Het wordt revolutie als ze teveel bezuinigen" Het beste land om in te leven bestaat niet Bram Saarloos: een leven vol strijd tegen het onrecht ZATERDAG 12 FEBRUARI 1983 PAGINA 21 In de huidige economische crisis be zuinigt de regering op onderwijs, gezondheidszorg, welzijnsvoorzie ningen en uitkeringen. Niet op de fensie, want er zijn internationale verplichtingen en de wederzijdse afschrikkingstheorie noodzaakt groeiende bewapening. Is het gerechtvaardigd om dit beleid te vergelijken met dat van de jaren dertig? Frappant is in ieder geval een citaat uit een jubileumboek van het NW, dat in 1976 werd uitge bracht en waarin wordt vermeld dat er weinig succesvolle stakingen tegen loonkortingen waren: „Des te scherper was de kritiek wanneer er wel geld voor de bewapening werd uitgetrokken: voor de vloot die Ne derlands imperium moest bescher men en daarmee de oliebelangen waar minister Colijn mee te maken had. Tegelijkertijd werd dan vaak weer op het volksonderwijs ge snoeid". Krijgt de naam Lubbers een zelfde klank als zijn voorganger Colijn, die zo fors bezuinigde dat hij de ge volgen van de economische wereld crisis voor Nederland alleen maar aanscherpte in plaats van verzacht te? Net als toen zorgt de hoge werk loosheid voor onrust en neemt de discriminatie van minderheids groepen toe. Het is zeker: de geest van Colijn en de jaren dertig waart rond. In onderstaand verhaal komt aan het woord Abram Saarloos, 91 jaar oud, in zijn jonge jaren propagandist voor de Zeeuwse Landarbeiders- bond en actief lid van de SDAP en daarna van de PvdA. Saarloos kijkt terug op een leven vol strijd tegen kerk. kapitaal en de meelopersmen taliteit van bange mensen. Hij ziet ook de parallellen tussen de jaren dertig en de huidige tijd. Hebben de mensen dan niets geleerd?, vraagt hij zich verwonderd af. „Het wordt revolutie als ze teveel bezuinigen. Jonge mensen pikken dat niet. Die gaan moeilijk doen. Ze zijn niet georganiseerd, hebben geen stem en vallen daardoor gemakkelijk in uitersten. Geweld trekt die mensen aan. Je moet de grondslag voor erger weg nemen. Ze moeten aan het werk". „Ik voorzie grote moeilijkheden. Wie weet, komt er weer zo'n slimme vent als Hitler. Die geeft die jongelui een mooi pakkie, een mooi traktement en een geweer. Dat vinden kin deren toch prachtig? Soms is een dictatuur nodig, als de po litici er niet in slagen orde op zaken te stellen. Die massale demonstraties tegen het rege ringsbeleid zijn toch logisch?". Vuur Bram Saarloos uit Hoofddorp mag dan 91 jaar oud zijn, zijn kijk op de wereld is nog fris. In de jaren dertig, de tijd van Co lijn, stond hij als propagandist van de Landarbeidersbond voor zalen met 1200 voor- en te genstanders. Het vuur waar mee hij toen moet hebben ge sproken, is niet gedoofd. Nu laat hij het eten, dat bejaar denverzorgsters voor hem neerkwakten, koud worden, „omdat ik het belangrijk vind om het juist jonge mensen als jullie te vertellen". Hij leest kranten en weekbladen en schrijft, als hem iets niet be valt, ter zake doende brieven die bepaald niet de toon van een querulant hebben. Het ge vaar van oeverloos bezuinigen zit hem hoog. „De bezuinigingen zijn mis schien wel noodzaak, maar het kwade is dat er geen eind aan komt. De koopkracht daalt daardoor. Crisis is niets anders dan de onevenwichtigheid tus sen inkomen en koopkracht. Als je de crisis wilt herstellen, moet je niet nog verder de koopkracht verstoren". „Toen ik propagandist was, moest ik ook vertellen dat de lonen omhoog moesten. De werkgevers en de meeste ar beiders zeiden dat het beter was dat twee man voor vier gulden werkten dan één. Dat was dom. De werkgevers zijn daar wel mee gebaat maar de gezinnen niet. Als een gezin twee gulden krijgt, kunnen ze samen maar voor vier gulden kopen". „De oorzaak van de crisis zijn niet de hoge lonen. Als dat waar is, waarom verrekken ze dan in de Derde Wereld niet van de welvaart? Nee, de oor zaak is dat er alleen maar naar de winsten wordt gekeken. Ze kijken niet naar de koopkracht en de behoefte van de mensen. Je kan een broodfabriek niet sluiten omdat er geen winst wordt gemaakt. De mensen moeten toch vreten?". Abuis „Het kapitalistisch .stelsel kan niet meer, heeft afgedaan. Het werk moet beter worden ver deeld in arbeid voor de behoef te van de mensen. Het zijn stomme mensen die denken dat alles wordt opgelost door arbeidstijdverkorting met inle vering van loon. Die maken een groot abuis" „In de jaren dertig hadden we hetzelfde. Toen kwamen alle machinerieën in de landbouw. De werknemers waren daar te gen. Ik niet, mits het maar ten dienste komt van de arbeid. door José Smits en Weert Schenk Bram Saarloos groeide op in een arme tijd toen de gezags verhoudingen nog duidelijk lagen. Arbeiders hadden niets in te brengen. Boven dien waren ze slecht georga niseerd. Zijn vader en broers waren arme boerenknechten. Ze berustten in hun lot en kwamen niet tegen Gods wil in opstand. Saarloos begon in dit gezin zijn eigen revolutie. Op zijn ne gende werkte hij als rijknecht ook al voor de boer, voor een kwartje per dag. Dat spaarde de boer het loon van een vol wassen vent uit, terwijl het geld voor zijn ouders, die vijf tien kinderen hadden, mooi was meegenomen. Saarloos doorzag deze uitbui ting van de arbeiders al snel, maar moest er zich tot zijn trouwen aan onderwerpen. Zijn nieuwe overbuurman, een hoofdonderwijzer, leerde de 19-jarige Bram lezen en schrijven en gaf hem de kans de tuinbouwschool te bezoe ken, waar anders alleen de boerenzonen kwamen. Hij slaagde met lof. Het leren heeft hem het leven moeilijker gemaakt, omdat hij zijn mond niet kon hou den. Zijn vader, 's zondags voorlezer in de hervormde kerk, keerde de rug naar zijn zoon, die niet in de pas wilde lopen. De boeren, in zijn geboorte streek, bij wie Saarloos zich ook niet thuis voelde, deden hem in de ban omdat hij vaak meer wist op landbouwge bied dan zij, socialist was en bovendien kritisch sprak over pastoor en dominee. Hij ver huisde noodgedwongen naar een andere plaats, waar hij knecht werd op een proeftuin en zich ging inzetten voor de Landarbeidersbond. Wat zijn leven en strijd bepaal de is het „komplot tussen kerk en kapitaal". Vroeger al, Zodat de arbeider daardoor wordt verlicht. Dat was moei lijk te verkopen, want de arbei dersvrouw was bang dat het ten koste van het inkomen ging. Wij zeiden: dan vechten we voor korter werken met even veel verdiensten". „Als propagandist heb ik erg veel tegen de stroom in moeten roeien. Colijn zei: minder loon en minder kosten. Wij zeiden: meer loon en meer koop kracht. Je ziet nu hetzelfde: be zuinigen op volksgezondheid en onderwijs, meer geld uitge ven voor defensie en inleveren van koopkracht. Ze zeggen nu hetzelfde als toen. En de zwak- sten krijgen de hardste klap pen". Saarloos geeft als voorbeeld de nieuwe landelijke regeling maar nu nog in het bejaar dentehuis in Hoofddorp sig naleert hij dat discussies over veranderingen worden ge kapt met bijbelse argumen ten. voor het gebruik van taxi's. „Wij krijgen als bejaarden in een tehuis 245 gulden zakgeld in de maand. Daarvan moeten we betalen de pedicure, luis ter- en kijkgeld, postzegels en kerstkaarten, de telefoon en dergelijke. Nu heeft de rege ring ingevoerd dat mensen die met de taxi voor onderzoek naar het ziekenhuis moeten, zelf de eerste honderd gulden reiskosten betalen." ,Ik heb een brief geschreven aan het bejaardenblad dat deze mensen veel te zwaar worden belast. Dan zijn ze ziek en wor den ze ook nog extra geslagen. Dat is onrechtvaardig. Boven dien is het zakgeld daar niet voor. Mijn voorstel is dat ieder een in het ziekenfonds een gul den meer betaalt om deze rege- ,Wat dat betreft is er weinig veranderd. De kerk en bezit ters hebben de macht en pro beren de arbeiders eronder te houden. Het is opvallend dat rechts de macht heeft tijdens ling ongedaan te maken. Ook heb ik aan onze directeur ge vraagd om het in zijn organisa tie aan te kaarten. Hij doet het niet." Kwaad „Aan tafel zijn de mensen het met me eens dat het met die taxi's niet eerlijk is. Nou zijn er hier ook gespreksgroepen. Ik breng het daarin en zeg dat de zakcenten niet bedoeld zijn voor het betalen van de taxi. Vraagt de voorzitter, die door de gemeente wordt gestuurd: „Wie is het hiermee eens?". Niemand was het met me eens. Ik ben kwaad weggelopen. Stik de moord, dacht ik". „Soortgelijks speelt in dit huis met medicijnen. De dokter crises. Dat was in de tijd van Colijn zo, en nu weer. De christelijken hebben nooit iets in handen van de arbeider gespeeld. Terwijl de arbeider vrijwel alles watje om je heen schrijft medicijnen voor, waar voor de mensen rekeningen krijgen van zestig gulden en soms meer. Dat zijn medicij nen die het rijk te duur vindt en ze daarom uit het zieken fonds heeft gehaald. Ik heb ge zegd: ik wil alleen gratis medi cijnen. Toen ik er kreeg die ik toch moest betalen, heb ik ze teruggestuurd. Kreeg ik last met de directie. En de mensen hier betalen maar gewoon van hun zakgeld". ,Je mag niet zeggen dat het on danks alles beter is dan vroe ger toen de mensen blij waren dat ze wat te eten hadden. Ver geet niet, we hebben het alle maal zelf met eigen handen op gebouwd. In de jaren dertig waren er alleen rechten voor de bezitters, niet voor de arbei- aanschouwt, plantsoenen, ge bouwen, wegen, heeft ge maakt. Daarom moet alles wat de arbeider voortbrengt in handen van de gemeen schap komen". ders. We hebben ervoor ge vochten om het beter te krij gen en nu moeten we ervoor vechten om het vast te houden. We moeten het niet door zo'n nieuwe crisis laten afpakken". ,De mensen laten het zich aan leunen uit bangheid, niet uit tevredenheid. Of ze hebben er nog nooit over nagedacht. Ik word niet moedeloos van de gedachte dat ik alleen sta. Ik heb mijn hele leven tegen on recht gevochten en zal dat mijn laatste snik blijven doen". ,Ik wil tot het laatst toe helpen. Er zijn te weinig mensen die zelf denken. Die laten dat an deren voor hen doen. De domi nee en pastoor geven je wel een klap op de schouder, als je maar je mond houdt. De men sen kiezen gewoon de weg van de minste weerstand. Als je braaf bent. ben je in goed aan zien. Dat is heel aangenaam". Incidenten Toch zijn er veel groepen die wel protesten uiten, die blijkbaar wel zijn gaan nadenken. De jongeren bijvoorbeeld demon streren. Saarloos vindt dat die protesten nog te veel op inci denten zijn gericht ..Jongeren hebben in meerderheid op de WD gestemd. Nu komen ze er achter dat die partij voor de be zitters zijn en daarom ook de uitkeringen voor jongeren ver mindert. Ze reageren wel, maar alleen op dat gevolg en ze reageren niet op de oorzaak. Politiek is moeilijk, dat leer je niet een-twee-drie". „Je had in die tijd ook crisisco mités. Daarin zaten dan de no taris, de pastoor en de domi nee. Die vooraanstaande men sen waren gekozen, omdat die het volgens de arbeiders wel wisten. Maar wat gebeurde er: het geld van de liefdadigheid en het rijk ging niet naar de armsten, maar naar de eigen aanhangers van die voorname mensen. Je moet er altijd zelf met de neus bovenop blijven". „Nu willen ze ook terug naar de liefdadigheid. De mensen moe ten weer afhankelijk worden van het particulier initiatief. Er is hard gevochten voor sociale wetten als wao, ziektewet en ouderdomswet. Anders waren we er nu nog heel slecht aan toe geweest. We wachten al 1983 jaar op de uitvoering van de Wet van Liefde. Als we on dertussen zelf niets hadden ge daan, hadden we nu nog op het randje van leven en dood ge leefd". „De vakbeweging is het enige middel om te voorkomen dat we niet helemaal naar de blik sem gaan Ik besef heel goed dat de vakbond zijn beperkin gen heeft. Dat is de schuld van de bezitters, de werkgevers, want die hebben de macht. De hoge inkomens worden nu bij voorbeeld gespaard. Dat is de macht van de bezitters. Maar de vakbeweging kan je niet missen als tegenpool. Óm het evenwicht te handhaven en iets te doen voor alle mensen". Te rood „Het is daarom heel dom van mensen om uit de vakbond te lopen. Dat spaart hun een paar guldens uit. Maar het maakt de tegenpartij sterker. Omdat de mensen dom en bang zijn, kan de vakbeweging ook niet te hard lopen. Ze moet rekening houden met de achterban. Als je te hard loopt, loop je vooruit en sta je plotseling alleen. Daarom ben ik wel voor het in leveren van de prijscompensa tie voor meer werk. Als je op de langere termijn maar iets bereikt" „Er moet evenwicht zijn. Er moet voor worden gezorgd dat de werkgevers niet meer naar de winst kijken, maar naar de behoefte. En naar kennis en ca paciteit. Het is toch erg om jon geren nu te laten werken voor een zakcentje, omdat er geen geld voor loon is'. Er is volgens mu nog geld genoeg. Maar dat is winst voor de werkgever. Als die maar veel geld hebben en dan brengen ze het ook nog snel naar het buitenland". Bij het afscheid zegt Saarloos: „Jullie kunnen hier zeker geen verhaal van maken? Ik ben te rood, he?". Een vergelijkend onderzoek naar de kwaliteit van het leven in verschillende landen wordt nog steeds door velen als een interessante uitdaging be schouwd. Dr. Richard Estes, onderzoeker aan de School of Social Works van de universi teit van Pennsylvania in de Verenigde Staten, heeft jaren lang aan een dergelijk onder zoek gewerkt. Hij onderzocht 44 afzonderlijke factoren in 107 verschillende landen en maak te de voorlopige resultaten van zijn onderzoek de afgelopen zomer bekend. Estes' ranglijst van 'prettige' lan den om in te wonen, wordt aangevoerd door Denemarken, gevolgd door Noorwegen, Oos tenrijk en Nederland. Een nog steeds zeer welvarend land als West-Duitsland komt niet ho ger dan de elfde plaats op de lijst, en de Verenigde Staten komen pas op de 42e plaats, slechts één treetje hoger dan de Sowjet-Unie. Volgens Estes is het belangrijk ste verschil tussen zijn index en die van andere onderzoe kers dat die anderen zich door gaans concentreren op de eco nomische ontwikkeling van een land als indicatie van so ciale vooruitgang. In de meeste van die andere onderzoeken eindigen de Verenigde Staten in de hoogste regionen. Hoewel de economische ontwik keling van een land zeker ver band houdt met de kwaliteit van het leven van zijn inwo ners, zijn in het onderzoek van Estes maar vier van de onder zochte 44 factoren van econo mische aard. Andere bij het on derzoek betrokken factoren zijn onder meer de volksge zondheid, het onderwijs, de so ciale voorzieningen, de politie ke participatie, emancipatie van de vrouw, natuurrampen en de invloed van het leger op het dagelijks leven. Estes is verscheidene jaren met het onderzoek bezig geweest en heeft 40 van de 107 onder zochte landen bezocht. Hij ba seerde het onderzoek op con troleerbare feiten om subjecti viteit zoveel mogelijk te ver mijden. V eiligheidsgevoel Naast zijn eigen bevindingen in een aantal onderzochte landen gebruikte Estes statistische ge gevens van de Verenigde Na ties, de Wereldbank en de Or ganisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikke ling (OES). Het feitenmateriaal heeft betrekking op twee pe rioden, te weten de jaren '69- '70 en '79-'80. Het interval van tien jaar bood Estes de kans veranderingen en trends te be studeren. Bij de keuze van de te onderzoe ken factoren heeft Estes zich gebaseerd op de Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties. „Sommige criteria zijn westers van aard", aldus Estes onlangs door Peter Veenendaal in de International Herald Tri bune, „maar het zijn zaken waarnaar ieder land, democra tisch of communistisch, zou moeten streven". Die formule ring wijst er al op dat het ver stellen van de normen een per soonlijke keuze is. die de uit komst van het onderzoek sterk kan beinvloeden. Hoe arbitrair het kiezen van on- derzoeksfactoren kan zijn, wordt wel bewezen door het feit dat Estes hoge defensie uitgaven in een land aanmerkt als een negatieve factor. „Het kopen van wapens gaat ten koste van sociale voorzienin gen", zo verdedigt Estes die norm. Toch geven veel mensen graag veel uit aan defensie, omdat het daardoor verkregen gevoel van veiligheid hun leefklimaat positief bein- vloedt. Bij de vaststelling van de eind- waardering voor een land ging de onderzoeker uit van een score van 100 als samengesteld gemiddelde voor alle 107 lan den. Elk van de 44 factoren die de kwaliteit van het leven zou den bepalen, werd afzonderlijk gemeten en geplaatst op een schaal met nul als middelpunt. Scoorde het land op een bepaald gebied slecht, dan werd er een negatief cijfer gegeven. Achtte men het resultaat goed. dan was het cijfer positief. Het to taal van de 4-4 afzonderlijke scores werd opgeteld bij het gemiddelde van 100, waardooT het eindcijfer ontstond. Rang schikking van de eindcijfers le verde uiteindelijk de 'landen- hitparade' op. die wordt aange voerd door Denemarken. Zwakke kant Dat op het onderzoek van Estes wel het een en ander valt af te dingen, blijkt wel uit het zeer grote aantal negatieve reacties dat de onderzoeker heeft ge kregen na publikatie van de voorlopige conclusies, vooral uit de Verenigde Staten. De relatief lage klassering van het 'land met de onbegrensde mogelijkheden' wordt door Es tes verklaard door sociale en politieke onrust, gebreken in de systemen voor volksge zondheid, onderwas en sociale voorzieningen, de ongelijkheid in maatschappelijke status tus sen blanken en minderheden en natuurrampen De kritiek en Estes' verdediging daartegen leggen duidelijk de zwakke kant van zijn onder zoek bloot Als het al zo is dat de 44 onderzochte factoren sa men de kwaliteit van het leven bepalen, dan nog valt te betwij felen of totaal verschillende grootheden op een gelijke ma nier te waarderen en later zon der meer bij elkaar op te tellen zijn. Zo wordt de overvloed aan voedsel in de Verenigde Staten door Estes' rekenme thode bijvoorbeeld in de Sow jet-Unie gecompenseerd door een grote mate van - afgedwon gen - politieke stabiliteit De kwaliteit van het leven in een land wordt individueel be paald door de inwoners die ie der weer andere normen aan leggen voor een prettig leven. Daarom was het onderzoek van Estes wellicht eerlijker cn interessanter geweest als hij al zijn cijfertjes niet bu elkaar had opgeteld, maar de scores van ieder land op elk onder zoek gebied afzonderlijk had gegeven. Wie zyn voorwaarden voor een aangenaam bestaan kent, kan dan zelf uitzoeken waar het het beste toeven is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 21