Hausse in Indië-boeken
BOEKEN
1
Student als intellectuele scliuimsoiifflé
1
Kaleidoscopisch
beeld van Lennon
Bisschop kan vrouw parochie laten leiden
Nederland als koloniale mogendheid
WOENSDAG 26 JANUARI 1983
Varia
Aan de stroom publikaties over
het voormalig Nederlands-In-
diè lijkt voorlopig nog geen
eind te komen. Boek na boek
verschijnt er over tempo doe-
loe en ze bevatten de meest uit
eenlopende aspecten van
"toen": van de techniek van
het besturen overzee tot luchti
ge bespiegelingen over het so
ciëteitsleven.
Die hausse is wel verklaarbaar.
Na de souvereiniteitsoverdracht
hebben we jarenlang niets
meer willen weten van dét ge
deelte van onze historie als ko
loniale mogendheid en zeker
niet over de periode 1945-1949
toen Nederland gewapender
hand (de z.g. politionele acties,
een gezalfde term voor in feite
een oorlog van beperkte om
vang) Indië's toekomst naar
zijn hand poogde te zetten. Het
lukte niet en mede onder bui
tenlandse druk moest Neder
land de aftocht blazen. Het was
een pijnlijke geschiedenis, zó
pijnlijk dat we er tot aan de ja
ren zeventig niets meer over
wilden weten en horen.
Maar de tijd schrijdt voort en de
generatie die het allemaal nog
heeft meegemaakt ziet de
zandloper langzaam leegraken.
Dan rijpt de behoefte om de er
varingen op papier te zetten.
Bovendien is er een geheel
nieuwe, totaal onbelaste gene
ratie opgestaan die een hoop
vragen wel eens beantwoord
wil zien.
Een nuttig overzicht biedt "Onze
laatste oorlog" van A. Verhoog
(uitgave Het Spectrum,
Utrecht. Prijs f27.90), een rijk
geïllustreerd album, dat het ac
cent legt op de periode 1945-
1949 (zoals de titel al aangeeft),
maar terecht de voorgeschie
denis ook, uiteraard beperkt,
belicht. Naar mijn gevoel is
wat te zwaar geleund op het
puur militaire aspect (er is
druk gebruik gemakt van het
archief van de Sectie Militaire
Geschiedenis van de Generale
Staf), terwijl het ware drama
zich toch meer aan het politie
ke front afspeelde. Die kant
wordt weliswaar niet overge
slagen. maar krijgt een wat
summiere behandeling.
Wat dieper gespit in dat opzicht
wordt er wel in "De laatste
landvoogd" van J.C. Bijkerk
(uitgave van A.W. SijthofT, Al
phen aan den Rijn; prijs
f27.50). Leven, streven en tra
gische ondergang wordt er in
beschreven van dr. Huib van
Mook, luitenant-gouverneur-
generaal in Indië van 1944-
1948. Hij was onze laatste
"landvoogd" daar. Geboren in
Semarang, had hij een groot
deel van zijn leven in Indië
doorgebracht, aanvankelijk in
het onderwijs, later als rechter
hand op economisch gebied
van de toenmalige gouverneur-
generaal Tjarda van Starken-
borgh Stachouwer. Hij kende
het land als weinige andere Ne
derlanders, voelde zich er ook
zeer mee verbonden. Van de
reële politieke oplossingen die
hij na 1945 in Indië nastreefde,
was Den Haag niet gediend. En
zoals zo vaak bepaalde het po
litieke krachtenveld in Neder
land hoe ver in de Oost kon
worden gegaan, ook al ontbrak
hier soms de meest elementai
re kennis van zaken. Daardoor
liep men keer op keer hopeloos
achter de feiten aan. Men wilde
niets weten van Soekarno,
maar Van Mook had al lang
vastgesteld dat Soekarno in In
dië een politieke realiteit was
om wie men niet meer heen
kon. Van Mooks plan om Soe-
karno's Republiek op Java en
Sumatra te erkennen en haar
met andere deelstaten in Indië
te laten samengaan, bood goe
de perspectieven. Maar Den
Haag, hevig verdeeld, aarzelde
zo lang dat het niet meer te ver
wezenlijken viel.
Van Mook heeft tot uitputtends
toe, gedaan wat hy kon. Als be
loning werd hij in 1948 op een
botte manier de laan uitge
stuurd. Bijkerk heeft die ui
terst kritieke fase (1945-1949)
leerzaam beschreven, al krijg
je bepaald niet de indruk dat
hiermee alles is gezegd. Niet
over Van Mook en niet over de
periode 1945-1949. De politieke
bedrading moet groter zijn ge
weest. Nog niet alle documen
ten zijn ter tafel gekomen. Ver
der is men nogal gehandicapt
door het feit dat sleutelfiguren
als Romme en Beel, inmiddels
overleden, over hun rol in deze
tragedie altijd naarstig hebben
gezwegen.
Van Mook keerde in 1948 Indië
en Nederland verbitterd de rug
toe. Hij was nog enige tijd
Boek na boek over "tempo doeloe"...
hoogleraar in Amerika en
werkte een aantal jaren voor de
Verenigde Naties Hij stierf in
1965 in Frankrijk, vereen
zaamd en vergeten.
Een boek van heel andere strek
king is "Westerling, de een
ling" (een Nederlandse bewer
king van het in 1977 door de
Franse militaire historicus Do
minique Venner geschreven
werk "Westerling guerilla sto
ry"), uitgegeven door Spoor,
Amsterdam, prijs f 29.50.
Westerling is een zeer omstreden
figuur, nog altijd. Over de ma
nier waarop hij met een kleine,
bonte troepenmacht destyds
Celebes "pacificeerde", heb
ben de meest gruwelijke ver
halen de ronde gedaan. Vast
staat dat veel is overdreven
(o.a. het aantal slachtoffers),
maar zowel in Indonesië als in
Nederland (waar men wel eni
ge behoefte had aan een zonde
bok) had men zo zijn redenen
om hem zo zwart mogelijk af te
schilderen.
Maar zelfs als men dat voor ogen
houdt, blijft er nog genoeg te
huiveren over. Het probleem
met de Franse auteur Venner
is dat hij zich in de eerste
plaats laat kennen als een
enorm bewonderaar van Wes
terling. En bewonderaars zijn
niet altijd nauwgezette speur
ders naar de waarheid. Venner
schildert wel de grote deskun
digheid van Westerling in de
guerrilla-oorlog, maar op te
veel plaatsen in het boek blijf
je zitten met de vraag: is het
wel zo beheerst en afgewogen
gebeurd en niet énders?
"Westerling, de eenling" is
boeiende leesstof, dat wel.
RUUD PAAUW
Na alle lykenpikkerij is kenne
lijk de tijd aangebroken voor
serieuzer werk. Na flutboekjes
met veel foto's en weinig tekst,
nu - ruim 25 maanden na zijn
dood - doorwrocht werk over
John Lennon. Playboy lan
ceerde allereerst een uitgebrei
de versie in boekvorm van het
lange vraaggesprek met Len
non en Ono dat vlak voor zijn
dood op acht december 1980 in
het tijdschrift werd gepubli
ceerd.
John Lennon het daarin zijn hele
hebben en houden de revue
passeren en voorspelde daarbij
dat de Playboy-interviews het
'Grote Naslagwerk' zouden
worden. Leuk om te lezen in
derdaad. vooral omdat hij van
veel Lennon/McCartney-com-
posities vertelde hoe die tot
stand waren gekomen en wie
er nu eigenlijk verantwoorde
lijk voor was.
Het toonaangevende (zoals dat
"Geen ander geschrift is mij be
kend, waarin de nederland-
sche student zulk een terug
stootend beeld vormt. Met weer
zin en walging wenden wij het
hoofd af van den jongeling in
wien eiken vonk van hooger le
ven uitgedoofd is, en wien zelfs
niet genoeg veerkracht over
blijft tot verwenschen en vloe
ken der hoogeschool, die naar
geest en lichaam hem te gronde
richtte".
Deze onrustbarende passage is
niet afkomstig uit een tussen
tijds evaluatierapport van mi
nister Deetman maar kan men
terugvinden in een Gidsartikel
van Busken Huet, waarin deze
honderd jaar geleden het boek
Studenten-typen, van Johan
Kneppelhout, alias Klikspaan,
aan een kritische beschouwing
onderwierp.
Dit boek nu, dat deel uitmaakt
van de verzameling Studenten
schetsen van dezelfde auteur, is
kort geleden in facsimile he
ruitgegeven bij Veen, uitge
vers te Utrecht. Marijke Sta-
pert-Eggen, die dit hoogtepunt
van de negentiende eeuwse li
teratuur, dat de Camera Ob-
scura reduceert tot een wel erg
braaf boek, voortreffelijk heeft
bezorgd, meldt in het voor
woord dat men gebruik heeft
gemaakt van de ruim 140 jaar
oude druk, die is opgeborgen
in de bibliotheek van de Rijks
universiteit te Leiden.
Johannes Kneppelhout, Leide-
naar van geboorte, liet zich in
1831, op zeventienjarige leef
tijd, als student in de rechten
inschrijven aan de universiteit
van Leiden. De gortdroge leer
stof en de ellenlange wetsarti
kelen konden de jongeman,
die in zijn vrije tijd lid was van
"De Rederijkerskamer voor
Uiterlijke Welsprekendheid" -
waarin onder andere ook
Beets, Hasebroek en Gewin
hun liefde voor de uit Frank
rijk'en Engeland overgewaaide
romantische literatuur beleden
maar matig bekoren. Gefor
tuneerd als hij was, niet ge
dwongen om door studie enige
welstand te bereiken, gooide
hij al gauw het bijltje er bij
neer en wijdde zich nog uitslui
tend aan de schone letteren.
Nadat zijn in het Frans geschre
ven artikelen door een tijd
schriftredactie naar de prullen
mand waren verwezen, gaf de
schrijver Hasebroek, bij wie
Johan desolaat kwam aanklop
pen, hem de raad zijn verhaal
van een partij bij een Leidsch
professor zóo op te schrijven
als hij 't vertelde. Toen Johan
zei, dat hij zoiets niet goed aan
durfde, stelde Hasebroek hem
voor een greep te doen uit het
studentenleven. "Die", zo zei
hij "zullen het je niet kwalijk
nemen".
Klikspaans schetsen of "fysiolo-
gieën" - in die tijd zeer in de
mode - moesten de student
die nog niet droog achter de
oren was, behoeden voor de
gevaren van "Wein, Weib und
Gesang", de niet erg heilige
drieëenheid die alom aanwezig
was in het "decadente" negen
tiende eeuwse Leiden. De sne
dige, heldere stukken waarin
Klikspaan onder andere de fe
nomenen klaploperij en ko-
pieerdrift onder studenten aan
de kaak stelde, zorgden voor
groot succes. Tijdens het bitte
ruur op de Leidse sociëteiten
waren zijn sarcasmen vaak hét
onderwerp van gesprek.
De lering die de studenten eruit
dienden te trekken, ging ech
ter maar al te vaak teloor door
de luimige wijze waarop Klik
spaan de misstanden be
schreef. Bij de Leidse profes
soren dwong Klikspaan min
der bewondering af. Ook zij la
zen voorbij aan de didactische
strekking van de Studenten-ty
pen en zagen in de schrijver er
van de ondermijner van hun
machtsbolwerk.
Op 18 december 1840 had Knep
pelhout aan Alexander Ver
Huell een charmant ingekleed
verzoek gericht of deze zijn
werk wilde illustreren. Ver
Huell, die sinds september
1840 rechten studeerde in Lei
den, stemde toe. Onder het
pseudoniem O. Veralbij heeft
hij menige schets geïllu
streerd. Aanvankelijk was hij
ook zeer ingenomen met de op
dracht, maar later maakte hij
Kneppelhout het verwijt, dat
deze zijn carrière als jong stu
dent zou hebben verwoest. Hij
was, naar eigen zeggen, "een
soort afleider voor de professo
rale donderwolken, zaamge-
pakt boven Klikspaan's kruin"
geweest.
Inderdaad had hij bij een exa
men nogal wat moeilijkheden
ondervonden naar aanleiding
van een plaat waarop hij één
van de examinatoren in een
grievende, potsierlijke hou
ding had afgebeeld. Zo klein
geestig was het intellect toen
dus al!
Ten Brink zag in Klikspaan een
naturalist avant-la-lettre. Hij
bewonderde diens rake type
ringen van de Leidse student,
die, eenmaal ontmaskerd als
een intellectuele schuimsouf-
flé, even gewoon bleek te zijn
als andere mensen. Wél had hij
bezwaren tegen de esthetische
aard van de taferelen: "Het
leeven biedt zeer leelijke en
zeer mooie waarheden. De
kunstenaar, die alleen leelijke
waarheden als stof voor zijn
kunstwerk kiest, zondigt door
gebrek aan smaak. Hoe natura
listisch zijn schepping ok mo
ge zijn, aesthetisch is ze niet te
verdedigen".
Kneppelhout bleef zijn leven
lang schrijven en publiceren,
maar nooit meer herhaalde
zich het succes van zijn Stu
dentenschetsen. Zijn grote ver
mogen stelde hem in staat met
vrouw en vrienden een onbe
zorgd leven te leiden. De bege
leiding van jonge, talentvolle
mensen ging hem zeer ter har
te; hij vervulde voor hen vaak
de rol van mecenas. Op 8 no
vember 1885 blies hij de laatste
adem uit op zijn landgoed De
Hemelsche Berg te Ooster
beek.
Wie dit werk van Klikspaan nog
niet heeft gelezen - (en dat zul
len er velen zijn, getuige de
volgende uitspraak, die ik op
tekende uit de mond van een
derdejaars student Neder
lands: "Studenten-typen? Is
dat soms een nieuw handboek
voor machineschrijven?")
moet dat maar gauw gaan
doen. Samen met W. F. Her
mans' roman "Onder professo
ren" en "Uit talloos veel mil
joenen" geeft het een uitsté
kend beeld van wat er zich in
universitaire kringen zoal af
speelt. Onderstaand fragment
uit Klikspaan's schets "De stu
dent-auteur" doet vermoeden
dat zijn proza nog mets aan ac
tualiteit heeft ingeboet:
"O ja, er zijn vele hulpmiddeltjes
om eene Dissertatie aan te len
gen. Men grijpt maar met volle
hand in het Romeinse regt en
als de Promotor de veelvuldige
aanhalingen doorstrijkt vlug
ten zij onder aan den voet van
den tekst in de gedaante van
noten. Of men schrijft het dic
taat van dezen of genen hoog
leraar na, ten bewijze met hoe
veel nut men zijn collegie heeft
gehouden.
Vervolgens laat men zoo wyd uit
elkander drukken als maar
mogelijk, met eene groove let
ter en bij elke alinea eene tus-
schenruimte van een paar re
gels voor 't minst Zoo komt
men nog, als men zorgt dat er
niet meer dan 25 regels op eene
pagina komen, tot de vijftig
bladzijden. Eén proefschrift
ken ik met 35 letters op eiken
regel, 18 regels op elke bladzij
de en 24 bladzijden in het ge
heel. Dat heet eerst arbeiden
als een waar doctorandus!"
CEES VAN HOORE
Studenten-typen door Klikspaan (J.
Kneppelhout), met platen van O.
Veralby (Alexander Ver Huell), fac
simile-uitgave van de eerste druk.
bezorgd door Marijke Stapert-Eg-
gen, 1982, Veen, uitgevers Utrecht/
Antwerpen, f 45,-.
1 '4
De Leidse student uit "Studenten-typen"
dan altijd wordt genoemd) mu
ziekblad Rolling Stone kon
niet achterblijven en kwam
met het 340 bladzijden tellende
The ballad of John and Yoko.
Dat boek is in het Nederlands
verschenen onder de weinig
verheffende titel De trip van
John en Yoko. Ook in dit kloe
ke werk interviews, maar daar
naast een zeer gedetailleerde
terugblik, een nog gedetailleer
der verslag van de gebeurtenis
sen op die bewuste achtste de
cember, uitgebreide verhande
lingen over de betekenis van
de kunstenaars Lennon en
Ono en persoonlijke ontboeze
mingen van naasten, collega's
en geestverwanten. Kortom zo
compleet als compleet maar
kan zijn.
Een kaleidoscopisch beeld, ge
put uit wat er in de loop der
jaren door Rolling Stone over
de ex-Beatle is geschreven.
"Wij zijn een groot man kwijt
geraakt", schrijft uitgever/re
dacteur Jann Wenner in een
voorwoord en daar getuigt het
boek op praktisch elke bladzij
de van. Rolling Stone doet het
voorkomen alsof John Hick
man op die maandagavond
voor het Dakota-gebouw - het
fraaie onderkomen van het ge
zin Lennon in New York - een
profeet van zijn generatie neer
schoot Overdreven? Mis
schien. Maar aan de andere
kant: als iemand profeet zou
moeten zijn: dan John Lennon
maar.
"We zijn groter dan Jezus Chris
tus", zei Lennon zelf eens half
schertsend tijdens de topjaren
van The Beatles De ganse we
reld rolde over hem heen. maar
had hij in al die aanmatigheid
althans niet een beetje gelijk?
Los van hun ongekende popu
lariteit, gaven The Beatles (en
in mindere mate Bob Dylan en
The Rollmg Stones) toch een
generatie een eigen gezicht en
een eigen geluid.
Kortom, wie alles over John Len
non wil weten, doet er goed
aan zowel het Playboy-boek
als het Rolling Stone-werkstuk
te kopen. Een paar onvermy
delyke overlappingen moeten
voor lief worden genomen
Maar omdat het ene mét John
Lennon is gemaakt en het an
dere meer óver John Lennon is
gemaakt, geven ze tezamen
een zo volledig mogelijk beeld
Gesteld vooreen keuze lijkt De
trip van John en Yoko de beste
aanschaf.
BART JUNGMANN
(De trip van John en Yoko, de redac
teuren van Rolling Stone, uitf. Hol-
landia, ƒ39,50)
(The Playboy Interviews, David
ShefT en G. Barry Olson, uitg. Play
boy, ƒ18,40)
De paus heeft gisteren het nieu
we wetboek van de Rooms-Ka-
tholieke Kerk met zijn handte
kening bekrachtigd. Het zal pas
op 27 november van dit jaar in
werking treden, omdat er nog
een paar aanvullende bepalin
gen in moeten. Zolang blijft het
oude wetboek van kracht. Dit
was in 66 jaar niet meer bijge
werkt.
Het nieuwe boek heeft als voor
naamste kenmerken een grotere
decentralisatie - verschuiving
van bevoegdheden naar de plaat
selijke bisschoppen -, de funda
mentele gelijkheid van alle gelo
vigen - met erkenning van de
verantwoordelijkheid van de le
ken. ook voor het bestuur van de
kerk - en een grote nadruk op de
rechten van alle gelovigen, in
plaats van alleen maar op de
plichten.
Dat laatste heeft bijvoorbeeld een
grotere openheid en rechtszeker
heid in kerkelijke processen tot
gevolg. Wat de gelijkheid van
vrouwen en mannen in de kerk
betreft, blijft de beperking be
staan dat de vrouw van de pries
terwijding is uitgesloten. Wel
kan een bisschop in gebieden
met een tekort aan priesters een
vrouw met de zorg voor een pa
rochie belasten. Zij mag ook pre
ken, huwelijken sluiten, dopen
en godsdienstonderwijs geven.
Eucharistie en biecht bUjven al
leen het recht van de priester.
Priesters mogen niet actief zijn in
politieke partijen, vakbonden of
het burgerlijke bestuur (openba
re ambten). Maar in al deze geval
len is het uiteindelijke oordeel
voorbehouden aan de plaatselij
ke bisschoppen. Zij kunnen uit
zonderingen toestaan als, vol
gens hen, het algemeen welzijn
ermee gediend is en het belang
van de kerk niet wordt geschaad.
Zeven 'vergrijpen' kunnen, volgens
het nieuwe wetboek, met uitsto
ting uit de kerk worden gestraft:
ketterij, abortus, schending van
de gewijde hostie, een aanslag op
de paus, ongeoorloofde kwijt
schelding van zonden, schending
van het biechtgeheim en een bis
schopswijding zonder toestem-
ming van de paus.
Het huwelijk is ontdaan van zijn
uitsluitende gerichtheid op de
voortplanting. Het -is ook een
verbond van twee mensen om
het leven met elkaar te delen en
voor elkaar verantwoordelijk te
zijn. Een nieuwe reden voor
echtscheiding is 'het moedwilli
ge bedrog dat het samenleven
van man en vrouw in ernstige
mate ontwricht'. Een volle neef
en nicht kunnen voortaan met el
kaar trouwen, zoals ook een we
duwnaar met zijn schoonzuster,
zonder dispensatie van een ker
kelijke rechtbank.
Bijna 20 jaar heeft een speciale
commissie aan het nieuwe wet
boek gewerkt. Bisschoppen,
theologen en kerkjuristen wer
den erbij geraadpleegd. De co
dex bevat 1752 artikelen, ver
deeld over 7 hoofdstukken. Dat
zijn 686 artikelen minder dan in
het oude boek.
Ga niet
'zomaar' drinken
In hun jaarlijkse Vastenbrief roe
pen de Nederlandse bisschop
pen de gelovigen op tot 'sober le
ven'. Niet om het feit van terug
lopende inkomens van een paar
vrome gedachten te voorzien,
maar omdat het thema van een
'christelijke levensstijl' blijvende
aandacht waard is.
De materie is geen doel, maar mid
del tot het goede. Voor een eerlij
ke verdeling van de aardse goe
deren is niets te groot maar ook
niets te klein. Haast iedere luxe
maakt eenzaam, zeggen de bis
schoppen. Dingen vormen bar
rières tussen gezinsleden, fami
lies en maatschappelijke groe
pen.
In hun korte brief schenken de
rooms-katholieke kerkleiders
veel aandacht aan de verslaving
aan drugs en vooral alcohol.
"Daar zitten meer mensen mee
dan je vaak denkt. Wij willen
geen nutteloze schuldgevoelens
verbreiden, maar wel op de ernst
van de situatie wijzen. Het is een
dreiging die ons haast onge
merkt nadert".
deze jeugdraad en het Landelyk
Centrum voor Gereformeerd
Jeugdwerk over 'Samen leven'.
Uit de bijbel kunnen niet zomaar
opinies over samenwonen en an
dere samenlevingsvormen wor
den gedestilleerd, meent Van
Oord. "Het getuigt niet van eer
bied voor de bijbel als men de re
gels en verhalen die daarin staan
als tijdloos beschouwt De bijbel
is geen citaten-, wet- of geschie
denisboek".
"Ga niet zómaar drinken", advise- Beroepen
ren de bisschoppen. "Laat het
eventuele gebruik gekoppeld blij
ven aan feestelijke en gezellige
gebeurtenissen. Kinderen kun
nen dat ook goed begrijpen.
Maar laat hen er zelf buiten.
Breng kinderen niet spelender
wijs het gebruik van alcohol bij".
Huwen-hokken. "Elk mens is ge
roepen tot samen-leven, leven in
gemeenschap. De vorm is niet zo
belangrijk. Huwen of hokken is
de vraag niet. Welke samenle
vingsvorm je ook kiest, het gaat
erom, dat je die ervaart als een
huis, waar sprake is van een ver
bond"
Dat schrijft Jos van Oord, werk
zaam bij de Landelijke Hervorm
de Jeugdraad, in een map van
Hervormde Kerk: beroepen te
Katwijk aan Zee J. M. D van
den Berg Werkendam, te Rozen
burg C. van der Sluis Zuid-Bey-
erland, te Boskoop A. Kastelein
Nieu w-Stadskanaal; aangeno
men naar Waddinxveen J W.
Goossen Mastenbroek. Gerefor
meerde Kerken: beroepen te
Damwoude (Fr.) S. Poelman Ma-
riënberg.
Om de gospelmuziek een betere
plaats te geven in het Nederland
se muziekleven, hebben beoefe
naars en liefhebbers de vereni
ging 'Gospel Music Association
Holland' opgericht. Ter verho
ging van de kwaliteit van de go
spelmuziek gaat deze vereniging
in de toekomst vier pryzen uitlo
ven: voor de beste en de meest
belovende artiest, de beste song
en de beste produkUe. De groe
pen kunnen dan platen of ban
den inzenden.
Helderman: Ikon
op verkeerde weg
In 'Centraal Weekblad' van van
daag zet de gereformeerde pre
dikant J. Helderman uiteen,
waarom hij als afgevaardigde
van de Gereformeerde Kerken
in Nederland uit de IKON (In
terkerkelijke Omroep Neder
land) is gestapt. "Ik kan geen
verantwoordelijkheid dragen
voor een zaak waarin ik niet
meer geloof*', zegt Helderman.
Een voornaam bezwaar is, dat de
programma makers hun gang
maar kunnen gaan, terwryl Hel
derman als bestuurder van me
ning was. "dat je toch op een ge
geven moment moet sturen"
"Dat gaf weieens botsingen"
Helderman kon zich niet goed vin
den in allerlei radikaal-cvangeli-
sche programma's met een 'poli
tieke Jezus' als uitgangspunt.
Meer dan eens heeft hy aange
drongen op minder ecnzydig-
heid in beleid en programma's
"Ik weet. dat het christendom al
tyd heeft te maken met caricatu
ren door onze schuld, maar het
moet toch mogelijk zyn, als je
dat allemaal hebt ontkorst, om
het wézen van het evangelie door
te geven. En dat is nooit néér de
mens maar wel vóór de mens.
Dat moet een creatief radiomens
toch kunnen Het in de .ifgelo
pen jaren myn strijd geweest om
dóArvoor te pleiten"
Voor ds Helderman is er te weinig
kerkelijke en evangelische her-
kennnng in de IKON-program-
ma's. Geen theologische discus
sie met critici, maar wel maat
schappelijke en politieke keuze
en bet rokkenheid De program
ma-makers mogen vooral niet
worden afgeremd
"In het beleid van de IKON zou
men eens de ergernis van het
evangelie zélf tot zyn recht moe
ten laten komen. Dén zyn wc op
de goede weg Dan stryk je niet
alleen tegen de haren in van de
bezitters maar ook van de kans
armen Je strykt altijd tegen de
haren in van de mens als je
spreekt over Jezus, die wil dat jij
verandert en niét de structuren
in de eerste plaats".
Het IKON-bestuur ftingeert, vol
gens Helderman, vaak als een
stukje folklore. Men zit wel om
de tafel, maar invloed heeft men
niet \S .is dat wel dan w .is
Helderman niet opgestapt. "Het
ligt niet in mijn lijn om op te
geven".