Zelfs met "zicht nul"
raast de Hoverspeed
Is het
varen of
is het
vliegen?
Muskusrat
laat zich
niet in de
val lokken
ZATERDAG 14 AUGUSTUS 1982
Extra
Door wetenschappers
ontwikkelde lokgeur-
yes gaan zowel letter
lijk als figuurlijk aan de
neus van de muskusrat
voorbij. Met andere
woorden: ze stinken er
niet in. En dat was nu
eigenlijk juist wel de
bedoeling van prof. dr.
P. Wiepkema die als
hoogleraar ethologie
(gedragsleer van bees
ten) verbonden is aan
de Wageningse Land
bouwhogeschool.
Sinds een jaar houden Wiepke
ma en zijn medewerkers zich
bezig met het zoeken naar
mogelijkheden om de mus
kusrat met succes uit te
roeien. Om dat karwei op gro
te schaal met succes te kla
ren, zou het handig zijn iets
meer over het gedrag van de
muskusrat aan de weet te ko
men. Zoals bijvoorbeeld op
welke geuren ze afkomen.
Geen succes
Om die reden worden in Wage-
ningen zes muskusratten y-
veng bestudeerd in hun doen
en laten Er wordt nauwlet
tend bekeken hoe ze hun dag
inrichten, hoe hun sociaal ge
drag zich uit en ook of ze al
dan niet voor bepaalde geu
ren zijn te strikken. Maar tot
op de dag van vandaag heb
ben die geurproeven geen en
kel positief resultaat opgele
verd.
Alle goede bedoelingen ten
spijt, heeft TNO m Delft nog
steeds geen lokgeur kunnen
ontwikkelen die een noe
menswaardig resultaat heeft
opgeleverd om de muskusrat
uit zijn tent te lokken. Er zijn
wel stoffen gevonden die zijn
belangstelling opwekken,
maar hij laat zich er bepaald
niet mee vangen.
Teleurstellend"' Wiepkema:
"Ach, ik had het min of meer
al verwacht. Hogere diersoor
ten reageren nu eenmaal an
ders dan insekten, op welk
gebied TNO wèl heel duide
lijke successen heeft ge
boekt Je kunt een zeug bij
voorbeeld heel goed lokken
met een geluidsbandje met
daarop het geluid van
schreeuwende biggen Daar
komt ze gegarandeerd op af.
Maar na eeh paar keer trapt
ze er niet meer in en ziet ze
haar reactie als een pijnlyke
vergissing".
Insekten
"Insekten daarentegen kun je
keer op keer lokken met een
succes-preparaat Elke keer
opnieuw - al herhaal je dat
duizendmaal - vliegen ze er
in. Maar insekten zyn nu een
maal geen varkens - laat
staan muskusratten". Die
overigens vanwege hun mas
saliteit een steeds groter pro
bleem zyn gaan vormen voor
onze waterkeringen.
De muskusrat - Wiepkema
schat dat er enkele honderd
duizenden in Nederland zijn
- heeft namelijk de onhebbe
lijke gewoonte om onder de
waterlijn in oevers en dijken
zijn hol te maken. In volijve
rige buien graaft hy zelfs
complete gangenstelsels.
Vandaar dat men vanuit de
muskusrattenbestryding
vallend onder de verantwoor-
delykheid van de directie
Faunabeheer van het minis
terie van landbouw en visse
rij - nogal gebeten is op ver
delging op grote schaal.
Dat gebeurt overigens tot nu
toe niet geheel zonder succes.
In 1980 legden 114 000 mus
kusratten het loodje cn vorig
jaar werden er zelfs 140 000
gevangen. Maar er blyven er
altijd genoeg over. Vooral
omdat ze hun natuurlyke
driften nogal veel cn vaak de
vrye loop laten (GPD).
ter wereld. Vanwege zijn
snelheid en wendbaarheid
wijkt de Hoverspeed in prin
cipe voor alle verkeer uit.
Door de radarwaarneming
kan men lang van tevoren de
koers verleggen. Alle sche
pen in Het Kanaal varen by
mist immers buitengewoon
langzaam en de positie ten
opzichte van de razendsnel
bewegende Hovercraft is vrij
wel stationair.
De dubbel uitgevoerde ommu-
nicatie-apparatuur op het
flightdeck is weliswaar een
der geplaatst als in een vlieg
tuig, maar toch ingesteld op
de scheepvaart. Aanwezig is
de marifoon met kanaal 16
voor nood-communicatie en
eventueel overleg met een
schip. Via de marifoon heeft
men ook contact met de
maatschappy aan beide zij
den van Het Kanaal. Ook is
aanwezig een scheepszender
met o.a. de 2182 kHz nood-
golf voor de grote scheep
vaart.
Neemt men wel eens contact
met andere schepen over hun
positie? „Nee nooit eigen
lijk", zegt de captain van de
Princess Anne als hij aan
boord gaat. „Wij moeten al
leen weten waar zij zich be
vinden. Dat zien we op de ra
dar, tevoren of op het zicht,
als het weer helder is Dan
gaan we er wel omheen"
Als alle auto's en mensen in de
buik van de Hoverspeed zyn
verdwenen, loopt de captain
door naar het flightdeck. Een
voor een starten de motoren,
net als by een vliegtuig
Langzaam richt het giganti
sche voertuig zich op Zyn
voorwereldlijk gebrul neemt
toe totdat hy imposant hoog
boven de landingsplaats
hangt. Dan draait hy 180 gra
den Met toenemende snel
heid stort hy zich in de bran
ding. Op hetzelfde moment is
de Hoverspeed zowat ver
dwenen. Huizenhoog opspat
tend water onttrekt hem aan
het gezicht. Alleen de zware
dreun van de motoren sterft
maar langzaam uit.
Het Kanaal
oversteken per
Hoverspeed is zoiets
als Campari: je moet
het een keer
meegemaakt
hebben. Met een
kruissnelheid van
zo'n 100 km per uur
van Frankrijk naar
Engeland of
omgekeerd: dat kan
met een
Kanaaltunnel
nauwelijks sneller.
Maar is het nu
vliegen of varen? Is
het nu landen of
aanleggen? Gelijk
een DC-9 is het
"flight-deck"
behangen met
panelen. Alleen de
hoogtemeter
ontbreekt.
Links de cockpit, of liever het flightdeck met dubbele besturing, net als
in een vliegtuig. Rechts de radarapparatuur, die door een derde
bemanningslid wordt afgelezen. Radar speelt een belangrijke rol bij de
oversteek van het Kanaal. Zelfs bij "zicht nul" gaan de diensten door.
vullen de rol van schokbre-
ker naar de grond of het wa
ter toe. Vooral bij ruw weer,
wanneer de Hoverspeed op
zee behoorlijk tekeer kan
gaan. is hun rol belangrijk.
De „cockpit" - hoog boven het
water - gaat geen zee te
hoog. De passagiers moeten
bij een behoorlijke zeegang
het uitzicht nogal eens mis
sen. Als de Hovercraft met
meer dan 100 km per uur
over de golven stuift, spat het
water hoog op Op het flight
deck zet men dan de ruiten
wissers aan. Ook als men
niets ziet gaan de diensten
trouwens door. Mist en grau
we regensluiers ontnemen je
al gauw elk uitzicht op Het
Kanaal.
Om onder alle omstandigheden
te kunnen vertrekken bestaat
de bemanning in de cockpit
uit drie man. De captain
voert het bevel en houdt zich
in hoofdzaak met de naviga
tie en besturing bezig. De
tweede „piloot" controleert
motoren, drukken en regelt
zonodig toerentallen en
voortstuwing bij. De derde
man is de radar-waarnemer.
Hij heeft twee volledige
scheepsradars tot zijn be
schikking, die in principe ge
lijk zijn. Ze zijn dubbel uitge
voerd in verband met het uit
vallen van één ervan. In de
praktijk staan ze echter beide
aan, één op een bereik zo'n 20
tot 30 kilometer en de ander -
dichterbij - op een bereik van
een kilometer of tien.
Zicht nul"
Met zo'n zeer geroutineerde ra
darwaarnemer aan boord,
vaart men zelfs uit met zicht
nul. Mist is dus geen beletsel
De nauwkeurig omschreven
oversteek gaat desnoods over
zandplaten of kleine eiland
jes, dat maakt voor de Hover
speed niets uit. Wel het krui
sende scheepvaartverkeer op
de drukst bevaren zeestraat
Vele malen per dag zoeft de
Hoverspeed heen en terug
over Het Kanaal. Het giganti
sche voertuig is in de verte
vaak nog eerder te horen dan
te zien. Een lage dreun geeft
aan dat hij na enkele minuten
als een voorhistorisch mon
ster het strand of de beton-
baan zal opschuiven.
De „landing" gaat gepaard met
een gedreun dat van fabel
achtig grote motoren afkom
stig moet zijn. Schuim, water
en zand spuiten alle kanten
op. Dan schuift de Hover
speed uit zijn sluiers van wa
ter naar voren, naar het pu
bliek. Een dreigend oermon-
ster dat plotseling tot staan
komt. Het gebrul verstomt en
het monster schijnt zijn
kracht te verliezen. Hij zijgt
ineen en lijkt plotseling hul
peloos.
Monster
Nog voor het geluid goed en
wel is weggestorven, is de
landingsbaan vol kleurige
stippen. Groepen mensen
omzwermen het dode mon
ster. Uit zijn binnenste ko
men rijen auto's, vrachtwa
gens en bussen. Binnen een
paar minuten is alles weer
rustig. De Hoverspeed heeft
weer een geslaagde 'vlucht'
gemaakt. Gemiddelde duur
van de overtocht: ruim een
half uur. afhankelijk van de
route. Met een tunnel onder
Het Kanaal zou het nauwe
lijks sneller gaan. Maximum
snelheid van het Hovervaar-
tuig 120 km per uur, kruis
snelheid zo'n 100 tot 110 km
per uur. Vertrekplaatsen in
Frankrijk: Calais en Boulog
ne. In Engeland: Dover en
Ramsgate.
Wie de Hoverspeed aan een
nauwkeurig onderzoek on
derwerpt, merkt dat het voer
tuig veel vliegtuigtradities
kent. Er is geen sprake van
een stuurhut. De cockpit bo
venop noemt men weliswaar
„flightdeck" maar die heeft
toch het meest weg van een
vliegtuiginterieur. Gashand-
les, navigatie- en communi-
catie-apparatuur, tempera
tuur- en oliedrukmeters, toe-
rentellers, master-switches,
dubbele radio's. Ook het typi
sche vliegtuigstuur en het
voetenroer ontbreken niet.
De panelen zijn net zo vol als
in een DC-9. Alleen één in
strument ontbreekt: de hoog
temeter.
De maximale hoogte die de
Hovercraft vliegt is al be
kend. Die bedraagt ruim drie
meter. Als hij op de „lan
dingsbaan" ineen zijgt, over
brugt hij dat verschil. Hij
landt dan plat op zijn buik,
want in principe is het voer
tuig - als men de merkwaardi
ge aandrijving even buiten
beschouwing laat - gebouwd
als een grote, vrijwel onzink-
bare platte bak. De totale
lengte bedraagt ruim 56 me
ter, de breedte bijna 22 meter,
het lege gewicht 300 ton. De
hoogte is een meter of tien,
de twee enorme beweegbare
staartvlakken, die meters bo
ven het vaartuig uitsteken,
niet meegerekend.
Vliegtuig
Er kunnen in de grootste
Hoverspeed 424 passagiers
mee en 55 auto's. En uiter
aard een flinke hoeveelheid
peut. Na elke landing komt
de tankwagen langs. In ver
schillende tanks wordt
brandstof opgeslagen voor de
vier Rolls Royce Proteus gas
turbines, die de krachtbron
vormen. Zij drijven de vier
gigantische propellers op het
bovendek aan en de windtur
bines die voor de „lift" moe
ten zorgen. Elke motor ont
wikkelt 3800 pk voortstu
wingskracht. Als hij op toe
ren is, geeft hij elk van de vier
windturbines in het voertuig
de snelheid die nodig is om
immense hoeveelheden sa
mengeperste lucht te leveren.
De perslucht stroomt via
zorgvuldig gekozen openin
gen in de rubberen kussens
naar buiten. Daarbij wordt
het gevaarte met lading en al
ruim drie meter opgetild.
Het voertuig zweeft dan boven
de grond zonder snelheid. De
propellers, de grootste die
men in de westelijke wereld
gebruikt met een lengte van 6
meter, malen dan nog
werkeloos rond Door de
stand van de propellerbladen
te veranderen, zet de Hover
speed zich af tegen de lucht.
Net als een vliegtuig komt hij
dan snel in beweging, met
één verschil: hij is van tevo
ren al opgestegen.
De beweging van de staartvlak
ken komt min of meer over
een met die van een vliegtuig.
Afwijkend is de besturing.
Die geschiedt met de propel
lers, die op het bovendek zo'n
120 graden kunnen draaien.
Daarmee kan men een sterke
zijdelingse kracht opwekken.
Een Hovercraft kan daarmee
alle kanten op en draait met
gemak ook een kringetje Als
er een motor mocht uitvallen,
kan hij op drie motoren met
gereduceerde snelheid ver
der „vliegen". Zelfs met maar
één motor is de Hovercraft
nog in staat zijn weg te ver
volgen, maar dan als vaar
tuig
Kussens
De opgepompte rubberen kus
sens rondom (de rokken van
het voertuig) zijn dubbelwan
dig uitgevoerd cn opge
bouwd uit verschillende ka
mers. Onderaan de kussens
hangen grote flappen van
rubber (de vingers) die de be
schermende laag vormen tus
sen luchtkussens en het op
pervlak waarover het toestel
zich beweegt. De vingers ver-
Door
Hugo
van der
Heem