Met geld omgaan was Marx' zwakste punt Het oor van zes miljoen Vader van het communisme overleed 100 jaar geleden ZATERDAG 12 MAART 1983 Extra PAGINA 19 Een beter decor voor een griezelfilm is niet denk baar. De dodenakker Highgate Cemetery in Noord-Londen is geknipt voor langzaam wegschui vende grafstenen, benige handen die de rand van het graf omklemmen, ang stige maagden in fladde rende witte jurken, dat soort scenes. Zenuwachtige mensen met een rijke fantasie kunnen High gate maar beter mijden. Het moet een van de meest sinis tere plekjes in Engeland zijn, met z'n half weggezakte Vic toriaanse grafstenen, door klimop overwoekerde krui sen, verminkte grafengelen en welig tierend onkruid. Dan, als we een hoek van het kromme pad omslaan dat we tot dusver hebben gevolgd, ineens een onverwacht beeld: een rechthoekig stukje opmerkelijk goed bijgehou den gras en in het midden een grote grijze monoliet met bovenop de kop van Karl Marx. Dat detoneert nogal, dit stukje orde in de sfeer van kwijnend verval waarmee het is om ringd. Rechts van Marx lig gen Henry en Grace Griffith onder een heel gewoon steen tje. Daarop staat een kort ge dichtje van vier regels: 'God saw how they suffered; Knew they needed rest; His garden must be beautiful; He only ta kes the best.' Druk Maar wie ziet dit versje? De ca meraploeg die bij Marx' van graniet gemaakte monoliet opnamen aan het maken is, in ieder geval niet. Het is nog al druk daar, de laatste tijd. Op 17 maart 1883, honderd jaar geleden dus, werd Karl Marx op Highgate Cemetery ter aarde besteld. Vandaar. Hij kreeg niet meteen z'n me tershoge standbeeld. Marx, z'n vrouw, z'n huishoudster en een van zijn kleinzonen werden oorspronkelijk een kleine 100 meter verderop be graven. Een onder onkruid en gebladerte verscholen steen neemt nu nog die plaats in. Zonder hulp is dat plekje niet te vinden. In 1954 werd besloten dat de resten van Marx cum suis naar een betere plaats zouden worden overgebracht. Twee jaar later werd de huidige monoliet onthuld door Harry Pollitt, de toenmalige secre taris-generaal van de Britse communistische partij. Het verhaal gaat dat Moskou het standbeeld betaald heeft. Op de steen staat een vermaar de regel uit het Communis tisch Manifest, door Marx en Engels in 1848 opgesteld. 'Workers of all lands, unite', of, zoals dat in het Neder lands heet: 'Proletariërs aller landen, verenigt u'. Onderaan nog een citaat, afkomstig van Marx' proefschrift over Lud- wig Feuerbach, geschreven in 1845. Het luidt: „De filosofen hebben niet meer gedaan dan de we reld op verschillende manie ren uit te leggen. Waar het echter om gaat, is de wereld te veranderen". Dat is nog eens wat anders dan het sim pele kwatrijn op het graf van Marx's buren, Henry en Gra ce Griffith... Leuzen Er zijn in het verleden vele po gingen gedaan het graf van Marx te veranderen. Leuzen zijn erop gekalkt, pogingen zijn gedaan de kop eraf te du wen, ondernemende jonge lieden hebben ooit zelfs ge probeerd het gehele monu ment op te blazen. Het staat er echter nog steeds, zicht baar in staat nog vele eeuwen te trotseren. Waarom ligt Marx in Highgate? Waarom niet in Duitsland, waar hij in 1818 werd gebo ren? Of in Parijs, waar hij zich intensief met de door hem voorziene revolutie van het proletariaat bezig hield? Of zelfs in de Sowjet-Unie waar zijn beeltenis zo'n ver trouwd straatbeeld is? Marx kwam in 1849 naar Lon den omdat hij elders in Euro pa ongewenst was. Duitsland wilde hem niet hebben van wege z'n opruiende geschrif ten, hij was al eens Frankrijk uitgezet en in Brussel, waar 'Op 14 maart zal het honderd jaar geleden zijn dat de Duitse filosoof, historicus en econoom Karl Heinrich Marx op 64-jarige leeftijd in Londen overleed. De geestelijke vader van de sociaal-democratie en het communisme zag - vanwege zijn radicale politieke opvattingen - een universitaire loopbaan in zijn vaderland al gauw afgesneden. Ook in Parijs en Brussel bleek hij later ongewenst, zodat hij zich in 1849 op 31-jarige leeftijd in het betrekkelijk tolerante Londen vestigde, waar hij de rest van zijn leven zou blijven. Henk Dam schetst zijn bestaan aldaar, dat geenszins een pretje was. dochter Eleanor opbiechtte) werd direct bij pleegouders ondergebracht, en zou zijn echte vader nooit meer zien. Zo loste men dat in de tijd van koningin Victoria op... Zonnetje hij enige tijd gewoond had, hoefde hij ook niet meer te komen. Londen was de voor de hand liggende wijkplaats. Er was daar een sterke middenklas se die niet van opstanden hield, de arbeidende klasse werd er naar verhouding re delijk betaald, de radicalen die in de Britse hoofdstad za ten hielden niet van geweld en er was een zeer sterk poli tiekorps. Aan de revolutionaire branden van 1848, die door vrijwel heel Europa woedden, deed Londen, en dus Engeland, niet mee. Onder die omstan digheden was het voor de machthebbers daar niet moeilijk tolerant te zijn je gens revolutionairen van het Europese vasteland. door Henk Dam Brood Ze kwamen dan ook naar Lon den, bij honderden. Uit Duitsland, uit Polen, Frank rijk en Italië. Spoedig ver enigden deze revolutionaire werkers en denkers zich in genootschappen en genoot- schapjes. Zoals dat bij recht lijnig denkende lieden hoort, werd binnen die clubs stevig ruzie gemaakt. Marx was hierop geen uitzon dering. In Londen was er een vereniging voor revolutionai ren uit Duitsland, de 'Ger man Workers' Education So ciety', maar dat vond Marx al snel een clubje onbenullen. Een eigen vereniging werd opgericht, maar ook die bleek geen lang leven be schoren. Marx had trouwens wel andere zorgen aan zijn hoofd dan verenigingen gispen en stich ten. Hoe aan het dagelijks brood te komen, bijvoor beeld. Menige conservatief zal met grote vreugde en on der hevig instemmend ge- knik kennis nemen van het feit dat Karl Marx niet met geld kon omgaan. Maar dan ook absoluut niet. Karl Marx, zijn vrouw Jenny en hun drie kinderen, kwamen in Londen aanvankelijk te wonen in de dure wijk Chel sea (voor bedevaartgangers: 4 Anderson Street, vlakbij King's Road). Ze moesten daar de in die dagen zeer ho ge huur van 6 pond per maand betalen, en daar er geen geld binnenkwam zat de familie al snel op zwart zaad. De kleine neringdoenden uit de buurt lieten de rekeningen niet verder oplopen en de deurwaarder werd erbij ge roepen. Deze liet, tot aanzien lijke vreugde van een kleine menigte, de gehele huisraad naar buiten halen om te wor den verkocht. Zelfs de wieg van Marx' zojuist geboren vierde kind werd zo wegge haald. In de wijk Soho vond de fami lie Marx nieuwe huisvesting. Thans is deze wijk wereldver maard als de rosse buurt van Londen, met z'n tientallen sexshops, massage-inrichtin gen en overig scabreus ver maak. In de tijd van Marx was het een arme, maar le vendige en kosmopolitische wijk met veel restaurants en veel kleine winkeltjes. Het huis waar Marx van 1851 k Het graf van Karl Marx op Highgate Cemetery in Londen: ondanks tot 1856 woonde, 28 Dean Street, maakt thans deel uit van een aanbevelenswaardig Italiaans restaurant, Leoni's. In dit huis bewoonden Marx en zijn familie twee kamers. Eén daarvan gebruikte de doctor in de filosofie als zijn studeerkamer, en in de twee de woonde het gezin. Het was krap daar. Jenny be viel al gauw van haar vijfde kind en bovendien had de fa milie Marx een huishoudster, Helene Demuth, doox ieder een 'Lenchen' genoemd. Er bestaat een fascinerend ver slag over de toestand bij de familie in die tijd, geschreven door een Pruisische politie agent die er voor zijn vader land kwam spioneren. Hij berichtte onder meer: „Marx woont in een van de ergste, en daardoor een van de goedkoopste wijken van Londen. Als je z'n kamer binnenkomt tranen je ogen door de tabakswolken zodat het lijkt alsof je in een spe lonk bent maar geleidelijk aan, als je aan de mist ge wend raakt, kun je zekere voorwerpen onderscheiden". „Alles is vuil en overdekt met stof, zodat ergens gaan zitten een gevaarlijke onderneming is. Hier is een stoel met maar drie poten, en op de tweede zijn de kinderen aan het ko ken - en juist die heeft vier poten. Die stoel wordt dan ook aan de bezoeker aange boden, maar de kookkunst van de kinderen wordt niet weggeveegd. Als je gaat zit ten, kost je dat je broek". Ja, ja, Marx bespioneren was nog een riskant bedrijf. De agent gaat verder: „Hij leidt een zigeunerbestaan. Was sen, zich verzorgen en van kleren wisselen doet hij zel den, en hij is vaak dronken. Hoewel hij vaak dagen achtereen niets doet, kan hij ook dag en nacht doorwer- aanslagen staat het er nog steeds. (Foto Dirk Ketting) ken als hij veel te doen heeft. Hij heeft geen vaste tijden waarop hij opstaat of gaat sla pen". Veel (betaald) werk had Marx overigens zelden te doen. Hij schreef zo nu en dan een co lumn voor de Amerikaanse krant 'New York Daily Tribu ne', had wel eens wat extra inkomsten van andere stu dies, maar dat sneed geen hout. Het gezin Marx was dan ook zo armlastig dat de vader des huizes zelfs eens twee keer in één jaar (1853) zijn jas moest belenen. Maar hij had een beschermen gel in de persoon van Frie drich Engels, vriend, mede strijder, zo men wil geloofs genoot, en bovendien de zoon van een vermogende textielbaron. Engels kwam in 1850 naar Engeland waar hij in Manchester op het kantoor van zijn vader kwam te werken. Zonder Engels was Karl Marx financieel te gronde gegaan, dat staat wel vast. Steeds weer stuurde Engels hem en veloppen met geld, en als de nood echt hoog was leende Friedrich desnoods zelf geld om zijn onfortuinlijke maar door hem als geniaal be schouwde vriend uit de brand te helpen. Ook elders trachtten de Mar- xen geld lost te peuteren, bij Jenny's familie bijvoorbeeld (zij was als dochter van Ba ron von Westphalen van zeer goede komaf). Hedendaagse volgelingen van Marx zullen het wel als tekenend be schouwen dat Karl maar zel den (en dan nog onder strikte voorwaarden) geld los kreeg van zijn rijke Nederlandse oom, een bankier uit Zalt- bommel. Die oom heette B.F.D Philips, en was de vader van Gerard en Anton Philips, twee ener gieke en ideeënrijke mannen die in 1891 de naar hen ge noemde fabriek in Eindho ven stichtten. Het verhaal gaat dat later, toen nakome lingen van de twee families elkaar troffen, die van Philips tegen die van Marx zeiden: „Het verschil tussen jullie en ons is dat jullie over kapitaal praatten, terwijl wij het maakten...". Leeszaal Over kapitaal gesproken, Marx schreef zijn magnum opus 'Das Kapital' in de leeszaal van het British Museum, dat op loopafstand van zijn huis in Soho verwijderd lag. Die prachtige ronde leeszaal met z'n 30.000 naslagwerken langs de wand is er nog steeds, zij het dat bibliotheek plus zaal thans niet meer bij het British Museum behoort, maar onder de naam British Library zelfstandig is. Rij AA, stoel 07 moet de plaats zijn waar Marx doorgaans werkte. Hoewel... een woord voerder van de British Libra ry: „Daar gaan we van uit. Het is de stoel die het dichtst staat bij de naslagwerken die Marx nodig had, dus we ne men maar aan dat hij daar vaak gezeten heeft. Hoewel niemand hier een vaste plaats had, of heeft". Marx gebruikte zijn tijd in de leeszaal, waarvan hij in 1850 lid werd, in het begin vooral voor het zich eigen maken van de economie. De in filosofi sche en politieke vraagstuk ken doorknede denker voel de een geringe wetenschap van de problemen der staats huishouding als een lacune in zijn kennis, en maakte dat snel goed. Thans, ter afsluiting van de tijd in Soho, nog een klein maar verdrietig biografisch feitje uit het leven van een groot fi losoof. In de zomer van 1851 schreef Marx' vrouw Jenny in haar dagboek de volgende cryptische zin: „Er is iets voorgevallen waarover ik geen details kwijt wil, maar het draagt wel bij aan onze zorgen". Dat 'iets' was de geboorte van Henry Frederick, zoon van Marx' huishoudster Helene Demuth en haar baas. Marx' onechte kind (we weten dat dankzij Engels, die het op zyn doodsbed aan Marx' Na alle financiële ellende van de afgelopen jaren brak in 1856 ineens een zonnetje door. Jenny erfde flink wat geld, en de familie Marx kon zich veroorloven uit Soho weg te trekken en zich te ves tigen in Kentish Town, een wijk in Noord-Londen aan de rand van het luxe Hamp- stead. De vreugde was van korte duur. Spoedig bereikten En gels klaagbrieven over het isolement, de slechte staat van het huis, de gezondheid van Jenny en de kinderen en, uiteraard, geldproblemen. In deze jaren solliciteerde Marx, die tot dan toe alleen geld had verdiend met schrijven, naar een echt baantje. Hjj wil de klerk bij de spoorwegen worden, maar werd afgewe zen omdat zijn handschrift niet te lezen was. Het huis waar Marx woonde, 46 Grafton Terrace, bestaat nog. Dat geldt niet voor het huis op 1 Maitland Park Road even verderop, waar hy in 1864 kwam te wonen. Dat was een ruimer en beter huis, en Marx kon het zich bekosti gen omdat hij wederom uit twee nalatenschappen geld kreeg. Het was ook een duurder huis en omdat voor Marx, zoals gezegd, geen carrière als thuisbankier was weggelegd, schreef hij in 1866 alweer aan Friedrich Engels dat hij 'min nul' aan kapitaal bezat om er de familie mee te onderhou den. Engels kwam voor de zoveelste keer te hulp en gaf hem in 1869, toen hij zich uit het fa miliebedrijf terugtrok, 100 pond om schulden mee af te betalen, alsmede een jaarlijk se toelage van 350 pond, uit te betalen in vier termijnen per jaar. Pas vanaf dat moment had Marx geen geldelijke zor gen meer. Sukkelen Van het voor de geschiedenis van belang zijnde deel van Marx' leven in Londen vallen in de eerste plaats zijn stu dies van economische onder werpen op. En zijn geschrif ten, waaronder drie delen 'Das Kapital'. Na zijn beginja ren in Londen hield Marx zich nog maar nauwelijks met de actieve politiek op. Daar kwam in 1864 voor korte tijd verandering in, toen hij een rol ging spelen in de In ternationale, de organisatie van vakbewegingen uit heel Europa die zich vooral bezig hield met discussies rondom het centrale thema 'de inter nationale solidariteit van de arbeidende klasse'. Die beweging was geen lang le ven beschoren, en was in 1872 in feite niets meer (vier jaar later werd de Internatio nale formeel ontbonden). Marx was zelf toen allang weer met heel andere zaken bezig, in het bijzonder met het schrijven van bijtende aanvallen op de Russische anarchist Michael Bakoenin, die het waagde anders over revolutie en socialisme te denken dan Marx. De laatste jaren van zijn leven had Marx het echter vooral druk met zijn slechte gezond heid. Hij had, door z'n onre gelmatige bestaan en z'n ge woonte geen sigaar en geen borrel ongebruikt te laten als die zijn pad kruisten, een keur van allerhande kwalen. Toen Jenny, die hij vanaf z'n 17e had gekend, in 1881 over leed, brak dat zijn gezond heid helemaal. Hij kon, ge veld door longontsteking en bronchitis, niet eens op haar begrafenis in Highgate Ce metery aanwezig zijn. Engels nam hem waar en sprak de lijkrede uit. Sukkelend legde hij de laatste 15 maanden van zijn leven af. De definitieve klap kwam toen zijn oudste dochter, ook Jenny geheten, in januari 1883 aan kanker overleed. Engels (wie anders) was de gene die Marx op 14 maart van datzelfde jaar dood in de leunstoel vond waar Lenchen hem slapend had achtergela ten... Het 'bionische oor' kan zijn opmars beginnen. Het mi cro-elektronische appa raatje heeft vijf Australi sche doven weer horend gemaakt en binnenkort beginnen de eerste proef nemingen in Europa en de Verenigde Staten. Het bionische oor is ontwik keld door een groep on derzoekers van de univer siteit van Melbourne on der leiding van de hoogle raar Graeme Clark. Het apparaatje zet geluidsgol ven om in elektrische stroompjes die worden gevoed aan de gehoorze nuw. door Hans van Maanen Clark voerde de eerste proeven met een dergelijk apparaatje vijf jaar geleden uit. In 1979 kreeg hij subsidie van de Au stralische regering voor ver dere ontwikkeling en twee jaar geleden kreeg de groot ste Australische biomedische firma, Nucleus in Sydney, opdracht het apparaatje te maken. Tot op heden heeft de Australische regering 6,25 miljoen gulden in het project, dat zijn voltooiing nadert, ge stoken. Het oor zet, normaal gespro ken, luchttrillingen (geluid) om in beweging via trommel vlies en hameraambeeld- stijgbeugel, en deze bewegin gen worden omgezet in druk golven in de vloeistof van het slakkehuis. Deze drukgolven worden geregistreerd door minieme trilhaartjes in het slakkehuis, die ze op hun beurt omzetten in elektrische stroompjes. Deze stroompjes gaan naar de hersenen via de gehoorzenuw. In al deze schakels kan iets misgaan, waardoor gehele of gedeeltelijke doofheid ont staat. Het bionische oor kan in principe in al deze gevallen helpen. Het Australische apparaat is ei genlijk een soort kunst- slakkehuis. Een klein doosje, dat in de borstzaak kan wor den gedragen, vangt de ge luidstrillingen op met een mi crofoon en zet deze om in een gecodeerd radiosignaal. Dit signaal gaat dan met een draadje naar een spoeltje ach ter het oor en door de huid heen naar het kunstslakke- huis. Dit kunstslakkehuis is via een chirurgische ingreep vastge hecht aan het slaapbeen. In het kunstslakkehuis wordt het radiosignaal omgezet in elektrische stroompjes die worden geleid naar een plaatje met elektroden. Ultra kleine draadjes maken dan contact met de uiteinden van de gehoorzenuw, waarop het signaal verder naar de herse nen gaat. Ook elders worden wel kunst- slakkehuizen gemaakt, maar die zijn veel gebrekkiger dan het Australische, omdat ze maar een elektrode bevatten. Daardoor hoort men in feite alleen maar of er wel of geen geluid is. Het Australische apparaat bevat 22 elektroden, en kan het geluid natuurge trouwer bewerken. Niette min haalt het apparaat het nog niet bij de 30.000 zenuw- zevels die in het menselijk oor voor natuurgetrouw ge luid zorgen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 19