c
Gestreden schoolstrijd
kan opnieuw beginnen
Nieuwe generatie medicijnen
Afschaffen gymnastiekles:
Lezers schrijven
Valium, Librium en Mogadon niet meer in Nijmeegs ziekenhuis
Bijzonder
onderwijs
Satelliet
Werk
DONDERDAG 24 FEBRUARI 1983
Meningen
Schoolgaande kinderen af
houden van verantwoorde
lichaamsoefeningen in
een tijd van toenemende
bewegingsarmoede is
roofbouw plegen op de ge
zondheid van de jeugd en
daarmee op de gezond
heid van de maatschappij
van nu en morgen.
Op het moment, dat ik dit schrijf, is
de lichamelijke opvoeding nóg
een verplicht vak voor alle klas
sen. Nóg, want minister Deet-
man heeft in zijn krokus-bood
schap laten weten voor afschaf
fing van dat gymnastiekonder
wijs te zijn voor 5 HAVO en 5 en
6 VWO.
Dat kinderen vanaf 16 jaar niet
meer leerplichtig zijn en als zo
danig niet meer door het rijk ge
subsidieerd dienen te worden
teneinde dat aspect van hun op
voeding te kunnen ontvangen, is
een vondst van Zijne Excellen
tie, die nog droever stemt. Toen
ik het bericht las, zag ik dat span
doek weer, meegedragen tijdens
de laatste onderwijsstaking op
het Malieveld in Den Haag
"Deetman is van onderwijs, maar
is hij ook van boven wijs". Uitge
rekend in een tijd, waarin steeds
meer motieven ervoor pleiten de
aandacht voor het gymnastiek
onderwijs te vergroten. Juist in
een tijd ook, dat het vak eindelijk
algemeen erkend wordt.
Wat dat betreft zijn de gedachten
van minister Deetman nifet eens
zo verschrikkelijk "vooroor
logs". Immers de gymnastiekers
Meningen op deze
pagina zijn voor
rekening van de
auteurs
hebben nog slechts enige decen
nia hun eigen schoolstrijd achter
de rug. Ten tijde van de eerste
onderwijs-wetten, zat men nog
volop met de naweeën van een
periode, die de geest als zaligma
kend had bezien. De school werd
een leerschool.
Toch stonden er in die tijd, we pra
ten over het begin van de 19de
eeuw, al intellectuelen op - met
name letterkundigen en theolo
gen, die sterke propaganda voer
den voor de lichaamsontwikke
ling: "Oefening van het lichaam
kan een bijdrage leveren voor de
bevordering of het behoud van
de gezondheid". De leidse predi
kant prof. dr. Jan v. Geuns pro
duceerde zelfs het eerste boek op
het gebied van de lichamelijke
opvoeding.
De titel is alleraardigst: "Volledig
herstel van kunstmatige li
chaamsoefeningen"; een bijdra
ge tot de opvoeding der jeugd,
gevolgd naar het Hoogduits van
J.C F. Guts Muths, hofraad en le
raar op de kweekschool van den
Heere Salzmann te Schepfen-
thal. Duizend pagina's telde het
werk. Want hoewel de ministers
Thorbecke in 1863 en De Visser
wat later respectievelijk voor het
middelbaar en lager onderwijs
de lichamelijke opvoeding als
verplicht vak opvoerden, bleef
de tegenkanting van het "geves
tigde onderwijsdeel" groot.
Uitstel
Men wist van alles te bedenken om
het bewegingsonderwijs toch
buiten de schooldeur te houden.
Tot aan 1942 hebben schoolbe
sturen de wettelijke uitstelmoge
lijkheid benut. (Er moesten voor
zieningen getroffen worden om
dit onderwijs te kunnen geven).
Lange tijd kreeg de gymnastiek
een plaats op het lesrooster, waar
dit vak organisatorisch gezien,
niet veel last voor de andere vak
ken zou geven.
Veel lessen werden zodoende 's
morgens van 7 tot 8 uur gegeven
of 's avonds van 6 tot 7 uur. Het
regende protesten van de kant
van de ouders. Toen de gemeen
te 's Gravenhage bij wijze van
proef in het kursusjaar 1876/1877
de gymnastiekuren tussen de an
dere uren plande, diende de di
recteur van de Hogere Burger
school zijn ontslag in. Op de
gymnasia heeft men de strijd het
langst volgehouden. Pas in 1920
werd ook hier de gymnastiek als
verplicht vak opgevoerd.
Anno 1983 leek het gevecht royaal
te zijn gewonnen. Welhaast een
ieder is overtuigd van het nut en
de waarde van het gymnastiek
onderwijs. Stilletjes leefde de ge
dachte, dat onder invloed van de
positieve bewegingsbenadering
door
Remco van Montare
van de laatste jaren uitbreiding
van het aantal uren tot de moge
lijkheden zou gaan behoren. Im
mers, binnen de veelheid aan be
wegingsmogelijkheden moet
voortdurend een keuze worden
gemaakt door het beperkte aan
tal uren (3 of 2 uur per week per
klas). Laat ik nu eens kijken of
na alle genomen of nog te nemen
maatregelen inderdaad deze keu
ze nog mogelijk is.
Verschillen
Op de kleuterschool is de lichame
lijke opvoeding verplicht: 1 uur
per dag; dat ziet er dus goed uit,
maar nu de lagere school. Is het
daar ook zo rooskleurig? Neen
helaas. Doordat de gemeenten
vrij waren om ja dan nee vakon
derwijs te geven, bestaan er lan
delijk gezien grote verschillen.
Er zijn gemeenten met 2 x per
week lichamelijke opvoeding
per klas, gemeenten met alleen
vakonderwijs voor de hoogste
klassen en gemeenten (450 van
de 800 met helemaal geen vak
onderwijs.
Alle gemeenten kregen via het mi
nisterie van Binnenlandse Zaken
een uitkering via het gemeente
fonds. In deze uitkering zat een
component vakonderwijs, de ge
meenten waren echter niet ver
plicht deze gelden ook werkelijk
aan vakonderwijs uit te geven,
het bekostigen van lantaarnpa
len e.d. was ook toegestaan.
Pas op 1 januari 1982 werd het vak
onderwijs wettelijk geregeld
door het inwerking treden van
art. 56 bis van de lager onderwijs
wet, dit betekende dat de uitke
ringen waren nu nog maar alleen
voor het vakonderwijs bestemd.
Tegelijkerheid is er een uren nor
mering vastgesteld, b.v. een
school met 6 verplichte leer
krachten krijgt nu 4 uren vakon
derwijs. Binnen deze 4 uren moe
ten dan lichamelijke opvoeding,
handvaardigheid en tekenen een
plaats krijgen. Het voordeel van
srt. 56 bis is dat nu elke gemeen
te verplicht is vakonderwijs te la
ten geven.
En dan het voortgezet onderwijs.
Tof nu toe 2 3 uur per klas en
dan opeens de aankondiging:
geen lichamelijke opvoeding
voor HAVO 5 en VWO 5 en 6.
Hoe de minister hieraan komt is
te lezen in zijn toelichting op de
maatregelen: "Deze maatregel is
genomen omdat de vraag moet
worden gesteld of, nu de jonge
ren gemiddeld veel langer in het
voortgezet onderwijs blijven
voor hen die de basisvorming
achter de rug hebben. Boven
dien zijn er nu, veel meer dan
voorheen, allerlei voorzieningen
voor sportbeoefening buiten
schoolverband, zoals sportvel
den, sportzalen, zwembaden enz.
Van deze voorzieningen maken
leeftijdsgenoten die geen onder
wijs meer volgen gebruik, echter
wel tegen betaling".
Rechtvaardig?
De minister noemt deze maatregel
rechtvaardig, ik durf deze maat
regel op z'n zachtst uitgedrukt
onrechtvaardig te noemen en
wel om de volgende redenen.
het argument van de minister
dat werkende jongeren van 16 t/
m 18 jaar voor hun sportbeoefe
ning moeten betalen is zwak
want scholieren kunnen dat niet
zelf betalen daar zij geen eigen
inkomen hebben.
Gymnastiekles op het Rijnlands Lyceum in OegstgeesL Noodzakelijk in een tijd van bewegingsarmoede.
foto'r Jan Holvast
houdt het afschaffen van licha
melijke opvoeding nu in dat te
kenen, handvaardigheid en
maatschappijleer volgend jaar
eraangaan? Zo ja, dan zitten we
straks weer met examen-scholen
waar alleen nog geblokt wordt.
Of moet ik uit de willekeurige
greep van de minister lezen, dat
volgend jaar b.v. nederlands niet
meer gegeven wordt, omdat de
leerlingen thuis toch al neder
lands spreken.?
het één na laatste en het laatste
jaar van een schoolopleiding
kenmerken zich tegenwoordig
door een veelvoud van proefwer
ken, schoolonderzoeken en exa
mens. Hierdoor staan de leerlin
gen onder grote spanningen en
hebben zij een compensatie no
dig welke o.a. gevonden werd in
de lichamelijke opvoeding.
het verloop binnen de sportwe
reld is juist in deze leeftijdsfase
erg groot. Door een zo groot mo
gelijke verscheidenheid binnen
de lessen lichamelijke opvoe
ding aan te reiken, probeert men
te bereiken dat de keuze-moge
lijkheden van de leerlingen gro
ter worden. De terugloop heeft
niet alleen met tijd te maken
maar ook vaak met puberteits-
problemen, juist in deze fase le
ren de kinderen hun eigen li
chaam te accepteren, wat vaak
met vallen en opstaan gepaard
gaat. Ontnemen we hun de keu
zemogelijkheden dan ontstaat er
een enorme schade binnen de ac-
Circa twee weken geleden werd in
de dagbladpers veel aandacht
besteed aan het feit dat men in
het Nijmeegse academische St.
Radboud Ziekenhuis besloten
heeft de geneesmiddelen Li
brium, Valium en Mogadon niet
in het z.g. Formularium (vastge
legde verzameling geneesmidde
len gebruikt in o.m. ziekenhui
zen) op te nemen. Hoewel in
commentaren die daarna in de
publiciteitsmedia volgden, deze
beslissing in het juiste perspec
tief geplaatst is, lijkt het niet
overdreven wat nader in te gaan
op het proces dat kennelijk aan
deze besluitvorming ten grond
slag ligt: de keuzebepaling bij ge
neesmiddelen.
Al sinds onheugelijke tijden is het
gewoonte dat er standarisatie-
processen bij geneesmiddelen
worden uitgevoerd. In de achter
liggende tijden richtten deze zich
in de eerste plaats op de kwali
teit van de geneesmiddelen; te
denken valt aan Kruydtboeken,
en de oude Farmacopeeën, Codi
ces e.d. In de laatste 10 20 jaar is
daar het streven naar een zékere
mate van standarisatie in de the
rapeutische toepassing van de
geneesmiddelen bijgekomen. De
enorme toename van het aantal
beschikbare, vaak sterkwerken-
de, geneesmiddelen is hier niet
vreemd aan. Om een indruk te
geven van de aantallen prepara
ten waar het hier om gaat een en
kel getal: het aantal artikelnum
mers dat voorkomt in een veel
vuldig in Nederland gebruikte
databank voor geneesmiddelen
bedraagt meer dan 20.000! Ook
als men bedenkt, dat hierbij een
uitsplitsing naar de verschillen
de leveranciers van eenzelfde
preparaat is doorgevoerd, blijft
het aantal enorm. Een dermate
groot aantal preparaten is door
niemand meer te overzien en op
zich ligt hier al een reden voor
standarisatie. Maar er zijn meer
argumenten.
Zeer vaak zijn in een ziekenhuis bij
de behandeling van één patiënt
vele afdelingen betrokken. Dit
noopt tot afspraken omtrent een
in het ziekenhuis algemeen aan
vaard gebruik van dezelfde ge- -
neesmiddelen voor dezelfde
doeleinden.
Verwarring
In opleidingsziekenhuizen - en dat
zijn er, behalve de academische
ziekenhuizen vele - komen fre
quent stagewisselingen voor, zo
wel van artsen, meestal in oplei
ding tot specialist, als van ver
pleegkundigen. De confrontatie
met steeds weer andere genees
middelen voor een gelijksoortige
toepassing werkt verwarrend.
Bovendien wordt het verkrijgen
van ervaring in de omgang er
mee belemmerd. Hierdoor zou
een nadelige invloed kunnen
ontstaan op de kwaliteit van de
behandeling.
Een ziekenhuisformularium be
doelt een - voortdurend aan de
zich ontwikkelde inzichten aan
gepaste - verzameling te zijn van
geneesmiddelensubstanties, toe
dieningsvormen en toedienings-
wijzen, die de inzichten van de
medewerkers van het ziekenhuis
over een verantwoorde therapie
met geneesmiddelen weergeeft.
In veel ziekenhuizen bestaan op
dit gebied afspraken. Vaak even
wel zijn deze mondeling ge
maakt wat vanwege de reeds ge-
noëmde dikwijls voorkomende
personeelswisselingen niet zeer
efficiënt blijkt. Het St. Radboud
Ziekenhuis is één van de zieken
huizen die ver gevorderd zijn
met een systematische schrifte
lijke vastlegging in het Formula
rium.
Men kan zich afvragen waar dan
bij geneesmiddelen de mogelijk
heden liggen om dergelijke af
spraken te maken en vast te leg
gen. Ruwweg gezegd kan dit
naar meerdere gezichtspunten
geschieden die in de besluitvor
ming achtereen volgers aan de or
de moeten komen. In de eerste
plaats zijn geneesmiddelen in te
delen in "families" van stoffen
die een bepaalde, soms zeer nau
we, verwantschap bezitten (op
grond van chemische samenstel
ling, farmacotherapeutische ei
genschappen e.d.). Nieuwe vond
sten in geneesmiddelen on
derzoek leiden tot het in gebruik
komen van nieuwe families en
de teruggang van andere. De sul-
fapreparaten bijvoorbeeld heb
ben de belangrijke plaats bij de
bestrijding van infecties die zij in
de jaren kort na de oorlog inna
men, voor een groot deel moeten
prijsgeven aan bepaalde groepen
antibiotica (waartoe bijvoor
beeld penicilline behoort). Ze
hebben nu nog maar een klein
toepassingsgebied.
Een tweede niveau waarop afspra
ken gemaakt kunnen worden,
ligt binnen de farmacotherapeu
tische families. Door binnen zo'n
familie criteria aan te leggen om
trent bijvoorbeeld werkingsduur
van het geneesmiddel, de manier
waarop het geneesmiddel in het
lichaam wordt ontgift, de aard en
ernst van te verwachten bijwer
kingen, kan het mogelijk blijken
de keuze tot enkele preparaten
die de gestelde criteria het
dichtst benaderen, te beperken.
Dit kan dan inderdaad beteke
nen, dat andere die niet of meer
aan de gestelde criteria voldoen,
uit de boot vallen, zoals in Nijme
gen geschiedde. Dit betekent
niet dat deze preparaten op slag
niet meer gebruikt zouden moe
ten worden, maar wijst wel op
veranderende inzichten. Soms
geven verschillende preparaten
elkaar juist heel weinig toe; toch
door
P. Vermeij
kan de keus dan ook gemaakt
worden, maar dan bijvoorbeeld
op een extra criterium als de
prijs.
Vernieuwend
Om tot een keuzebepaling te ko
men, moet een groot aantal ei
genschappen van de geneesmid
delen diepgaand bezien worden.
Dit eist zeer veel overleg en is
tijdrovend. In het algemeen
functioneert in ziekenhuizen
hiervoor een (formularium)
commissie, die in principe vrij
klein is. Deze fungeert als romp-
commissie en heeft een belang
rijke coördinatieve taak. Om alle
benodigde informatie beschik
baar te krijgen, roept zij subcom
missies op deelgebieden in het
leven, die de gegevens tot in de
tail moeten leveren. Verstandige
omgang met een formularium
betekent, dat het, nadat het een
maal gereed gekomen is, onder
houden en aangepast moet wor
den aan de zich vernieuwende
inzichten. Verder moet men,
wanneer de ziekte van een speci
fieke patiënt dat nodig maakt, in
die speciale gevallen van het for
mularium durven afwijken. Het
is gebruikelijk dat dit, mits on
dersteund door adequate argu
mentatie, mogelijk is. Zijn in een
ziekenhuisformularium dus de
inzichten van het hele zieken
huis verwerkt; bij het laten func
tioneren van de aldus gemaakte
afspraken speelt de ziekenhuisa
potheek een belangrijke roL Dat
is immers het centrale punt waar
de distributie van geneesmidde
len in het hele ziekenhuis wordt
gecoördineerd. Waar reeds aan
wezig, wordt hierbij het formula
rium in acht genomen.
Uit het.voorgaande kan men aflei
den dat een ziekenhuisformula
rium een aantal voordelen met
zich meebrengt die de behande
ling van de patiënt ten goede ko
men. De omvang en de vereiste
zorgvuldigheid van de hieraan
verbonden afwegingsprocessen
hebben ten gevolge dat deze acti
viteiten wel op lokaal niveau (per
ziekenhuis of groep ziekenhui
zen) met goed gevolg kunnen
worden uitgevoerd, maar als lan
delijk uniforme regeling veel te
log zouden uitvallen en in plaats
van op papier vastgelegde, leven
de inzichten te zijn, zouden over
gaan in knellende voorschriften.
Door de regionale functie die
veel ziekenhuizen hebben, kan
er wel een uitstralingseffect op
treden. Uit farmacotherapeu-
tisch oogpunt is dit niet onge
wenst. Bezwaren komen vaak
van die geneesmiddelfabrikan
ten, waarvan het preparaat min
der gebruikt gaat worden. Eco
nomisch gezien echter zou dit
juist een belangrijke prikkel
voor vernieuwing moeten zijn!
(P. Vermeij is als apotheker verbonden
aan het Academisch Ziekenhnis In Lel
den).
tieve sportbeoefening in Neder
land.
als de sportaccommodaties bin
nen een gemeente minder ge
bruikt worden, scheelt dit die ge
meente duizenden guldens sub
sidie. Dat betekent huurverho
gingen voor de huurders (de ver
enigingen) wat automatisch con
tributieverhoging met zich mee
brengt.
Bewegingsarmoede
Natuurlijk weet ik ook dat er be
zuinigd moet worden. Maar juist
in deze tijd waarin toch al zo
overduidelijk sprake is van een
bewegingsarmoedig bestaan, ge
tuigt de nu voorgestelde maatre
gel van grove ondoordachtheid
en onverantwoordelijkheid. En
alleen wanneer eenieder zich
hier volledig tegen verzet kun
nen we middelen vinden om de
bewegingsarmoede te stoppen.
De auteur Is voorzitter de Koninklijke
Nederlandse Vereniging van Leraren
en Onderwijserz in de Lichamelijke
Opvoeding, afdeling Leiden en omstre
ken.
Door de bezuinigingswoede
dreigen de poten onder het
onderwijs te worden wegge
zaagd. De zwakste groepen
dreigen hier weer het meest
de dupe van te worden. Hier
toe behoren de kinderen in
het Buitengewoon Onder
wijs.
Los van alle overige bezuini
gingen wordt deze groep nog
eens extra en op wel zeer bot
te wijze gepakt De minister
van onderwijs wil 320 mil
joen bezuinigen op het
schoolvervoer.
Het beketent dat de meeste
kinderen in het Buitenge
woon Onderwijs per 1 augus
tus aanstaande maar zelf
moeten zien hoe ze naar de
meestal ver uit de buurt gele
gen BUO-school moeten ko
men. Voor deze kinderen zijn
deze scholen pure noodzaak
om een kans te maken in de
ze maatschappij!
In het besluit van de minister
wordt ervan uitgegaan, dat
de ouders in staat zijn hun
kind naar en van school te be
geleiden indien hun kindjon
ger is dan 10 jaar of ernstig
gehandicapt
Omdat het vervoer voor veel
ouders tot onoverkomenljjke
problemen zal leiden, bestaat
er een gerede kans dat veel
kinderen ten onrechte in het
gewoon onderwijs blijven
steken. Met alle nare gevol
gen vandien.
Er wordt een meer dan normaal
beroep op de ouders gedaan.
En dat terwyl deze toch al
meer energie en tijd in hun
kind moeten steken door de
extra aandacht, de veelvuldi
ge bezoeken fysiotherapeut,
artsen etc.
In de praktijk zal het vooral de
moeder zijn die hiervoor op
draait Concreet betekent het
dat ze voor dag en dauw met
dat ene kind de deur uit moet
en maar hopen dat de even
tuele andere kinderen zich in
die tijd zelf redden. En dan
wordt er voor het gemak
maar helemaal voorbijgegaan
aan de situatie van éénouder
gezinnen en van gezinnen
waar beide ouders werken
en/of studeren.
Hoe zij hun kind op de meestal
ver uit de buurt gelegen
BU O-sc hooi moeten krijgen,
lijkt de minister een worst te
wezen. Over de auto met
chauffeur van de minister
praten we maar met eens....
De minister gaat er verder een
voudigweg vanuit, dat ook
een BUO-kind van af 10 jaar,
tenzij ernstig gehandi
capt, zich zelfstandig in het
verkeer kan begeven. Los
van de vraag of een "nor
maal" kind van 10 jaar hier
toe op een verantwoorde wij
ze in staat is, is een kind m
het BUO om verschillende
redenen qua ontwikkeling
jonger dan zgn kalender-leef
tijd.
Afgezien van de enorme hoe
veelheid tijd die het de huis
vrouw gaat kosten om haar
kind veilig naar en van
school te begeleiden, is er
voor buitenshuis werkende
en/of studerende vrouwen
geen oplossing, tenzij baan of
studie opgeven. De emanci
patie met voeten getreden'
Wat de minister ook vergeet
zijn de vervoersbedrijven die
voor hun bestaan voor een
belangrijk deel van het leer
lingenvervoer afhankelijk
zijn. Zij dreigen op de fles te
gaan met een enorm verlies
aan arbeidsplaatsen. De spe
ciaal aangepaste busjes, waar
heel wat geld in is gestoken,
staan straks in de garages te
roesten.
Ouders hebben het vaak al
moeilijk genoeg omdat hun
kind naar een speciale school
moet. Maar zij zien dat hun
kind daar gelukkig is en de
kans krijgt zich -in een eigen
tempo- te ontwikkelen. Moet
nu de weg naar deze scholen
worden afgesneden?
Al klinkt het allemaal zeer som
ber. het is nog niet te laat Er
is wel haast bij! We moeten
proberen de regering via de
Tweede Kamer te laten terug
fluiten. En verder moeten we
met de gemeente, die verant
woordelijk is voor het school
vervoer. kijken naar andere
oplossingen.
Laten alle mensen die van deze
vervoersmaatregel direct de
dupe worden, maar graag
ook BUO-person eel. tot een
gezamenlijke actie komen!
Iedereen die hiervoor voelt kan
zich melden bij:
Ida Bosman-Marsman.
Stieltjesstraat 38.
Leiden.
Vorige week kwam er een aan
kondiging in de Kamer, dat
er een derde kanaal bijkwam
vu de satelliet. We leven in
een tijd van achteruitgang op
alle gebied. Dat moet vermin
deren en dat moet weg. En
dan een derde kanaal dat
weer veel geld kost De zei
kerds moeten zo nodig weer
geld erbij betalen. We vragen
ons af, waar zijn we mee be
zig? Als het nu zo nodig was,
maar die twee zenders die we
nu hebben zqn soms niet om
aan te zien. Weer zoiets erbij
is gewoon geld weggooien,
dat beter aan wat anders be
steed zou kunnen worden
De belastingbetaler is er goed
voor.
H. van Ingen Schenau,
Haviksknudzoom 7.
Leiderdorp.
Mensen die er alles van weten
(hoe komen ze erop) zeggen
dat iedereen, en dan vooral
de jeugd, staat te trappelen
en te popelen om in net ar-
bcids- en produktieprocea te
worden opgenomen. Even
wachten (met wachtgeld) jon
gens en meisjes, er staat nog
iemand in de weg. die 58 V*
jaar is en het geluk had met
z'n 13e jaar te mogen gaan
"werken". Past in geen enke
le afvloeiingsregeling, vut of
vervroegd pensioen, waar zo
veel reclame voor wordt ge
maakt 58 Vfr - 13 - 45 V* jaar
"werken". Heeft zo iemand
zijn "Recht op Werk" dan
nog niet "verwerkt"?
PJ.M. Bakker,
fhoenhof 19a,
Loden.