c 'Werkloosheid is voor veel mensen een vloek' Pijpenkabinet van Don Duco in ruimte Hof Meermansburg LEZERS SCHRIJVEN Directeur arbeidsbureau gaat de vut in Leiden LEIDEN - Directeur J.G. Schumacher (63) van het Ge westelijk Arbeids Bureau in Leiden gaat de VUT in. Van daag heeft hij er precies veertig jaar overheidsdienst opzitten. Dat is lang niet al tijd een rustig of saai kler kenbestaan geweest. Integendeel, een groot deel van zijn leven heeft de schei dende directeur doorge bracht met internationale arbeidsbemiddeling, emi gratie- en immigratiezaken, waarbij soms avontuurlijke reizen een onderdeel van zijn werk vormden. De ontwikkeling van de werk loosheid en de mentaliteit van de beroepsbevolking; Schumacher heeft het van zeer nabij gezien. In de oor log - op 1 oktober 1942 - wisselde hij zijn baan als boekhouder bij de KNVB voor een baan bij het minis terie van sociale zaken om Bij het ministerie bestond zijn werk uit financiële zaken die betrekking hadden op de emigratie. Later ging hij zich meer met de inhoud van de internationale arbeidsbe middeling bezighouden op het Rijks Arbeidsbureau, nadien het directoraat-gene raal voor de arbeidsvoorzie ning. In '69 vertrok Schumacher uit zijn geboorteplaats Den Haag om adjunct-directeur te worden van het GAB in Rotterdam. In '75 (met het oog op de onafhankelijkheid van Suriname) keerde hij in de residentie terug om nog een jaar op het ministerie behulpzaam te zijn bij de op vang van de grote stroom rijksgenoten naar Neder land. In juli '76 kwam Schu macher naar Leiden om hier directeur te worden van het GAB. "Toen ik in '69 begon als adjunct directeur van het Gewestelijk Arbeidsbureau in Rotterdam was er een hele grote spanning op de arbeidsmarkt. Er waren in Rotterdam meer dan tiendui zend vacatures, terwijl er zo'n door Leo Maat tweeduizend werkzoekenden waren. Nu zijn er geloof ik vijfen twintigduizend werklozen en is het aantal vacatures uiterst ge ring". "Toen ik in juli 1976 naar Leiden kwam was het evenwicht al ver loren. Er waren hier ongeveer tweeduizend mensen ingeschre ven tegenover vijftienhonderd vacatures. In het begin was er nog een flinke doorstroming. Er gingen veel fabrieken dicht - de Grofsmederij, de textielbedrij ven - maar de werkloosheid bleef redelijk laag". "Die grote doorstroming is er nu niet meer. De groei van de werk loosheid is enorm geweest en elk jaar is het moeilijker geworden om de schoolverlaters aan een baan te helpen. Dat is voor het personeel van het arbeidsbureau uitermate frustrerend, maar een arbeidsbureau is nu eenmaal geen orgaan dat werkgelegen heid schept". "Het werkgelegenheidsbeleid zit bij het ministerie van sociale za ken. Bovendien zijn er wat be treft de werkgelegenheid zoveel invloeden van buitenaf die je nie mand kunt aanwrijven. Ook de regering niet". Ik zou het niet weten. En dan be vind ik mij in goed gezelschap, want de toonaangevende econo men zijn het er ook niet over eens. Al heb ik mijn mening nooit onder stoelen of bankeh gestoken". "Als directeur van het arbeidsbu reau ben je afhankelijk van een ontwikkeling die je niet in de hand hebt. Natuurlijk doen we niet alleen arbeidsbemiddeling, maar ook helpen we bij scholing en beroepskeuze en dat geeft vaak meer voldoening". Sommige politici maken zich. druk over zwartwerkers en massaal misbruik van sociale voorzienin gen. Kunt u een indruk geven van de omvang van het zwart werken? "Die mensen heb je natuurlijk. Er zijn er ook een aantal bij het ar beidsbureau bekend. Maar de laatste jaren zijn er ook velen bij ons gekomen, die van hun hele leven nog nooit met de werkloos heid in aanraking zijn gekomen. Voor wie het een vloek is. Het be zoek aan onze vacaturebank is de laatste tijd dan ook groot". "Het kwantificeren van het mis bruik, dat zal moeilijk zijn. Daar hebben we als arbeidsbureau ook de mensen niet voor en dus geen tijd. Er zijn mij verder geen gegevens over bekend en ik zou niet weten op welke cijfers politi ci zich baseren als ze dergelijke uitspraken doen". Heeft de regeling van vervroegde uittreding, waar u zelf gebruik van maakt, een gunstige uitwer king op de bestrijding van de werkloosheid of verdwijnen deze arbeidsplaatsen? Daar werkt men met formatie plaatsen. Zo komen jongeren op de plaats van ouderen. Maar het zou mij niet verbazen als de VUT in het particuliere bedrijf ge bruikt wordt voor een stuk sane ring". "Het ontbreekt aan elke controle hierop. Er zijn geen gegevens over. Maar ik ken de Leidse be drijven bij naam die de laatste ja ren hun personeelsbestand heb ben afgebouwd. Er komt als di recteur van een arbeidsbureau heel wat vertrouwelijke informa tie op je af. Die informatie moet natuurlijk binnenshuis blijven". "Het plan van V en D voor ver vroegde uittreding? Ik vind het schitterend hoor, maar zo kan ik het ook. Voor zover ik begrepen heb uit de krant moeten de ww- fondsen er voor opdraaien, maar die fondsen kunnen dat niet dra gen. En dat is juist het probleem: Waar komt het geld vandaan". "Voor mij persoonlijk betekent de VUT een stuk vrijheid. Daar heb ik naar uitgezien en daar ben ik tevreden over. Vooral de laatste jaren zijn zwaar gaan wegen. Het personeel van het arbeidsbureau staat momenteel onder zware druk". De mentaliteit van de beroepsbe volking. is die veranderd, ver slechterd? Was men in Rotterdam meer gemotiveerd om te werken dan de Leidenaar? "De mensen zijn in de loop der ja ren mondiger geworden. Ze pik ken het allemaal niet meer. Het aangeboden werk wordt niet zonder meer aanvaard als het niet als passend wordt ervaren. J.G. Schumacher: "De mensen zijn mondiger geworden. Ze pikken het niet allemaal meer". (Foto Holvastl Er zijn beroepsmogelijkheden gekomen. De zaken zijn veel meer gereglementeerd". "Begrijp me goed: Het zijn veran deringen die me wel aanstaan. Al is de taak van de bemiddelaar daardoor verzwaard. Het is een goed recht als men gegronde be- H ook mag uiten". "De bestaande richtlijnen voor passende arbeid vind ik redelijk en ze zijn ook niet gewijzigd on der de druk van de omstandighe den. Natuurlijk komt het voor dat iemand een beroep uitoefen de, waarin geen kansen meer zijn". "Daarmee wordt dan gesproken en de betrokkenen krijgen ruime bedenktijd, want het omscholen naar een ander beroep is ook een mentaal omschakelen. En dat valt niet mee. Maar na verloop van tijd zal er ook een aanspo ring plaats hebben". "Het werken lijkt de Rotterdam mer wat makkelijker af te gaan dan de Leidenaar. Er wordt hier wat meer - als ik dat woord mag gebruiken - geouwehoerd, de Rotterdammer staat meer be kend als een doordouwer. Ik moet daarbij zeggen dat de eco nomische omstandigheden in Rotterdam toen ook anders wa ren, dan nu in Leiden. Daardoor is het moeilijk om te vergelijken en ik denk dat het netto-resultaat niet veel verschilt". De directeur van het GAB beslist ook over ontslagaanvragen. Heeft u ooit kans gezien een mas sa-ontslag teger te houden? "Nee, dat is nooit gebeurd. Collec tief ontslag, dat wil zeggen meer dan twintig personen, moet ge meld worden. Daarvan maakte ik vervolgens rapport op voor het ministerie van sociale zaken LEIDEN - Het Pijpenkabinet, voorheen gevestigd in Amster dam, heeft een onderkomen ge vonden in de regentenkamer van het Hof Meermansburg aan de Oude Vest. G.A. Brongers, con servator van het Niemeyer Ne derlands Tabacologisch Museum in Groningen, hield gistermid dag een openingswoord. Het Pijpenkabinet is een particu lier initiatief. De collectie van de conservator (tevens eigenaar) Don Duco, omvat ruim 7500 klei- pijpen, een grote verzameling ge reedschappen, die gebruikt zijn bij fabricage van pijpen en een uitgebreide bibliotheek. De oud ste pijp dateert van 1580 en de jongste uit 1982. Nog geregeld, zo meldde Duco bij de opening, vindt uitbreiding van de collectie plaats. Van de pijpenvercameling is een gedeelte in vitrines opgesteld. Daarbij is geprobeerd aan de hand van een indeling naar her komst en tijd een indruk van de ontwikkeling te geven. Een om vangrijk aantal pijpen is in de la dekasten gerangschikt, waar zij ook bekeken en bestudeerd kun nen worden. Don Duco probeert door middel van deze geëxposeerde voorwer pen de bezoekers ook inzicht te geven in de vorm- en decoratie- ontwikeling van de kleipijp in West-Europa. Daarnaast zijn er ook kleipijpen uit andere wereld delen te zien. De conservator Duco toonde zich zeer tevreden met het feit dat een historische en monumentale ruimte in één van de fraaie Leid se hofjes (het Meermanshofie werd gesticht in 1681 en is on langs helemaal gerestaureerd) bestemd kon worden voor een museumverzameling en docu mentatiecentrum. Zijn collega Brongers sprak van een "unicum in de wereld". Vele van de in het Pijpenkabinet aanwezige pijpen zijn onderwerp geweest van publicaties en nog geregeld verschijnen studies over nieuwe vondsten. Ook Don Duco heeft heel wat publicaties op zijn naam staan. Ter gelegen heid van de opening werd aan de burgemeester van Gouda, K.F. Broekens, het eerste exemplaar van zijn boekje "Merken van Goudse pijpenmakers, 1660- 1940" overhandigd. Dit werk bevat een uitgebreide in leidende tekst over de Goudse merkenpolitiek en de ontwikke ling van het pijpenmakerswerk door de eeuwen heen. Het voor naamste gedeelte wordt ge vormd door een merkenlijst van maar liefst 727 Goudse pijpen- makerswerken voorzien van naam, datering en andere gege- Volgens de conservator van het Gronings museum groeit de be langstelling voor de pijpologie. Hij schat het aantal pijp-verza- melaars in Nederland op enkele duizenden. Don Duco zal de komende jaren proberen naar de pijpen van de verzamelaars te dansen. Dit na tuurlijk in de goede zin van het woord. Zijn museum staat open voor kenners, maar ook voor an dere belangstellenden. Voor bei de groepen zal hij als gids optre den. en vroeg dan of de minister kan zag om de ontslagen te voorko men. Het antwoord was altijd ne gatief'. "Het ging dan om ontslagen o^_ grond van economische nood zaak. Het bedrijf was in de rod cijfers beland en dergelijke. E zijn natuurlijk wel ontslagkwes ties geweest op andere grondei Dan moet je een Salomonsoo: deel vellen. Er is in zo'n geval a tijd iemand die niet tevreden ii-| de werkgever die het ontslag g< J weigerd ziet of de werknemer di het ontslag krijgt". "Ik kan geen concrete voorbeelda^ geven, want in Leiden weet da meteen iedereen over wie je hi hebt, maar er zijn wel eens on slaggronden aangevoerd waa van je zegt; Hoe haal je het in hoofd". Voor uw tijd bij de arbeidsb j reau's in Rotterdam en Leidt hield u zich bezig met (het beuq deren van) emigratie, later' vc immigratie. Was dat niet tege strijdig? r "Nee. Het bevorderen van de en gratie - kort na de oorlog - z.^ ik niet zozeer als een bijdra; x aan de arbeidsmarkt, maar pu als individuele hulp aan mensi die hun kansen in het buitenlai v wilden benutten. Daarvoor st de het rijk een premie ter t schikking". "Ik heb veel toen veel gerei: Naar Australië, de Verenig Staten, Zuid-Afrika, Rhodes Canada en heb er het wel en w van emigranten meegemaakt. heb veel ellende gezien, ik h gezinnen uit elkaar zien spatt^__ maar in zijn geheel slaat de I lans aan de positieve kant doo "Dat was een avontuurlijke tijd. werd eens naar Canada gestui met de opdracht om in mijn tje per auto van de westkust m het oosten te trekken. Onderv moest ik Nederlanders opz I ken. Nou overal op de wer I wonen Nederlanders en je w| altijd welkom geheten". "Een indrukwekkende ervar was ook toen ik als een sc j waarnemer in 1957 meevoer een schip met emigranten, v een groot deel gevlucht uit H garije. Ze kwamen rechtstre uit de opvangkampen in Oosl rijk naar Rotterdam, zo de fc in naar Australië. Nee, saai j het ambtenarenleven niet v mij. Achteraf zeg ik: Ik ben 2 boffer". Huishoudschool Als docente, verbonden aan een L.H.N.O., voel ik mij geroepen te reageren op het artikel over "de huishoudschool is veranderd" door Miep Hoenson, d.d. 18 sep tember 1982. Het artikel start met een goed stuk over de ontwikkeling van de huishoudschool tot L.H.N.O.. daarna daalt het af tot een laag niveau, om vervolgens tot een to taal onjuiste slotconclusie te ko men. Wil Miep Hoenson aan de ene kant de indruk wekken, dat het L.H.NO.-onderwijs niet meer hetzelfde is als vroeger, zo benadrukt ze aan de andere kant de onjuiste denkbeelden die nog steeds bij grote groep r Dat dit laatste op z'n minst jammer is. zal ik trachten in het onder staande duidelijk te maken. Hierbij wil ik vooropstellen dat het moeilijk is een totaalbeeld te vor men over het huidige L.H.N O onderwijs op basis van een be zoek aan twee scholen. Dit leidt tot een totaal scheef beeld. Was de huishoudschool vroeger een school die opleidde tot huis vrouw. hét huidige L.H.NO. leidt op tot het bewust declnc men aan de maatschappij, het kritisch consument zijn en daar naast moet het gezien worden als voorbereiding voor een vervolg opleiding. Naar aanleidcing van wat citaten uit bovengenoemd artikel, zal ik trachten aan te geven waarom het in het artikel geschetste beeld onjuist is. "Een docente van de huishoud school aan de Toussaintkade. "Het is elke les weer een gevecht. De eerste vijf minuten zijn bepa lend voor het al dan niet slagen van je les. Daarbij is het belang rijk datje de leidster, de brutaal ste, voor je wint. Met een grapje of een mopje, dat haar bevalt. Lukt je dat. dan lukt de les. Ben je zelf geïrriteerd, of kom je later binnen dan de meiden, dan kun je het wel vergeten....". Hier wordt duidelijk de indruk ge wekt. dat de L.H N O.-leerlingen zeer lastige klanten zijn. Is daar enige grond voor? Naar mijn mening niet. Sinds wan neer vergelijkt men appels met bananen9 Sinds wanneer stelt men een groep met alleen maar meisjes gelijk aan een gecombi neerde groep? Een L.H.N.O.- leerling is niet makkelijker of moeilijker dan elke andere leer ling in de leeftijd van 12 tot 16 jaar. Dat de puber het moeilijk heeft, weten we allemaal. Identi teitsproblemen. onzekerheid en onevenwichtigheid zorgen inder daad voor een moeilijke periode. Maar geldt dit niet voor alle kin deren van deze leeftijdsgroep? Daarnaast ligt het volgens mij aan het vakmanschap van de docent of de les een succes wordt of niet! De opmerking' "er wordt in zo'n klas wat afgeruzied en afge- huild" komt bij mij over alsof dit een dagelijkse bezigheid van de leerlingen is Mocht deze opmer king relevant zijn voor de desbe treffende docent, bij mij is dit een niet be/gekend gegeven. Na tuurlijk wordt er weieens geru zied of gehuild, gelukkig, maar het springt er beslist niet uit. Er wordt tijd en ruimte ingepast voor pedagogische begeleiding, maar daarnaast wordt een zwaar accent gelegd op het theoretisch en praktisch kennis vergaren. Het woord "vergaarbak" komt mij bijzonder negatief over en is daarnaast geheel onterecht. Men gaat voorbij aan het feit dat leer lingen geselecteerd worden voor het L.H.N.O.. op basis van theo retische en praktische intelligen tie. Er zijn daarnaast nog wel de gelijk andere mogelijkheden dan het L.H.N.O., welke ook alle tot het L.B.O. (Lager Bereoepson- derwijs) behoren! Ik denk hierbij aan. L.T.S L.E.A.O., detailhandel. L.A.S. Dat onze leerlingen individuele begeleiding nodig hebben, wordt mede veroorzaakt door de nega tieve ervaringen die zij op menig basisschool hebben opgedaan. Tenslotte is het huidige school systeem op een dusdanige ma nier georganiseerd, dat alleen de gemiddelde leerling goed uit de verf komt. Val je op een bepaald moment uit, dan heb je pech en moet je het zelf maar zien uit te zoeken. Gelukkig zijn er al veel basisscho len. die zich steeds meer gaan richten op de individuele leer ling, waardoor frustraties ten aanzien van het eigen kunnen, in V de toekomst steeds minder voor zullen komen. Met het negatieve zelfbeeld "ik kan hot toch niet", komt een groep kinderen de school binnen en dan duurt het inderdaad even voordat de ei genwaarde weer wat opgevijzeld Dit negatieve zelfbeeld, nog afge zien van het feit dat dit verbon den lijkt aan een bepaalde leef tijd, vind je bij alle groepen leer lingen, of ze nu uit een arbeiders- of uit een advocatengezin ko men, hiermee dus gelijk aange vend dat er leerlingen van aller lei pluimage op een L.H.N.O. te recht komen. De leerlingen maken in 4 jaar tijd een hele ontwikkeling door. Dit blijkt o.a. uit het feit dat op dit moment zo'n 75% doorstudeert na het L.H.N.O. Uitspraken als: "het gros van de meiden hier op school wil niets liever dan trouwen", geldt dan ook alleen maar voor een hele kleine groep leerlingen Ten slotte nog dit: wanneer ie-, mand een beeld tracht te krijgen van het L.H.N.O.-onderwijs in zijn algemeenheid, is het niet verstandig over één nacht ijs te schaatsen. Je vraagt dan om een nat pak! M.B.J. Cramwinckel, teamleidster L.H.N.O-I.H.N.O- onderbouw R K. L.B.O. "De Noorderwiek" Galgewater 1 Leiden. Naschrift. De boodschapper wordt weer eens verward met de bood schap. Opmerkingen van betrok ken leraressen worden de schrijf ster van het verhaal in de schoe nen geschoven. Een citaat is géén mening van de auteur. Er is niet gesteld dat alleen kinderen uit liet zg. "arbeiders"milieu op het l.h.n.o. terechtkomen, maar zij vormen er nog een meerderheid. M.H. tel dat 'ie zwart ziet en kan Tesse- laar's nogal ongenuanceerde klacht er hoogstens één zijn van een wethouder die zich gefru streerd voelt nu hij geconfron teerd wordt met evenveel even knieën als bezwaarschriften. Zeker, sommige op pietluttige gronden stoelende bezwaar schriften zullen voor de betref fende gemeenteambtenaren bronnen van ergenis vormen. Maar is het bezwaarden kwalijk te nemen dat zij zich wat hebben verdiept in de zeer complexe gang van zaken bij overheidsin stellingen? Zijn zij het geweest die hele complexe janboel heb ben A Bezwaren Ik wil even reageren op het artikel "Nieuwe barrière voor uitvoeren van bouwplannen van Jan Rijs- dam in LD 24/9/'82 en met name op waar staat dat wethouder Tes- selaar doodziek wordt van be zwaarschriften van mensen die zelf goed wonen" en dat het "vaak de verbaal meest begaaf den, buurtcomité's en aktiegroe- pen zijn die "routine in het vin den van de weg naar de hoogste beroepsinstanties hebben ver kregen". In de eerste plaats wijs ik er op dat het maken van bestemmings plannen en wijzigingsgebieden eveneens geschiedt door mensen die zelf (zeer) goed wonen en ver baal als de meest begaafden kun nen worden beschouwd. Zo be gaafd dat hun taal veelal onbe grijpelijk is. Wat dit betreft verwijt de pot de ke Die klacht van Tesselaar is dus niet gefundeerd; hoogstens krijgt hij een koekje van eigen deeg! In de tweede plaats vind ik het nogal stuitend dat Tesselaar's opmer king "...mensen die zelf goed wo nen" suggereert dat bezwaarden woningzoekenden hun broodno dige woningen misgunnen. In de meeste gevallen richten de bezwaren zich op technische as pecten zoals bijvoorbeeld ge vreesde verkeersoverlast en schade aan woningen tijdens funderingsactiviteiten, nog afge zien van de veelal maandenlange herrie, rommel en daarmee in verband staande ongemakken. Hoe onontkomelijk ook. het is voor mensen die in ploegen- of nacht diensten werkzaam zijn of nood gedwongen om andere redenen de hele dag thuis zitten, zonder meer een ramp als vlakbij hun woning een paar maanden lang een heiinstallatie staat te dreu nen van 's morgens half zeven tot 's middags vier uur. Dat Dick Tesselaar van bezwaarschrift doodziek wordt, zou een gev< kunnen zijn van het feit dat zelf nog nooit met de gevolg van intensieve bouwactiviteil in zijn onmiddellijke omgevi is geconfronteerd. Hij zou de I zwaarden dan beter begrijpen hoeft van de ziektewet dan m der gebruik te maken. Ben Apeldot Naschrift. Voor de goede or slechts het "doodziek word\ werd uit de mond van wethoui Tesselaar opgetekend. De over constateringen die de briej'sch ver citeert, waren afkomstig i de schrijver van het bewuste a kei. Feministen j Naar aanleiding van het art: "Gratis rechtsspreekuur spec voor vrouwen" in de krant vrijdag. 24 september jl., e 2 het volgende: In die krant staat dat "wij wL voorkomen dat mensen denlj o. alweer zo'n stel feministen, wil stoken in huwelijken", zou de indruk kunnen wek dat wij ons zelf niet als femi ten beschouwen. Dat is een t verstand. Onder feminisme verstaan wij dat vrouwen opkomen voor 1 rechten, en dat willen wij be< deren. Met stoken in huwelij heeft dat niets te maken. Lydia Schut, medewerk Leidse Rechtswirï Noordeindi Lel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 4