c "Zakkenvullers, vuile zwendelaars Wie maakt me los Bram te Leideneen begrip Leiden DONDERDAG 26 AUGUSTUS 1982 WD-kamerleden op Stadhuisplein - campagne met problemen V) LEIDEN - De zo verfoeide paaltjes leken gistermorgen ook de cam pagnewagen van WD parten te spelen. De 'man met de sleutel' was zoek en daarom konden de (mobiele) hinderpalen bij het Stadhuisplein niet worden ver wijderd. "En dat noemt zich een Sleutelstad" was dan ook een snel gevonden grap. Ijzerzagen konden aanvankelijk ook geen soelaas bieden, waarna de WD- chauffeur zwaarder materiaal aanrukte. Met een breekijzer wa ren in een mum van tijd alle slo ten geforceerd. En zo kon ook Leiden toch nog kennismaken met de liberale wijze van campagne-voeren. Een grote vrachtauto, waarvan de laadruimte met groene banken en spreekgestoelte is gevuld. Een gigantische foto van de Tweede Kamer op de achter grond moet de suggestie van het vaderlandse parlement vervol maken. "De politiek komt naar U toe", sprak de voorzitster met wervende stem. Nu, daar leek aanvankelijk weinig behoefte aan. De kamerleden Verkerk-Terpstra, Van Eekelen en Smit-Kroes en het kandidaat kamerlid Korthals zaten een beetje verloren in hun truck. "Maar dat komt overal voor", stelde de voorzitster gerust, "als het eerste schaap over de dam is, komen er al gauw meer". Het eerste schaap had weinig goe de woorden voor het gezelschap over. "Vuile zwendelaars", riep hij richting vrachtwagen. "Stel letje zakkenvullers. Nederland wordt door alle partijen begod- verdomd. En een arme sodemie ter heeft geen geld voor vakan tie". Smit-Kroes meldde zelf ook niet op vakantie te zijn geweest, "maar daar gaat het nu niet om". Waar het wel om ging (een rechtvaardiger inkomensverde ling), daar hield ze een wat alge meen verhaal over. Duidelijk was in elk geval wel dat we alle maal moeten inleveren. De 'WD-kamer' luistert aandach tig. V.l.n.r.: Ver kerk-Terpstra, Van Eekelen, voorzitster Van Wijngaarden-Te- rlouw, Smit- Kroes en Kort hals. De laatste zat er overigens een beetje voor spek en bonen bij. Hij kreeg geen vraagt te beant woorden. ke honderd - voor het houden van referenda, boog mevrouw Smit-Kroes op een wat rare ma nier naar de WD. "De mensen in het hele land weten wat er aan de hand is. Die weten waar de problemen liggen. Het is niet voor niets dat de WD zo groeit". De buitenlanders moesten het gis termorgen vooral ontgelden op het Stadhuisplein. Ze zitten in de weg op de arbeidsmarkt, passen zich niet aan en maken Neder land - zoals één van de klagers het uitdrukte - tot een "Verenig de Staten van buitenlanders". Erica Verkerk-Terpstra vroeg om een beetje begrip en toleran tie. "Mensen die er zijn, kun je niet terugsturen. We hebben ze tenslotte zelf gehaald. Maar ik ben met U eens dat de instroom moet worden teruggedraaid". Een cynicus wilde weten of de WD "als dit hele circus achter de rug is zich net zo regeergeil toont als plaatselijk". Nee, be loofde Smit-Kroes. "Met m'n hand op m'n hart zeg ik van: dat nooit". Ze had zich gelukkig ook nog even laten inlichten over het Leidse politieke wel en wee. Het was allemaal de schuld van die andere liberalen, zo was haar kennelijk ingefluisterd: "D'66 heeft zich onttrokken aan de ver antwoordelijkheid". En: "De kern van de liberale gedachte is duidelijk in dit akkoord met de PvdA terug te vinden". Het carillon luidde twaalf uur en dat betekende dat de karavaan verder moest, richting Gouda. "Leuk gediscussieerd", vond de voorzitster. "Ik wil U geen stem advies geven. Maar gaat U in elk geval wél stemmen op acht sep tember", zo sprak mevrouw Van Wijngaarden-Terlouw. BART JUNGMANN De Mirt/Honken De vaste activiteiten van club- en buurthuis de Mirt/Honken (Drift straat) beginnen volgende week weer. In de wijken de Kooi en de V/aard zijn of worden program maboekjes verspreid. Ze zijn ook bij het clubhuis verkrijgbaar. Het seizoen wordt vrijdag ge opend met bingo en discotheek. De opbrengst is bestemd voor Po len. Troef Volgende week beginnen alle cur sussen weer op Troef, het vor mingscentrum voor mensen tus sen de zeventien en dertig jaar. De volgende activiteiten staan op het programmaOpen-School- groepen, taalJ typecursus, ge- sprekslhandenarbeidgroep voor vrouwen, klussencursus voor vrouwen, gespreksgroep voor vrouwen, zelfverdediging voor vrouwen, volksschilderen, raam- weven/poppen maken, kleibewer- king, schoonheidsverzorging, fo tografie, zeefdrukken. Bij alle cursussen overdag is kinderop vang aanwezig. Voor verdere in formatie: Troef, Noordeinde 2a, tel. 071-130494. Jeugdschaken Voor de jeugdige schakers van buurthuis Op Eigen Wieken be gint het nieuwe seizoen dinsdag 7 september. Er is nog een beperkt aantal plaatsen beschikbaar. Het schaken is bedoeld voor be ginners of licht-gevorderden tus sen de acht en veertien jaar, die in de Merenwijk wonen. Voor in lichtingen: Ger Dekker, tel. 213050 of Jan van Erkel, tel. 213117 of bij Op Eigen Wieken, Valkenpad 2, tel. 212893. Kabouters De Sleutelgroep begint 4 september met het nieuwe kabouterseizóen. Elke zaterdagochtend van tien tot twaalf uur spelen meisjes van zes tot tien jaar in hun (fictieve) land Bambilië. Daar is van alles te doen: olympische spelen, er is een radio-station, er wordt mu ziek gemaakt, er worden avontu ren beleefd en je kunt er ook nog boos zijn. Wie meer wil weten, moer naar de Barbaraschool aan het Levendaal gaan^of naar Ka rin van Poelje, Lupinetuin 10 in Leiden, tel. 210370, of naar Jo- rien van Ee, Moddermanstraat 35 Leiden, tel. 143884. Hengelsport Visvereniging Hengelsport hield een wedstrijd in de Zijl. Uitslag: 1 W. den Edel 3140 gram-35 stuks, 2 F. van Eijgen 2160-19, 3 E. van Houten 1860-20, 4 A. Levahrt 1840-23, 5 Ph. Verstratenjr. 1410- 12,6 P. van Houten 1000-6, 7 W. van Westbroek 950-13, 8 R. van Egmond 920-6, 9 Ph. Verstraten sr. 850-10, 10 P. Verhoef 650-7. Door Jaap Visser LEIDEN - De Leidse waren markt: het domein van de boodschappende gezellig- heidsmens en 'werkterrein' van de prijsbewuste consu ment, ook al is z'n gulden er dan geen hele daalder meer waard. De Leids markt: schepper van tientallen ar beidsplaatsen. Een flink be drijf met onbewust een gro te sociale functie. De 'Lèidse mart': het grootste trefcen trum van de stad. Daar waar de Leidse 'er' rolt zoals-ie nergens rolt. De markt, Leids als de Harte- brugkerk en 3 oktober en ou der dan de Zijlpoort; een zo- merrubriek waard derhalve. Vandaag het elfde en laaste deel over "onse weecmarct", de "pont-gaerders" en de "clacwijfs mit calc ter merct comende"... Ouder dan de Zijlpoort; dat is dus ouder dan 1667. Helaas is over de geschiedenis van de Leidse markt niet zo gek veel bekend. Maar aan de hand van keuren, oude marktvoor- schriften, is wel een redelijke reconstructie van de markt- indeling in en na de midde leeuwen te maken. In 1957 verscheen ter gelegen heid van het 60-jarig bestaan van de Markt- en Haven dienst (nu: Directie reiniging havens en warenmarkten) een geschiedkundig werkje van de hand van de toenmali ge directeur D.R. Kooiman. Een aardig boekje dat, zeker voor die tijd, vrij helder is ge schreven en de niets aan dui delijkheid overlatende titel meekreeg: 'Van de markten en de Waag, van wateren en bruggen te Leiden in heden en verleden'. Door intensief speurwerk is Kooiman er in geslaagd een reconstructie van de markt na 1360 te ma ken Qok heeft hij een aantal aardige details weten op te diepen om daarmee zijn ge schiedkundig overzicht op te vrolijken. De algemene of warenmarkt van vóór 1300 strekte zich volgens Kooiman uit van de Visbrug tot aan de monding van de Steenschuur in de Rijn. De stad zelf bestond toen uit het door de Nieuwe Rijn, Steenschuur en Rapen burg omsloten gedeelte. De oudste keur die Kooiman wist op te 'graven' dateert uit 1360. Uit de voorschriften met betrekking tot "onse weecmarct" blijkt dat 'niet- poorters' alleen op zaterdag in de stad handel mochten drijven. Uitgezonderd de ver kopers van vis (samen met brood volksvoedsel nummer één en natuurlijk sterk aan bederf onderhevig) en turf (de voornaamste brandstof). Klokken De aanvang van de markt werd aangekondigd met het luiden van klokken. Wanneer de klokken op een marktdag voor de tweede keer luidden dan werden de "poorters" geacht hun inkopen te heb ben gedaan en mochten de geminachte boeren en platte landers de markt op om de restanten op te kopen. Een keur uit de vijftiende eeuw bevat tal van zeer strenge be palingen met betrekking tot het drijven van handel op de markt. Overtreders van de bapalingen moesten hun boe tes in stenen betalen. In de keur wordt gesproken over "boeten" van zoveel "duy- sent stiens", al of niet met de toevoeging "an der stede ves ten te wereken". In die tijd werd dus druk gewerkt aan de stadwallen die een eeuw later het Spaanse beleg zou den weerstaan. Een uit 1545 daterende keur geeft een nauwkeurige om schrijving van de marktinde- Zo zag Jan Steen de Vismarkt in de Middeleeuwen vanaf de Visbrug. Rechtsboven is een deel van de De visbank achter de visfontein c toren van het Stadhuis zichtbaar. Dit schilderij hangt tegenwoordig in een meseum in Frankfurt. gedeelte van de Leidse markt. i de Vismarkt: laatste herinnering aan het glorieuze bestaan van dit ling: op de Korenbeursbrug, die toen de Cornelisbrug heette, stonden de koren- en graanverkopers. Onderaan de brug stond het "coren- huysgen", het kwartier van de "pont-gaerders", de stren ge controleurs van de graan handel. Op de Botermarkt tot aan de Karnemelksbrug handelden de verkopers van haver, gort, bonen en erwten en was ook de "tonnebotermarct van hal ve vaten en de minder ge deelten" te vinden. Bij de Karnemelksbrug stonden ook de zogenaamde hout- draaiers, lepel- en schotelma kers, hoenders- en eierenver- kopers en de "calcwijfs met calc ter merct comende". Op de Nieuwe Rijn stonden de groenteverkopers, in de Be schuitsteeg de makers van kragen en halsdoeken en de verkopers van tweedehands kleding terwijl de Nieuw- straat op marktdagen werd gevuld met "lapluyden" en de verkopers van "zeylen en- de dweylen". Op de Vismarkt stonden zes banken met zeevisverkopers. Aan weerszijden van de Bree- straat hadden de verkopers van ijzer, specerijen en ze men en de "appelwijfs" en schoenmakers hun handel uitgestald; te beginnen bij het huis van Jan van Hout (het tweede van de Maars- mansteeg). In de naar hen ge noemde Ma ars man steeg woonden en handelden de "marsemannen". Bij de Ho ge woerd sbrug stonden de "lindelakencramen". De Beestenmarkt, waar koeien, kalveren, schapen en lamme ren werden verhandeld, werd in de Middeleeuwen op de Mare, tussen de Hartebrug en de Clarensteeg, gehouden. Tot 1656 volgden verschillende uitbreidingen en verplaatsin gen van de markt die in de volgende twee eeuwen niet echt veranderde. Hedendaag se straatnamen geven een in druk van de omvang en de in deling van de markt: Vis markt, Botermarkt, Aal markt, Turfmarkt, Hout markt, Boommarkt, Garen- markt, Beestenmarkt, Lam mermarkt, Varkenmarkt en Kalvermarkt. In die late Mid deleeuwen hadden de "poor ters" nog veel meer namen aan bepaalde delen van de markt gegeven zoals Tonnen- markt, Mandenmarkt, Luy- senmarkt, Klerenmarkt en Cruydenmarkt. Namen die het stadsbestuur evenwel nooit heeft overgenomen en dus na verloop van tijd weer zijn verdwenen. In 1837 werd het 'Reglement op de algemene markt en het uitstallen aan de woonhuizen binnen de stad Leyden' opge steld en deed de eerste alge mene marktmeester z'n intre de. De markt omvatte nog al tijd het grootste deel van de binnenstad, al behoorde de Breestraat niet langer tot het marktterrein. Op de Hooi gracht stonden de handela ren in stoelen, manden en oud-ijzer en op de Hoogland se Kerkgracht stonden de klompenkooplieden die hun waar voornamelijk aan de straatarme fanrieksbevol- king sleten. Leiden moet in de vorige eeuw ook z'n 'vogeltjesmarkt' heb ben gehad want behalve hoenders en honden werden op de Vrouwenbrug over de Rijn ook vogels verhandeld, zo blijkt uit het Reglement van 1837. Tussen de Mare en de Prinsenstraat handelden de zogenaamde veenlieden, vermoedelijk tuinders uit Roelofarendsveen. Hieruit blijkt dat de markt zich tot aan Leiden Noord uitstrekte. Rond de feestdagen kende Leiden ook een speciale Sint Nicolaasmarkt en werd er daags na de Valkenburgse paardenmarkt een Leidse paardenmarkt gehouden. Avondmarkt Aan het eind van de vorige eeuw is er op de Haarlem merstraat een clandestiene zaterdagavondmarkt ge groeid. Uit publicaties uit die tijd blijkt dat de politie een afwachtende houding aan nam en de markt niet meteen oprolde toen de bewoners van de Haarlemmerstraat massaal begonnen te klagen. In 1901 deden ongeveer zes tig straatventers mee aan de avondmarkt. In datzelfde jaar besloot de gemeenteraad de markt te legaliseren en onder te brengen in de Van der Werfstraat waar de markt kooplieden van twee uur 's middags tot elf uur 's avonds mochten venten. De avond markt is nog een paar keer verplaatst en verdween na de Tweede Wereldoorlog toen de nieuwe winkelsluitings wet de avondverkoop ver bood. De oorsprong van de Leidse markt was dus de Vismarkt. Elke dag voerden kooplieden uit Katwijk en Noord wijk de verse zeevis op hun hoofd of met behulp van een kruiwa gen naar Leiden. Een wande ling van dik twee uur. Uit een keur van 1471 bliikt dat Iemand die het herstel van de Leidse markt na de oorlog van zeer nabij en zeer bewust heeft meege maakt is textiel-vertegenwoordiger Bram Segijn van de Lage Rijndijk. Hij vertelt dat zijn groot vader Jan Segijn vóór de oorlog de grondlegger is geweest van de Leidse markt zoals wij die nu ken- Jan Segijn had een heetwaterstokerij en verhuurbe drijf van handkarretjes. Op een goede dag kwam er een marktventer bij hem aan de deur met het verzoek om een kraampje voor op de markt. Jan Segijn timmerde eigenhandig een kraam in el kaar en al gauw was de Leidse markt, die tot dan louter uit handkarretjes en 'kale' uitstallingen van venters bestond, vergeven van kraampjes met een echte overkapping van zeil. De vader van Bram Segijn, Bram senior, nam het bedrijf van Jan Segijn over. Bram jr. hielp zijn vader van kinds af aan met het opbouwen en af breken van de markt. Hij maakte zo de na-oorlog- se bloeiperiode van de Leidse markt mee die toen na Amsterdam en Rotterdam in grootte de derde markt van Nederland moet zijn geweest. "In die tijd vochten elke zaterdag zeker 25 lotelin- gen om zeven vrije plaatsen op de markt. Je had toen ook veel meer standwerkers dan nu. Bram Polak, dat was de ware kampioen onder de standwerkers. Die verkocht horloges in een waar varietè-nummer. Je had ook nog tante Riek in net te vergeten zuster Anna met tinc tuur", zo herinnert Bram Segijn jr. zich. En nooit zal hij de keer vergeten dat een wagen volgeladen met kramen de etalage van Vroom Dreesmann binnenreed evenals de dag waarop de postbode bij hem thuis een brief afleverde ge richt aan "Bram te Leiden". "Mijn vader was een begrip in de stad. Vandaar dat die brief, zonder adres of wat dan ook, keurig netjes bij ons in de Willemstraat werd afgeleverd". Toch hebben Bram sr. en jr. ruim twintig jaar gele den hun bestaan als kramenbaas er aangegeven. Zij deden de handel over aan de compagnon van Toon Verschoor, de vader van de huidige kra menbaas Tom Verschoor. WaaromBram Segijn jr.: "Omdat er voor ons tweetjes niet voldoende in te verdienen was. We verhuurden de kramen voor tweeënhalve gulden plus twee kwartjes voor het achterzeil. In die tijd betaalden de kooplui nog niet vooruit. Dus als het erg slecht weer was dan bleven ze gewoon weg en konden wij naar onze centen fluiten. We hebben het meegemaakt dat in een strenge winterperiode op zaterdag nog geen tien kramen bezet waren. Vandaar dat we de zaak hebben verkocht. Ik ben toen in de textiel gegaan, wat ook een beetje in de familie zat. Mijn vader heeft namelijk nog een kraampje gehad met elastiek. Zijn kreet: "Laat je dirrekie niet zakken maar koop elastiek vor een dup", was toen in heel Leiden bekend". er behalve haring, steur en zalm ook bruinvis en zeehon den op de markt werden ver kocht. Kooiman schrijft in zijn markthistorie dat de ge dachte aan een portie zeehon denvlees hem nou niet direct doet watertanden. Maar de Leidse bevolking schijnt in de middeleeuwen menige bruinvis en zeehond te heb ben verorberd. In 1692 werd de fontein van de Vismarkt gebouwd. Voor de visverkopers een uitkomst: nu hoefden zij hun waar niet langer in het vaak zeer troe bele Rijnwater schoon te ma ken maar konden zij de vis sen afspoelen in vers water dat van de Burchtheuvel in een loden pijp onder de Rijn werd doorgevoerd. De Katwijkse en Noordwijkse kooplieden moesten elke keer wanneer zij met hun handel de Rijnsburger- of Marepoort passeerden vijf tien cent belasting betalen. Zij kregen dan een biljet dat ze bij de keurmeester lieten stempelen en bij het verlaten van de stad weer inleverden. Zij kregen dan elf cent terug. De resterende vier cent was voor de marktmeester. In 1881 ontstond op de Ge dempte Voldersgracht de zo genaamde hulp-vismarkt ten gerieve van de burgers die een flink eind van de Vis markt afwoonden. Acht jaar later werd bij de gemeente raad een plan ingediend om de Vismarkt te overdekken. Het plan werd afgewezen om dat de kosten, 25.000 gulden, te hoog waren. Kort daarop werd het aantal rijen visban- ken, die in verband met de hygiëne niet langer uit hout maar uit hardstenen platen bestonden, teruggebracht van vier naar drie. Van de res terende drie rijen werden er in het begin van deze eeuw twee overgebracht naar de hulp-vismarkt om meer ruimte te krijgen voor de kra men van de zaterdagse markt. Ook de overkapping van de speelplaats van het stedelijk gymnasium werd overgebracht naar de Vol dersgracht. De laatste vis bank werd rond 1910 ver plaatst naar de waterkant naast de fontein waar het nog altijd staat als een laatste her innering aan het glorieuze verleden van de vismarkt. De hulp-vismarkt is in de loop van de jaren dertig verdwe- Uitgedund Tijdens de oorlog kwam de bloei van de Leidse markt abrupt tot een eind. De markt werd flink uitgedund. Maar volgens de voormalige reini gingsdirecteur Kooiman her stelde zij zich in de jaren vijf tig dankzij de kwaliteitsver betering. In 'Van de markten en de Waag, van wateren en bruggen te Leiden in heden en verleden' voorspelt Kooi man de markt ook een gou den toekomst. De kracht van de markt is volgens hem dat de klanten er vrijblijvend kunnen vragen, kijken en rondlopen "evenals in waren huizen waar men zich be weegt als op de markt". In zijn geschiedschrijving over de Leidse markt wijst Kooi man tenslotte nog op de grote voordelen die de moderne wijze van vervoer de markt kooplui biedt. Hij doet dat op een manier die ons, een kwart eeuw later, nogal kod dig in de oren klinkt: "De koopman van vóór de oorlog sjouwde met zijn pakken "handel" van het station naar de markt. Soms, wanneer de hoeveelheid zelfs zijn krach ten te boven ging, werden zij door een witkiel gebracht. Een ondernemer richtte een dienst op voor het snelle ver voer van markt tot markt per vrachtauto. Kort na de oor log, toen de Nederlandse spoorwegen nog te kampen hadden met materieel-ge- brek, maakte deze wijze van transport vooral opgang. De dynamiek van deze tijd vond echter ook op dit terrein ui ting: momenteel maakt bijna elke marktkoopman in een eigen auto zijn wekelijkse tournee langs de Nederland se markten, waarbij het hem bijna steeds mogelijk is des avonds weer tijdig thuis te zijn". Deel elf (slotaflevering)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 4