Het eindstation van de welvaart 1 ZATERDAG 12 FEBRUARI 1983 Extra y r Wat we er ook van mogen denken, een saai bedrijf kunnen we de Leidse vuilverbranding niet noemen. Zo nu en dan wordt een compleet varken tussen bet huisvuil aangetroffen. Of komt een professor zijn proefschrift zoeken. Dan weer belt een dame op die haar gouden broche kwijt is. Bedrijfsleider Kranenburg vindt vuilverbranding overigens maar een vervelend woord. Liever spreekt hij van milieuverwerkende industrie, omdat er naar zijn zeggen met zijn bedrijf geen vuiltje aan de lucht is. Alleen bij het inspecteren van de ovenwanden doet hij een stoflapje voor. „Anders snuit je twee dagen zwart". Sjak Jansen liep een dagje met hem op en bekeek wat er met zijn vuilniszakken gebeurt. door Sjak Jansen Links van de spoorlijn, boven het vogelgekwetter in het groene Heempark uit, klinkt het geraas van een volle vuilnisauto die bij de Leidse vuilverbranding haar maag leegt. De inhoud, een slordi ge achtduizend kilo huisvuil, ver dwijnt rechtstreeks in de zoge naamde vuilbunker en veroor zaakt daar spontaan een stofwolk die (uche, uche, uche) smartelijk doet verlangen naar een wasknij per. Stalen kanteldeuren beletten gelukkig dat het aroma zich ver spreidt. „Tja, schoon is het hier niet", zegt bedrijfsleider J. Kranenburg, „maar het is wèl een verdraaid mooi bedrijf. Ik werk hier nu bijna vijftien jaar. En - laat dat een ge ruststelling voor u zijn ik heb nog nooit een vlooi gehad." Dag en nacht is de vuilverbrandingsin stallatie in bedrijf. Alleen in het week einde, gedurende de zondag, doven de vlammen in de drie ovens die elk vier duizend kilo vuil per uur verbranden. Wekelijks betreft het een kleine twee miljoen kilo brandbaar afval, dat ze in rook laten opgaan. Wat onbrandbaar is, wordt afgevoerd naar België. Daar wordt het - voor grof geld - in klei- putten gestort. Sinds 1966 wordt het vuil dagelijks met tonnen tegelijk uit Leiden en acht om liggende gemeenten aangevoerd. Het wordt gelost in de vuilbunker. Daar zit op achttien meter hoogte een kraan machinist. In een afgesloten cabine, waar het aangenaam ruikt naar frisse limoenen, bedient hij de levensgrote grijper die gulzig hapt in de beneden op de hoop gelegen lege blikjes, smeuïge boterhammen en andere za ken uit het westers vuilnisvat. Rook Schier moeiteloos transporteert hij het afval naar de twintig meter hoger gele gen vultrechters en de schudgoot. De ze goot verdeelt het vuil met behulp van radioactieve isotopen in kleine porties, die mondjesmaat de oven in gaan. Zo wordt voorkomen dat deze zich het vuur uit de sloffen loopt. En dat is belangrijk, want bij een te hoge temperatuur in de oven gaan de vlieg asdeeltjes kleven. En dan bestaat het gevaar dat ze de rookkanalen verstop pen met alle gevolgen vandien. De temperatuur in de oven schommelt in de regel rond duizend graden Cel sius. Heet genoeg om stinkende che mische verbindingen te vernietigen. Stank heerst uitsluitend in de vuilbun ker en in de oven, waar zich ook ande re narigheid bevindt: roet. „We moe ten regelmatig de wanden inspecte ren", vertelt bedrijfsleider Kranen burg. „Dat is puur classificeerders- werk, maar het möèt. Als je dan geen stoflapje voordoet, snuitje twee dagen zwart." De ovens tien meter lang, vier meter breed en achteneenhalve meter hoog zijn vervaardigd van vuurvast met selsteen. De wanden zijn een halve meter dik en gëisoleerd met beton. Zo wordt hinderlijke uitstraling tegenge gaan. Om het vuur goed te laten bran den, wordt voortdurend zuurstof in de oven geblazen. De uitgebrande resten zoals ijzer, steen en glas vallen in een koelbak met water en worden voor transport naar België in een aparte bunker opgespaard. Waar vuur is, is rook. De rook in de vuil verbranding is gevuld met asdeeltjes. Deze rook wordt in de koeltoren met water van de Trekvaart afgekoeld tot 250 graden en vervolgens gefilterd. Langs elektrische weg worden hier de asdeeltjes onderschept. Wat dan over blijft zijn waterdamp en gezuiverde rook. Die gaan via de tachtig meter ho ge schoorsteen de lucht in en vormen de eindeloze rooksliert waaraan de Leidse vuilverbranding al van verre is te herkennen. Broche In het verleden was die uitstoot nogal eens een bron van kritiek. Merenwijk- bewoners klaagden over neerdwarre lende stofdeeltjes die het wat al te bont maakten met hun buiten drogen de witte was. Kranenburg: „Toen had den we nog de oude schoorsteenpijp. En die was nogal verrot. Maar nu we sinds vorig jaar een hele nieuwe heb ben, is er met de uitstoot geen vuiltje meer aan de lucht. En dat zeg ik naar eer en geweten." „Geregeld neemt TNO hier ook steek proeven. En nooit zijn we de sigaar. Tenzij iemand in het ziekenhuis achte loos twintig thermometers in de vuil niszak mept. Dan wordt het hier ver brand en dan krijg je onherroepelijk kwikgassen in de lucht. Daar staan wij machteloos tegen. En dan kunt u wel zeggen: een weldenkend mens stopt geen thermometers bij het huisvuil, maar dan zeg ik: een weldenkend mens poept ook niet achter de kerk, maar voorlopig gebéurt het." „Hier, kijkt u nou zelf eens naar die berg afval... U snapt toch zeker wel datje in die bende niks meer terugvindt. Zelfs iets groots als een laars kun je er moei lijk in ontdekken, laat dus staan een pietepeuterig thermometertje of een zilveren lepeltje. En tóch krijgen we hier tenminste drie keer per week mensen aan de telefoon die zeggen: mijn gouden broche is bij het huisvuil terechtgekomen, kunt u die even voor me opzoeken? Ja, dat hoort u goed: even, zeggen ze dan." „Vaak is het hetzelfde liedje: ik leg dan uit dat het zoeken haar een broche in al die tonnen vuil ondoenlijk is, men gelooft dat niet en ik zeg dan: goed. komt u dan zelf maar met uw harkje en schepje... Dat klinkt mis schien bot, maar moet u luisteren: ik kan hier toch geen uren aan de tele foon zitten jerimiëren. Voor één zo'n broche!" Proefschrift „Het is echt on-be-gon-nen werk. Zelfs die professor konden we niet helpen. De man had een proefschrift geschre ven, maar verzuimd het op te bergen toen hij op vakantie ging. Een schoon maakster heeft dat toen abusievelijk voor oud papier aangezien. Komt die man hier, helemaal radeloos, zegt: 'Mijn levenswerk is vernietigd'. Heel triest natuurlijk, maar wat doe je er aan?" „Mensen doen soms ook zo stom hè. Leggen ze een envelop met tachtig lappen van duizend erin even op de af valemmer. Willen ze hem vijf minuten later pakken, is-ie weg. Had iemand de afvalemmer onderwijl geleegd en de envelop erbij gedaan. Tachtigduizend gulden naar de haaien! Mensen kun nen soms ook zo vreselijk.., nou ja." .Daarom zeg ik ook laatst tegen die man, die hier kwam met een enorme hoeveelheid drank waarmee was ge knoeid, ik zeg: u mag hier alles vernie tigen, tot briefjes van duizend aan toe, zolang u maar aan de poort betaalt. Waarop hij tegen z'n compagnon zegt: 'Die vent is gek'. Tja, wist hij veel dat wij hier behalve huisvuil bijvoorbeeld ook hele fabrieksoverschotten en complete archieven verbranden. En dat de politie hier verdovende midde len en allerlei vertrouwelijke stukken komt verbranden. Volledige dossiers gaan hier de oven in. Maar dat weet men niet. Men denkt alleen maar aan vuil." ,En dat zit 'm in die naam: vuilverbran ding. Milieuverwerkende industrie klinkt veel mooier. Dan zouden, denk ik, ook niet al die vooroordelen be staan. Dat we het milieu verontreini gen en zo. En geluidsoverlast veroor zaken. Onzin! Gelukkig hebben we dat ook telkens kunnen weerleggen met TNO-rapporten. Hier, kijkt u zelf... Ziet u nu wel dat het snor zit met de uitloopbare zware metalen in onze slakken en vliegassen?." Gasfles „Dat is trouwens niet alleen onze ver dienste. Het ligt voor een groot deel ook aan de mensen zelf. Kijk, als we met z'n allen morgen al onze lege bat terijen in de vuilniszak meppen, kun nen we het wel vergeten. Batterijen verbranden namelijk niet. Ze oxide ren. Dan krijg je zinkoxide en vroeg of laat komt dat in het dnnkwater te recht. Enfin, meer hoef ik u niet te ver tellen."' „Trouwens, wat zou het niet schelen wanneer morgen de verffabneken hun laksoorten eens zonder metalen maak ten..? Zo'n grote ingreep is dat niet, maar toch: ze doen het niet. Men is daar kennelijk nog niet rijp voor. Het komt te vroeg. Net als dat scheiden van huisvuil. Toegegeven, met glas lukt het. Maar neem nou die batterij en. Lukt dat ook..? Ik help het u ho pen, maar ik heb er met veel vertrou wen in zolang wij nog dit soort projec tielen in het huisvuil aantreffen." Uit zijn la heeft Kranenburg een hand granaat gepakt. „Het is treurig, maar ook dit soort leger-souvenirs mept men doodleuk in de vuilniszak. Cam pinggasflessen idem dito. Die knallen in de oven ook helemaal uit elkaar En dan is het maar gelukkig dat-ie zo'n explosie hebben kan, anders was de ellende hier niet te overzien geweest." „Ik moet overigens bekennen dat het al weer lang geleden is, dat we hier een echt lekkere grote klap hadden. Een hoogzwangere campinggasfles explo deerde toen en daarbij kwam zoveel kracht vnj dat het koelwater overliep en de vent die ernaast hep een nat pak kreeg. Ja, u lacht er nu om en wij ha derhand ook, maar neemt u van my aan: op het moment dat zoiets gebeurt geef je er geen pyp tabak voor." Heipaal „Wat dacht u trouwens van die betonnen heipaal daar? U gelooft het vast niet, maar dat gevaarte zat tussen het grof vuil. Die hebben we er nog net op tyd kunnen uithalen, anders had het ons twee dwarsmessen gekost. U weet wel: die scherpe messen die in de ver- kleiningsmachine zitten en het grof vuil in kleinere stukken snijden, zodat het wat gemakkelijker in de oven kan." „Die oven. daar moet ik trouwens nog van zeggen dat niet alles erin ver brandt. Sinaasappelschillen byvoor- beeld. En kadavers Die zitten ook nogal eens tussen het huisvuil. Vaak geeft dat vieze toestanden, want om te kunnen cremeren is ons vuur niet heet genoeg. Ze verbranden dan ook maar half, net als dat varken vorig jaar. Dat was enorm smeng, het was openge scheurd en de darmen lagen eruit. Tóch zul je dat moeten opruimen. Als je hier werkt, moet je bereid zijn zulk vies werk te verrichten Gelukkig is men dat hier ook. Het ziekteverzuim is minimaal Maar het werk is dan ook levendig En ook al is het wel eens vies. men gaat altijd schoon naar huis. Douchen is verplicht. Behalve werk kleding en zo krijgt men wekelijks van het bedrijf twee stukjes zeep." By de Leidse vuilverbranding werken een kleine vijfentwintig man in dne- ploegendienst. Het is een klein bedryf met een jaarlijkse begroting van negen miljoen gulden. Elke ton vuil kost 107 gulden om te verwerken. Daarvoor is geen olie nodig. Enige brandstof is het vuil zelf. Voor com postverwerking of stoomterugwmning is de vuilverbran ding te kleinschalig. Verwerking van noolslib loont- evenmin: het hoog heemraadschap kan dat goedkoper af voeren. Radio's „Ik noem de vuilverbranding wel het eindstation van onze welvaart", zegt Kranenburg. „Je krygt hier ook een andere kyk op de samenleving Ik be doel: wanneer vroeger de kinderby- siag werd uitgekeerd, merkte je dat hier meteen; dan hadden we meer vuil. Nu nog als het bijvoorbeeld mor gen lekker strandweer is, breken wy hier overmorgen onze nek over de conservenblikjes." „De laatste tyd krijgen we wat minder afval en ik mag scheel zien als dat niet komt doordat iedereen moet inleveren en we het allemaal wat slechter heb ben Hoewel ik me dat laatste wel eens afvraag. Vooral als ik al die nog gave radiotoestellen aan die gryper zie ben gelen. Dat wordt toch maar mooi by het grofvuil gezet. En dat wordt alle maal vernietigd Vindt u dat niet zon de? Daarom als ik er een zie, vis ik hem eruit Zo heb ik in de afgelopen jaren menige portefeuille met che ques. rybewys en de hele kluit kunnen redden. En pas nog een dik gevulde portemonnee. Die stonk weliswaar als NB "ttrr. mam dia heb ik toch maar naar de politie gebracht Maar die agent van gevonden voorwerpen, ook niet gek. schoof 'm opzy. Typisch een zaak voor de recherche, zei hy. Je blyft lachen." „U vroeg zojuist naar ratten. Welnu, ik moet u teleurstellen: die komen hier niet. En ik geef ze geen ongeiyk. Er is hier namelyks niks te vreten voor ze Al het vuil wordt immers meteen ver werkt. voor ratten blyft niks over. Maar moet u nou voor de aardigheid eens naar beneden kyken. Naar dat schitterende Heempark wat voor u ligt en die twee prachtige molentjes Weest u eens eerlyk zoudt u nou zeg gen dat u nu op de vuilverbranding bent Bedrijfsleider Kranenburg: "Ratten hebben hier niks te zoeken'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 19