c "Er wordt gesold met onze kinderen" Geen belastinggeld voor defensie Afscheid Anton Kersjes Moeder van zwakzinnig kind in beroep bij tuchtcoüege Reporidy^ i Varia Morgen zal in Den Haag door het Centraal Medisch Tuchtcollege het beroep worden behandeld dat me vrouw A. N. Dongó te Delden heeft ingesteld tegen de beslissing van het Medisch Tuchtcollege te Zwolle betreffende een klacht die zij had ingediend tegen de heer H. R. Pleiter, inspecteur voor de geestelijke ge zondheid te Gelderland en Overijssel. Aanleiding van die klacht: de behandeling van me vrouw Dongó's zwakzinnige dochter Els in de Arn hemse inrichting 's Koonings Jaght, dezelfde inrich ting waar op 13 maart vorig jaar een pupil overleed nadat hij door een groepsleider was geslagen en ge schopt. Als Elsje Dongó die zondagochtend weigert te gaan staan, trekt haar moeder de nieuwe schoenen maar weer uit. Mevrouw Don gó, schoolarts: „Ik dacht, er moet toch iets met die schoenen niet in orde zijn. Ik kreeg ze ook al zo moeilijk aan haar voeten. Ik heb toen met een schuifmaat eerst haar enkels gemeten en toen de breedte van de instap. Haar enkels bleken voor de schoenen twee centimeter te dik te zijn. En later merkte ik ook nog dat die schoenen ruim anderhalve centimeter te kort waren. Oftewel zo'n twee k drie maten. Als je dan nagaat dat die schoenen juist waren vermaakt op voorschrift van de heer Van der Hooft, het hoofd van de medische dienst van 's Koonings Jaght..." Begin van een jarenlange strijd, die nog altijd niet is geëindigd. De verhouding tussen de ieiding van 's Koonings Jaght (een zwakzin nigeninstituut in Arnhem, waarin Elsje Dongó een aantal jaren heeft doorgebracht) en mevrouw Dongó mocht al niet ideaal wor den genoemd, nu werd hij zonder meer gespannen. Mevrouw Dongó laat de schoenen onder meer onderzoeken door een ortho pedische schoenmaker uit Almelo, die in een brief vastlegt dat onder meer de schoenen twee k drie maten te kort zijn en dat elke voetstandcorrectie onder de voet ontbreekt. Elsje Dongó: gezwollen tenen met blaren en korsten. WOENSDAG 16 FEBRUARI 1983 Ik citeerde vorige week een passage uit „De Kroongetuige" van Maar ten 't Hart („Zelfs de zware klok in de woonkamer tikt niet meer. Tho mas windt hem altijd op: ik ben daar net niet sterk genoeg voor. Vanmiddag is de klok blijven stil staan") en vertelde dat een dorps- genote een half jaartje geleden al eens gezegd had dat het haar op eens was opgevallen dat haar man altijd de klok opwond, zonder dat nu gezegd kon worden dat hij alles deed wat er thuis maar te doen was. Navraag bij vrienden en ken nissen leerden haar, dat ook daar de man in de meeste gevallen de klok opwond. Omdat dit een interessant fenome nologisch of karakterologisch of on logisch verschijnsel is dat voor bin nen- en buitenlanders belangrijk kan zijn bij de bestudering van de Nederlander as such, heb ik u ge vraagd of het klopte dat klokop- winden typisch mannenwerk is, en of er meer van die karweitjes wa ren die om onduidelijke redenen vaker aan de man dan aan de vrouw toevallen. Laat ik beginnen met enkele bevestigingen van het klokopwinden: „Dat klok opwinden vind ik wel treffend. Mijn man (al ruim dertig jaar dood) deed nooit iets in de huishouding, hielp ook niet met de kinderen (wij hadden acht jon gens), maar wat de regulateur be trof, die ging op de seconde gelijk. Als er een nul in de datum was dan werd de klok opgewonden. Nu staat hij dikwijls stil, omdat ik het weer vergeten ben. Ook de kerkto- renklok (in St. Nicolaasga in Fries land) verzorgde hij uit liefhebberij. Er reed een stoomtram van Lem mer naar Heerenveen, waarvan de machinist en de conducteur hun horloge gelijk zetten met die to renklok!" (mevrouw R. H. Rypke- ma uit Utrecht). Mevrouw J. J. de Wind-Koning uit Bolsward denkt de reden te weten waarom mannen vaker de klok op winden dan vrouwen, hoewel zij het bij haar thuis allebei doen, zij het haar man wat vaker dan zij zelf: „Omdat ik wat slordig ben en niet zo gespitst op de juiste tijd. Dat is volgens mij ook. de reden waarom de meeste mannen de klok opwinden: de juiste tijd willen we ten!". Liesbeth de Nes uit Haulerwijk schrijft: „Ik lag, onder de tikkende stoel- tjesklok, je stukje te lezen, toen ik mij realiseerde dat het opwinden van dit „apparaat" het enige huis houdelijke is dat mijn man, een druk bezette plattelandsarts, met de regelmaat van de klok doet. Toe vallig kwam hij net op het moment de kamer binnen toen ik dit met verbazing besefte, en ik vroeg hem waarom hij zich vanaf het begin hierover had ontfermd? „Omdat jij het vast regelmatig zou vergeten", was zijn antwoord. Zou dit nu voor andere mannen ook gelden? Dat gebrek aan ver trouwen in hun echtgenote, om een technische handeling tweemaal per dag op tijd te kunnen uitvoeren? Ik zou dit best eens willen weten, want mijn man laat alle andere zaken, inclusief alle financiële taken, toch met vertrouwen aan mij over. Ook het vlees snijdt hij nooit!". En Pam Lijdsman uit Vlissingen schrijft: Jaook bij ons is het de man die de klokken opwindt, net als de kook- wekker, de gewone wekker en de horloges. Ondanks het feit dat ik degene ben die om 7 uur mijn bed uit moet en de wekker dan dus af loopt, is hij degene die ervoor zorgt dat de wekker aanstaat en om even over 7 weer uitgezet wordt om ver volgens om 7.30 uur weer voor hem af te lopen. Het digitaalhorloge dat ik een keer bij een bank gekregen heb moest ook altijd worden inge steld door hem. Nu ik weer een „ge woon" horloge heb met gewone wij zerplaat héb ik dat weer van hem overgenomen. De kookwekker is weer een ander verhaal. Aangezien mijn man degene is die kookt, zwaait hij ook de scepter over de kookwekker. Mijn taak daarin is de controle, door af en toe te vragen „of het nog niet klaar is". Ik heb wat klokkenmakers, klokke- reparateurs en klokkenverkopers opgebeld met de vraag of zij wisten waarom de man meestal de klok thuis opwindt. De een zei: vrouwen zijn gauwer bang iets kapot te ma ken, en de ander voegde daar aan toe: vrouwen zijn vaak bang dat ze de veer te strak opwinden, hoewel dat helemaal niet kan. Een ander punt is, dat het toch nog een tame lijk zwaar karweitje kan zijn. De gewichten zijn zwaar, het opwin den van de veer is ook niet gemak kelijk. En „zwaar werk" wordt, zo als men weet, altijd door de man gedaan, behalve boodschappen sjouwen. Veel vrouwen, aldus een van mijn zegsmannen, mógen überhaupt niet aan de klok komen van hun man, omdat dat een „tech nisch werkje" i£. Het is ook denk baar, zei een klokkenfabrikant, dat de klokkenist nog altijd een rol speelt. Volgens Van Dale is dat wel iswaar een beiaardier, dus de man die het klokkenspel bedient, maar volgens mijn klokkenmaker was dat in de vorige eeuw iemand die beroepshalve niet alleen de to renklokken opwond, gelijk zette et cetera, maar ook op regelmatige tijden de grote landhuizen afging, waar men in elke kamer wel een klok had, die dan door deze profes sional werden opgewonden, gelijk gezet en bemoederd. Mannenwerk. En dat is het, ook na het verdwij nen van de klokkenist, altijd geble ven! Mevrouw Dongó vraagt een ge sprek aan met mevrouw J. E. Manssen, directrice van 's Koo nings Jaght („ik geef toe, dat ik erg emotioneel was, maar wat wil je, de voeten van mijn kind zaten onder de blaren, beurse plekken en zelfs kneuzingen). Korsten Mevrouw Manssen vraagt zich geschrokken af, of er in het in stituut misschien nog meer pa tiënten op zulke schoenen rondlopen en belooft dat ze het geval onmiddellijk zal doorge ven aan het hoofd van de medi sche dienst, de heer J. P. van der Hooft. Ook het hoofd van het paviljoen waar Elsje was gehuisvest, mevrouw Grader, wordt door mevrouw Dongó op de hoogte gesteld. Mevrouw Dongó: „Mevrouw Grader nam het me toen zeer kwalijk dat ik zo emotioneel was". Mevrouw Dongó laat Elsjes schoenen achter in de ver wachting dat ze vermaakt zou den worden, maar merkt veer tien dagen later dat de heer Van der Hooft het personeel opdracht heeft gegeven Els de schoenen dagelijks aan te trek ken. Tevens ontvangt me vrouw Dongó een brief van Van der Hooft, waarin hij schrijft dat hij „mogelijk een De Basisbeweging van kritische groepen en gemeenten in Neder land heeft de Raad van Kerken gevraagd, zich uit te spreken voor het recht van burgers op ge wetensbezwaren tegen het beta len van 'defensiebelasting'. Ze verlangt niet van de raad, dat deze zélf 'defensiebelasting' wei gert of de kerken daartoe op roept, "al zouden wij deze stap pen van harte begroeten". Wel wil de Basisbeweging, dat de Raad van Kerken de regering om een wettelijke regeling vraagt én om de stichting van een vredes- fonds waarin het desbetreffende belastinggeld kan worden ge stort. Zo'n regeling zal moeten inhou den, dat mensen die ernstige be zwaren hebben tegen het meebe talen aan het militaire apparaat een belastingdeel van ongeveer 10 procent kunnen bestemmen vóór doeleinden die naar hun overtuiging de vrede dienen. In een toelichting bij dit verzoek zegt de Basisbeweging, de brede verontrusting onder de bevol king over de wapenwedloop be grijpelijk te vinden. "Verontrus ting die niet alleen wordt ingege ven door angst voor een 'atoom- catastrofe', maar juist ook door het inzicht dat de voortgaande bewapening een onverantwoord beslag legt op grondstoffen, pro- duktiecapaciteit en menselijk in tellect. Tegenover de massale hongersnood in de wereld, de mensonterende levensomstan digheden waarin miljoenen me demensen verkeren, en de be perkte aanwezigheid van hulp bronnen is hier sprake van een duivelse rangschikking van prio riteiten. De constatering dat be wapening diefstal is van de ar men geeft dit inzicht goed weer". vergissing" heeft gemaakt, maar dat hem -niet is gebleken dat de schoenen te klein zou den zijn. „En", wijst hij me vrouw Dongó terecht, „indien er vergissingen van mijn kant worden geconstateerd, lijkt een direct contact met mij meer op zijn plaats dan een mededeling hierover aan het desbetreffende paviljoen". Nergens een excuus of ook maar iets dat daar op lijkt. Mevrouw Dongó: „Terwijl toch meerde re mensen hadden geconsta teerd dat die schoenen echt te nauw waren. Toen ik Els na die Wat de moreel-ethische kant van het bewapeningsvraagstuk be treft verwijst de Basisbeweging naar het kernwapenrapport van de hervormde synode (1962), de 'pastorale brief van deze synode (1980) en de uitspraken van de gereformeerde synode van mei 1978. "In dit spreken is een een duidig 'neen' naar voren geko men tegen het bezit en gebruik van kernwapens". Belijdenis De kerk moet ook handelend ant woorden. Daarin passen, volgens de Basisbeweging, de IKV-cam- pagne 'Help de kernwapens de wereld uit', de actie van 'Pax Christi' tegen de wapenhandel en ook het weigeren van 'defen siebelasting'. "Dit weigeren is voor menig christen het gevolg van de belijdenis 'Jezus is Heer'. "Deze gelovige formulering is bij uitstek politiek. Ze sluit een radi- kaal 'neen' in tegen de militaire macht als 'heer'. Waar gehoor zaamheid aan de overheid af voert van gehoorzaamheid aan de Heer van de geschiedenis, moet uiteindelijk God meer wor den gehoorzaamd dan de men sen". "De tekenen der tijden le ren ons, dat dit moment is aange broken". De Basisbeweging beseft, dat be lastingweigering een daad is van burgerlijke ongehoorzaamheid. "Vele christenen hebben daar moeite mee. Ook wij hebben lang geaarzeld. Maar in geweten menen wij, dat ons geen andere mogelijkheid is gelaten". Op grond van de wet Gewetensbe zwaren Militaire Dienst kan ie mand dienst weigeren. "Datzelf de geweten brengt ons tot de weigering om het militaire appa raat financieel te dienen". Verder baseert de Basisbeseging haar veertien dagen ophaalde, zag ik het al. Els liep veel slechter en strompelender dan nor maal. Mijn vriendin en ik heb ben haar onder haar oksels moeten steunen. Toen ik 's avonds haar kousjes uittrok zag ik waarom ze zo slecht liep. Haar tenen waren rood en ge zwollen en bedekt met blaren en korsten. Van der Hooft heeft haar gewoon bewust veertien dagen op die te nauwe schoenen laten lopen". Weerloos Mevrouw Dongó schrijft op- verzoek op het uitgangspunt in het Nederlandse staatsrecht dat de staatsmacht terugtreedt voor de uitspraak van het persoonlij ke geweten, zelfs als de staats macht onmiddellijk schade daar van ondervindt. De gedachte dat 'weigeraars' de parlementaire democratie onder mijnen vindt de Basisbeweging onjuist. In een werkelijke demo cratie is er ruimte voor burgers om hun pleidooi voor wetswijzi ging met daden kracht bij te zet ten. Het gaat hier ook niet om vermindering of weigering van belasting maar om een andere besteding. Beroepen Hervormde Kerk: beroepen te Sommelsdijk (stichting Her vormde Diakonale Gezondheids zorg) W. H. van Kooten Hillegers- berg, te Rotterdam-IJsselmonde L. van Lingen Klooster Ter Apel; aangenomen naar Waalwijk B. de Graaf fiegerpredikant) aldaar; aangenomen naar Oosterhesse- len (Dr.) kandidaat E. Bosma Groningen. Gereformeerde Kerken: beroepen te Emmeloord H. Torenbeek Oosterhout. Willeke Alberti weer getrouwd HILVERSUM - De liedjeszange res Willeke Alberti en de Ajax- voetaller Sören Lerby zijn dezer dagen getrouwd. Willeke Alber- ti's derde huwelijk - ze was eer der getrouwd met Joop Oonk en John de Mol - werd in alle stilte voltrokken. Zodra de Deen Sö ren Lerby zich contractueel aan Bayern München heeft verbon den zal het paar zich in de Beier se hoofdstad vestigen. nieuw een brief en houdt haar kind thuis. „Ik was volkomen overstuur. Waarom in gods naam een weerloos kind, dat geen pijn kan aan geven, onno dig te laten lijden. Waarom nou toch niet op een moeder afge gaan, die aan de reacties van het kind direct voelt dat er iets mis is. Ze was zo verschrikke lijk blij toen ze thuis haar bont laarsjes aankreeg. Om te laten merken hoe gelukkig ze zich voelde, tilde ze steeds haar beentjes op en riep „mama, mama", het enige wat ze kon zeggen. Het accepteren van een gehandicapt kind wordt voor een moeder zo'n stuk Gereformeerde Kerken Vrijge maakt: aangenomen naar Lei den P. Houtman Soest-Baarn. Gereformeerde Gemeenten: be roepen te Sprang-Capelle, in combinatie met dovenzorg, R. Boogaard Leiden. Zending. De hervormde en gere formeerde zending in ons land hebben berichten ontkend als zou hun werk in Indonesië door problemen bij visumaanvragen worden stopgezet. De Raad van Kerken in Indonesië onderzoekt momenteel bij de regering in moeilijker als blijkt dat de zorg in de inrichting onvoldoende is". De schoenenaffaire is nog maar een klein onderdeeltje van de gebeurtenisseh die zich op 's Koonings Jaght rondom Elsje Dongó afspelen. Er zijn proble men met haar stoelgang (me vrouw Dongó: „Een normale stoelgang was niet meer moge lijk, omdat ze er in de inrich ting bij het opstellen van het dieet te weinig rekening mee hadden gehouden") en ze loopt tweedegraads verbrandingen op nadat is geprobeerd met een geflambeerde, dus Djakarta, wat de oorzaak is van de moeilijkheden bij zulke aan vragen. Ook zal de raad voor de regering een overzicht maken van de posten waarvoor zen dingsmensen uit Nederland no dig zijn. Overigens staan er nog andere we gen open als de Indonesische re gering definitief mocht beslui ten, geen zendelingen meer toe te laten. Misschien worden dan meer mensen voor een korte pe riode uitgezonden, wat nu ook al gebeurt. gloeiend hete steek, steriele urine op te vangen. Eind april 1979 heeft mevrouw een gesprek met Van der Hooft en de geneeskundige inspec teur voor de geestelijke ge zondheid in Overijssel en Gel derland, de heer H. R. Pleiter. Mevrouw Dongó. „Veel zin heeft dat gesprek niet gehad. Nog voordat de heer Van der Hooft was gearriveerd, deelde Pleiter me mee dat de zaken met mij eigenlijk niet be spreekbaar waren, dat met mij geen gesprek mogelijk was, dat ik steeds maar in een krin getje bleef ronddraaien en dat ik mijn kind in een onmogelij ke situatie had gebracht En dat tegen een moeder in een ongelooflijke stress-situatie". Ingestort „Over die te kleine schoenen, waarom Van der Hooft die mijn kind had laten aantrek ken, daar vroeg Pleiter mets over. En toen ik vroeg of het niet beter was dat er eerst met mij overleg zou worden ge pleegd als mijn dochter onder zocht of behandeld moest wor den, toen antwoordde Van der Hooft tot viermaal toe: „Wie behandelt er, U of ik?". TNvee weken later kreeg ik haar thuis met die tweedegraads verbran dingen. De wonden waren nau welijks verbonden en delen van de open huid kleefden aan haar broek, die uiteraard niet steriel was. Ik ben daarna vol komen ingestort". De gebeurtenissen rondom Elsje Dongó zijn, zo verklaart haar moeder, nog maar het topje van een ijsberg. „Met onze kin deren wordt verschrikkelijk gesold. Maar de meeste ouders durven niet te klagen, want klagen zonder represaille is niet mogelijk. Het wordt ge woon op je kind verhaald. Plei ter zei het zelf: ik had mijn dochter in een onmogelijke si tuatie gebracht". „Iedereen moet goed begrijpen: ik verlang geen optimaal leven voor mijn kind en voor al die andere mensen die in een in richting zitten. Er zijn dingen die je moet accepteren. Fouten vind ik niet erg, maar het wordt natuurlijk wel anders als er - zoals hier - sprake is van mishandeling. Om het nog even op Els te houden: ik heb indertijd heel duidelijk gezegd dat die schoenen niet deugden. Maar toch hebben ze de voeten van Els weer in die te nauwe dingen geperst Waarom dan toch? Volgens mij gewoon om te laten zien wie er de baas is. Daar en nergens anders draait het allemaal om. Weerloze kin deren zijn er de dupe van". Bijbels voor China. Vorig jaar zijn in China een miljoen bijbel* en nieuwe testamenten gedrukt Omdat het niet mogelijk was, dat bij één drukkerij in Peking te la ten doen, is voor het eerst ook een tweede staatsdrukkerij elders in China ingeschakeld. De bijbels loerden voor een groot deel betaald door plaatselijke ra den van kerken en door christe nen die by roo ru it be tal tng exem plaren bestelden. De regering heeft toestemming gegeven om dit jaar nog eens 300.000 bijbeU te laten drukken. AMSTERDAM - Na dertig jaar lang het Amsterdams Philharmonisch Orkest te hebben geleid nam Anton Kersjes tijdens een feestconcert in het Concertgebouw gisteravond afscheid als dirigent txin dit orkest. De scheidende dirigent kreeg van de orkestleden een door de kunstenaar Jan Engelman gemaakt portret en uit handen van burgemeester Polak de zilveren legpenning uan de stad Amsterdam. Op de foto rechts Anton Kersjes en links burgemeester Polak. Basisbeweging vraagt kerken erkenning van recht op weigering

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 17