H Hl W\ 99, Naar de grote school 1 \l KV? s Van welk een betekenis het eerste schooljaar voor een mensenleven is, valt moeilijk te peilen. Toch bewaart menigeen er leuke of minder leuke herinneringen aan. We vroegen tien goede bekenden uit stad en streek om in gedachten nog eens terug te keren naar die eerste schooldag of in ruimere zin - het eerste schooljaar. Een relaas over links en rechts schrijven, over het nut van tweeling zijn, over verliefdheidjes onder de rodondendron en over goed leren rekenen, iets wat een enkeling vandaag de dag nog goed van pas komt... Ton Schuurmans, hoofdredacteur Leidsch Dagblad, Oegstgeest. Als helft van een z.g. eeneige De streken wisselden zich in Üms hT V? ,ur' die tijd net zo gemakkelijk af mans reeds op de kleuter. als de tweelingbroertjes el. kaar. In de klas, op het koor, als misdienaar: het kon altijd óf Dré óf Ton zijn, maar zeker weten deed geen mens dat. De broertjes konden zich op elkaar verlaten, ook al omdat ze als ware tweeling telepa- tisch contact met elkaar kon den onderhouden. Dé grote triomf beleefde de tweeling Schuurmans als eer steklasser tijdens het school feest. "Niet iedereen wist dat er van ons twee exemplaren school voor veel kattekwaad en verwarring. Zijn tweeling broer Dré was de grote bond genoot, en dat bood vele mo gelijkheden. "We waren al zó berucht dat we in de eerste klas niet naast elkaar werden gezet. Dré zat achterin, ik he lemaal voorin. Maar omdat geen mens ons uit elkaar kon houden - zelfs onze ouders hadden daar de grootste moeite mee - verwisselden we net zo vaak van plaats als we wilden". rondlipnen. Dus toen kwam Dré links het toneel op in een groen jasje. Hij verdween rechts, en op datzelfde mo ment kwam ik weer links op in een geel jasje. Een succès". "Toch was het niet altijd zo leuk om een tweeling te zijn", zegt Ton Schuurmans er nu over. "Het vervelende was dat mijn broer méér katte kwaad uithaalde dan ik. Het aantal klappen dat ik kreeg die dus eigenlijk voor mijn broer bestemd waren - was ontzettend groot. Tot over maat van ramp werden we in de eerste klas verliefd op het zelfde meisje. Dat wist na tuurlijk ook niet wie van de twee ze voor zich had. Boven dien kreeg je altijd diezelfde vragen naar je hoofd: ben jij nou Ton of ben je Dré? En: gaan jullie eens naast elkaar staan? We waren altijd een eenheid. Later heb ik daar door ook echt identiteitspro blemen gekregen". Begrijpelijk. Want wat deed de ooit zo geplaagde juffrouw van de eerste klas, toen zij jéren later - haar vroegere pupil op de tv had gezien? Ze belde Ton Schuurmans op: "Waar was je broertje nou?" Door Bert Paauw en Miep Hoenson _LI lJ 1M11 T 1 Monseigneur A.J. Simonis, t bisschop van Rotterdam, geboren te Lisse. Bisschop Simonis vijftig nu - kan zich aangaande iftn eerste dagen op de lagere school in Lisse niets meer herinneren. "Mijn geheugen is nu eenmaal niet mijn sterk ste kant. Ik kan me merk waardig genoeg alleen maar de eerste dag op de kleuter school herinneren. Want daar was zuster Reinalda, een vro me zuster die mijn kinderziel raakte met mooie verhalen over Jezus. Ze leeft trouwens nog steeds, ze is nu rond de tachtig. Maar voor het overi ge is het allemaal vaag en dif fuus. Je vond het interessant, je voelde je groot worden, je mocht aan het mensenleven meedoen. Ik herinner me nu ook nog dat ik in een hoek zat, aan een tafel met vier kin deren. Je had toen nog klas sen met 48 kinderen, dat was heel normaal". "Maar nogmaals: het is alle maal erg diffuus. Een enkel concreet ding schiet me nog te binnen. Ik moet een jaar of vijf, zes zijn geweest toen mijn moeder me vertelde - ik ben op 26 november jarig - dat mijn verjaardag zou ko men als alle blaadjes van de bomen zouden zijn gevallen. Ik dus hele middagen voor het raam staan turen. En als er dan een flinke najaars storm op til was, dan kwam je natuurlijk altijd te vroeg uit". Bisschop Simonis was op de la gere school niettemin een goede leerling, die na de zes de klas iii 1944 linea recta naar het seminarie in Heem stede kon doorstoten....ware het niet dat de hongerwinter uitbrak. "Toen moest ik noodgedwongen een jaar houtjes hakken. Maar een jaar later was het dan zo ver. En uit die seminarietijd kan ik me natuurlijk veel méér herinneren, maar daar heeft u natuurlijk niet zoveel aan. Nee, ik ben niet zo'n prettige klant voor u". Jan van den Broek, direc teur supermarktketen Digros te Noord wijk. In september 1950 ging Jantje van den Broek aan de hand van zijn moeder naar de Pie- ter Oosterleeschool in de Or- teliusstraat. middenin een volksbuurt van Amsterdam. "Wat ik mg daar voorname lijk van herinner is dat ik ont zettend onder de indruk was van de enorme entree. De im posante deuren, de sombere, betegelde lange gangen, het enorme trappenhuis. En ook mijn klas was kolossaal: ruim 40 kinderen groot", zegt Van den Broek. Vorig jaar kwam hg voor een reünie terug op zgn oude school. De verbazing was groot: "Het leek wel of het ge bouw gekrompen was. Het wés helemaal met zo groot Maar ja. toen was je een dreu mesje, en toen ik terugkwam kon ik gemakkelijk bij de deurkruk.." Desondanks was kleine Jantje vaker te vinden op een boer derij van zijn opa die meer speelmogelijkheden bood dan de school. De tweede schooldag vertrok hij weer braaf aan de hand van mam ma richting Orteliusstraat maar zodra zgn moeder uit het zicht was namen hg en enkele van zgn vriendjes de tram, richting veerpont. "Dat was veel leuker. Heen en weer varen, en steeds gratis met de tram. De grote men sen smokkelden ons die tram wel binnen". Een paar dagen ging dat trucje op. Maar het moest natuurlgk fout lopen. Uiteindelijk werd hg opgewacht door een lijk bleke moeder: de klasge nootjes waren - met tekenin gen en bloemen - op visite geweest Jantje was immers ziek! "Die dag moest ik extra vroeg naar bed", herinnert Van den Broek zich. "Ja, ik was wel 'n beetje 'n Pietje Bell". Niet altijd was hg aanvoerder. Gepest werd hg ook. "Want ik moest een pofbroek aan, terwgl anderen al in een kor te broek liepen.." Joop Doderer, acteur, Kaageiland Uit een "bijzonder grijs verleden" weet Joop Doderer toch nog wat leuke voorvallen op te diepen. De befaamde eerste school dag begon voor hem. wat onfortuinlijk. Hij werd door zowel va der als moeder weggebracht. Op weg naar school wilde zijn va der een foto van hem maken als herinnering. Op het moment dat pa wilde afdrukken, viel Joop over een steen. "Zo begon ik mijn eerste schooldag dus met een pleister op m'n neus..". Hij zou zijn latere Swiebertjes-rol al in die eerste schooljaren alle eer aandoen. Joop was een vrijbuiter, die de school als een regel rechte gevangenis zag. Maar zijn juffrouw vond hij wel lief. "Dat was juffrouw Van Diepen. Echt een charmante dame, een knap pe vrouw, zeker voor dié tijd". Joop Doderer had het moeilijker dan andere kinderen, want zijn vader zat óók in het onderwijs. Er viel de "strenge, maar rechtvaardige" Doderer sr. dus niets wijs te maken op het ge bied van huiswerk en spijbelen. "Op de middelbare school heb ik zelfs les van hem gehad. Dan kreeg je de gekke situatie datje 'mijnheer' moest zeggen tegen je eigen vader. En hij wist natuurlgk ook precies hoeveel huiswerk ik had. Nee, er viel niets te sjoemelen". De gebeurtenissen uit die tijd zijn wat weggeëbd, maar de entou rage staat hem nog duidelijk voor ogen. Zo omschrijft Doderer exact de kledij die hij zes jaar lang droeg: "Van die lange, wollen kousen, met elastiek aan de dijen. Een korte broek en ook een das. Vanaf de eerste klas, ja. Er waren zelfs jongens die met een strik op school kwamen. De meisjes hadden allemaal het gebrui kelijke jurkje aan en er was er praktisch geen één zonder strik in het haar". Het versterkende drankje, dat hij dagelijks moest drinken, is hij evenmin vergeten. "In de pauze, omstreeks half elf, liep ik altijd naar huis. Dan kreeg ik van m'n moeder een beker Ovomaltine en een koekje.." De heer J.P. Duyverman, oud-wethouder van onderwijs te Leiden. Van zijn eerste schooldag (anno 1911) kan de heer Duyverman zich niet méér herinneren dan dat hij door zijn moeder werd ge bracht. "Ik was pas vijf jaar. Daarvóór zat ik op een bewaar school aan het Rapenburg. Dat heette toen nog geen kleuter school. De term 'bewaarschool' geeft een zekere bescherming aan. Dat klopt ook wel. Ik ben echt erg beschermd opgegroeid en ik heb daar uitstekende herinneringen aan. "Op die bewaarschool ben ik voor de eerste keer verliefd gewor den. Ik werd toen teruggevonden met een meisje onder de ro dondendron. Verder weet ik van de lagere school alleen nog maar wat gekke dingetjes waar je nu hartelijk om kunt lachen. Ik deed bijvoorbeeld enorm mijn best om netjes te schrijven. De onderwijzer was daar op een keer zó over te spreken dat hij mij een 10+ gaf. En bij opstellen schreef ik het woord 'moeder' steeds met een hoofdletter. De onderwijzer zei toen: Jantje, je moeder zet toch niet elke dag haar zondagse hoed op?" Nog een andere herinnering: Een weesjongen uit de klas van de heer Duyverman had geen geld om mee te gaan met het school reisje naar Amsterdam. Daarop stelde Duyverman de onderwij zer voor om het samen te betalen. Tot zijn grote schrik zei de onderwijzer daarop: Kom het maar zelf aan de klas voorstellen. Duyverman: "Natuurlijk, Piet ging mee". Willem Ankoné, alias Ome Henne, kroegbaas te Lei den. De eerste schooldag begon voor kroegbaas Willem An koné wel heel (on)gelukkig. Die dag ging namehjk met door: de meester was ziek. De man bleef de hele week bed legerig. "En de tweede week was Ik ziek" vertelt Willem Ankoné droogjes. Zo komt het dus dat Ankoné de eerste twee weken van zijn la gere schooltijd altgd als een blinde vlek zal bleven zien. Erg achterop geraakt was hij niet. "Maar ik heb me nooit erg geïnteresseerd voor leren, dus ik zat er ook niet mee. Ik ging veel liever voetballen en kattekwaad uithalen dan dat ik rekensommen zat te ma ken. Die school hoorde bij het dagelijkse leven, maar be- léngrijk was 'ie niet. Ik weet wel dat ik er allerlei dingen moest doen die ik doodge woon niet leuk vond". Zijn herinneringen aan de lage re schooltijd blijven dan ook grotendeels beperkt tot de voetbalpartijtjes op het rui me schoolplein. "Daar lag een laag asfalt op. 's Zomers werd dat zó zacht dat je de doelpaaltjcs er gewoon in kon drukken. Heel handig was dat". Wat hem wel is bijgebleven van 23 jaar geleden: de tucht en orde die er in die tijd toch nog heerste op de scholen. "Het was echt een heel grote school, in Eindhoven. Tel kens als de bel ging moesten alle klassen zich in keurige rijen opstellen. Elk rgtje moest dan achter elkaar naar binnen marcheren. Ja, dat waren hele legeroefeningen in die tijd". Willem Woudenberg, voor zitter van de Holland Duck Club te Alphen aan den Rijn. Spectaculaire dingen kan Wil lem Woudenberg zich niet herinneren. Wat wel indruk op Willem Woudenberg maakte was dat hij per sé rechts moest leren schrijven. "Ik was linkshandig, maar je mocht toen nog niet links schrijven. Het gevolg is nu wel dat ik zowel links als rechts kan schrijven". "Ik sabbelde vroeger graag op de kraag van m'n trui. Dat mocht niet van de juffrouw. Ze dreigde m'n trui uit te trekken. Op een gegeven mo ment wilde ze dat ook echt doen, en toen werd ze aange vlogen door m'n tweelingzus je". Wat Willem Woudenberg ook nog helder voor de geest staat is een bijbelverhaal over ko ning Nebukadnezar die op een dak zat en daar op een bijzondere manier van af kwam. "Dat verhaal maakte destijds grote indruk op me. Enkele weken later zag ik een grote, zwarte poes die op het dak van een gebouw tegen over onze school zat en die daar op een heel speciale ma nier, achterstevoren bijna, van afltroop. Ik heb toen m'n vinger opgestoken en tegen de juffrouw gezegd: zó is ko ning Nebukadnezar ook vast van het dak afgeklommen". Willem Woudenberg was op school en daarbuiten niet zo sportief, maar daarvoor had hij ook niet veel gelegenheid. "Wij hadden thuis een groot handel annex kruideniers winkel. Ik kom uit een gezin van 9 kinderen, dus het was aanpakken geblazen. Temeer daar m'n vader een handicap had aan z'n been. Voor schooltijd moest ik altijd zak jes suiker afwegen, na schooltijd stond m'n vader me op te wachten, want dan moest ik dozen helpen sle pen. Dat kon hij vanwege z'n handicap niet zelf. Maar erg vond ik het niet. Mevrouw Favier, eigena resse 'Nieuw Minerva' en 'De Engelbertahoeve' in Leiden Mevrouw Favier zal haar eerste schooldag nooit vergeten. "Want toen ben ik weggelo pen. Ik vond het eng en was erg zenuwachtig. Maar ja. dat is voor zo'n eerste dag na tuurlijk begrijpelijk. Ze had den me trouwens weer gauw te pakken". "Ik ben daarna altgd met ple zier naar school gegaan Ik zat op de school in de Peli kaanstraat, bij de nonnetjes. Dat is een goede leerhoek - er staat nu een studentenflat" Rekenen vond zij als kind het leukst. "Dat doe ik nog altgd graag. Ook natuurl indl CÉ handwerken vond ik fijn Maar aan gymnastiek had ik de pest. Er brak wel eens ie mand een arm of er gebeurde wat anders Ik heb heel wat gespijbeld van de gymlessen. Dan verzon ik een smoes of ik ging thuis werken. M'n va der zat in de bloembollen. Er was dus altijd wel werk aan de winkel. Nou, ik werkte graag, ik vond het prettig om met bloemen te rommelen". "Waar ik ook een hekel aan had was het biechten op vrijdag middag. Dan gingen we met de hele schoolklas, allemaal meisjes, naar de kerk. Onder weg verstopte ik me achter een muurtje en dan ging ik met een vriendin stiekem zwemmen in de Zijl. Dat kwam later natuurlgk uit, en dan kreeg je weer op je don der". In de tweede klas werd zg het 'lievelingetje van de juf frouw'. Ik mocht altgd boodschappen doen voorjuf frouw Lub, op haar fiets. Dat vond ik prachtig Het was in die tijd nog iets bijzonders, want lang niet iedereen had toen een fiets. Ja. ik kon het goed vinden met de non netjes". Joop Vervoorn, 'actievoerder' te Leiden-Noord Jopie Vervoorn kon vanaf de eerste dag op de lagere school al geen kwaad meer doen bg zgn juffrouw. "Dat kwam: ze had een neefje die naar de kleuterschool moest. Ik had van de kleuter school m'n schrift met fróbelvoorbeelden goed bewaard Dat heb ik haar met een stralend gezicht gegeven". Joop Vervoorn kan zich die eerste dag dus nog levendig herinne ren. maar zijn eerste dag op de kleuterschool staat even goed, zo niet béter in zijn geheugen gegrift. "Ik weet van de kleuter school nog dat ik heel plechtstatig werd ontvangen door het hoofd, zuster Cunegonda, waarna ik terechtkwam in de klas bij zuster Fransisca". 'Toen ik naar de grote school mocht want zo noemde je de lagere school - waren er veel te veel kinderen voor de eerste klas. Dat hoor je nu niet veel meer. In elk geval moesten er twee eerste klassen worden gevormd. De klas waar ik in terechtkwam zat in een provisorisch lokaal, het zaaltje in de Mana Ggzen- steeg Dat was eigenlgk veel te groot. De ene helft werd dan echt als klasruimte gebruikt en in de andere helft konden we andere dingen doen. Een beetje bewegingsvormen, al kun je dat geen gymnastiek noemen, want er waren bijvoorbeeld totaal geen toestellen". Joop Vervoorn zegt nooit met tegenzin naar school te zgn gegaan. "Ik leerde graag Als ik tegenwoordig hoor zeggen dat het bg de kinderen niet zo op prestaties aankomt dan zit ik al met gekrom de tenen. Wat ik op de lagere school heb opgestoken, daa^reb ik later veel baat bg gehad. En dat leren ging met op een manier van: jongens, kijk maar, doe maar waar je zin in hebt". Mevrouw J.L. de Boer-Pino, rectrix van de Rembrandt Scholengemeenschap in Leiden. Mevrouw De Boer, die nu de scepter zwaait over een 'eigen' school, bracht haar lagere schoolperiode door in Nederlands In- die. Haar vader was daar bestuursambtenaar Vandaar dat haar herinneringen kleurrijk zijn: ze kwam al vroeg in contact met verschillende landsaarden, want op de school zaten ook Javaan se en Chinese kinderen. Sommige gebeurtenissen van toen zgn niet alleen kleurrijk, maar ook verbazingwekkend "Achteraf besef je wel dat het toch vreemd moet zgn geweest voor de inlandse en Chinese kinde ren. Ze moesten met alleen de vulkanen van Java kennen, maar ook weten welke plaatsen ze passeerden als ze van Roodeschool naar Vlissingen reisden. En voor de kinderen die thuis Chinees of Maleis spraken was het best moeilgk, al die Nederlandstalige boekjes op school". "Overigens ging je buiten school niet met hen om. Er was een vrij strenge scheiding tussen de Nederlandse, inheemse en Chinese bevolkingsgroepen De groepen hadden ook totaal andere le venspatronen. Bg wgze van hoge uitzondering kwamen de klas genoten één keer per jaar bij mg thuis. Dat was op m'n verjaar dag"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 15