Strij d voor mensenrechten:
meer dan een rituele dans
Defensie Japan tussen grondwet en dreiging
LEZERS SCHRIJVEN
Martelingen nauwelijks uit te bannen, maar
Paus
Nivelleren(3)
Carmiggelt
Meningen
Zes weken lang heeft de
Commissie voor de Rech
ten van de Mens aan de
hand van een overvolle
agenda lange werkdagen
gemaakt; tientallen reso
luties en besluiten werden
aangenomen. Maar in een
groot aantal landen wor
den de rechten van de
mens nog dagelijks ge
schonden en bijna onver
mijdelijk rijst derhalve de
vraag: wat is de zin van dit
alles, wat is het nuttig ef
fect?
Het is dezelfde commissie die bijna
vijfendertig jaar geleden onder
de bezielende leiding van me
vrouw Eleanor Roosevelt de Uni
versele Verklaring van de Rech
ten van de Mens tot stand bracht
en die sindsdien nog talloze de
claraties en verdragen ontwierp,
waarvan de bekendste wel zijn
de mensenrechtverdragen van
1966. Maar dit indrukwekkende
gebouw van normen en regels
heeft niet kunnen voorkomen
dat de rechten van de mens in al
le delen van de wereld nog altijd
met voeten worden getreden. Zo
als zo vaak is de Verenigde Na
ties wel in staat gebleken tot het
formuleren van prachtige docu
menten maar in gebreke geble
ven instellingen in het leven te
roepen die die plechtige bewoor
dingen in daden kunnen omzet
ten, of heeft althans de instellin
gen die er zijn maar beperkte en
daarom ontoereikende bevoegd
heden gegeven.
Zijn derhalve de bijeenkomsten
van de commissie verworden tot
ken dat de commissie wel wat al
te selectief te werk ging. vorig
jaar werden aan dit lijstje ook
twee landen toegevoegd, die in
andere regio's liggen, te weten
Polen en Iran.
Weigeren
Dit jaar heeft de commissie beslo
ten de mensenrechtensituatie in
alle bovengenoemde landen op
haar agenda te houden, met uit
zondering van die in Bolivia,
waar de democratie is hersteld.
Bijzonder bedenkelijk is dat van
deze landen een tweetal, Chili en
Polen, volstrekt weigeren om
met de commissie samen te
werken omdat zij dit beschou
wen als een inmenging van de
commissie in hun interne aange
legenheden. Vooral in het geval
van Polen is dit merkwaardig
omdat dit land in het verleden
een dergelijk betoog van de zijde
van Chili volstrekt verworpen
heeft.
Het argument is overigens onte
recht, omdat de rechten van de
mens al sinds lang als een voor
werp van internationale zorg
worden beschouwd en de com
missie uitdrukkelijk is gemach
tigd om een studie te doen ver
richten naar de mensen rechten
situatie in een bepaald land in
dien zij daarvoor redenen aanwe
zig acht. Toch duidt dit ver
schijnsel op de moeilijkheden
waarop de Verenigde Naties
stuit bij haar pogingen de eerbie
diging van de rechten van de
mens ook daadwerkelijk te doen
naleven. Zij beschikt niet over
machtsmiddelen en kan slechts
door het uitoefenen van druk
proberen de situatie in een be
paald land te beïnvloeden. Daar
naast verkeert de commissie in
het nadeel dat zij slechts ccn be
perkt aantal landen bij de kop
kan nemen, zij het dat in die lan
den de schending van de rechten
van de mens wel bijzonder
schrijnend is.
Selectief
Maar haar aanpak is toch altijd se
lectief. Vandaar dat een aantal
landen, waaronder Nederland,
voorstander is van de instelling
van de post van een Hoge Com
missaris voor de Rechten van de
Mens. Een dergelijke functiona
ris zou in alle daarvoor in aan
merking komende gevallen de
betrokken regeringen kunnen
benaderen en reeds in een vroeg
stadium kunnen proberen
schendingen van mensenrechten
te doen beëindigen. Tijdens de
afgelopen zitting is echter geble
ken dat de benoeming van een
dergelijk figuur nog op groot ver
zet stuit en het zal geen verba
zing wekken dat dit verzet onder
meer afkomstig is van die landen
die èr op mogen rekenen aller
eerst voor een benadering door
eerst door zich te richten op be
paalde zeer afstotende verschijn
selen. Een aantal iaren geleden
nam het aantal onvrijwillige ver
dwijningen opzienbarend toe.
Het bekendste voorbeeld is wel
dat van Argentinië, waar vooral
het optreden van de 'dwaze moe
ders' de internationale aandacht
wist te trekken, maar het ver
schijnsel bleef bepaald niet tot
dat land of zelfs maar tot Latijns-
Amerika beperkt. De commissie
heeft toen een werkgroep inge
steld, tot wie een ieder, wiens fa
milieleden of bekenden het
slachtoffer van verdwijningen
zijn geworden, zich kan richten
en die vervolgens zich tot der re
gering van het betrokken land
kan wenden met een verzoek om
door
P.H. Kooijmans
opheldering. Al kan over de me
dewerking die door de desbetref
fende regeringen werd verstrekt
bepaald niet worden gejuicht,
opvallend was wel dat het aantal
verdwijningen beduidend in
aantal afnam, wederom een be
wijs dat het enkele bestaan van
zulk een werkgroep preventief
werkt.
Politieke moorden
Een ander weerzinwekkend ver
schijnsel nam echter wel in bete
kenis toe, dat van de politieke
moorden of willekeurige execu
ties. Vorig jaar heeft de commis
sie besloten zich over dit ver
schijnsel te laten voorlichten
door een speciale rapporteur, de
Keniaan Amos Wako. Deze heeft
een zeer voorlopig rapport het
licht doen zien, waarin hij onder
meer bericht dat hem meldingen
hebben bereikt dat er in een klei
ne veertig landen standrechtelij
ke of willekeurige executies heb
ben plaatsgevonden in de afgelo
penjaren. Onder de door hem ge
noemde landen bevond zich ook
Suriname en dit gaf de Neder
landse delegatie de gelegenheid
om bij de bespreking van zijn
rapport ook de aandacht te vra
gen voor de gebeurtenissen van
de negende december in Para
maribo. De commissie heeft het
mandaat van Wako verlengd en
dat geeft hem de gelegenheid om
de situatie in Suriname verder te
evalueren. Naast deze benade
ring die op bepaalde verschijnse
len is gericht, kan de commissie
ook de situatie in een bepaald
land waar zich zeer ernstige
schendingen van de mensen
rechten voordoen, nader onder
de loep nemen. Gebeurde dit in
de afgelopen jaren met name met
betrekking tot bepaalde Latijns-
Amerikaanse landen (Chili, Boli
via, El Salvador en Guatemala),
hetgeen de Latino's deed opmer
een soort rituele dans? Alvorens
deze vraag te beantwoorden, lijkt
het goed eerst eens te bekijken
waarmee de commissie zich zoal
bezig houdt. In de eerste plaats is
zij nog steeds bezig met het op
stellen van regels. Tijdens de zo
juist afgesloten zitting zijn goede
vorderingen gemaakt met het tot
stand brengen van een verdrag
tegen het martelen. Men kan zich
afvragen waarom er een verdrag
tegen het martelen gesloten
moet worden als martelen al ver
boden is krachtens de verdragen
van 1966. Een aantal redenen
kunnen daarvoor worden aange
voerd. Zo is het belangrijk om
vast te leggen wat allemaal onder
het begrip martelen valt; niet al
leen bijvoorbeeld de brute vor
men van geweldsuitoefening
maar ook de meer 'verfijnde' vor
men van geestelijke marteling
die in bepaalde landen toepas
sing hebben gevonden. Belang
rijker echter nog is de instelling
van een orgaan dat onafhanke
lijk een onderzoek in kan stellen
naar bepaalde praktijken en
daarover kan rapporteren. Van
het enkele bestaan van zulk een
orgaan kan een preventieve wer
king uitgaan, omdat nu eenmaal
geen enkel regime het leuk vindt
om in het beklaagdenbankje te
staan. Daarnaast is de commissie
doende om middels een werk
groep een verklaring op te stel
len waarbij het recht op ontwik
keling als een recht van de mens
wordt aanvaard.
Dwaze moeders
Naast deze normstellende arbeid
houdt de commissie zich ook be
zig met actuele schendingen van
de rechten van de mens. Zij doet
dat op tweeërlei manier. Aller
Amnesty International:
actievoeren tegen
martelingen
en andere schendingen
van mensenrechten.
zulk een Hoge Commissaris in
aanmerking te zullen komen.
We komen terug bij de eerder ge
stelde vraag: is de zitting van de
commissie verworden tot een
soort rituele dans? Ik geloof het
niet. Wie uit is op snelle resulta
ten, zal zich al snel ontgoocheld
afwenden. Maar in de weerbar
stige, nog immer op het stelsel
van soevereine staten berusten
de, internationale samenleving
liggen snelle resultaten
digweg niet binnen de mogelijk
heden. Waar het op aan komt is
een hardnekkig blijven zoeken
en tasten naar kansen om het in
derdaad indrukwekkende ge
bouw van normen een steviger
en dieper fundament te geven.
Dat vereist inventiviteit, maar
het vereist bovenal doorzettings
vermogen. En wanneer het met
name de slachtoffers van de
r vrijlating van gearresteerde of verdwenen echtge-
(Foto: AP).
schendingen van de rechten van
de mens zijn die je zeggen dat het
zin heeft en je aansporen om
door te gaan, dan heb je eigenlijk
geen andere aanmoediging no
dig.
Prof. dr. P.H. Kooijmans is hoogleraar
in het Volkenrecht aan de Rijksuniver
siteit in Leiden en was leider van de
Nederlandse delegatie op de vergade
ring van de VN-mensenrechtencom-
missie in Genève.
Het valt de Japanse regering niet
altijd even gemakkelijk om een
verantwoord en algemeen aan
vaard veiligheidsbeleid te ont
wikkelen. Van twee kanten staat
zij onder druk. Enerzijds moet zij
rekening houden met de grond
wet (van 1946), waarin onder
meer staat (art. IX) dat het Ja
panse volk afziet van oorlog als
een recht van de natie en van de
dreiging met militair geweld om
internationale politieke conflic
ten op te lossen. Anderzijds heeft
de Japanse regering te maken
met militair-strategische ontwik
kelingen in de regio, die de vei
ligheid van Japan daadwerkelijk
kunnen bedreigen.
De eerste problemen met deze
grondwet deden zich voor bij het
begin van de oorlog in Korea in
1950. Mede onder druk van de
Amerikaanse generaal MacAr-
thur besloot de Japanse regering
tot de oprichting van een politie
macht van 78.000 man, die in
1954 werd „omgedoopt" in de Ja
panse Zelfverdedigingsmacht.
Om zich te verdedigen tegen hen
die deze oprichting strijdig acht
ten met de grondwet, gebruikte
de regering het argument dat de
grondwet het recht tot zelfverde
diging niet uitsloot.
Veranderende machtsverhoudin
gen in de jaren '70 in het Midden-
Oosten, op het Aziatische conti
nent en in het westelijk deel van
de Pacific (Grote Oceaan), dwon
gen Japan tot bijstelling van zijn
veiligheidsbeleid. De oliecrisis
maakte de strategische zwakte
van de Japanse economie duide
lijk zichtbaar. Rusland vergroot
te zijn militair potentieel in het
Verre Oosten, mede met het oog
op de gespannen verhouding
met China. Amerika trok zich te
rug uit Vietnam en verplaatste
een deel van zijn militaire midde
len van de Pacific naar de Indi
sche Oceaan om zijn belangen in
het Midden-Oosten beter te kun
nen verdedigen.
Deze ontwikkelingen beinvloed-
den uiteraard ook de betrekkin
gen tussen Japan en Amerika. In
Japan groeide de twijfel aan de
Amerikaanse veiligheidsgaran
tie, zoals neergelegd in de veilig
heidsverdragen van 1951 en 1960.
Amerika ging druk uitoefenen
op het welvarende Japan om
meer voor eigen veiligheid te
doen. Waarom zou Amerika alle
lasten moeten dragen? In 1975
bedroegen de defensieuitgaven,
omgerekend per hoofd van de
bevolking, voor Japan - dat in die
tijd bijna even welvarend was als
bijvoorbeeld de Duitse Bondsre
publiek - 42 dollar, tegen Ameri
ka 417. Japan gaf aan deze Ame
rikaanse druk toe. Het verhoog
de in de periode 1976 tot 1980 zijn
defensiebudget met rond 50 pro
cent. Bovendien breidde het zijn
materieelbestand uit met onder
andere luchtafweer-raketsys-
teem, patrouillevaartuigen voor
de marine en 100 F-15-luchtver-
dedigingsjagers.
De veranderde machtsverhoudin
gen in Azië hebben natuurlijk de
relatie tussen Japan en Amerika
niet wezenlijk aangetast. Beide
staten hebben op het gebied van
de veiligheid belang bij goede
verhoudingen. Japan maakt deel
uit van een veiligheidsgordel,
waartoe ook de Filippijnen, Ma-
lakka, Singapore, Thailand en
Pakistan behoren, die Amerika
nodig heeft om de ontwikkelin
gen op het Aziatische continent
militair te kunnen beheersen. Ja
pan controleert bovendien de
toegangen tot de Japanse Zee en
de Zee Ochotsk, waar zich de be
langrijkste thuishavens bevin
den van de Russische Pacific-
vloot. Deze vloot bestaat uit on
der meer 120 onderzeeboten, 85
door
M.H. von Meijenfeldt
giote oppervlakteschepen en
wordt gesteund door rond 300
gevechtsvliegtuigen. Tegenover
dit potentieel heeft Amerika in
de Pacific aan maritime midde
len onder meer rond 40 onder
zeeboten, 70 grotere oppervlak
teschepen en 500 gevechtsvlieg
tuigen.
Japan kan de Amerikaanse militai
re steun niet missen om het
hoofd te bieden aan de dreiging
van het Russische militaire po
tentieel. De politieke betrekkin
gen tussen de Sowjet-Unie en Ja
pan zijn niet best. Een vredesver
drag tussen beide landen is nog
steeds niet getekend. Voor Japan
is de Russische bezetting van de
vier zuidelijke eilanden van de
Koerilen (noordoostelijk van Ja
pan), die vroeger Japans eigen
dom waren, onaanvaardbaar. De
Russische militaire dreiging is
toegenomen door de stationering
van SS-20-raketten in het ooste
lijk deel van de Sowjet-Unie
(naar schatting rond honderd).
Dit aantal kan groter worden
wanneer de onderhandelingen in
Genève over de beperking van
atomaire wapensystemen voor
middellange afstand ertoe leiden
dat een deel van het tegen West-
Europa gerichte Russische po
tentieel naar Siberië wordt ver
plaatst. Gelet op deze dreiging is
het begrijpelijk dat Japan zich
volledig achter de nul-optie van
president Reagan heeft opge
steld. De toename van de Russi
sche dreiging heeft geleid tot het
besluit Amerikaanse F-16-vlieg
tuigen te stationeren in Noord-
Japan, een verhoging van het Ja
panse defensiebudget en uitbrei
ding van de Japanse zelfverdedi
gingsmacht met onder andere
maritime en luchtverdedigings
middelen.
De uitbreiding van de Japans Zelf
verdedigingsmacht dient door
de Japanse regering ook in deze
tijd nog met de nodige voorzich
tigheid te worden nagestreefd. In
Japan zelf moet zij rekenen met
een belangrijke stroming die de
grondwet op een andere wijze
dan de regering uitlegt en die de
rol van Japan in het Amerikaan
se mondiale strategische beleid
onaanvaardbaar vindt. Daar
naast moet de regering ervoor
waken de betrekkingen met om
ringende landen niet al te zeer te
verstoren. Veel van die landen
zijn nog altijd bevreesd voor een
herhaling van het Japanse mili
taire optreden tijdens de Tweede
Wereldoorlog. Die vrees lijkt mij
niet gegrond. De Japanse militai
re macht is bepaald niet groter
dan die van omringende landen
als Zuid- en Noord-Korea en
Vietnam. De Japanse Zelfverde
digingsmacht beschikt over
245.000 militairen (Zuid-Korea:
600.000, Noord-Korea: 780.000,
Vietnam: meer dan één miljoen);
880 tanks (Zuid-Korea: 1000,
Noord-Kórea: 2800, Vietnam:
2400), 420 gevechtsvliegtuigen
(Zuid-Korea: 430, Noord-Korea:
700, Vietnam: 470) en 49 grotere
oppervlakteschepen (Zuid-Ko
rea: 21, Noord-Korea: 22, Viet
nam: 5). De werkelijkheid is, dat
het strijdtoneel in het westelijk
deel van de Pacific volledig
wordt beheerst door de atomaire
grootmachten Amerika en de
Sowjet-Unie en door China. Voor
andere landen is in deze regio
niet meer dan een bijrol wegge
legd. Dat deze rolverdeling in de
nabije toekomst sterk zal veran
deren, lijkt mij praktisch uitge
sloten.
Generaal b.d. M.H. von Meijenfeldt is
medewerker militaire zaken van de
Gemeenschappelijke Persdienst.
v l
Gaarne even een reactie op het be
toog van prof. Goddijn in de ru
briek Nabij en Ver van vrijdag 11
maart j.l.. Ik hoop dat Goddijn
wat duidelijker kan zijn in zijn
keuze t.a.v. het pausschap.
Interpretatieschema's tegenover
elkaar zetten is geen oplossing.
Om een boodschap bij de men
sen te brengen moet men wel
handelen zoals de paus doet.
Door krachtige stellingname ten
opzichte van onrecht en dergelij
ke (zie zijn laatste reis) geeft de
paus een teken van intense ver
bondenheid met de mens(en),
waar ook ter wereld. Nog groter
zal die intensiteit zijn met God,
de kracht waaruit hij dagelijks
de moed en de motivatie put om
te strijden voor Gods rijk op aar
de.
Het is voorts nogal algemeen te
stellen dat intellectuelen, stede
lingen e.d. de R.K. kerk hebben
verlaten. Ik betwijfel dat, hoewel
het er in deze jaren urel op lijkt.
Belangrijker is de vraag of het
wel allemaal naar de kerk is toe
te schuiven. Zou de oorzaak ook
kunnen liggen in het feit, dat
veel mensen zijn vervormd door
goedwillende, maar in de leer
dwalende mensen, die eigentijds
wilden zijn en daardoor de regels
en wetten van diezelfde kerk in
hun dadendrang opzij schoven?
Ik denk, dat je toch wel bij de tijd
kunt blijven juist door het zuive
re geloof te beleven, althans zo
veel mogelijk. Met die leefwijze
ga je zeker niet voorbij aan de sa
menleving waarin je leeft en
werkt.
Bovendien ben je ook niet conser
vatief, als je de normale regels en
wetten van je geloof probeert na
te leven en te eerbiedigen.
J. Biesjot
Trompstraat 77
Leiden
De reactie van de heer Teljeur (LD
AD 10 maart) op mijn brief over
'nivellering' kan ik in grote trek
ken wel appreciëren. Die 500
per persoon voor elke Nederlan
der kan ook niet. Wat wel kan is,
dat elke goed bedeelde met een
salaris van pakweg 3000 per
week een flink eind de hoogte in
schiet; dat kan wel in het huidige
systeem.
Waarom moeten al die hoge heren
van b.v. Shell en andere mam-
moetbedrijven, die in de bodem
het gas, de olie en andere delf
stoffen vinden, zoveel hebben?
Wij allen wonen op deze delfstof
fen en hebben daarom recht op
een bepaald aandeel daarvan.
Dus kan iedereen op de wereld
zich aandeelhouder noemen. Dat
wil zegggen dat deze heren in
hun prachtige villa's natuurlijk
moeten nivelleren. Dat al die di
recteuren, ministers, hoge amb
tenaren meer geluk dan wijsheid
hadden, wil zeker niet zeggen dat
ze mogen pronken met ander
mans veren. En wel de veren van
het 'klootjesvolk', dat steeds
meer moet bezuinigen te.n be
hoeve van de rijkaard.
Maar Jan met de Pet is tevreden op
zijn manier, met het voetbalspel,
de oude rotauto uit het jaar 1970.
En misschien heeft hij wel werk
op een wolfabriek of moet hij el
ke dag acht uur lang op het abat
toir koeien slachten, hij immers
heeft werk en kan zijn eigen
'klootjesvolk' bekritiseren waar
hij dan denkt voor te moeten
werken.
Dit echter is totaal niet waar, daar
de werklozen de helft krijgen
van het loon dat hij verdient.
Neen! Het meeste draagt hij af
aan de belasting, die dan afge
dragen wordt aan de 'schatkist'
en hiermee verrijken zich de top
ambtenaren. Te zijner tijd zal
echter een robot worden uitge
vonden die een koe slacht in een
minuut en dan is die 'tevreden
man' ineens ontevreden gewor
den. Kijk naar ontslagen leraren
en dergelijke kopstukken.
Daarom ben ik het op bijna alle
punten eens met de heer Teljeur,
behalve punt vijf. De meeste be
gaafden en sterkeren steunen
niet de zwakkeren. Dan doen zij
pas als ze durven te nivelleren.
Een plicht voor de zwakkere is er
niet, want ondergetekende heeft
in zijn bezit wel zestig brieven
van bedrijven die hem niet moes
ten, ondanks dat hij in het bezit
is van diverse diploma's.
Want wat doet de werkgever: die
gaat bij het arbeidsbureau infor
meren en desnoods ook nog wel
by de dokter. En daar rollen de
koppen, als de solicitant zich niet
heeft ingepast als een 'zoete jon
gen'.
Dat is het systeem, dat zo rot is als
de pest Daarom hoera voor de 12
punten van de heer Teljeur. in
dien dit ooit verwerkelijkt mag
worden.
H. de Haan
Nic. Beetsstraat 3b
Leiden
(door de redactie ingekort;discus-
sie gesloten, red.)
Veel lof aan uw redacteuren Sjak
Jansen, Saskia Stoelinga en foto
graaf Luuk Gosewehr. Het inter
view dat zij mij hebben afgeno
men is in uw bijlage Extra van
afgelopen zaterdag perfect weer
gegeven. Dat ik niettemin een
kleine correctie moet aanbren
gen is niemands schuld. Toen we
ons gesprek voerden was het
plan Bert Haanstra's film 'Vroe
ger kon je lachen', die zich bezig
houdt met en mijn werk, eind
maart in première te laten gaan.
Daarom staat dat - terecht - in het
artikel. Maar later is besloten de
première een maand te verschui
ven, omdat er eind maart zoveel
premières zijn dat de onze een
beetje in het gedrang zou raken.
Daarom dit briefje dat de film
niet eind maart maar eind april
in de bioscopen gaat draaien
AMSTERDAM,
S. Carmiggelt
Meningen op deze
pagina zijn voor
rekening van de
auteurs