"Onderaan Leerkrachten over 'Deetman is een maatschappelijke ramp' ZATERDAG 5 MAART 1983 Extra PAGINA 17 De jeugd is niet meer wat zij geweest is. Onverschilligheid en vernielzucht, die termen duiken steeds weer op als gedragswetenschappers een poging doen de huidige generatie van 12 tot 18 jaar te typeren. De jeugd is vrijwel onhandelbaar, zo is het beeld dat oprijst uit publikaties waarin niet zelden met een zekere gretigheid uitspraken van 'stoere punkers' worden geciteerd. Is het werkelijk zo bar gesteld of wordt er een sterk overtrokken voorstelling van zaken gegeven? En welke zijn de ervaringen in de onderwijswereld, toch bij uitstek een plaats om een oordeel te vormen over de pubergeneratie in crisistijd. Saskia Stoelinga en Bert Paauw schaarden zich om de tafel met zeven leerkrachten uit verschillende onderwijsrichtingen in de regio. De namen: J. VViersinga (dekaan middelbaar beroepsonderwijs Boshuizen), S. de Ridder (docent Vormingscentrum werkende jongeren), M. Jacobs (docent lts Don Bosco), T. van de Wolf (conrector Louise de Coligny), A. Staats (dekaan mavo Agnes), E. Koning (conrector vwo Visser 't Hooft) en W. Luksenburg (adjunct-directeur Rijnlands Instituut voor Ondernemersonderwijs). Een gesprek over jeugdculturen, onderwijsmethoden en toekomstperspectieven. Eén van de conclusies: "Deze tieners hebben geen last van doemdenken". Het beeld van de school jeugd uit de regio Leiden komt niet overeen met wat blijkt uit landelijke enquêtes en publikaties; daarin staat dat ze balen van school, veelvuldig spijbelen en onrust sto ken. Volgens de zeven leerkrachten is dat een heel overtrokken beeld. "Natuurlijk, het komt al lemaal voor", zeggen ze, "maar die groep is naar onze ervaring een kleine minderheid. Die trekt al leen de aandacht". Ook de uitspraak dat de jeugd weinig tevreden zou zijn met het onderwijs dat de school heeft te bieden, wordt van ta fel geveegd. Heel stellig be weren zij daar zeer weinig van te merken. "Integen deel", zeggen Jacobs en Van de Wolf, "ze zijn niet van school af te krijgen". Beide heren signaleren juist een verschuiving naar het langer op school blijven, nu de kans om bij een voortgezette stu die te worden ingeloot en het vinden van werk steeds klei ner wordt. Wachtkamer Van de wolf: "Ze denken bij zichzelf van: waarom zou ik slagen? Ik heb hier vrienden, een dak boven mijn hoofd en gezelligheid. Zonder proble men stappen ze ook over van mavo naar havo en naar athe neum". De school betekent uitstel van executie. Het on derwijs functioneert steeds meer als een wachtkamer van de maatschappij. Op de lts 'Don Bosco' komt het zelfde voor. De helft van de eindexamenkandidaten van 1982 is dit schooljaar terugge keerd om öf een ander vak te volgen óf op een hoger ni veau eindexamen-te doen. Ja cobs: "De ouders steunen ze daarin ook. Zij zeggen: laat hem dat nou maar doen, hij kan nog lang genoeg ^werken". Uit deze antwoorden mag ove rigens niet de conclusie wor den getrokken dat de school bij de jongeren op de eerste plaats staat. Nee, een school hoort er wel bij maar komt pas op de zoveelste plaats. Geld, baan, sport en uitgaan zijn zaken die vele malen be langrijker worden gevonden. Wat ze nu kunnen verdienen is meegenomen. Die (bij)ba- nen variëren van het werken bij de pomp tot het vakken vullen bij Albert Heijn In een klas van vijfentwintig leerlingen bij het Rio heeft er zegge en schrijve één geen baan. Luksenburg: "Het min ste wat er wordt verdiend per week is dertig gulden. Dat meisje werkte alleen maar de zaterdagochtend. Elk jaar gaan we met een aantal klas sen op ski-vakantie. Dit jaar zeiden we tegen elkaar: het zal wel voor de laatste keer zijn. De leerlingen wilden daar niets van weten. Ze ver dienden allemaal genoeg om zo'n reis zelf te bekostigen. Nou, waar praat je dan over?". Droesemzak Als er op het vormingscentrum van de 120 partiële leerplich tigen twee werken is het veel. Terwijl de leerlingen van de scholen voor het algemeen vormend onderwijs zich nau welijks kunnen inleven wat het betekent om werkloos te zijn, wordt er op het vor mingscentrum nauwelijks er gens anders over gepraat. De Ridder vergelijkt zijn cen trum met een droesemzak: "Het is treurig maar waar. Hier komen de mensen die nergens meer terecht kun nen. Ze zijn ook nauwelijks te motiveren. Je ziet ze den ken: wat heeft het nu voor zin om hier op tijd te komen als je vader en je twee broers ook geen werk kunnen vinden?". De leerkrachten zijn het erover eens. Onderaan vallen de klappen. De jeugd mag dan Leerkrachten uit verschillende onderwijsrichtingen bijeen. V.ln.r E. Koning. S. de Ridder, M. Jacobs, T. van de Wolf, J. Wiersinga, A. Staats en (Foto Dirk Ketting! door Bert Paauw en Saskia Stoelinga wel verwend en materialis tisch zijn, maar daarentegen is ze wél erg flexibel. Iemand met een havo-diploma op zak neemt genoegen met een baan waar vroeger iemand van de mavo voor werd ge vraagd. Ze staan niet op hun strepen. De docenten denken dat ze daarin veel makkelij ker zijn dan de ouderen. Op zich zijn ze het niet eens met deze verschuiving, maar ze zien niet hoe dat een halt kan worden toegeroepen Zo zijn er meer verschillen. De lichaams-lengte om maar eens wat te noemen. Lachend constateren ze dat je ze met goed fatsoen niet meer voor het bord kunt roepen. "Ze kijken dan op je neer", zegt Staats, want de gemiddelde leerling torent hoog boven haar uit. Daarnaast worden ze geestelijk rijper genoemd. Met kinderen van dertien, veertien jaar valt een goed ge sprek te voeren. Wiersinga weet zeker dat de leerlingen daar vroeger niet toe in staat waren. Koning vult haar aan: "Zeer snel hebben ze door waar iets te vinden is. Ze kunnen ook logisch iets op een rij zetten". Flexibel Van de Wolf noemt dat "flexi bele intelligentie". Hij be doelt daarmee: "Ze hebben misschien wat minder parate kennis voorhanden, maar ze kunnen creatiever denken en weten waar ze zich kunnen documenteren". Luksenburg is daar ook erg over te spreken. "Deze ont wikkeling is duidelijk het ge volg van de onderwijsver nieuwingen die op de lagere school zijn begonnen. Dat de parate kennis wat minder is, vind ik niet erg. Optellen en aftrekken leer je ze op een achtermiddag, als ze werkelijk zien dat ze het no dig hebben". Waar Wiersinga zich wel over verbaast, is dat de leerlinge^ moeilijk beslissingen kunnen nemen. "Ze doen zich zelf standiger voor dan ze in werkelijkheid zijn. Ik vergis me daar telkens weer in. Ze leggen hun lot eigenlijk in jouw handen. En als je ze te vroeg loslaat gaan ze vaak in de fout". De anderen knik ken veelvuldig als dit wordt gezegd. Het laat de leraren niet onbe roerd, de veelheid aan jeugd culturen: disco, punk, hard rock, optimisten, pessimisten en niet te vergeten de ver stokte hippies. Een hoogst pluriform gezelschap wordt het genoemd. "Die verschil lende uitingen hebben ze al leen maar nodig om zich van elkaar te onderscheiden. Je kunt onmogelijk zeggen dat een punk fascistisch is of een disco een corpsbal". Ook wordt de levensvisie van deze tieners niet bepaald door het doemdenken. Met uitzondering van De Ridder vinden ze allemaal dat de scholier beslist niet amorf en ongeinteresseerd is. Het zestal omschrijft ze als crea tief, enthousiast en tamelijk kritisch. Geen zin "Helaas", zegt De Ridder gela ten, "ik kan dit beslist niet zeggen. "Als je aan onze leer lingen iets overlaat komt er heel weinig uit. Ze verwach ten van ons een programma. Hoewel, de vier punkers die we dit jaar voor het eerst in onze gelederen hebben, zijn Wie tegenwoordig over on derwijs praat, stuit bijna vanzelfsprekend op de naam Deetman, de minis ter die in zijn ontembare bezuinigingsdrang op steeds rigoreuzere wijze moeizaam opgebouwde ontplooiingsmogelijkhe den afbreekt Wiersinga: "Deetman is een grote onruststoker in het on derwijs. Een theoretisch re kenmannetje dat op een wal gelijke manier met leerlingen en leerkrachten omgaat. HO maakt alles zo wankel dat de lol er zo wel afgaat". De Ridder: "Het is een ontzet tend slechte zaak dat er zo veel wordt bezuinigd. En dit terwijl de toekomst van Ne derland juist afhankelijk is van dc jongeren die nu on derwijs krijgen. Alle franje wordt eruit geknipt. Naar mijn idee ga je nu alleen maar 'vakidioten' afleveren, terwijl wij zeggen: je moet mensen opleiden die een vak beheer sen". Jacobs: "Dit beleid kun je zon der meer slecht noemen. Ik ben ervan overtuigd dat deze bezuinigingen hun weerslag zullen hebben op de jeugd die toch al niet zo'n rooskleu rig toekomstbeeld heeft". Van de Wolf: "Deetman is een maatschappelijke ramp. Al lerlei ontplooiingsmogelijk heden worden weggesneden Wat moetje in de WW met ge- lijkbenige driehoeken? Die mensen vallen op zichzelf te rug. Ja, zo ligt het. Juist die vakken waarin we ons sociaal kunnen verantwoorden, wor den als een luxe produkt weggesneden". Staats: "Een trieste zaak wan neer men spreekt over het al gemeen vormend onderwijs, dat juist op die vakken wordt beknibbeld welke het alge meen vormende in zich heb ben. En wat ik ook triest vind, is dat men spreekt van een democratisering in het onderwps en dat iedereen ge lijke kansen moet hebben, maar dat nu degenen die meer geld hebben toch weer aan het langste eind trek ken". Koning: "Het is een ontzettend slecht beleid. Het is heel dui delijk dat in tijden dat er geld in overvloed was, men zich zogenaamd wat meer kon permitteren en daardoor al lerlei creatieve vakken op de markt kon brengen. Maar, wanneer we met een finan ciële terugslag hebben te kampen, veegt men met het zelfde gemak alles wat men vroeger met verve heeft ver dedigd weer van tafel. Dat is geen enkel inzicht tonen". Luksenburg: "Deetman praat me er niet over. Hij sloopt in een paar maanden wat met veel moeite in jaren is be reikt. Van opvoedkunde heeft hij totaal geen verstand. Hij moet eens bij onderwijs mensen te rade gaan" anders. Deze jongeren zijn enthousiast en ondernemen van alles. Ze hebben alleen geen zin in studeren. Daar zien ze het nut niet van in". Ook Staats laat zich alleen maar in lovende bewoordin gen over deze groep uit "Met dat uiterlijke vertoon geven ze alleen maar aan niet in de massa te willen worden opge nomen en daar is toch mets op tegen?" Met enige onsteltenis wordt er gereageerd op de vraag waar om de leerlingen veelal toch nog worden behandeld alsof ze tot een homogene groep behoren. De jaren van stereo tiepen en spijkerpakken zyn toch voorbij? De vragenstel lers wordt erop gewezen dat dit ook helemaal niet meer het geval is. Klassikaal on derwijs wordt er nauwelijks nog gegeven. Van dc Wolf: "Het gaat niet om vogeltjes die voortdurend met wormpjes worden ge voed en af en toe een poep (lees proefwerk) mogen af scheiden. Nee. de leerlingen maken wel degelijk uit wat er gebeurt, al was het maar dat er op de maandag beter geen repetities kunnen worden ge geven omdat het leerwerk in het weekend er vaak bij in schiet. Maar dc leraren rekenen dat de leerlingen niet aan In de maatschappij gaat dat toch net zo, zeggen ze. "Vnjdag houden we toch ook steeds eerder op", weet Jacobs te vertellen. Begeleider "Leraar" is eigenlijk niet meer de juiste benaming voor het vak dat men uitoefent Van de Wolf heeft het liever over begeleider. "De relatie tussen leerling en leraar is nu heel anders dan vroeger. Het is meer vertrouwelijk". Toch is het niet zo dat ze alles maar zelf mogen beslissen. Er wor den wel degelijk eisen ge steld Sterker nog. de leerlin gen vragen daar zelf om De docenten proberen ook zo veel mogelijk in te spelen op wat er leeft bij de leerlingen In de lessen proberen ze dat tot uiting te laten komen door bi) voorbeeld science fiction of stripverhalen op een literatuurlijst toe te staan. Ook de computer is niet voor niets de scholen binnengehaald. De jongeren hebben bepaald geen afkeer van de huidige technologi sche ontwikkelingen. Koring: "In elke les probeer je leven en leren met elkaar te verbinden. De ene keer lukt dat beter dan de andere keer". Wiersinga wijst erop dat we ook niet te veel moe ten idealiseren. "Er zijn ge noeg docenten die dat niet kunnen en zeggen: ik draai mijn les. punt uit". Staats maakt daarbu de kantteke ning dat je toch niet zoveel ruimte hebt om andere din gen te doen. "Je bent altijd bang dat je je eindexamen programma niet rond krijgt Dat is af en toe een verschrik kelijke druk". Wel krijgen de leerkrachten langzamerhand het gevoel door de Mammoetwet te zijn bedrogen. Wat deze wet beoogde was de leerlingen meer kansen en een bredere ontplooiing te geven. In de praktijk blijken de vakken pakketten juist zeer beper kend te werken. Wiersinga: "Op zeer jonge leeftijd slui zen wij ze al m een bepaalde richting en zo lopen ze op ou dere leeftijd in de ftiik omdat ze niet het pakket hebben dat aansluit op hun beroepskeu- Geschrapt Van de Wolf vindt het heel moeilijk om tegen een 14-jari- ge te zeggen dat hij of zij geen wiskunde kan doen. "Waar baseer je dat op? Een slecht cijfer zegt heus niet alles". Ja cobs vindt het ook te betreu ren dat aan het eind van het tweede jaar zoveel vakken worden geschrapt die nooit meer terugkomen. Onderzoeken hebben uitgewe zen dat de leerlingen van de brugklas juist erg enthou siast zijn over de vakken die ze krijgen aangeboden. De leerkrachten merken dat het maken van een definitieve keuze voor de leerlingen steeds moeilijker wordt. Hoewel het in Nederland nog voornamelijk de interesse van de student is, die zgn stu diekeuze bepaalt, wordt in al le onderwijssectoren gesig naleerd dat leerlingen en stu denten steeds meer proberen in te spelen op de verande rende arbeidsmarkt De do centen en decanen van de scholen vinden het niet tot hun taak behoren leerlingen te verbieden om een bepaal de opleiding te volgen. Wier singa: "Je moet ze wel pre cies melden wat de kansen zijn". Toch merken de leerkrachten dat er nauwelijks wordt ge sproken over de toekomst perspectieven. Het is bijna een taboe. Wel merken ze dat leerlingen heel teleurgesteld zijn als ze worden afgewezen. Kansarm zijn, blijkens de cij fers van het ministerie van sociale zaken en werkgele genheid. vooral mensen met basisonderwijs gevolgd door slechts een paar jaar voortge zet onderwijs, zonder diplo ma, de mensen met een LHNO-diploma en de school verlaters van het hoger be roepsonderwijs uit de peda gogische en sociaal-culturele sfeer en het kunstonderwijs. Strijd De eerste groep komt bij De Ridder op het vormingscen trum terecht. Hu weet niet precies waarom ze afgehaakt zijn. "Dat is heel moeihjk te achterhalen. Sommigen zeg gen geen zin te hebben in le ren. anderen verklaren niet mee te kunnen komen. Deze jongeren zijn veelal afkom stig uit de laagst betaalde mi lieus". Als dc term 'struggle for life' valt, veren de leerkrachten op. Ontegenzeggelijk is deze strijd aan dc gang "De jonge ren met het meeste lef en ini tiatief gaan het redden", meent Van de Wolf. Dat zgn ook meestal jongeren die ou ders achter zich hebben staan die meedenken. Hoewel ouders zich op de scho len weinig vertonen - op de meeste scholen valt er vol gens de leerkrachten geen ouderraad samen te stellen - stellen ze het wel op prijs als ze af en toe met een leraar kunnen praten. Met het on derwijs bemoeien ze zich met of nauwelijks. Overigens is de tijd voorbij ouders alleen op een in on derwijskringen zogeheten 'tafeltjes avond' met de leer krachten konden praten over de prestaties van hun kinde ren Tegenwoordig worden ouders en leerlingen samen uitgenodigd. Dat levert geen problemen op, want kame raad schappelijk omgaan met je ouders is weer 'in'.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 17