"Het fijnste is dat je je lunches
declareert. Je eet gewoon beter
E",a
Wie huurt
er nu een
olifant?
De flitsende zakencarrière van Gied Jaspars
V
Jm
ZATERDAG 28 AUGUSTUS 1982
PAGINA 17
Vroeger, toen hij nog televi
sieprogramma's maakte,
droeg Gied Jaspars spij
kerbroeken en een wit
overhemd waarvan het
bovenste knoopje dicht
zat. Zijn haardracht was
dermate chaotisch, dat
een kleine reorganisatie
geen overbodige luxe wa
re geweest. Nu geldt dat
niet meer, want viere
neenhalf jaar geleden
werd het allemaal anders.
Toen zwoer Gied de spij
kerbroek af en is een
stemmig maatkostuum
gaan dragen met glim
mende zwarte schoenen
en bijpassende stropdas.
Gied Jaspars (43 inmiddels)
had zich bekeerd tot zaken
man. En zijn goeroes waren
niemand minder dan de ge
broeders Hammond van de
gelijknamige Engelse televi
sieserie. Hun manier van za
kendoen betekende voor Jas
pars een heuse openbaring.
Het maakte hem razend
nieuwsgierig. Hetgeen hij
niet meer kon zeggen van zijn
werk in de Hilversumse tele
visiestudio's, „waar mensen
zinnen zeggen, die ze acht
jaar geleden ook al zeiden."
Veel avontuurlijker leek het
hem zich als een echte Ham
mond in het zakenleven te
storten en aldaar zijn ideeën-
machine te gelde te maken.
Zo geschiedde ook. Voor een
periode van vijf jaar ging
Gied zoals hij dat zegt „Ham
mondje spelen". En van meet
af aan pakte hij dat professio
neel aan.
Jeugd
Om te beginnen liet hij in zijn
warrige haardos wat struc
tuur aanbrengen en hees hij
zich in het pak. Tezelfdertijd
kocht hij een horloge, een
agenda, een andere bril en
nam hij zich voor om iedere
dag dót te doen wat hij zyn
hele leven hardnekkig had
geweigerd: melk drinken.
„Alleen al bij de gedachte er
aan gruwde ik", vertelt Jas
pars. „Maar goed: je hebt aan
je gezondheid te denken. Ze
ker in het zakenleven."
De volgende stap was het hu
ren van een kantoorruimte.
Die vond hij aan Amster
dams statige Keizersgracht.
Huur: tweeduizend gulden.
„Het was uiteraard veel goed
koper geweest om thuis op
mijn slaapkamer te gaan zit
ten. Maar dit vond ik toch
even wat beter. En die hoge
huur had ook zijn goeie kant.
Nu móést ik wel hard
werken."
Jaspars wilde dat laatste ook
wel, alleen wist hij niet hoe.
Waar het zaken doen betrof,
ontbrak hem elke basis. Hij is
toen willekeurig wat bedrij
ven gaan bellen en vroeg of
hij misschien iets in de pro
motionele sfeer kon doen.
„Het aardige was dat ik me
bijna nergens nader hoefde te
introduceren. Men kende
mijn naam van de televisie."
By die televisie stapte Jaspars
op zijn vierentwintigste bin
nen. Hij had toen net een jaar
Filmacademie achter de rug
en een welhaast traumatische
jeugd in het dorpje Grons-
veld bij Maastricht.
Fred Haché
Daar beleefde hij op zijn zes
tiende zijn persoonlijke diep
tepunt. „Het was heel erg. In
anderhalf jaar tijds was ik
vierentwintig centimeter ge
groeid. Ik was een stengel
van twee meter vier en woog
vierenzestig kilo. Ik zat vol
komen in de put en heb wat
afgejankt toen, want overal
riepen ze me na. Lange Jan
dit en slungel dat. Ach ja,
1952 in zo'n klein dorp. Bas
ketbal kenden ze er niet of
nauwelijks, want er was nog
geen televisie waar ze dat op
konden zien. Dat was mijn
noodlot."
Gied Jaspars had het toen flink
moeilijk. „Totdat, op een zon
dagmiddag - ik weet het nog
precies, er was niemand thuis
- ik was alleen en ik zag een
plaat van m'n zuster liggen:
My Fair Lady. Ik zet die plaat
op en loop een beetje door
het huis, ik luisterde niet
eens echt."
Gied Jaspars
(43): "Als ik
keihard zit te
onderhandelen
over een
miljoen, kost het
me de grootste
moeite om mijn
lachen te
bewaren. Dat is
tamelijk onza
kelijk".
(Foto: Peter Sentenr).
„Maar opeens komt: I could ha
ve danced all night. En toen
deed ik iets wat ik van mezelf
nooit voor mogelijk had ge
houden. Ik ben gaan dansen!
Op de tafel, op de bank, op de
stoelen. Ik heb gedanst en ik
dacht: dit is het, dit is het
licht. Gied, dacht ik, jij moet
de showbizz in... Dat ik bij de
radio en televisie terecht ben
gekomen, komt voort uit dat
moment."
Bij de televisie heeft hij ruim
vijftien jaar aan een stuk ge
werkt. Tussen 1963 en 1978
produceerde, regisseerde of
bedacht Gied Jaspars meer
dan 350 radio- en televisie
programma's. Vele daarvan
baarden groot opzien. Hoepla
bijvoorbeeld, of Waar Ge
beurd, de Berend Boudewijn
Kwis of Sonja's Goed Nieuws
Show.
Vaak waren Jaspars' program
ma's vernieuwend en daarom
controversieel en veel beke
ken. Men denke slechts aan
de talrijke shows rond de he
ren Haché, Servet, Van Oekel
en de dames RiMiCo, die
Gied samen met Wim T.
Schippers, Wim van der Lin
den en Ruud van Hemert tel
kenmale bedacht.
Jarenlang hebben deze shows
de gemoederefi van het Ne
derlandse volk intensief be
ziggehouden en niet in de
laatste plaats omdat er voor
de Nederlandse televisie een
nieuw tijdperk mee werd in
geluid. Een tijdperk waarin
met overgave werd overgege
ven, borsten werden blootge
geven en winden door de te
levisie waaiden.
Koffie met koek
Toen stoorde Jaspars zich nog
niet aan de „slaapverwekken
de gemakzucht" bij de om
roepen, „waar ze 's zomers
bijna alleen maar program
ma's herhalen, zodat je als
freelancer zes maanden geen
inkomsten hebt. En waar je
anderzijds door een program
ma-ideetje in te dienen vijf
maanden onder de pannen
kunt zijn."
Die ergernis kwam pas later en
werd groter naarmate de ge
broeders Hammond hem
meer inzage gaven in de dy
namiek van het zakendoen.
Langzaam begon het Jaspars
te dagen dat het leven meer
had te bieden „dan de koffie
met koek in het omroepkwar-
tier."
Hammondje spelen werd zo
doende een must voor Jas
pars. En voor hij het wist wós
hij er een; zat hij als een echte
Hammond reëele besprekin
gen te voeren over de aan
schaf van een privé-vliegtuig-
je, wat weliswaar niet door
ging, maar tóch.
Zo begon hij van lieverlee een
redelijk inzicht te krygen in
zakelijke structuren. Een ma
terie die je bij de televisie niet
leert en waar men zodoende
menigeen een oor kan aan
naaien met auteursrechten,
aandelen, obligaties, bv's en
octrooien.
Dat laatste is voor Jaspars ver
trouwd terrein geworden,
sinds hij naam maakte door
de patentrechten van de Roly
Kit (een oproldoos voor naai-
garnituur, visgerei, etc, die
nu wereldwijd wordt ver
kocht) voor 1,1 miljoen gul
den te verkopen.
Jeneverfles
„Op zo'n moment", zegt Jas
pars, „ben je wel even in
juichstemming. Maar ook
weer niet al te uitbundig,
want in de zakenwereld leer
je dat niets vaststaat, totdatje
het geld op je bankrekening
hebt. Maar zelfs dan kan de
bank de volgende dag failliet
zijn. Alertheid blijft daarom
geboden. En dat was ik in
Hilversum niet gewend. Daar
kwam meteen de jeneverfles
op tafel."
„Dan is het in het zakenleven
toch wel anders. Daar moetje
er wel vroeg bij zyn, anders
kun je het wel vergeten. En
als je twee zinnen fout zegt,
verdien je die dag dus niks.
Daar kun je ook niet om elf
uur op een vergadering ko
men aanzakken met de
vraag: Zeg jongens, waar gaat
het eigenlijk over? Dan lig je
er onherroepelijk uit."
Gied Jaspars meent dat het in
de zakenwereld hoe dan ook
hard werken is. „Maar geluk
kig houd ik daarvan. In mijn
werk kom ik volledig klaar.
Ik ga dan ook nooit op vakan
tie. Ik ben aantoonbaar
slechts één keer op vakantie
geweest en dat was twee jaar
geleden naar Frankrijk, om
dat mijn vriendin per se wil
de. Allemachtig, wat had ik
daar een hard hoofd in."
„Die eerste week, ik weet het
nog goed, verveelde ik me
rot. Ik dacht: wat doe ik hier?
Na twee, drie weken, naarma
te ik meer afstand van mijn
werk had genomen, begon
het zelfs gevaarlijk te wor
den! Onder invloed van dat
goede Franse leven, die wijn
en die liedjesfluiterij begon
ik waarachtig van mijn ambi
tie te vervreemden. Het
kwam zelfs bij me op om er
het hele jaar maar te blijven.
Daar schrok ik echt van. Ik
ben meteen teruggegaan."
Waanzinnig
Werk komt bij Jaspars op de
eerste plaats. „Bijna altijd
ben ik ermee bezig", ver
klaart hij. „Overdag, 's
avonds, in de weekeinden.
En ik bUjf alert Tot 's nachts
toe. Mijn vriendin vindt dat
overdreven. Ze denkt dat ik
me niet genoeg ontspanning
gun en dan zegt ze: kom, we
gaan morgen lekker de hele
dag toeren door Noord-Hol
land. Maar dan zit ik in d'r au
to en dan heb ik er na een uur
al genoeg van. Dan wil ik
weer terug naar Amsterdam.
Dan krijg ik trek in een ver
gadering."
„Een vergadering kan ik echt
lekker vinden, daar kan ik
van genieten. Soms houd ik
er wel zeven op een dag. Ik
vind het dikwijls heel interes
sant hoe je zakelijk en dus fi
nancieel een constructie pro
beert te vinden, die voor bei
de partyen aantrekkelijk is.
Want een goede zakenman
denkt ook aan het belang van
de tegenpartij; die heeft niet
de mentaliteit van take the
money and run. Let wel: een
góéde zakenman!"
„Ik zeg dit nu allemaal wel
even, maar bedenk dat het
maanden, maanden en maan
den heeft geduurd voordat ik
alles zo'n beetje door had. Ik
heb me daar volkomen op
verkeken. Ik dacht: ik door
zie dat wel even in een half
jaar. Maar zo is het dus niet
gegaan. En nog weet ik lang
niet alles."
Zoveel interesse hy voor het za
kendoen toont, zo weinig be
lang stelt hij nog in televisie.
Nooit kykt hij meer tv, ter
wijl hij voorheen niet van de
beeldbuis was weg te slaan.
„Het was waanzinnig", be
kent Jaspars, „al die jaren dat
ik tv-programma's maakte,
zag ik alles wat er op de buis
kwam. Ik bleef er voor thuis.
Ik miste niks. Zelfs Teleac
niet. Ik wist niet beter of het
hoorde by myn vak."
Onzin
„Dat veranderde toen ik zaken
man werd. Toen begon ik me
steeds vaker af te vragen
waarom ik naar al die onzin
zat te kijken. Ik dacht: ik
moet van dat apparaat van
daan. Maar dat ging niet zo
gemakkelijk. In het begin
werd ik zelfs onwel als ik niet
keek."
„In feite was ik gewoon tv-ver-
slaafd en dat ben ik nu nog.
Thuis heb ik daar weliswaar
geen last van, omdat ik de tv
de deur uit heb gedaan, maar
elders wel. Kom ik ergens en
staat de tv aan, dan raak ik
volkomen hooked. Dan zeg ik
ook: nou moet je 'm uitzetten,
anders krijg je me er niet
meer vandaan."
„En ergens is dat ook wel lo
gisch. Wie eenmaal aan de te
levisie heeft geroken, wie een
lichtbak naar beneden heeft
horen zakken aan zo'n ket
ting, die komt er nooit meer
af. Die is er aan verslingerd.
En dat ben ik."
„Daarom zal het er straks ook
wel van komen dat ik met
mijn know how van zaken
doen weer die studio's in ga.
Maar voorlopig niet. Zolang
zy in Hilversum mijn nieuws
gierigheid niet kunnen prik
kelen, zien ze me niet. Want
nog vaak bellen ze op hoor
met de vraag of ik ideeën heb
of in de redactie van één of
ander programma wil ko
men, maar nog niemand
heeft mij nieuwsgierig kun
nen maken."
„Zolang dat niet gebeurt, blijf
ik gewoon in zaken. Maar
niet meer zo intensief. Met
Peter Oosthoek en Frans
Rasker wil ik 'Scheiden' gaan
maken, een bioscoopfilm. En
met hologrammen wil ik ook
bezig zijn. Daar ben ik heel
erg door gefascineerd. Daar
om wil ik zo gauw mogelijk
deze hologrammengalerie
aan de Prinsengracht goed
van de grond krygen."
Artiest
„Zo'n flitsende zakenman was
ik trouwens ook weer niet.
Daar ben ik teveel artiest
voor. Daarvoor relativeer ik
ook teveel. Als ik keihard zit
te onderhandelen over een
miljoen, kost het me de
grootste moeite myn lachen
te bewaren. Dat is tamelyk
onzakelijk."
Volgens Jaspars moet een ech
te zakenman op zijn drieën
veertigste al lang binnen zyn.
„Die lacht om myn verhaal.
Maar het is ook nooit myn
streven geweest om nu een
florerende schoenenfabriek
te bezitten. Ik lees veel liever
gedichten. Hoewel zaken
doen vaak net zo leuk is Het
fijnste is eigenlijk wel dat je
je lunches kunt declareren.
Je eet gewoon beter."
"Ach wat, dierenkwellery. By
mij werken alle dieren - oli
fanten, luipaarden of kame
len - maar vyf uur per dag. In
de jungle werken die olifan
ten wel twaalf of dertien uur,
en bovendien lopen ze daar
nog het risico gedood te wor
den". Simon van Oostveen
uit Enschede, laat er geen on
duidelijkheid over bestaan.
Allemaal onzin, die protesten
van dierenliefhebbers en ac
tievoerders tegen zijn dieren-
verhuurbureau.
Anderhalf jaar gelegen begon
hij er op bescheiden schaal
mee. het zaakje loopt nu als
een trein. "Ik ben er trots op
een gat in de markt gevonden
te hebben", vertelt hij, geze
ten achter zijn bureau, waar
op bijna ononderbroken de
telefoon rinkelt sinds hij on
langs in het radioprogramma
"Met het oog op morgen" aan
de tand gevoeld werd over
zijn bezigheden. "Nee me
vrouw, we geven geen kor
ting. Een olifant kost 1.800
gulden per dag en één gulden
per kilometer
Van Oostveen gaat er prat op
elk willekeurig dier te kun
nen leveren. Olifanten, kame
len en nijlpaarden heeft hij zo
voorhanden. Maar ook voor
een poema kan gezorgd wor
den, of voor duizend witte
ratten, een struisvogel. "Ach.
de mensen raken wel eens
uitgekeken op altijd en eeu
wig die oude ambachten op
braderieen. Ik bevoorraad ze
nu met olifanten en kamelen.
En de markt is nog lang niet
verzadigd. Ik denk dat op
den duur elke winkeliersver
eniging in Nederland wel een
keer een olifant wil hebben".
Van Oostveen haalt zyn dieren
niet, zoals men zou verwach
ten, uit het circus, maar be
trekt ze van particulieren.
"Zo ken ik iemand die een
nijlpaard heeft en wat kame
len. In zijn huis loopt een
prachtige Siberische tijger
rond. Tot voor kort had hij
ook nog een zwarte panter,
maar die is gestorven van
eenzaamheid".
Direct daarop zweert hij dat die
particulieren allemaal de be
nodigde vergunningen heb
ben. Tweemaal heeft hij tot
nu toe een klant moeten te
leurstellen Eigenlyk drie
maal, maar die ene keer was
het te bar, te obsceen om over
te praten. Een opgezette
vleermuis kon hij vervolgens
niet leveren (te zwaar be
schermd) en. het klink gek,
ook geen twee witte zwanen.
Want wie heeft er hier in
godsnaam twee afgerichte
witte zwanen1
Maar welke particulier haalt er
nou een olifant in huis? Ou
ders van heel verwende kin
deren bijvoorbeeld. "Die
hebben op hun zesde het
complete scala aan tv- en ra
dioprogramma's al in huis ge
had, voor de vriendjes die an
ders niet komen. En dan
neemt vader voor de veran
dering eens een kameel of
een nijlpaard Heeft zo'n jon
gen toch een leuk feestje".
Van Oostveen heeft schik in
zijn handel. Hij vindt het ge
zellig. maar verdient er na
tuurlijk wel zyn boterham
mee. Het verbaast hem ook
niet dat er in bepaalde krin
gen nu tegen zyn bureau aan
geschopt word "Dat is een
keiharde traditie in Neder
land. Elk commercieel initia
tief wordt hier de grond inge
boord. Ik was al byna bang
dat ze me vergeten waren.
Kijk, het is wel dierenhandel,
dat hoor je mij niet ontken
nen Maar je moet er geen
beestenbende van maken,
want dat doe ik niet".
Overigens heeft hy voor dieren
liefhebbers die toch een leuk
feestje willen organiseren,
ook wel iets in huis. "Die
kunnen bij mij een paar
prachtige levensgrote dieren-
kostuums huren. Dan heb-
ben d* ook KM." (GpD|