In Geldrop groeit 'n Borg-in-de-dop Wachten op het betere type straatvechter Tennisschool moet malaise in vaderlandse top doorbreken ZATERDAG 28 AUGUSTUS 1982 C Extra PAGINA 21 Henk en Janice van Hulst: "Met strakke hand regeren". Meer dan een jaar is er over het plan gepraat. Maar nu kan er toch daadwerkelijk worden gewerkt aan de toekomst van het vaderlandse top-tennis. De tennisbond begint op 1 oktober in Geldrop een school waar jeugdige talentjes worden getraind tot echte topspelers die, als zij slagen, hun boterham met tennis kunnen verdienen. De start is voorzichtig. Niet meer dan acht kinderen - zes jongens en twee meisjes - heeft de bond tot het eerste cursusjaar van de tennisschool toegelaten. De school krijgt het karakter van een semi-internaat. De tennistalentjes worden vier dagen van de week ondergebracht bij pleegouders. Het normale onderwijs volgen zij aan een school in Eindhoven die het lesrooster voor de kinderen zodanig heeft aangepast dat er ruimschoots mogelijkheden zijn om te trainen. Zit Nederland werkelijk boordevol talent, zoals mensen die het kunnen weten ons willen doen geloven? Zal een tennisschool die tot de werkelijke top kunnen brengen? Zien wij over enkele jaren spelers op onze banen van het kaliber Connors, Borg, Wilander, McEnroe of Noah? De tijd zal het leren. Betty Stöve en Louk Sanders, twee tennisspelers die de Nederlandse eer hoog houden, gaan nader in op die vraag. De financiële aspecten van de tennisschool belicht bondsvoorzitter Hehenkarap. En Henk en Janice van Hulst, het echtpaar dat het voor het zeggen krijgt in de school, vertelt hoe het de talenten aan de top denkt te krijgen. Met de vaderlandse tennis-top is het het erbarmelijk ge steld. Kritiek die er niet om liegt. Vooral niet uit de mond van iemand die er écht verstand van heeft. Niemand min der dan een uiterst teleurgestelde Betty Stöve sprak deze woorden direct na de Nederlandse tenniskampioen schappen. "Ik heb deelnemers gezien die niet eens de basisslagen on der de knie hadden. Dan vraag ik me af: wat doe je op een kampioenschap als je de grondslagen van het tennis nog onvoldoende beheerst? Ach, iedere tennisser heeft zijn zwakke en sterke kanten. Maar als je nauwelijks kunt volleren of geen behoorlijke backhand hebt, dan hoor je niet thuis in een strijd om de nationale titel. Dat kan niet." Betty Stöve - ze begeleidt Hanna Mandlikova en speelt ook zelf nog de nodige partij en - noemt het een klap in het gezicht van de Neder landse tenniswereld dat een speelster als Astrid Suurbeek (35) vrij gemakkelijk de na tionale titel kan binnenhalen. "Zoiets mag natuurlijk nooit gebeuren. Want dan moet je toch wel bij jezelf te rade gaan", aldus Betty vanuit Montreal. Wel, de tennisbond Is bij zich zelf te rade gegaan. Al meer dan een jaar geleden. Resul taat: in het Brabantse Gel drop komt binnenkort een tennisschool van de grond. Nog bescheiden van opzet, maar de wil is er in elk geval om de vaderlandse tennistop naar een hoger niveau te til len dan thans het geval is. De bond geeft acht talentvolle kinderen (zes jongens en twee meisjes) de kans zich in deze sport te bekwamen. Jan Westerlaken Over vier jaar moeten zij doorstoten naar de Europese top. Lukt dat op deze respec tabele hoogte, dan richt men zijn blik naar het mekka van de tennissport: Amerika. Motiveren De weg naar die top is echter loodzwaar. Hoe denken Henk en Janice van Hulst - het echtpaar dat de tennisschool gaat leiden hun doel te be reiken? Janice: "Je moet als trainer een speler enorm motiveren. Plus dat hij of zij van zichzelf de nodige kennis van'zaken in huis moet hebben. Kijk, je kunt nog zo'n goede trainer zijn, maar als je niet dag en nacht met die kinderen en hun sport bezig bent, bereik je niks. Neem nou maar eens clubtrainers. Die zijn vaak niet de besten, maar ze boe ken wél resultaten. Gewoon omdat ze altijd aandacht voor hun pupillen hebben." Rest de vraag: wat moet een toekomstige topper in zich hebben om tot het walhalla van de tennissport door te dringen? Henk van Hulst om schrijft het simpel: veel in casseringsvermogen en je niet door een kleinigheid uit het veld laten slaan. "Tegen slagen moet je die kinderen leren verwerken en ze zeker niet in bescherming nemen. Johan Cruijff heeft eens ge zegd dat als een trainer je vaak op je donder geeft als je wat fout doet, dat hij dan wat in je ziet. Voor mij heeft hij gelijk. Ja, wij zijn ambitieus. Krijgen heus wel eens kritiek van ouders. Als je wat wilt bereiken in een sport móet je, zeker als trainer, met strakke hand durven regeren. Direct al. Zijn de kinderen een jaar of vijftien, dan lukt het je nooit meer om ze échte disci pline bij te brengen." Janice Ujkt wat coulanter dan haar man. Zij zegt: "Je moet wél oppassen. Je kunt een kind op zo'n jonge leeftijd niet té eenzijdig ontwikkelen. Ik vind het normale onder wijs toch wel belangrijker. De kinderen moeten plezier in het spel hebben. Hebben ze dat niet, dan hapert er iets aan. Zo .vinden wij bijvoor beeld dat zij een hele maand in het jaar mogen doen wat ze zelf willen. Met vakantie gaan, andere spelletjes doen. Willen ze tennissen, prima natuurlijk, maar het wordt hun niet van bovenaf opge legd." Lachertje Op weg naar de tennistop. Uren trainen, elke dag opnieuw. Schaven aan de techniek tot dat er niets meer te schaven valt. Als jochie werd Louk Sanders een gouden tennis- toekomst voorspeld. De Leidse speler draait goed in het nationale circuit (8 Ne derlandse titels), maar inter nationaal is hij nooit goed doorgebroken. Als er in zyn tijd een tennisschool zou zijn geweest, had hij dan wél die werkelijke top bereikt? "Ik had het verder geschopt dan nu", beweert Louk. "Kijk, die begeleiding van toen was een lachertje. Ik kreeg één uur les in de week en ik speelde wat. Moet je nu eens zien. 't Is niet meer met elkaar te vergeleken. Een we reld van verschil ligt daartus sen." Het boeken van resultaten. Uit sluitend daarvoor is de ten nisschool opgezet. Zullen die er ook komen? Louk San ders: "Voorlopig niet, denk ik. Misschien dat je er over een jaar of drie wat van merkt. Ik heb overigens wel vertrouwen in de leiders van de school. Zij pakken de trai ning en alles wat erbij hoort goed aan. Kunnen zij de moeilijkheden met de kinde ren - die zich ongetwijfeld op het mentale vlak zullen voordoen - het hoofd bie den, dan heeft de tennis school meer kans van slagen dan het huidige opleidings systeem." En wat vindt Betty Stöve van het initiatief? "Ergens moet je eens beginnen. Zeker nu. Het is goed dat er wat ge beurt. Met die school wordt er druk op de tennissers uit geoefend om beter te gaan spelen. Doen ze dit niet, dan kunnen ze opstappen. Heus, er is voldoende talent in Ne derland. Op deze manier kan het worden ontwikkeld. Be denk wél dat die school valt of staat met goede leraren en goede leerlingen. Dan is er kans van slagen." Brood Broodtennissers moeten die beginners van nu over een jaar of vier zijn. Kan dat wel? Zullen zij opgewassen zijn te gen de keiharde mentaliteit die in het tennismetier heerst? En kun je in Nedej-- Het verschil tussen de nationale en internationale tennistop in beeld: de Leidse tennisser Louk Sanders feliciteert Björn Borg na diens 6-2, 6-3 overwinning in het WCT-toernooi. land met een racket in je hand je kostje verdienen? Louk Sanders heeft er zo zijn gedachten over. "Vanzelf, je kunt ze zo goed mogelijk voorbereiden. Maar dan be gint het lieve leventje pas. Zie je aan iemand dat 'ie het niet redt, geef hem of haar dan in hemelsnaam het ad vies ermee te stoppen. Ko men ze erdoor, dan hebben ze voldoende bagage meegekre gen. Ja, dan is het met schade en schande wijs worden en je eigen weg in dit wereldje zoe ken. Reken erop dat je volle dig op jezelf bent aangewe zen. Het is te doen, maar het leven is hard en moeilijk. En de verdiensten? Als je niveau hebt kun je in Europa best le ven. Wat Nederland betreft. ja daar valt het tegen. Het wordt niet gewaardeerd als je iets kunt. Laat ik nou mezelf maar eens nemen. Bij de na tionale kampioenschappen stond ik in twee halve finales; enkel- en dubbelspel. Zegge en schrijve zeshonderd gul den heb ik eraan overgehou den. Belachelijk toch. Waar om zoeken ze geen sponsors voor zo'n evenement? Na tuurlijk, je kunt in toernooien wat verdienen. Maar de win naar van een sterk A-toernooi verdient toch niet meer dan tweeduizend gulden. Veel hoger dan een modaalinko- men komt een topspeler in ons land niét." Vier jaar tennisschool is een lange tijd. Afvallers zullen er komen, daar is iedereen van overtuigd. Maar iets anders is: wie draait er op voor de kosten van de school? Wie betaalt het reizen van de kin deren en al die andere dingen daaromheen? Sponsors Voorzitter Hehenkamp en an dere leden van het tennis- Londbestuur hebben acht sponsors zo ver weten te krij gen dat zij ieder vijftigdui zend gulden op tafel hebben gelegd om de school op te zetten. De KNLTB heeft er zelf geen cent ingestokep. Maar wat krijgen die geld schieters voor dit bedrag te rug? Hehenkamp: "Zij mogen alle informatiekanalen van de (Foto ANP) bond benutten om reclame te maken. Of dat nu affiches zijn of ons lijfblad of wed strijden. Waar mogelijk zul len wij hun namen vermel den." De acht kinderen die de bond heeft geselecteerd krijgen niet gratis les. De ouders moeten daarvoor betalen en zullen zelf het reisgeld moe ten opbrengen. Daarnaast be talen zij een bedrag van 2500 gulden als bedrage aan de school. Aanvankelijk was dit geraamd op achtduizend gul den Door een paar 'meeval lers' kon de bond dit bedrag terugschroeven. Toch lijkt de tennisschool slechts weggelegd voor kin- Georganiseerd getennist wordt er In Nederland al meer dan tachtig jaar. In die toch respectabele periode kwamen maar heel weinig speelsters en spelers boven de middelmaat uit. Henk Timmer en Hans van Swol (wiens carrière grotendeels aan de oorlogsjaren ten prooi viel) toonden zich van Europees niveau. Met Tom Okket; kreeg Nederland zijn eerste speler van wereldklasse. Bij de dames drongen Kea Bouman (Frans kampioene in 1927) en Betty Stove door tot de hoogste regionen. Vijf tennisspelers van allure in tachtig jaar. Tel uit je winst. De rest sloeg soms een heel aardige bal, klopte op een dag als alles lukte soms een sterke buitenlander, maar daarbij bleef het. Veel om de hakken had het niet. Wie de na-oorlogse resultaten van het Nederlandse Davis-Cupteam bestudeert, huilt dan ook terstond tranen met tuiten. De Koninklijke Nederlandsche Lawn Tennis Bond is de laatste jareh stormachtig gegroeid en nu één van de grootste sportorganisaties in het land. In de breedte is de sport dus voldoende ontwikkeld. Aan de top lijkt de situatie droeviger dan ooit. Een 35-jarige speelster die haar carrière lang en breed had afgesloten, gaat zonder moeite met de nationale titel aan de haal. Bij de heren is éénoog al jaren een inspiratieloze koning in het land der blinden. De ontwikkeling van talenten stagneert. Zou de misère van het Nederlandse toptennis verdwijnen met de groei en bloei van de tennisschool, waarvan in nevenstaande kolommen sprake is? Ach, wie weet, denk je al gauw. Beroerder dan nu kan het in elk geval niet gaan. Ik vrees toch dat het ware probleem dieper zit. Tennis is al lang geen elitesport meer. Iedereen kan een racket ter hand nemen. Het zou echter onjuist zijn daaruit te concluderen dat tennis een volkssport is geworden. In de bovenste regionen spelen over het algemeen meisjes en jongens uit de wat betere milieus en met de wat betere opleiding. De beste spelers en speelsters onder hen komen op zeker moment voor de keus te staan: óf proberen van tennis te leven, met alle risico's vandien, of de studie laten voorgaan. Dat laatste houdt in dat je internationaal als speler en speelster tot het kleine goed blijft behoren. Er is een tijd geweest dat studeren en tennis heel goed samengingen. Die ligt evenwel ver achter ons. Door de gigantische hoop dollars die er voor tennis in omloop is, is het peil buiten de grenzen te hoog gestegen om gelukzoekende schipperaars veel kans te bieden. In Nederland, wpar men niet gaarne met zijn toekomst zo woest gokt, kiezen de meesten voor de combinatie van studie en tennis, met het al gemelde gevolg. Dat probleem los je ook niet via een tennisschool op. Er is nog wat. Omdat het peil in Nederland niet zo hoog ligt, boeken jonge spelers met een beetje talent al gauw wat successen. Iedere tennisofTicial kan je vertellen dat die weinig zeggende resultaten vaak gepaard gaan met een pedanterie (om het woord kapsones niet te gebruiken) waarvan je staat te rillen. Dat type ligt mentaal meteen een straatlengte achter op bijvoorbeeld jonge Amerikanen en Australiërs die gestaald en gehard zijn in de loodzw are concurrentiestrijd thuis. In die landen hoef je ook niet veel praatjes te hebben, want van jouw kaliber staan er wel vijftig in de rekken. Begeleiding en verzorging? Best, maar die zoek en betaal je dan zelf maar. Zoiets kweekt een grote mate van zelfstandigheid. Het Nederiandse jonge talent, in een boterzacht klimaat gekweekt, loopt dus al aan de basis een achterstand op. Nu kan die zeker worden ingelopen. zoals Tom Okker overtuigend heeft aangetoond. Maar het vereist wel een bezetenheid en een gedrevenheid. Die tref je in de Nederlandse top slechts spaarzaam aan. Louk Sanders, veelvoudig Nederlands kampioen, zegt het in bijgaand artikel onbewimpeld: "Ik zou liever een bescheiden plaats op de wereldranglijst innemen dan een Spartaans leven leiden". Als het pijn gaat doen, wordt er afgehaakt. Kan een tennisschool je hardheid léren? Ik weet het niet. Misschien, als de schoolleiding bestaat uit geduldige, maar anderzijds ook uiterst ongemakkelijke kribbebijters. Zelf denk ik dat het Nederlandse tennis pas in de lift komt als het betere type straatvechter zich in deze sport aandient. De Neeskensen, de Epi Drosten, de Jan Jongbloeds, de Krollen, de Jopie Slims en Dikkie Bigmansen. zogezegd. Jongens die bij nacht en ontij op de baan staan, in wie het vuur permanent brandt. De gekken, altijd bezig met hun sport, er nooit over uitgepraat rakend. Oh, niet de aangenaamste mensensoort hoor. Die jongens kómen er, tennisschool of niet. Omdat ze van nature niet hard zijn, maar keibard. RUUD PAAUW deren met ouders die een goedgevulde portemonnee hebben. "Helemaal niet", haast Hehenkamp zich te zeggen. "Zijn er ouders die problemen met de financiën hebben, dan kan er zij het incidenteel - naar een oplos sing worden gezocht. We wil len zeker niet het verwijt krg- gen dat we bezig zgn een eli tair groepje op te leiden. Voor ieder kind staat de school open." Leeftijd Onvermijdelijk is de vraag hoe oud een kind nu eigenlijk moet zijn om met tennissen te beginnen. De meningen daarover lopen uiteen. In Amerika begint men in de tennisseholen al met lessen in het vijfde levensjaar. "Ik ben daar geen voorstander van", reageert Van Hulst "Als je ze zo jong al streng aanpakt, loop je de kans dat ze er later de brui aan geven. Een jaar of acht, negen vind ik jong genoeg om met ten nissen te beginnen. Het trai ningsschema moet je voor ie der apart bekijken. Ik heb be ver dat ze twee uur ingespan nen staan te slaan, dan vier uur maar wat staan te lum melen. Voor mij mag zo ie mand opstappen. Tenslotte hébben ze voor iets gekozen. Dan moeten ze zich daarvoor ook tot het uiterste inspan nen." Is het echtpaar Van Hulst de redder van onze nationale tennistop? Leiden zij onze toekomstige spelers naar een hoger aanzien? Resultaten hebben Henk en Janice al ge boekt. Kampioen Huub van Boeckel, bijvoorbeeld, komt uit hun stal. Henk: "Stel je voor dat het lukt met die school. Ja, dan moet er wat gebeuren. Wat? Ik denk dat er dan meer tennis seholen van de grond zullen moeten komen. Dne in totaal met niet meer dan twintig leerlingen elk Meer wil ik er niet over kwijt Wij moeten eerst maar eens bewijzen dat het mogelijk is." Voorzitter Hehenkamp is er in elk geval van overtuigd dat de school vruchten zal afwer pen. "Praten over een Wilan der of Borg doe ik niet Dan ga je speculeren. De bond heeft naar nieuwe wegen ge zocht om het Nederlandse tennis een woordje te laten meespreken in Europa We denken dat de tennisschool hier haar steentje aan kan bij dragen." Internaat Het is al eerder opgemerkt: de sportschool wordt- als semi- ïnternaat opgezet En het be grip internaat ügt in Neder land niet zo best De ervarin gen met het turninternaat op Papendal liggen nog vers in het geheugen. Heeft de ten nisbond zich gereabseerd dat ook zij met die problemen te maken kan krijgen? "Natuurlijk", zegt Hehenkamp. "We hebben de rapporten ge lezen die daarover zijn ge schreven. Het belangrijkste is dat we weten hoe het niét moet De bond heeft goed om zich heen gekeken om wat dat betreft niet in herhaling te vallen." Blijft de vraag of het verstandig is om een kind van nauwe lijks tien jaar uttdthui 1 sfeer te halen? Van Hulst: "Als de tennisbond de jeugd de kans geeft om een vak te leren, dan moet je daar niet zomaar aan voorbijgaan Is er talent aanwezig, dan is het goed dat die kinderen in een internaat worden onderge bracht." Daar zullen ze dan wel moeten leven naar de regels van het huis, disciphne moeten be trachten en niet hun eigen gangetje gaan Louter en al leen om hun uiteindelijke doel te bereiken: toptenms- ser worden Louk Sanders: "Je kunt je af vragen of dat op zo'n jonge leeftgd nodig is Duidelijk is wel dat je die échte top niet zomaar even haalt. Je moet afzien. Als het mg zou over komen'' Nou, ik zou bever een bescheiden plaats op de wereldranglgst innemen dan een Spartaans leven te moe ten leiden."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 21