt er steeds meer voor de illegale handel gepro duceerd. In ons land wordt het meeste onderschept op Schiphol. Zo'n vliegtuig heeft voor ons een gemakkelijke, kleine toe gang. Maar op een schip of in een grote haven - waar onge twijfeld het meeste aan komt - is bijna niet te zoeken. De luchthavens van Europa en de internationale treinen, daar moeten we het van heb ben. Maar een oplossing voor het probleem is er niet. De politie speelt bij de bestrij ding van drugs een onderge schikte rol. Je kunt aan veel dingen denken: verplicht af kicken (zoals in Singapore), liberaliseren en legaliseren, zwaardere straffen, hulpver leningsinstanties, overheids beleid, het helpt allemaal niet. Ook internationaal niet!". Intelligent „Als we alles vrijgeven zijn de consequenties niet te over zien. Beheersen en controle ren van het probleem is het enige wat we kunnen doen. Informatie vergaren over de lijnen, de mensen van de transporten controleren. Als internationale organisatie heeft Interpol het laten afwe ten. Daarom werken we nu zelf in het buitenland met de tachementen. Nederland loopt wat dat betreft voorop bij de drugsbestrijding. Het is een zaak van samenwer ken met de politie ter plaatse. Informatie vergaren. Specia listen leveren, internationale contacten (via Interpol) met zusterdiensten, coördinatie, kortom intelligence. Maar het probleem lossen we niet op. De „scene" krijgt steeds meer kans. Mede door de werkloosheid, etnische minderheden, slechte econo mie. Dat speelt ook in die Zuidamerikaanse landen een grote rol, geloof ik. De vraag rijst, het aanbod stijgt, maar de bezuinigingen bij opsporingsinstanties stij gen ook. We kunnen alleen proberen de grote jongens te pakken. En dan schort het weer aan internationale ver dragen op het gebied van uit levering en dergelijke. Vergeleken bij de Verenigde Staten is het cocaïnepro- bleem in West-Europa nog „betrekkelijk". Maar het is wèl sterk in ontwikkeling. In Amerika worden al partijen van 1500 kilo in beslag geno men. Nog even, en we zijn hier óók zo ver. Er lopen al duidelijk aanvoerlij nen van Lima via Rio de Ja- nero en de Nederlandse An tillen naar West-Europa. Pro beer die lijnen maar eens af te snijden. Omdat het niet terecht is dat niet-rokers overal te maken krijgen met de giftige tabaks rook van anderen, moeten al le arbeidsplaatsen rookvrij worden, maar ook winkels, treinen, bussen, vliegtuigen, taxi's en schepen. Deze vrij veelomvattende maatregelen worden voorgesteld in een pre-advies van de twee hoog ste Zweedse staatscommis sies die zich bezighouden met de volksgezondheid en de bescherming van de ge zondheid van mensen op hun arbeidsplaats. Mocht de rege ring in Stockholm het advies - dit voorjaar - accepteren dan zou de maatregel al komende herfst ingaan. Tegelijktertijd denkt de regering van Fin land er over om de al langer bestaande wet die het roken in openbare gebouwen ver biedt, uit te breiden tot de ar beidsplaats, In Zweden denkt men niet aan een nieuwe wet, maar aan een aanbeveling in de Ar- beidsmilieuwet, die al langer bestaat. Met die aanbeveling in de hand moeten rokers en niet-rokers in bedrijven het eens zien te worden over maatregelen die het mogelijk maken dat niet-rokers niet meer de hele werkdag last hebben van de rook van an deren. Komt men tot een ver gelijk, dan zal de arbeidsin spectie gaan optreden. Passief De advieslichamen die'met het voorstel komen, gaan er van uit dat veel te lang is gezegd dat roken een privé-zaak is. Rokers nemen echter slechts vijfentwintig procent van de schadelijke stoffen „voor hun rekening". Driekwart van de giftige stoffen „verdwijnt" in de lucht en dus in het lokaal waar vele niet-rokers ook hun werk moeten verrichten. In het rapport wordt erop ge wezen dat er een duidelijk verband bestaat tussen ziekte en passief-roken (d.w.z. het inademen van andermans ta baksrook). Aan het eind van dit jaar wordt in Zweden veel aandacht verwacht voor een rechtszaak die ingaat op dit aspect. Zij is aangespannen door de Beroepsmedische Kliniek in Gotenburg over een vrouw die zelf niet rook te, maar stierf aan longkan ker. Zij werkte twaalf jaar in een rokerig kantoor. Volgens de kliniek is de vrouw het slachtoffer geworden van passief roken. Als de eis van de Gotenburgse kliniek wordt toegewezen worden nog veel meer van dergelijke zaken in Zweden verwacht. Om bij een rookverbod op de arbeidsplaats de rokers niet al te zeer in moeilijkheden te brengen, denken de twee ad viescolleges aan „rookkamer tjes", waar rokers een „paf- fertje" kunnen opsteken zqn- der niet-rokers overlast te be zorgen. Op die manier zal het weer als normaal worden ge zien dat lucht vrij is van gif ten en niet andersom, aldus het rapport, dat onder meer postkantoren, banken, bi bliotheken, scholen, crèches, ziekenhuizen, sporthallen en wachtkamers noemt als plaatsen waar niet meer ge rookt zal mogen worden. In Finland is dat al langer zo. In 1977 werd een veelomvatten de wet aangenomen waarmee het roken in vrijwel alle openbare gebouwen werd verboden. Een rookverbod op de arbeidsplaats werd echter nog niet aangedurfd, dit mede onder druk van de Finse werkgevers- en werk nemersorganisaties. Dit voor jaar zal Volksgezondheid in Helsinki echter opnieuw gaan bekijken of de wet nu ook kan worden uitgebreid tot de arbeidsplaats. Men ver wacht namelijk een grotere bereidheid, daar de bevol king veel bewuster over het onderwerp is gaan denken, nadat de invoering van de wet in 1977 een duidelijk ef- fekt te zien heeft gegeven: het aantal rokers nam sterk af. Wel moet hierbij worden aangetekend dat ook in veel andere westerse landen het aantal rokers een neergaande tendens te zien gaf. Nederland achter Nederland ligt op het gebied van rookverboden en het be strijden van overlast door rook voor anderen sterk ach ter bij vergelijkbare landen als Zweden en Finland. Vol gens de heer P. Nelissen van de Stichting Volksgezond heid en Roken in Den Haag, bestaat er met uitzondering van een rookverbod op rijks scholen, dat minister Pais en kele jaren geleden doorzette, geen enkele wet of regel op dit gebied. Zelfs ziekenhui zen of andere toch uiterst ge voelige plaatsen vallen vol gens Nelissen niet onder de een of andere wet. Het is ech ter duidelijk dat de directies van ziekenhuizen wel voor maatregelen hebben gezorgd. maar dat neemt niet weg dat er nog heel wat sigaretten verast worden in Nederland se ziekenhuizen. De plaatsen waar in Nederland wèl gevraagd wordt sigaret of sigaar uit te maken zyn bio scopen en theaters, maar hier speelt slechts brandpreventie een rol en niet de volksge zondheid. Dat er in ons land op meer plaatsen een maatre gel nodig zou zijn mag blij ken uit de ook hier sterk da lende aantallen rokers. Vol gens de Stichting Volksge zondheid en Roken rookt thans maar 37 procent van de Nederlanders van vijftien jaar en ouder, terwijl dit getal ieder jaar verder afneemt. Worden alle Nederlanders ge rekend dan gaat het zelfs slechts om 28 procent. Een maatregel zou in ons land moeten gaan vallen onder de Arbeidsomstandighedenwet, die nog „in ontwikkeling" is, maar volgens Nelissen is er weinig kans op dat de „niet- rokers" hier een vinger tus sen zullen krijgen. (GPD)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 23