Groene weduwen en de grote stad Een "daijazzin" bestaat dus niet Tapijten vliegen weg op openbare veilingen Waar gaat het met de steden naartoe? EM'a ZATERDAG 20 NOVEMBER 1982 PAGINA 27 „Is het niet triest, zulke lage bedragen voor dergelijk kostbaar goed," zegt een bezoekster van een veiling van „originele Perzische en andere handgeknoopte oosterse tapijten" op kla gende toon. „De prijzen lig gen ver beneden de winkel waarde. Leven en laten le ven, zeg ik altijd maar. Zo hoeft het ook niet." De dame wacht geduldig op haar echtgenoot die hun nieuwe ta pijt afhaalt. Hij zal zeker niet meer betalen dan hun laatste bod plus veilingkosten, want zo zielig vinden ze het nu ook weer niet voor de handelaren. Ten slotte bezocht het echt paar, samen met een tweehon derd andere mensen, de vei ling in Hillegom om goedkoop iets in de wacht te slepen. Het duurt behoorlijk lang, alvo rens de dame en manlief met de aanwinst kunnen vertrek ken. Velen staan voor hem in de rij, eerst om handje-contan- tje te betalen, dan om hun kleed in ontvangst te nemen. Ondanks de platvloerse grap pen van veilingmeester A. Ine ke uit Heemstede lijkt de vei ling geslaagd. Alles weg Gedurende twee uur vlogen de Perzische en andere Oosterse tapijten weg. Het deed er niet toe of het een orginele Afgha nistan met zeer mooi patroon was of een Pakistaner, zeer vast van knoop en bijzonder mooi bij een eiken interieur; voor alles waren er bieders. Na afloop blijft slechts één kleed liggen. Toen het geen 10.000 gulden kon opbrengen, hield de toezichthoudende gerechts deurwaarder het stuk in. Voor een indruk van de prijzen: een Arabisch tapijt van een kwaliteit „die je nergens vindt" en volgens de veiling meester in de winkeL 25.000 gulden kost, gaat hier weg voor 7500 gulden. Een ander kleed, waarvoor Ineke de kopers aan raadt eerst in topzaken te kij ken om te constateren dat het daar 4400 gulden kost, doet nu 1800 gulden. De verslaggever heeft ook een kleedje te pakken gekregen, een daijazzin van 40 bij 60 cen timeter. Prijs, inclusief twintig procent veilingkosten: 70 gul den. De erkende veilingmees ter Ineke verstrekt er een echt heidsverklaring bij, zoals bij ie der verkocht stuk. De Heemstedenaar heeft volgens het papiertje geleverd „een ori gineel oosters handgeknoopt tapijt". Dat zegt dus niets. Taalkundig gezien kan het kleedje in Twente zijn ge maakt. Het enige dat het garan deert is dat het op een oosterse manier met de hand is ge knoopt. Niet kleurecht Bij keuring door een expert blijkt dat de verslaggever evenwel in het bezit is geraakt van een echte Pers. Het betreft een kleedje uit de Iraanse streek Hamadan, het patroon spreekt wat dat betreft voor zich. De naam „daijazzin" als plaats van herkomst komt in geen enkel boek van de des kundige voor. De winkelwaarde van het kleed je bedraagt 150 tot 175 gulden. Het is dik van pool, ook dat is dus goed. Alleen: het kleedje is niet kleurecht. De kleuren zijn al een beetje aan het doorlo pen. Een glas water omstoten is levensgevaarlijk. Reiniging is al helemaal onmogelijk. Niet echt tweede keus, mijnheer, zegt de kenner, wel een beetje. De laatste tijd zijn er opvallend veel veilingen van originele Perzische en andere oosterse handgeknoopte tapijten. Dat is des te opmerkelijker omdat de produktie in Iran vrijwel stil is komen te staan na de revolutie van de ayatolla's. De vraag luidt derhalve: waar komen die tapijten vandaan? Oude voorraden, zegt veiling meester Ineke. De verkoop van de oosterse tapijten in winkels stagneert door de economische recessie. De bedrijven probe ren dan via een veiling hun voorraden van de hand te doen. De fiscus draait volgens hem grotendeels op voor de verliezen die tijdens het veilen worden geleden. Lokkertjes Het „dringende" van de veiling in Hillegom, zoals in de aan kondiging stond, is niet be kend. Ineke wil het niet zeg gen, net zo min als de Haarlem se gerechtsdeurwaarder Ter- hoeven die voor alle informa tie, zelfs die over zijn naam, naar de Koninklijke Vereni ging van Gerechtsdeurwaar ders verwijst. Wel wil de vei lingmeester een voorbeeld ge ven: „Dringend kan zijn dat de verzekering de partij niet wil verzekeren of de eigenaar de goederen niet kan beveiligen." In ieder geval worden vaak de mooiste kreten verzonnen om kopers naar de veiling te lok ken. „Opgehouden door de douane" is er één. Het klinkt ernstig, maar het is onzin. „To tale verkoop" of „bedrijfsafs- lanking" zijn andere dubbel zinnige lokkertjes. De mooiste is „uit faillissement", zegt Ine ke, want daarop komen de meeste mensen. Het opmerke lijke is dat die nu juist weinig voorkomt. De tapijtenveilingen zijn dus in feite verkapte massaverkopin gen. Het zijn opkopers of im porteurs die de veilingen orga niseren, want zoveel tapijtwin kels zijn er nu ook weer niet in de problemen geraakt. Ze kun nen zich de lage prijzen per mitteren, omdat ze vaak per baal kleden uit vooral Pakis tan, India en Roemenië inko pen. Verder zijn de tapijten goed koop, omdat de gehele tussen handel wordt overgeslagen. Ook hebben de handelaren geen kosten aan winkels of personeel. Alleen tijdelijke huur is nodig voor opslag en veilingruimte. Stromannen De verkoop op deze manier heeft grote voordelen voor de hande laren. Ze raken vrijwel alles kwijt. De veilingmeester houdt goed de minimumprijzen goed in de gaten. Bovendien kun nen ze stromannen in de zaal zetten om de prijs op te jagen. Blijft zo iemand er één aan een kleed hangen, dan hoeft hij meestal alleen aan de gerechts deurwaarder de veilingkosten te betalen. De volgende keer beter. Grote verliezen zullen de man nen niet lijden. Integendeel, gezien de regelmaat van de vei lingen moet er heel wat te ver dienen zijn. Omdat alles con tant betaald moet worden, lij den de handelaren geen rente- verhezen. De betalingswijze stelt zowel kopers als verko pers in staat te knoeien met zwart geld. De gerechtsdeur waarder geeft de omzet niet door aan de belastingen. Na de veiling hebben de hande laren niets meer met de kopers te maken. De garantie reikt to- taan de voordeur. De veihng- bezoekers worden ook gewaar schuwd: kopen is voor eigen rekening en nsico Ook dat komt tot uiting in de hoogte van de prijzen Belangstellenden kunnen de koopwaar twee uur vóór de aanvang van de veiling bekij ken. Dat hjkt niet veel tijd voor een artikel dat toch ook niet niks kost. Om te bepalen of er nep tussen zit, is vaak het oog van een kenner nodig En zelfs dan is het soms nog moeilijk. Zo maken Roemenen handge knoopte tapijten met Perzi sche dessins op een manier, die zelfs voor experts dikwijls moeilijk te onderscheiden is. Belazerd De koper heefi nauwelijks ver haal Niet als het niet kleurecht blijkt, niet als het gaat rafelen en met als er plotseling gaten in vallen. Dat zijn de veiling- voorwaarden. Wellicht dat di verse kopers zich ondanks de koopjes behoorlijk bekocht zullen voelen. De aanwezigheid van de ge rechtsdeurwaarder zegt niets over de kwaliteit van de goede ren of de betrouwbaarheid van de handelaren, zegt secretaris W. L. H. van Bremen van de Koninklijke Vereniging van Gerechtsdeurwaarders. Hij, of een notaris, is alleen maar wet telijk verplicht ter plaatse te zijn, omdat het een openbare veiling betreft. Van Bremen: ..De deurwaarder moet erop toezien dat het pu bliek niet voor de gek wordt gehouden. Hij moet opletten dat stromannen de pryzen niet opjagen. Als hij vaker met dat bijltje heeft gehakt, herkent hij die mensen. Dan kan hij bij voorbeeld handgeld vragen. Maar de heren zijn erg slim. Een deurwaarder kan op vele manieren in de boot worden genomen. Ik durf gerust te zeg gen dat ik ook wel eens bela zerd ben." Bij de neus? De deurwaarder vraagt zich niet af waar de goederen vandaan komen. Het maakt hem ook niets uit waarom men ze wil veilen. Wel eist hij voor plaat sing de aankondigingen in de kranten op. „Iedere veiling is in principe dringend voor de verkoper. Ik houd de adverten tie tegen wanneer het publiek onzin wordt voorgespiegeld of valselijk wordt voorgelicht. Maar niet iedere collega doet dat. Daarvoor bestaan geen richtlijnen." Bedrijfsleider Van der Meulen van het zeer gerenommeerde bedrijf Con en Verdonck. dat gespecialiseerd is in oosterse tapyten zegt wel eens veilin gen en „totale verkopen" van vliegende winkels te hebben bezocht. Volgens hem worden negen van de tien mensen by de neus genomen. „Is het niet met de kwaliteit dan wel met de prijs. Ik heb tapij ten zien weggaan, die bij ons met service en garantie veel voordeliger zyn. De mannen verdwijnen snel van het toneel en niemand kan ze achterha len." Waar gaan we in de toekomst met onze steden naartoe? Dat is, heel 'populair ge zegd, een belangrijke vraag die volgende week tijdens een internationaal sympo sium in het Haagse Vredes paleis (22, 23 en 24 novem ber) aan de orde komt. Veel wetenschappers buigen zich over het onderwerp al schijnt de bekende Ameri kaanse 'koffiedikkijker' - futuroloog heet dat met een mooie term - A.Toffler het antwoord al te weten. Vol gens hem zijn de steden straks helemaal niet meer belangrijk, maakt het niets uit waar je woont omdat we toch in het monitortijdperk zullen belanden. Mensen zullen dan dankzij de verfijnde mogelijkheden van de telecommunicatie vanuit de huiskamer werken en met elkaar pra ten. Maar voorlopig is het nog niet zover en mag worden aangeno men dat het werk van een groep Nederlandse deskundi gen - zij hielden zich in het ka der van het symposium bezig met de problematiek en toe komstige ontwikkelingen van grote steden, meer in het bij zonder van de Randstad - niet voor niets is geweest. Het sym posium maakt onderdeel uit van een project over lange ter mijn ontwikkelingen, in gang gezet door de zogenaamde Economie Commission of Eu rope. Socioloog Hans van der Loo, werkzaam bij de Rijksuniversi teit in Utrecht, is één van dege nen die de Nederlandse bijdra ge aan het symposium heeft voorbereid. Uit zijn toelichting blijkt dat bewust is gekozen voor de (rand)stedelijkc pro blematiek als onderwerp. Van der Loo:"Sinds een aantal ja ren wordt er in de wereld ge sproken over een stedelijke crisis. Het bijna-faillissement van New York, de rellen in Britse steden, de enorme ghet to's, al die zaken hebben dat in de hand gewerkt. Het is nog niet zozeer een Nederlands probleem maar het is niet on denkbaar dat Nederland er ook mee te maken gaat krijgen". Selectief "Kijk maar eens naar de ontwik kelingen na de Tweede We reldoorlog. Op de golven van de welvaartsgroei konden steeds meer mensen het zich permitteren buiten de stad te gaan wonen. De auto maakte dit mede mogelijk. De stad werd als woonomgeving nega tief beoordeeld. Wel bleef men dicht bij de grote stad wonen om de voordelen van de stad te blijven plukken. De trek uit de steden was een selectief ver schijnsel. De hogere en mid denklasse groepen trokken weg, de sociaal lagere groepen bleven en de gaten werden op gevuld door gastarbeiders en jongeren. Er ontstonden dui delijke verschillen tussen de bevolkingen in de grote steden en in de gemeenten daar vlak bij". 'De overheid heeft geprobeerd de trek uit de Randstad te sti muleren. De kreet 'Holland vol land' deed zijn intrede, de mensen moesten naar Gronin gen en Drente. Dat spreidings- beleid is mislukt. Zoals ge zegd, de mensen trokken wel uit de stad maar bleven in de buurt wonen". 'In het buitenland wordt overi gens vrij positief over de Rand stad geoordeeld. Deskundigen op het gebied van ruimtelijke ordening beschouwen de Randstad als een zogenaamde poly-centrische wereldstad. Een stad met vier kernen - een culturele kern, Amsterdam; een politieke kern, Den Haag; een handelskern, Rotterdam en een overslagkern, Utrecht - plus een groen hart. De kernen van de Randstad zijn (nog) niet zo hopeloos vergroeid als in bijvoorbeeld Tokio en Los An gelos is gebeurd". 'Om het dichtgroeien tegen te gaan heeft de centrale over heid naast het spreidingsbe- leid ook zogenaamde groeiker nen aangewezen om de zaken te kunnen blijven controleren. Zoetermeer is zo'n groeikern. Ook dat beleid heeft de afgelo pen jaren niet gewerkt. Som mige gemeenten groeiden enorm maar waren helemaal niet als groeikernen aangewe- Probleemgroepen Volgens Van der Loo is pas in de jaren zeventig het besef van de stedelijke problematiek ten volle doorgedrongen. "Omdat de hogere en middenklassen wegtrokken liepen de gemeen telijke inkomsten terug terwijl de steden juist voor hogere uit gaven kwamen te staan omdat door Bert Paauw er meer probleemgroepen ont stonden: jongeren met andere woonwensen, een oplopende werkloosheid, toenemende on veiligheid. Als gevolg daarvan begon de welzijnswerkerselite zich te roeren. Stadsvernieu wing werd de slogan. Er moest weer geleefd en gewoond kun nen worden in de stad. De vraag kwam op: hoe houden we de mensen in de stad? in plaats van: hoe kanaliseren we de wegtrekkende stroom uit de stad?" "Daar speelde nog iets anders mee. De plaatsen rond de stad bleken toch niet zo aantrekke lijk als werd verondersteld. Het waren saaie slaapsteden. Twee groepen hadden daar in het bijzonder mee te maken, huisvrouwen die al snel de groene weduwen werden ge noemd, en jongeren. Zij ver veelden zich en gingen zich ui ten. Was er eerst het idee: de stad is vies, we moeten naar buiten; later ontstond juist weer de idee: als je wilt leven dan moet je in de grote stad zyn". "Nou, al deze ontwikkelingen zijn de achtergrond geweest by het aanpakken en opzetten van het Randstad-onderwerp" Scenario's Op het symposium zal de Neder landse werkgroep een drietal scenario's oftewel toekomst beelden presenteren. Model A is het trend- of dichts- libbingsscenario. Dit toe komstbeeld gaat ervan uit dat evenals in andere wereldste den het geval is geweest het groene hart van de Randstad dichtslibt. Dit op grond van er varingen in het verleden: het stuurvermogen van de over heid is gering, de mensen gaan wonen waar ze willen Model B is het scenario van de compacte steden. Er is geen welvaartsexplosie meer, men sen kunnen het zich niet meer veroorloven uit de steden te trekken terwijl er bovendien mensen terugkeren naar de steden omdat men het daar aantrekkelijker wonen vindt Model C is het welvaartsscena rio. het scenario van de grotere spreiding. Hierachter zit de idee dat de grote steden log, onhandelbaar en onbestuur baar zyn. Verkieslyk lykt dan een ontwikkeling naar middel grote steden als Leiden en Amersfoort, verspreid over het hele land. Van der Loo: "Het eerste scena rio is het meest waarschijnlyk. Door de recessie is het moeilyk geld vry te maken waarmee be paalde al dan niet gewenste ontwikkelingen in gang gezet kunnen worden. Het tweede scenario is niet onmogelyk al kost het geld om de steden aantrekkelijk te maken. Het derde scenario is erg onwaar schijnlijk, het kost veel geld en dat is er momenteel gewoon niet". 'Het eerste model is zonder meer onaantrekkelyk. Het is het mo del van het recht van de sterk ste. Het lijkt mooi, iedereen la ten wonen waar hy zin in heeft maar als je niet stuurt dan is het uiteindelijk effect een si tuatie die mensen eigenlyk niet hebben gewild. Iets wat op korte termijn leuk lijkt blijkt op langere termijn heel verve lend te zijn. Overigens is geen enkel toekomstperspectief rfect. Een andere voorstel- g van zaken zou bedrog zijn. Als werkgroep zetten wy van alle scenario's de voor- en na delen op een rijtje" Zweverig - In politieke kringen wordt ver schillend geoordeeld over het opzetten van scenario's Van der Loo "Sommige politici vinden het maar een zweverig gedoe. Naar hun idee gebeuren er gewoon dingen, krijgen be leidsmakers te maken met pro blemen die ze opruimen. Van uit de christendemocratische hoek zyn dergelyke geluiden gekomen. Regeren is niet voor uitzien maar gewoon proble men oplossen. Hierbij speelt ook een rol dat voor christelij ke mensen de toekomst het hiernamaals is By de liberalen wordt ook nogal eens smalend gedaan over het scenarioden ken. In hun visie is alles afhan kelijk van het marktmechanis me. De meeste aanhang vindt het scenariodcnken nog by de socialisten waar het idee van een sturing van de maatschap- py leeft". 'Toch zie je dat lange termyn- denken door alle levensbe schouwingen heen loopt. Toe komst gericht bezig zyn wordt toch wel als belangryk gezien Niet ten onrechte want in het verleden is af en toe wat al te gemakkelijk achter dure kre ten aangehold". door Weert Schenk Ofschoon de produktie van Perzische tapijten in Iran de laatste jaren zeer gering is, neemt het aantal openbare veilingen van dit soort kostbare kleden sterk toe. Verslaggever Weert Schenk verdiepte zich in dit verschijnsel, bezocht zo'n vliegende veiling" in Hillegom, kocht een kleedje en ontdekte dat het meestal vooral de verkopers zijn die er beter van worden. Oosterse tapijten op een veiling in Hillegom: een origineel oosters handgeknoopt tapijt, dat zegt dus niets. II I I li ineel ooste Zal het groene hart van de Randstad dichtslibben? <foto wim Dykman»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 27