De
de
smeerolie van
samenleving
Een professor in de bc
n van het cliché
Clichés zijn platgetreden paden. Het zijn
woorden en daden die van oudsher een
opvallende, pittige betekenis hadden, doch
door het overvloedige gebruik afgezaagd en
vlak zijn geworden. Clichés kom je dan ook
overal tegen. In de krant, in de politiek, op de
televisie, bij de bakker en waar al niet in het
menselijk verkeer. Ze hebben daar als zodanig
wel een functie, maar geen betekenis meer.
De Tilburgse hoogleraar in de sociologie prof.
dr. Anton Zijderveld maakte er een studie van
en vervatte die in een boekwerk. Verslaggever
Sjak Jansen las het boek, interviewde de
auteur en schreef vervolgens zijn verslag,
daarbij de grootste moeite betrachtend elk
cliché te omzeilen.
tmm
moeid en verveeld. Het heeft
iets verlammends."
„Sommigen krijgen daar op
een gegeven moment genoeg
van, worden agressief en pro
beren daar doorheen te bre
ken. Met name politieke cli
chés, die in feite slechts illu
sies zijn, kunnen die agressie
oproepen. In dat licht kan
men ook het ontstaan van ter
rorisme zien."
Zijderveld gelooft daarom dat
het zoden aan de dijk zet, in
dien de opmars van het cli
ché in onze samenleving met
een kritisch oog wordt ge
volgd. „We moeten schema's
durven doorbreken en kijken
of ze nog bruikbaar zijn."
Dat is naar zijn mening al even
zeer van toepassing op de
epidemie van afkortingen in
onze voortschrijdende bu
reaucratie. Die moet je ook
waar mogelijk met een flinke
korrel zout nemen, meent
Zijderveld.
„Zolang je je bewust bent van
de betekenis ervan, is er niets
aan de hand. Pas verwerpe
lijk wordt het wanneer het
doordrongen wordt van ma
gie, zoals in de godsdienst bij
litanieén het geval is. Dat
mensen het Wees Gegroet op
zeggen zonder dat het tot hen
doordringt wat ze precies
zeggen."
„Het oude jodendom is de eni
ge religie die dat niet heeft.
Jesaja en Jeremia zijn altijd
fel tekeer gegaan tegen de
magie. Calvijn trouwens ook.
Het calvinisme heeft de
roomse clichés evenzogoed
radicaal overboord gegooid.
Maar Calvijn werd al gauw
het slachtoffer van z'n eigen
clichés. Dat is de tragiek van
iedere revolutionair."
„Kijk maar naar Marx. En met
alleen naar hem. Je ziet het
bij de meeste revoluties: ze
beloven vrijheid maar wat er
volgt is een tirannie die nog
veel erger is. Als we echt alle
clichés omzeilden, zouden
we geregeerd worden door
dichters. Maar eens zouden
ook zy onherroepelijk hun ei
gen clichés gaan ontwikke
len."
Massamedia
Massamedia, de bureaucratie
en reproduktie zijn volgens
Zijderveld de belangrijkste
verwekkers van clichés.
,,Hoe meer wij moderniseren,
des te tirannieker het cliché
wordt. Mensen zoeken ook
vaak hun toevlucht tot cli
chés omdat ze een stuk zeker
heid geven."
Clichés kun je ook overal in
passen. Je kunt er een harde
noot mee kraken of er de lof
trompet oversteken. Maar je
kunt er even gemakkelijk
verwarring mee zaaien en
storm mee oogsten. "En ze
rollen zo van de tong", zegt
Zijderveld. "Iedereen is het
er ook altijd mee eens. Je
hoeft ze dus niet uit te leg
gen".
Wat clichés tenslotte nog een
extra cachet geeft is de vrij
blijvendheid. .Je kunt er de
schijn mee wekken interesse
voor iets te hebben of mede
leven met iets. Door clichés
te gebruiken hoef je niemand
voor het hoofd te stoten. En
kun je zelf nergens op wor
den aangesproken. Zo'n cli
ché is bijvoorbeeld Gelukkig
Nieuwjaar. De oorspronkelij
ke inhoud van dat begrip is
totaal verbleekt"
Maar hetzelfde geldt voor be
grippen als: degradaties
pook, inkomensplaatje, ge
weldsspiraal. strijdtoneel en
vreedzame coéxistentie. Zij
derveld geeft het glimla
chend, maar hoofdschud
dend toe. Hu speelde die zon
nige namiddag voor ander
halve man en een paardekop
de sterren van de hemel, von
den wij. „Maar", kaatst hij de
bal fijntjes terug, Jk werd
dan ook op maat bediend."
door Sjak Jansen
Een boom opzetten over de dwingelandij van het cliché
kan bij uitstek met professor dr. Anton C. Zijderveld,
hoogleraar in de sociologie aan de Katholieke Hoge
school in Tilburg. Als geen ander in ons kikkerlandje kan
hij het hoe en waarom van dit probleem uit de doeken
doen, want hij heeft er om het zo maar te zeggen de
nodige kaas van gegeten.
Onlangs verscheen van zijn
hand een pennevrucht, geti
teld 'De tirannie van het cli
ché'. Daarin plaatst hij het
cliché in een breed, cultuur-
sociologisch perspectief.
Clichés nemen wij doorgaans
in de mond zonder dat ons
een licht opgaat, zo stelt Zij
derveld in zijn boek. Maar
daarmee licht hij slechts een
tipje van de sluier op.
Dat de materie veel meer om
het lijf heeft, ondervinden we
als de socioloog op een zonni
ge namiddag tegenover ons
zijn licht laat schijnen over
het cliché in onze taal en ons
gedrag. Ons plan was meteen
met de deur in huis te vallen
en de vraag te stellen wat er
door hem heen ging, toen hij
zich door de materie heen
worstelde. Maar nog voordat
wij daarmee van wal kunnen
steken, brandt Zijderveld zelf
los door te zeggen dat we op
dat moment al de nodige cli
chés op onze kerfstok heb
ben.
Neuroot mmmmhb
Neem alleen de wijze waarop
het gesprek tot stand was ge
komen. Dat ging niet op de
bonnefooi of op een andere
originele manier, maar vol
gens de uitgesleten methode:
telefoon pakken, vriendelijk
benaderen, agenda's trekken
en datum prikken.
Neem vervolgens de kennisma
king. Ook daarbij vonden de
clichés gretig aftrek. Want de
verslaggever zei gedachte
loos: „Aangenaam kennis te
maken". Waarop de professor
in een reflex vroeg: „Hoe
maakt u het?" En de verslag
gever dacht: met een touwtje.
„Ik wil hier alleen maar mee
aangeven", zegt Zijderveld,
„dat clichés in het taalge
bruik onvermijdelijk zijn. Ze
houden de conversatie leven
dig."
Op de radio zei Wim Bosboom
onlangs dat clichés de smee
rolie van onze samenleving
vormen en volgens Zijder
veld sloeg hij daarmee de
spijker op z'n kop. „Want
stelt u zich eens voor wat er
gebeurt wanneer u in een
conversatie coute-que-coute
clichés probeert te vermij
den. Ten eerste wordt u dan
zelf een neuroot en ten twee
de denkt uw gesprekspart
ner: wat een saaie, vervelen
de man. U wordt dan net zo
vermoeiend als iemand die
voortdurend lollig wil zijn."
Zijderveld wil hiermee zeggen
dat zijn grondhouding tegen
over clichés positief is. Wie
dacht dat hij er een broertje
dood aan heeft, slaat de plank
dus mis. „Ja maar wacht
even", steekt hij de vinger in
de lucht, ten teken dat nu het
cruciale moment is aangebro
ken waarop we bij het kardi
nale punt aankomen. „Dat
impliceert niet dat ik me door
clichés laat inpakken. Daarin
schuilt namelijk het kwalijke
van clichés."
Broederkus mmmmm
Ter illustratie reikt hij een
reeks voorbeelden aan. „Har
telijk gecondoleerd en gefele-
citeerd zeggen, zonder dat
men weet wat de oorspronke
lijke betekenis ervan is. Bloe
men sturen, zonder te weten
wat daar eigenlijk mee wordt
bedoeld".
„Enfin, neem de broederkus.
Die heeft van oudsher een he
le diepe, christelijke beteke
nis en die waarde heeft het
bij de Benedictijnen nu nóg.
Bij de heidense Germanen
bijvoorbeeld was de broeder
kus uit den boze. Maar intus
sen is die betekenis uitgesle
ten. Kijk maar naar de com
munisten in Rusland of de
athësten in Albanië: ook zij
kussen elkaar."
Bij clichés zit het venijn in de
staart, zo meent Zijderveld.
„Het punt is: we nemen ze ge
dachteloos over", zegt hij.
Normaal gaat er in ons bo
venkamertje een lampje
branden, wanneer er iets ge
zegd wordt. Dan gaan we
denken wat er precies gezegd
is. Dat heet de menselijke re
flectie.
Clichés weten deze reactie ech
ter te omzeilen en dat komt
omdat ze zo glad zijn als een
aal en tegelijk zo slim als een
vos. „Vandaar ook", zegt Zij
derveld, „dat ze onopvallend
op onze geest en ons gemoed
inwerken. Wij nemen ze zoge
zegd voor zoete koek aan."
Een schepje daar bovenop doet
hem een wijze raad aan de
hand deed. En die sloeg hij
niet de wind.
Hij besloot twee vliegen in één
klap te slaan en het stand-
daardwerk aan het cliché zelf
te wijden. Mogelijk was dat
het ei van Columbus, maar in
elk geval, zo dacht Zijder
veld: beter een half ei dan een
lege dop.
Zich verdiepende in de mate
rie. ontdekte hij alras dat cli
chés kunnen leiden tot wat
hij noemt culturele vadsig
heid. „We leven in een sa
menleving waarin elke ver
nieuwingsbeweging al gauw
een cliché wordt. Nog met zo
bijster lang geleden had het
studentenverzet nog een dui
delijke symboolfunctie. Die
bezetting van het Maagden
huis was nog origineel, maar
nu zijn bezettingen dat al
lang niet meer. Als maat
schappelijk signaal hebben
ze hun betekenis verloren."
Agressie mhmh
„Het zijn clichés geworden, net
als zoveel vernieuwende
ideeën. Het gevolg daarvan
zie je duidelijk om je heen.
Mensen raken gauw ver
Prof. dr. Anton Zijderveld: "De moderne mens babbelt liever dan dat hij brieven schrijft".
volgens hem het feit dat het
toepassen van clichés even
aanstekelijk is als het lachen.
Tegelijk is dat volgens hem
de reden waarom clichés zo
bon ton zijn in de religieuze
en politieke propaganda.
„Neem een politicus die in
z'n spreekbeurt hamert op de
verworvenheden van de de
mocratie. Ik ben dan altijd zo
benieuwd wat zijn democra
tie inhoudt. Want wat bete
kent democratie vandaag de
dag nog? Vanuit z'n Franse
oorsprong is het een geladen
begrip. Maar zie: zelfs een to
talitaire staat als Oost-Duits-
land noemt zich democra
tisch."
Praatshows
„Daarom zou je zo'n politicus
moeten vragen zich nader te
verklaren. Maar niemand
doet hef We nemen het maar
voor lief. En dat is fout na
tuurlijk. Van deze penetre
rende invloed moet men zich
bewust zijn. Die dwang moet
men proberen te verminde
ren en waar mogelijk te door
breken."
Waar nodig zet Zijderveld nu
de puntjes op de i. Hij doet
dat met de dictie van een apo
theker. In plaats van bevat
tingsvermogen en afstand
zegt hij comprehensie en dis
tantie, maar een kniesoor die
hem dat euvel duidt. In
plaats daarvan knopen we ge
woon in onze oren bij de les
te blijven en het hoofd erbü
te houden.
Zijderveld zegt nu ervan over
tuigd te zijn dat clichés in on
ze samenleving allengs weli
ger tieren en hij verklaart ook
hoe de vork ervan in de steel
zit. „Dat komt door de mo
dernisering. Daardoor is de
mens een virtuoos in het bab
belen geworden. Dat blijkt
ook wel op feestjes en op de
televisie met die vele praat
shows."
De telefoon spreekt in dit kader
al evenzeer boekdelen, zo
stelt Zijderveld. „De moder
ne mens babbelt liever dan
dat hij brieven schrijft. Die
kunst verleren we en zo vor
men we onze gedachten, da
den en emoties steeds vlotter
en reflectielozer."
In de wetenschap is het vol
gens de Tilburger van het
zelfde laken een pak. Daar
heten clichés paradigma's.
„En als je die niet gebruikt,
val je uit de toon. Dan ben je
onwetenschappelijk. In
Noord-Amerika is dat echter
niet zo. Daar is het gebruik
van clichés not done. Je raakt
daar uit de gratie als je zegt:
the home is where the heart
is of it's raining cats and
dogs.
Diep dal
D&ér - om precies te zijn in Ca
nada - is de problematiek
van het cliché voor hem zo
klaar als een klontje gewor
den. Gedurende drie jaar ver
vulde hij er een gasthoogle
raarschap en in die tijd raakte
hij in de ban van het cliché.
Maar hij moest door een diep
dal eer hij de materie onder
de knie kreeg. „In Canada
wilde ik hoe dan ook een
standaardwerk maken over
de sociologische theorie.
Maar merkwaardig genoeg
kreeg ik het niet voor me
kaar."
„Het was afschuwelijk. De cli
chés vloeiden uit m'n pen".
Ongewild, zo beklemtoont
Zijderveld. Het was, zo illu
streert hij, vechten tegen de
bierkaai. Maar waar de nood
het hoogst is, is de redding
nabij. Dus het verbaasde hem
niet dat in het heetst van de
strijd een reddende engel