Helmut Kohl: politicus zonder allure Helmut Schmidt: man van zeldzame gaven Achtergrond Brievenbusreclame ongewenst? Antwoordnummer 666 De gaande en komende man in West-Duitsland vrijdag 24 september 1982 Varia pagina ry Door Hans Amesz Vorige week heb ik vijf gevallen be schreven waarin de klant niet als koning, maar als voetveeg werd behandeld. In het eerste geval schrok een mevrouw, die al een kwartier bij een onbemande kas sa wachtte, terug voor mijn goe de raad de zaak dan maar zon der betalen, maar met de gram mofoonplaat die zij niet mocht betalen, te verlaten. In het tweede geval beschreef ik hoe mijn vrouwna tien minuten gewacht te hebben op de caissière die een privé-telefoongesprek voerde, zonder het cadeautje, en zonder te betalen was weggelopen. In het derde geval beschreef ik hoe een vriend om acht uur 's morgens een Italiaans (groot) hotel met zijn koffers verliet, nadat hem ge zegd was dat hij tot tien uur moest wachten met betalen om dat dan pas de kassa openging (toen hij wegliep kon hij natuur lijk toch betalen). In het vierde geval bekende ik een keer een In diase broche ter waarde van mis schien enkele tientjes te hebben meegenomen, nadat ik eerst drie vergeefse pogingen bij het win kelpersoneel had gedaan de prijs te weten te komen. En in het vijf de geval beschreef ik, hoe ik on langs op het San Marcoplein zon der betalen een ansichtkaart heb meegenomen, omdat de verkoop ster weigerde mij van 500 lire (een gulden) het wisselgeld van 400 lire terug te geven, hoewel ze dat ruimschoots in haar hand had (ze eiste gepast 100 lire wat ik niet had). Een van mijn hoofdredacteuren meldde aan mijn directe werkge ver, de coördinerende hoofdre dacteur van de GPD, dat hij deze Trijfel niet had meegenomen in zijn krant, en wel om de volgende reden: „Weglopen" behelst ons aller onvre de met de ongeïnteresseerde be diening in maar al te vele (en kennelijk vooral „Hollandse') winkels van onze dagen. Met smaak begon ik dus te lezen, maar allengs veranderde mijn instemming in pure gramschap en verontwaardiging, toen ik merkte dat Nico in een vijftal clausen, variërend van tussen de regels tot stram rechtuit, dood leuk al zijn-onze miljoenen lezers aanbeveelt in de beschreven ge vallen dan maar de winkel uit te wandelen met het begeerde, zon der te betalen!' „Dat kun je als columnist nauwe lijks als 't al badinerend be doeld was komt dat er totaal on voldoende uit maken, en als krant-publisher al helemaal niet. De rechtschapenheid zit ons - al thans hier, ver van 't Wilde Wes ten nog steeds diep in 't bloed... En als er al geen verontwaardig de lezersacties op zouden komen regionaal misschien interes sant verschillend! - dan juist zou zulks een griezelig teken aan de wand zijn voor de verloede rende mentaliteit van onze sa menleving. Daar wensen wij al thans niet aan mee te werken, ze ker niet met een beetje sluipend gif in een anders hooggeprezen column!" Dat is, ik geef het toe, een ethisch gezien heel correct standpunt van een hoofdredacteur, wiens krant, zoals u misschien al ver moed had., niet in de Randstad Holland verschijnt. Dat drie van mijn voorbeelden uit die rand stad afkomstig waren, bewijst overigens niet dat het daar slech ter met de winkelservice gesteld is dan daarbuiten, maar dat ik daar woon. Ik voeg daar haastig aan toe, dat ik een en ander niet badinerend bedoeld had. Mijn standpunt is het volgende. Warenhuizen (het ging in alle Ne derlandse voorbeelden om wa renhuizen, niet om kleine zaak jes) lokken je via advertenties naar je toe. Kom bij ons, koop bij ons! Je neemt die moeite, je wilt iets kopen, maar als het dan op betalen aankomt toont men zich gedesinteresseerd. Ik heb het na tuurlijk niet over wachten voor de kassa in een lange rij, zelfs niet over lang wachten bij een kassa terwijl er zeven onbemand zjn, ik heb het over een kassa waar je moet betalen, maar waarvan de caissière je niet wenst op te merken, of eindeloos lang wegblijft, zonder dat een ander even inspringt. Er is dan geen sprake van „overmacht", maar van „onwil", en ook van machtsmisbruik". Wat kun je daartegen doen? Op ho ge toon naar de chef vragen. Dat is het laatste wat ik zou doen. Ik laad liever het odium van dief stal op me, dan van denunciatie, verklikking. Wat dan? Boos weg lopen zonder het voorwerp dat je, soms na lang zoeken, hebt uitge kozen mee te nemen, en je voorne men nooit meer in die zaak te ko pen. Maar wie tref je daar het meeste mee? Jezelf (de enige on schuldige in deze affaire), in tweede instantie de zaak waar van de directie ongetwijfeld al tijd aandringt op een correcte be handeling van de klanten, en he lemaal niet de schuldige juf frouw of meneer die het een grote rotzorg zal zijn of er een ding meer of minder verkocht wordt van „zijn baas". Resteert nog één tegenmaatregel: weglopen met de „aankoop", zon der te betalen. Inde meeste geval len zal de bediening dan wel on middellijk geactiveerd worden en alsnog haar normale werk doen, want in dat geval ver dwijnt er iets Z( nder dat er een betaling als tege iprestalie tegen over staat, en dat zal hij of zij dan toch moeten veratwoorden. De weg van de 52-jarige Helmut Kohl naar zijn le vensdoel, het kanselierschap van de Bondsrepu bliek Duitsland, is met nederlagen bepleisterd. In 1971 verloor hij de strijd met Rainer Barzel om het voorzitterschap van de Christendemocrati sche Unie (CDU). Toen Barzel in 1972 toch net geen Bondskanselier werd omdat zijn construc tieve motie van wantrouwen tegen de toenmalige Westduitse regeringschef Brandt het niet haalde, werd Helmut Kohl als een soort „compromisfi guur" op 12 juni 1973 CDU-voorzitter. Op dat mo ment was de gepromoveerde historicus al minis ter-president van de deelstaat Rijnland-Palts. In 1976 was Kohl kandidaat-kanselier van de CDU- CSU. Hoewel hij een buitengewoon goed resul taat van 48,6 procent behaalde, bleef zijn politie ke en misschien ook wel persoonlijke vijand Hel mut Schmidt Bondskanselier. In 1979 moest Kohl de grootste politieke nederlaag van zijn loopbaan slikken. Hij werd door zijn eigen partij en de CSU niet benoemd als uitdager van Schmidt bij de verkiezingen van 1980. Franz Jo sef Strauss werd door de Union als lijsttrekker en daarmee als kandidaat-kanselier gekozen. Aan de politieke carrière van Helmut Kohl leek een einde gekomen. Geen andere kandidaat Maar Strauss verloor in 1980 aanzienlijk en Kohl bleef oppositieleider. Nu, bijna twee jaar na de verkiezingen van 1980, is er eigenlijk niet meteen een andere kandidaat binnen de CDU/CSU be schikbaar voor het kanselierschap dan Helmut Kohl. In Bonn wordt er echter wel rekening mee gehouden dat hij alleen maar een „overgangs kanselier" zal zijn, en dat CDU en CSU voor de verkiezingen van volgend jaar maart een andere leider kiezen. Helmut Kohl's politieke talent staat zelfs in zijn ei gen partij niet volledig buiten twijfel. Hij is welis waar redelijk populair, maar zijn kennis van za ken en zijn leiderschap zijn vaak bekritiseerd. Leden van de CDU-CSU-fractie in de Bondsdag verweten hem dat hij als oppositieleider niet deugde: „In de slaapwagen kom je niet aan de macht". Kritiek Kohl beheerst geen vreemde taal, zodat alleen al daardoor zijn buitenlandse politieke mogelijkhe den begrensd zijn. De toekomstige kanselier van de Bondsrepubliek wijst er in dit verband op dat ook de door hem buitengewoon vereerde Konrad Adenauer geen woord over de grenzen sprak. De ernstigste kritiek op Kohl is dat hij geen gefun deerde economische en financiële kennis bezit. Hij zou zelfs geweigerd hebben om een soort cur sus te volgen die „captains of industry" hem had den aangeboden, toen hij in 1976 van de hoofd stad van Rijnland-Palts, Mainz, naar Bonn ging om het ambt van minister-president van een deelstaat te verwisselen voor dat van oppositie leider in de Bondsdag. Helmut Kohl noemt zichzelf een „generalist", een man dus die weliswaar geen expert op bepaalde gebieden is, maar toch wel over zoveel kennis van zaken beschikt dat hij altijd de juiste vragen kan stellen en de juiste mensen in kan zetten. Het begrip „generalist" werd voor Kohl spoedig een schimpwoord. Toch is Kohl's zogenaamde provincialisme waar schijnlijk een van zijn sterke kanten. Hij kan, in tegenstelling tot Helmut Schmidt, een „bad in de menigte nemen". Hij straalt vooralsnog vertrou wen uit en kan ook vertrouwen winnen. Hij kan ook geestig zijn en maakt in ieder geval de in druk dat hij „aardig" is. In Nederland is Kohl bekend geworden door de beroemd-beruchte televisieuitzending „Burgers vragen - politici antwoorden" uit de Pulchri-stu- dio in Den Haag. De Westduitse oppositieleider werd toen geconfronteerd met zeer kritische vra gen van verontruste Nederlanders over opko mend neo-nazisme, beroepsverboden, abortus, belangrijke CDU-politici met een bruin verleden, enzovoorts. Kohl was niet in staat zijn gehoor soeverein antwoord te geven en het gevolg was dat de Nederlandse vragenstellers ineens werden uitgemaakt voor „communisten, chaoten, rad draaiers, tuig", die „buitengewoon onbeleefd en haatdragend" tegen de heer Kohl waren geweest. Geen afspiegeling Provincialisme Nogal wat mensen in West-Duitsland maken zich vrolijk over Kohl's provincialisme als hij bijvoor beeld in de Hermitage in Leningrad de pronksle den van de Russische tsaren aandachtig met de winterkarossen van de keurvorsten van de Palts vergelijkt of als hem bij een bezoek aan een am bassade niets beters invalt dan te vragen wie de langste is. Kohl wordt door zijn lengte wel de „zwarte reus" genoemd. De toenmalige Nederlandse ambassadeur in Bonn, baron Diederic van Lynden, verklaarde in een interview met Springers Bild am Sonntag, dat het Nederlandse volk geen afspiegeling was van de vragenstellers in de Pulchri-studio. En Hel mut Kohl zelfbedacht na een paar dagen, dat hij de Bondsregering van Helmut Schmidt wel ver antwoordelijk kon stellen voor de „hatelijkheid, negatieve vooringenomenheid en het algemene afwijzen van Duitsland" door de Nederlandse vragenstellers. Volgens Kohl had de regerings voorlichtingsdienst veel te weinig gedaan om de „lastercampagne tegen de Bondsrepubliek in het buitenland" tegen te gaan. De betrekkingen tussen Helmut Kohl en Neder land zijn door deze gebeurtenis niet blijvend ver stoord. Integendeel, al vlak na de geruchtmaken de uitzending zei Kohl dat hij het best een goed gesprek had gevonden, om dat vervolgens weer haastig in te slikken toen hij dacht politieke winst met de Nederlandse vragenstellers te kun nen maken. Kohl wekt overigens de indruk dat hij bereid is veel te vergeten. Het gaat hem om de toekomst, die vooral „met vertrouwen" tegemoet moet worden gezien. Daarom noemt hij de Beier se CSU-chef Franz Josef Strauss ook „mijn vriend", hoewel hij best weet dat deze „vriend" hem in het openbaar heeft uitgemaakt voor ie mand die Werkelijk alle eigenschappen, zowel menselijk als intellectueel, mist om kanselier te worden. „Kohl is totaal ongeschikt", aldus Strauss. Ongeschikt Of Strauss gelijk heeft met zijn bewering dat Kohl werkelijk op elk gebied ongeschikt is voor het ambt dat hij binnenkort gaat bekleden, is de vraag. De Beierse minister-president heeft trou wens ook ooit eens gezegd dat het hem om het even is wie onder hem kanselier wordt. Van Kohl wordt gezegd dat hij in staat is om een goede personele politiek te voeren en mensen met el kaar te verzoenen. In ieder geval heeft hij als re geringschef van Rijnland-Palts een gekwalifi ceerd kabinet om zich heen verzameld waardoor hij, de „generalist" zich niet hoefde te bemoeien met de dagelijkse kleinigheden. De liberaal Hans Friderichs, die nu president-di recteur van de Dresdner-Bank is en daarvoor mi nister van economische zaken in Bonn en staats secretaris in het kabinet-Kohl in Rijnland-Palts zei na de Bondsdagverkiezingen van 1976 dat Kohl mogelijkerwijs een slechte oppositieleider zou zijn, maar waarschijnlijk een goede Bonds kanselier was geworden. Het eerste is uitgeko men. Het tweede moet nog bewezen worden. „Politici", heeft Helmut Schmidt eens gezegd, „moeten er niet naar streven geliefd te worden". Hij had daar aan toe kunnen voegen: „Ze moeten hun werk goed doen" en daarna: „zoals ik". Hoe wel zo'n toevoeging eigenlijk een vanzelfspre kendheid is, want Helmut Schmidt heeft het nooit aan een sterk ontwikkeld gevoel van eigen waarde ontbroken. Niet weinigen ïrt de Bondsre publiek, vooral politici van de CDU-CSU, menen dan ook dat het woord „zelfoverschatting" beter op zijn plaats is. De bijna 64-jarige Helmut Schmidt is inderdaad nooit zo geliefd geraakt bij het Duitse volk en zijn eigen sociaal-democratische partij als zijn voor ganger Willy Brandt. Maar hij is er wel in ge slaagd om zowel nationaal als internationaal bui tengewoon veel respect te oogsten. De meeste Duitsers beschouwen hem als één van de meest bekwame staatslieden die de Bondsrepubliek ooit heeft gehad. Zejfs veel CDU-kiezers geven aan Schmidt de voorkeur boven hun eigen poli tieke leider Helmut Kohl. „Als hij maar geen so ciaal-democraat was, zouden we het wel weten" wordt geredeneerd. Nieuwe leider Toen Willy Brandt op 6 mei 1974 als eerste sociaal democratische kanselier in het na-oorlogse Duitsland moest aftreden, werd naar buiten toe gezegd dat dit kwam omdat zijn „persoonlijke referent" in de bondskanselarij, Gunther Guil- laume, jarenlang voor Oost-Duitsland had kun nen spioneren. Dat was achteraf nauwelijks de halve waarheid. Brandt had volgens leidende politici van zijn eigen partij, met name fractievoorzitter Herbert Weh- ner en de toenmalige minister van financiën Hel mut Schmidt, de teugels niet meer strak genoeg in handen. De tijd van de eens door Brandt aan gekondigde grote hervormingen was door de oliecrisis en daaruit voortvloeiend geldgebrek voorbij. De Bondsrepubliek had een nieuwe poli tieke leider nodig, een man die (weer) stabiliteit kon scheppen. Die man was de in december 1918 geboren Helmut Heinrich Waldemar Schmidt. Hij gold als prag maticus, als technocraat, als crisismanager. Als bondskanselier leidde Schmidt zijn eigen partij, samen met de liberale bondgenoot FDP, in 1976 naar een krappe verkiezingsoverwinning. Hel mut Kohl was toen kandidaat-kanselier van de CDU-CSU-oppositie en bereikte met ruim 48 procent het op één na beste verkiezingsresultaat in de christendemocratische geschiedenis van na de Tweede Wereldoorlog. Schmidt werd voor de tweede keer chef van een sociaal-liberale regeringscoalitie en zijn ster rees. Na de gelukte bevrijding van de gijzelaars uit een Lufthansa-Boeing in Mogadischu in de herfst van 1977 werd hij bijna de hemel in geprezen. Later werd overigens bekend dat hij zou zijn af getreden als die actie van de Westduitse anti-ter reureenheid GSG-9 in de woestijn van Somalië in een bloedbad zou zijn geëindigd. Onaantastbaar Na de economische topconferentie in de zomer van 1978 in Bonn werd Schmidts prestige welhaast onaantastbaar. In het stadstheater van de West duitse hoofdstad probeerden de toenmalige staatspresidenten en regeringsleiders Carter, Giscard d'Estaing, Trudeau, Callaghan, Fukuda en Andreotti elkaar op een persconferentie te overtreffen in hun loftuitingen op de Westduitse bondskanselier. De manier waarop hij de conferentie had geleid, zijn supérieure vakkennis (Schmidt is afgestu deerd econoom), zijn overzicht, maar ook zijn be minnelijkheid als gastheer werden geroemd. Alle deelnemers aan de economische top van de be langrijkste westelijke industrielanden, maar ook vrijwel alle journalisten, waren het erover eens dat Helmut Schmidt de - in positieve zin - over heersende persoonlijkheid van deze bijeenkomst Zeldzame gaven Hoe komt dat? Volgens de hoog vereerde hoofdre dactrice van het weekblad Die Zeit, Marion Gra- fin Donhoff, omdat Helmut Schmidt over drie zeldzame gaven beschikt. Hij is in staat buitenge woon snel te analyseren, hij heeft het talent om met scherpe blik te herkennen wat daarvan in praktische politiek kan worden omgezet en hij neemt de moeite om anderen van de juistheid van zijn opvattingen te overtuigen. Die eigenschappen heeft Schmidt ontwikkeld in een leven dat bijna helemaal door de politiek in beslag is genomen. In 1953 werd hij lid van de Bondsdag. Hij was senator in Hamburg, minister van defensie, minister van financién en econo mie. voordat hij op 16 mei 1974 bondskanselier werd. Dat is hij langer dan zijn voorgangers Brandt (SPD), Kiesinger (CDU) en Erhard (CDU). Een tweede Konrad Adenauer zal Schmidt niet worden, want die zat vanaf de op richting van de Bondsrepubliek in 1949 tot 1963 op de belangrijkste politieke stoel van West- Duitsland. Helmu^ Schmidt is ook jarenlang voorzitter van de SPD-fractic in de Bondsdag geweest. Uit die tijd stamt zijn bijnaam „Schmidt-Schnauze" (zoiets als „Schmidt-grote bek"), omdat hij ongemeen scherp met politieke tegenstanders in debat ging. Ook de in Bonn aanwezige binnen- en buiten landse correspondenten hebben keer op keer moeten ervaren dat Schmidt inderdaad een 'gro te', zij het 'door kennis van zaken' gevoede 'bek' heeft. Hij zegt dan vaak zoiets als: „Ik begrijp wel wat u bedoelt, maar als u de vraag beter zou for muleren, dan...". "Der Macher" Schmidts beste bijnaam, waar hij overigens niets tegen heeft, is die van 'Der Macher', de man die het allemaal wel regelt. „Daarin komt respect tot uitdrukking", aldus Helmut Schmidt. Schmidt heeft veel 'gemacht'. Hij reisde bijvoorbeeld naar Moskou op het dieptepunt van de betrekkingen tussen Oost en West en kreeg vervolgens de Amerikanen en de Russen ertoe om toch met el kaar in Genève te gaan onderhandelen over ont wapening. Zelf meent hij dat dit in zijn eigen so ciaal-democratische partij SPD bij lange na niet genoeg is gewaardeerd. Schmidt wil de geschie denis ingaan als degene die de wereld heeft be hoed voor een dreigende confrontatie tussen Oost en West neen net zijn partij zeker kwalijk genomen dat die het wat milieu- en vooral vredesbeweging vaak niet met hem eens was Waarschijnlijk heeft hij ook te lang geprobeerd langs zijn eigen partij heen te regeren Zijn motto luidde „Ik ben nu eenmaal kanselier van een coalitie en daarom moeten compromissen worden gesloten". Voor de staatsman Helmut Schmidt is het treurig dat de liberale FDP uiteindelijk een mes in zijn rug heeft gestoken. Hij vindt nog altijd dat hij zijn land relatief goed door de economische crisis en de moeilijkheden tussen Washington en Moskou heeft gestuurd. Belediging Voor Schmidt is het in wezen een persoonlijke be lediging dat Helmut Kohl waarschijnlijk de vol gende kanselier van de Bondsrepubliek zal zijn. Als opvolgers van hemzelf had 'Der Macher' min of meer genoegen genomen met politici als de huidige burgemeester van Berlijn, Richard von Wcizsacker of de minister-president van Slees- wijk-HóJstein, Gerhard Stoltenberg. Helmut Kohl vindt Schmidt daarentegen 'totaal onge schikt' om de richtlijnen van de Duitse politiek te bepalen En daarover beschikt overeenkomstig de grondwet de Westduitse bondskanselier. DEN HAAG - Bijna 17.000 men sen hebben tot dusver gebruik gemaakt van de mogelijkheid om gespaard te blijven van ongevraagd op hun naam toegezonden reclamedruk werk. Zij staan ingeschreven in het register van Antwoord nummer 666, dat enkele jaren geleden is ingesteld door de Sectie Direct Marketing van het Genootschap voor Recla me. Overigens hebben via het zelfde antwoordnummer bij na 3.000 mensen qevraagd De 17,000 vormen slechts een klein deel van degenen die bij een al in 1975 gehouden on derzoek lieten weten geen geadresseerde reclame te wensen. Vijf procent van de ondervraagden liet toenter tijd weten dit soort drukwerk abspluut niet in de bus te wil len hebben. Dat percentage komt overeen met 250.000 Om bekendheid te geve aan het Antwoordnummer 666 (1000 TL Amsterdam) gaat het Genootschap voor Reclame dit najaar een twee de advertentiecampagne voe ren. Door mensen op de moge lijkheid van het antwoord nummer te wijzen meent het genootschap irritaties te kun nen helpen wegnemen en de betrokken ondernemingen de verspilling van niet welkome post te besparen. Direct Marketing om vat 80 procent van alle (Ne derlandse) bedrijven die zich De van op naam geadresseerd reclamedrukwerk bedienen. Een ongefrankeerd briefje aan het antwoordnummer is genoeg om bij deze bedrijven uit het adressenregister te worden verwijderd Wel is het zaak dat iedereen die het reclamewerk wil weren - ook al behoort men tot één ge zin - zo'n briefje stuurt, om dat men in het algemeen op naam en niet op adres in de computerbestanden is opge nomen. Verstandig is het ook om bij verhuizing opnieuw Antwoordnummer 666 te waarschuwenhet antivoord- nummer zal overigens opge nomen gaan worden in hel Verhuisbericht van de PTT Antwoordnummer 666 houdt alleen geadresseerd reclame materiaal uit de brievenbus. men kan eventueel aangeven welke zaken men nog wel wil ontvangen. Ongeadresseerde reclame (in het bijzonder het huis aan huis verspreide ma teriaal) wordt er niet door te gengehouden. Per jaar worden om en nabij 550 miljoen stuks geadres seerd reclamedrukwerk ver spreid Aan ongeadresseerd materiaal paan er nog eens 1,7 miljard stuks de brieven bussen in. Uit hef onderzoek van 1975 bleek dat 70 procent van de Nederlanders geen be zwaar tegen de 'direct mail' had Vijftig procent van het materiaal werd ook gelezen. De rechtstreekse reclame neemt met ruim 1 miljard gulden zo'n 25 procent van de reclamebestedingen tn ons land voor ztjn rekening.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 17