Wagner: geen nazi-eigendom
E""a
ZATERDAG 5 FEBRUARI 1983
PAGINA 11
Volgende week zal het honderd jaar geleden zijn dat Richard Wagner overleed. Wagners naam wordt
nog vaak in één adem genoemd met de gruwelen van het Nazi-regime. Wie was die merkwaardige
figuur die erin slaagde een theater te laten bouwen waarin uitsluitend zijn eigen werken werden (en
nog steeds worden) opgevoerd? Die mensenmassa's diep geconcentreerd kan laten luisteren naar een
17 uur lange opera?
Niet alleen Hitier en Goering aanbaden hem, doch eveneens Thomas Mann en menige hedendaagse
joodse dirigent. Paul Korenhof komt tot de conclusie dat Wagner geenszins kan worden
schoongewassen, maar dat hij evenmin als een ideologisch antisemiet kan worden afgeschilderd.
Op 13 februari 1883, drie
maanden vóór zijn zeven
tigste veijaardag, overlijdt
de componist Richard
Wagner in het Palazzo
Vendramin in Venetië.
Drie dagen later wordt
zijn lichaam per gondel
overgebracht naar het
voor het publiek afgeslo
ten station, waar een spe
ciale trein gereed staat om
de overleden componist
terug te brengen naar zijn
"eigen" Bayreuth op tach
tig kilometer ten noorden
van Neurenberg.
De reis daarheen duurt ander
halve dag, omdat op stations
in Italië, Zwitserland en Oos
tenrijk en op bijna alle sta
tions in Duitsland gestopt
moet worden voor delegaties
met kransen, bloemen en
rouwmuziek.
Op 18 februari heeft de uitvaart
plaats in een Bayreuth dat
zwart ziet van officiële verte
genwoordigers en gewone
"pelgrims". Om vijf uur volgt
dan de eigenlijke begrafenis
in de tuin van zijn villa
"Wahnfried" in tegenwoor
digheid van uitsluitend zijn
weduwe en de kinderen.
Uniek
Een dag daarna verklaart een
geschokte koning Ludwig II
van Beieren: "De kunstenaar
om wie nu de hele wereld
rouwt, is door mij als eerste
herkend en ik heb hem voor
de wereld behouden".
Veertig jaar later wordt een
diep ontroerde Adolf Hitler
in eenzame mijmering bij het
graf achtergelaten. Na de
machtsovername in 1933
maakt de nieuwe rijkskanse
lier zichzelf tot officiële be
schermheer van de door Wag
ner gestichte Bayreuther
Festspiele, die aldus een be
langrijk prestige object wer
den binnen de Nazipropagan-
da.
Hoe men ook over Wagner en
zijn muziek denkt, niemand
zal kunnen ontkennen dat hij
een unieke plaats in de cul
tuurgeschiedenis inneemt.
Geen andere operacomponist
is er ooit in geslaagd een
theater te laten bouwen waar
uitsluitend zijn eigen werken
worden opgevoerd (nog
steeds!). Geen andere compo
nist is er ooit in geslaagd een
devoot publiek dagen achter
een op houten klapstoeltjes
te laten plaatsnemen om in
uiterste concentratie naar ab
surd lange werken te luiste
ren.
Geen andere componist weet
ook een eeuw-na zijn dood
het publiek nog zo sterk te
verdelen in fervente tegen
standers en idolate bewonde
raars. Voor de filosoof Frie-
drich Nietzsche werd hij een
obsessie en in de staat Israël
is zijn muziek nog steeds ver
boden.
In de wijde kring van zijn be
wonderaars vinden we niet
alleen Hitier en Goering,
maar ook Thomas Mann en
vele anderen die na de
machtsovername door Hitier
Duitsland ontvlucht zijn, on
der wie een opvallend hoog
percentage van de joodse di
rigenten die in het muziekle
ven van de twintigste eeuw
een belangrijke rol hebben
gespeeld.
Invloed
De lijst van componisten,
schrijvers, dichters en beel
dende kunstenaars die direct
of indirect door hem werden
beïnvloed, lijkt eindeloos en
hij heeft zowel rechtstreeks
als via anderen al een eeuw
lang zijn stempel gedrukt op
het culturele leven van bijna
een heel werelddeel. Zelfs
uiteenlopende zaken in het
theaterleven als festivals, een
verduisterde zaal en het ge
bruik van een stoommachine
voor speciale effecten heb
ben we in eerste instantie aan
Wagner te danken.
Maar ook tijdens zijn leven was
Wagner al een omstreden fi
guur, die constant omringd
werd door slaafse vereerders
en mensen die zowel hemzelf
als zijn muziek te vuur en te
zwaard bestreden. Het groot
ste deel van zijn leven was
bovendien een opeenstape
ling van schulden en conflic
ten, waardoor hij tot 1864 ge
dwongen was een zwervend
bestaan te leiden.
Voor een deel had hij dat te
danken aan zijn hang naar lu
xe en meer dan eens moest
hij in het geheim vluchten
om aan zijn schuldeisers te
door Paul Korenhof
Adolf Hitler in het gezelschap van Wagners schoondochter Winifred.
ontkomen. Daar kwam bij
dat hij op een gegeven mo
ment verzeild raakte in de
kringen rond de anarchist
Bakoenin.
Door een mengeling van per
soonlijke en ideële motieven
liet Wagner zich tot daden
verleiden en nam hij in 1849
actief deel aan de mei-op-
stand in Dresden.
Hoewel hij zichzelf later meer
als vredestichter dan als re
volutionair afschilderde,
maakte zijn aandeel in de op
stand toch dat hij overhaast
Duitsland moest verlaten en
dat hij nog lang daarna reke
ning moest houden met een
dreigende arrestatie. Het
heeft hem in al die jaren ech
ter nooit ontbroken aan be
wonderaars en vrienden, die
hem op kritische momenten
de helpende hand (of hun
portemonnaie) boden.
mance met Cosima von Bü-
low, echtgenote van de diri
gent en dochter van Franz
Liszt. Vier jaar lang blijft de
ze situatie voortduren. In die
periode schenkt Cosima het
leven aan twee kinderen van
Wagner en dirigeert haar man
de wereldpremières van
"Tristan und Isolde" (1865)
en "Die Meistersinger von
Nürnberg" (1868). Dan pas
kiest Cosima defnitief voor
de 24 jaar oudere Wagner en
begint ook de verwijdering
tussen Wagner en Bülow.
van Wagner weimg origineel,
al kan men wel glimlachen
om de gezwollen formulerin
gen waarin hij zijn doel bij
herhaling uiteenzette. Natio
nalisme was niet typisch
Duits, maar een algemeen
kenmerk van de Romantiek
en menig 19de-eeuws kunste
naar heeft dergelijke elemen
ten in zijn werk verweven.
(Verdi, Wagners tegenpool,
zette zich zijn leven lang in
voor de vereniging van een
verdeeld Italië).
Machtig
Mythologie
Niet loyaal
Volgens tijdgenoten is er van
Wagner een fascinerende in
vloed uitgegaan, ondanks
zijn kleine gestalte, zijn licht
gebogen rug en zijn weinig
welluidende stem. In ieder
geval slaagde hij er in men
sen op een bijzondere wijze
aan zich te binden en zelfs ac
cepteerde men van hem dat
hij niet bepaald loyaal was in
zijn vriendschappen.
Dankzij de rijke Otto Wesen-
donk beschikte Wagner van
april 1857 tot augustus 1858
over een riant buitenhuisje in
de buurt van Zürich en als
"dank" maakte hij de naam
Wesendonk op een speciale
manier onsterfelijk: een lief
desaffaire met Otto's vrouw
Mathilde leidde tot het ont
staan van de zgn. Wesen-
donk-liederen en bleek zelfs
van essentiële invloed op het
ontstaan van de opera "Tris
tan und Isolde". Voor Otto
Wesendonk is dat echter
geen reden Wagner daarna
zijn steun te ontzeggen en
ook anderen aanvaarden een
ondervonden "trouweloos
heid" als hun bijdrage aan
Wagners genialiteit.
Het ergste slachtoffer wordt
Wagners beste vriend, de di
rigent Hans von Bülow. Ter
wijl hij zich met onvermin
derde ijver voor de muziek
van Wagner blijft inzetten,
begint deze een openlijke ro
In mei 1864 vond er een gebeur
tenis plaats die voor Wagners
verdere leven minstens even
belangrijk zou blijken. In
april was hij op een diepte
punt beland: de schulden
groeiden hem erger dan ooit
boven het hoofd, een deel
van Duitsland mocht hij nog
steeds niet betreden en de
vervulling van zijn artistieke
dromen leek verder weg dan
ooit.
Op dat moment verscheen de
machtigste beschermer die
de wanhopige componist
zich wensen kon. De
"sprookjeskoning" Ludwig
II van Beieren werd reeds
lang door de muziek van
Wagner gefascineerd en be
sloot de componist te steu
nen bij de verwezenlijking
van diens grootse plannen.
Wagner aanvaardde de hulp
van de vorst dankbaar en
beantwoordde diens vriend
schap zo oprecht als hem
maar mogelijk was.
Later kwam de politieke oppo
sitie tegen het verkwistende
beleid van Ludwig II hem
echter niet helemaal ongele
gen. Zijn plannen reikten
veel verder dan de positie
van "hofcomponist" van
Beieren. Met typisch 19de-
eeuws nationalisme droomde
Wagner van een groot en ver
enigd Duitsland, waarvan
Beieren slechts een onder
deel zou vormen. Voor het
volk van dit verenigde Duits
land zou hij de grote kunst
werken schrijven, die in na
volging van dc Griekse trage
dies rangen en standen zou
den moeten verbroederen in
een bijna religieus kunstge
not.
Tot zover waren de theorieën
Het bijzondere in de theorieën
van Wagner was dat hij ook
een nieuwe kunst wilde
scheppen: het "Gesamt-
kunstwerk", waarin alle
kunstvormen op ideale wijze
zouden moeten samengaan.
Door die combinatie zou een
eindprodukt ontstaan dat
groter was dan de som van de
afzonderlijke elementen. De
stof voor deze muziekdra
ma's moest afkomstig zijn uit
de mythologie, omdat daarin
al van oudsher eeuwige waar
den vervat waren op een wij
ze die voor het gehele volk
herkenbaar waren. Zo zou de
ideale kunstvorm tot volks
kunst kunnen worden en
voor iedere toeschouwer de
kern van het leven blootleg
gen.
Als voorbeeld van deze nieuwe
kunst schreef Wagner een 17
uur durende monster-opera
in vier delen, "Der Ring des
Nibelungen", maar hij achtte
de bestaande theaters en de
uitvoerenden van dat mo
ment ongeschikt om dit werk
uit te voeren. Daarvoor was
maar één oplossing: een ei
gen theater, speciaal voor dit
project ontworpen, waar zan
gers en musici ook grondig
op hun werk voorbereid kon
den worden.
Situering van dit theater in
München, de hoofdstad van
Beieren, leek Wagner echter
minder gunstig, want hij had
al lang in de gaten dat de
werkelijke macht bij Bis
marck in Pruisen lag. Toen
hij door politieke verwikke
lingen gedwongen werd het
hof van Ludwig II te verla
ten, liet hij zijn oog vallen op
Bayreuth, een stadje halfweg
tussen München en Berlijn.
Daar bouwde hij, weer met
de steun van Ludwig II en ve
le andere bewonderaars, zijn
"Festspielhaus", en weer was
het resultaat uitzonderlijk:
door de verborgen opstelling
van het orkest onder het to
neel wist Wagner een akoes
tiek te bereiken die met die
van geen enkel ander theater
vergelijkbaar is. Het onzicht
bare orkest maakt het onmo
gelijk te zien waar de muziek
vandaan komt en de toe
schouwer heeft het gevoel
dat hij door de orkestklank
omringd is, terwijl de zangers
vrijwel probleemloos boven
de hardste orkestpassages uit
kunnen komen.
Derde rijk
Het nationalisme en de massale
koren in "Lohengrin" en de
"Meistersinger", de doelbe
wuste pogingen een nieuwe
"volkskunst" te scheppen, de
voorkeur voor de Germaanse
mythologie en het monumen
tale karakter van zijn muziek
maakten Wagner bij voorbaat
geschikt om ingelijfd te wor
den bij het Derde Rijk.
Maar daar bleef het niet bij. Hit-
Ier bleek ook nog een ferven
te liefhebber van Wagners
muziek te zijn en knoopte
lang voor zijn machtsoverna
me nauwe banden aan met
Wagners zoon en erfgenaam
Siegfried en diens jonge
vrouw Winifred. De verbor
gen homosexualiteit van
Siegfried maakt diens relatie
tot de nazi-bonzen enigszins
wisselvallig, maar de vriend
schap tussen Hitler en Wini-
fred(nota bene een Engelse!)
werd zo hecht, dat er na de
dood van Siegfried in 1930
steeds weer geruchten opdui
ken over een op handen zijn-
huweüjk.
In elk geval is het aan Winifred
Wagner te danken dat Hitier
in 1923 in de gevangenis van
Landsberg het papier kreeg
waarop hu "Mein Kampf'
kon schrijven en tot 1944 zal
"Onkel Wolf', zoals de kinde
ren hem noemen, vnjwel elke
zomer zijn intrek nemen in
het tuinhuis bij de Wagner-
villa.
Het feit dat Hitier een liefheb
ber was van Wagners muziek
en dat bepaalde elementen
uit zijn werken uitstekend
pasten in het straatje van de
propaganda en de ideologie
van het Derde Rijk, betekent
echter niet dat Wagner zon
der meer ingelijfd kan wor
den bij de nationaal-socialis-
ten.
Wagners muziek fascistisch
noemen is evenzeer onmoge
lijk. omdat muziek op zich
niet fascistisch kan zijn;
hooguit kan zij associaties
met het fascisme oproepen.
Wèl waren Wagners artistieke
ideeën en zijn composities
bruikbaar voor de machtheb
bers van het Derde Rijk,
maar in Engelse en Ameri
kaanse films ("Excalibur") en
voor de muzikale omlijsting
van VPRO-programma's
wordt eveneens met de regel
maat van de klok gebruik ge
maakt van Wagners muziek.
Opgeblazen
Op vergelukbarc wijze spron
gen de machthebbers van het
Derde Rijk met Wagners mu
ziek en de werken van vele
anderen om (o m. met de ge
schriften van Nietzsche). Al
les wat zij gebruiken konden,
werd uit zijn context gelicht
en vervolgens enorm opge
blazen, terwijl de rest zorg
vuldig werd weggemoffeld.
De "Ring". Wagners hoofd
werk, moest natuurlijk opge
voerd worden, maar een zorg
vuldige analyse was uit den
boze. Hoofdthema van dc
"Ring" is immers het conflict
tussen de vrije wil en het to
talitaire systeem, uitmon
dend in een complete "Got
terdammerung" (met een
zaal vol zwijmelende nazi-lei
ders een toppunt van ironie).
"Tristan und Isolde", een ver
heerlijking van de verterende
erotiek, en "Parsifal", een se-
mi-religieus werk over de
"verlossing", werden steeds
minder op het repertoire toe
gelaten. Behalve een paar or
kestrale fragmenten uit de
"Ring" vonden eigenlijk al-
I' CO "Lohengrin'' en de
"Meistersinger" genade m de
ogen van de partij-ideologen
van het Derde Ruk. zolang
maar niet al te duideluk werd
dat in de "Meistersinger" de
triomf van het moderne en
onconventionele gepredikt
werd. (Aan de andere kant
alleen al de derde akte van
deze opera duurt twee volle-
uren en het blijft de vraag of
het voor al die gewonde
frontsoldaten zo prettig was
dat ze 's zomers verplichte
culturele revalidatie in Bay
reuth kneu i
Eén zwarte bladzijde uit zijn le
ven moet Wagner echter nog
steeds aangerekend worden.
In zijn beginjaren had hij een
ellendige tijd doorgemaakt in
Parijs, waar op dat moment
de Duits-joodse componist
Meyerbeer triomfen vierde.
Wagner lukte het niet een
voet aan dc grond te krijgen
ondanks de hulp van diezelf
de Meyerbeer, die daarna ook
in Duitsland zijn invloed aan
wendde ten gunste van zun
jonge collega.
Jaloezie
De jaloezie van Wagner was
echter gewekt, doordat het
publiek de muzikale bom
bast van Meyerbeer bleef pre
fereren boven zijn eigen ge
nialiteit. In 1850 schreef hij
toen voor het "Neuen Zeit
schrift fur Musik" het artikel
"Das Judentum in der Mu
sik", waann hij op een lage
en paranoïde wijze tekeer
gaat tegen de joodse compo
nisten van zun Ujd, met name
Meyerbeer (die hu ovengens
niet durfde noemen) en de
kort daarvoor overleden
Mendelssohn. De antisemiti
sche toon van dit geschrift is
ronduit verwerpelijk, maar
het is niet specifiek iets voor
Wagner. In de 19de eeuw
kwam langzaam maar zeker
de emancipatie op gang van
de joden, die in toenemende
mate het religieuze juk af
wierpen. uit hun afzondering
naar buiten traden en poog
den zich te assimileren met
de hen omnngende cultuur.
Dit proces, dat pas na een
paar generaties voltooid zou
zijn, werd de aanleiding tot
een golf van antisemitisme
die zich over vrijwel heel Eu
ropa verspreidde en in
Frankrijk een hoogtepunt
zou bereiken met het proces-
Dreyfus. Wagner stond dus
bepaald niet alleen, al mag
dat niet als verontschuldi
ging gelden, maar van een
ideologisch antisemitisme is
bij hem geen sprake geweest
Wel verschafte "Das Juden
tum in der Musik" aan Hitier
c.s. een paar uitstekende cita
ten om Wagner in hun gele
deren op te nemen, en met
diezelfde citaten wordt Wag
ner nu nog steeds (en terecht)
om zijn oren geslagen.
Voorbij
Aan twee zaken gaat men daar
bij gemakshalve voorbu. na
melijk dat er in het artikel
ook nog enkele minder ver
werpeUjke zinnen staan (de
meeste tegenstanders van
Wagner schijnen zijn ge
schriften niet te lezen) en dat
dit ene artikel, hoe minder
waardig ook van toon, Wag
ner niet medeschuldig maakt
aan een volkerenmoord een
halve eeuw na zijn dood. Als
Hindenburg en Von Papen
vnjftig jaar geleden het poli
tieke spel anders gespeeld
hadden, zou Wagners "Ju
dentum" gewoon een van de
vele antisemitische geschrif
ten zijn waaraan de Westcu-
ropese cultuur zo "njk" is.
Maar zonder "Das Judentum
in der Musik" zouden de ras
sentheorieën van het Derde
Rijk eveneens tot stand zijn
gekomen.
Men mag Wagner zijn eigen
fouten blijvend aanrekenen,
maar men kan hem niet ver
antwoordelijk stellen voor de
daden van zijn eigen schoon
dochter, Hitler en vele ande
ren die niets anders deden
dan citaten uit zijn werken
misbruiken. Zoals het op het
ogenblik ligt, heeft "Das Ju
dentum in der Musik" maar
één slachtoffer gemaakt, na
melijk Richard Wagner zelf.
Bu de opening van de Bayreu
ther Festspiele 1976 liet dc
Duitse president Walter
Scheel zich in dezelfde zin
uit. Hu besloot zijn beschou
wing over de relatie Hitler-
Bayreuth met de woorden
"Naar alles wat men weet
heeft Hitler van Bayreuth ge
houden Maar kan men Wag
ner kwalijk nemen dat Hitler
een zwak had voor zun mu
ziek? Hitier hield ook van
bergen en herdershonden en
dat zegt evenmin iets ten na
dele van bergen en herders
honden. Wagner en Hitier
maakten beiden deel uit van
een rampzalige antisemiti
sche onderstroming in het
Europese denken Maar zon
der Wagner was Hitler beslist
ook antisemiet geworden"