Met 'Frits' terug
naar de basis
Je bent eigenlijk een regisseur van de smaak
Pieke Stuvel ontwerpt zelfmaakmode voor iedereen
ra A
Ex"a
Van Gils: "We gokken op een
nieuwe groep consumenten,
die leeft met "understate
ments". Vroeger waren er
een hoop middelen om te la
ten zien dat je rijk was. Maar
pronken met je weelde doe je
niet meer. Die tijd is voorbij.
Die categorie denkt: ik heb al
'n Armani-kostuum gehad.
Er is gewoon een nieuw soort
snobisme ontstaan. Luxe
wordt ergens anders in
geuit".
Met "Frits" ging Jacques van
Gils "terug naar de basis".
"Een jasje met twee zakken,
een borstzakje en een bin
nenzak. In alle modellen zit
dezelfde streepjesvoering. Er
zyn twee uitvoeringen: een
jasje met één rij knopen en
een dubbelrijer. En voor de
rest geen versteviging of
niks. gewoon los. soepel val
lend".
De stoffen uit die vervlogen ja
ren liet hij opnieuw maken in
Tilburg. Dik tevreden toont
hij de jasjes in ouderwets
aandoende streepje of mo
tiefje, die in Keulen op de
beurs voor een compleet suc
ces zorgden. "Frits" is in eer
ste instantie opgezet voor de
Duitse markt. Met onze Van
Gils-collectie kwamen we er
daar niet in. Die Duitserè ma
ken zelf prima pakken. Maar
"Frits" was anders, dat had
den ze nog niet gezien. Dat
was nieuw. We hebben onze
omzet in Duitsland ermee
verdubbeld".
Van Gils noemt "'Frits" een
produkt dat doordacht is,
waar een filosofie achter zit.
"Het loopt door alle inko
mensgroepen heen. 't Is voor
de vent die alles al gehad
heeft, maar ook voor de jon
gen die voor de eerste keer
een jasje wil en geen opge
dirkt colbertje".
Door Mia Mol
Na het succes in Duitsland
wordt "Frits" in augustus in
Amsterdam op de Herenmo-
debeurs door Van Gils .gelan
ceerd. Na een moeilijke pe
riode zit Van Gils weer in de
lift. "In Frankrijk is de Van
Gils-verkoop 30 procent ge
stegen, in België 40 procent
en in Nederland en Engeland
blijven we op hetzelfde ni
veau. Ik denk dat we het eer
ste herenconfectiebedrijf wa
ren, dat vorig jaar in de pro
blemen kwam en dat we ook
de eerste zijn, die de proble
men weer te boven is", zegt
Jacques van Gils.
Een nationaal bekendheidson-
derzoek op het gebied van de
herenconfectie. verricht door
Deze twee
speakertjes worden bij Van Gils
jack
de kraag van het "live-jacket" verwerkt. Zo krijg je stereo uitje
de Nederlandse Stichting
voor Statistiek, bracht aan
het licht dat Van Gils met 52
procent het meest bekende
merk in Nederland is. Het be
drijf wordt gevolgd door de
Stijlgroep Groningen (inmid
dels van de markt verdwenen
- red.), met 50 procent en
MacGregor met 46 procent.
Walkman
"We zijn met nieuwe dingen be
zig, lekker creatief', zegt Jac
ques. En dat laatste slaat dan
op het "live-jacket", dat Van
Gils in samenwerking met
Philips ontwierp.
"Ik vind die walkman gewoon
gevaarlijk. De mensen lopen
met zo'n ding op d'r kop naar
muziek te luisteren. Voor de
rest horen ze niets meer, er is
geen enkele communicatie.
Als je zou roepen van: hè,
kijk uit, dan horen ze 't niet
eens". Jacques van Gils, die
altijd met kleren bezig-is, ook
als-ie over straat loopt, sloeg
aan 't prakkizeren. De op
staande kraag van een jack
bracht 't idee. "Ik ben naar
Philips gestapt en daar heb ik
gezegd: -ik moet 't kleinste
speakertje ter wereld heb
ben. Nou, dat hebben ze ge
maakt". Hij laat 't zien: twee
speakertjes, met een door-
Modeontwerper Jacques van Gils
brengt nieuwe herenlijn
snee van ongeveer 3 cm; een
grote knoop dus.
'Die worden in de kraag van
het jack gemonteerd. Een
draadje langs de binnenkant
gaat naar een speciale bin
nenzak en daar kan een cas-
setterecordertje of radiootje
in, waarop de speakertjes
worden aangesloten. Dan
hoor je dus stereo uitje kraag
en je kunt ook nog met de
rest van de wereld communi-
Wereldpatent
Jacques van Gils is trots op z'n
vondst. "We hebben er 't we
reldpatent op. Ik zie dat voor
Amerika en Japan helemaal
zitten. Trouwens, wat denk je
van politie, brandweer, leger
en dergelijke? 't Kan in
skikleding, en als je 's avonds
laat in je eentje de hond moet
uitlaten, kun je toch een lek
ker muziekje horen in een
prima weergave".
Volgend voorgaar komen de "li
ve-jackets" op de markt. "We
zijn iets verder gegaan dan de
mode. Er is een stukje tech
niek in verwerkt. Daarmee
staan we misschien wel aan
de vooravond van een nieu
we ontwikkeling. Wat denk je
van verwarmde jacks? Of een
digitaal horloge op de mouw
van je jasje? Moet allemaal
kunnen", peinst hij hardop.
Nieuwe dingen bedenken, dat
noemt Jacques van Gils de
kracht van zijn bedrijf. "Die
blazer hebben ze allemaal al",
zegt hij.
"Een her- en erkennen van wat onder de
mensen leeft. Dat is de taak van een
ontwerper. Je vertaalt in produkten,
wat je signaleert op straat. Je bent ei
genlijk een regisseur van de smaak".
Dat zegt Jacques van Gils naar aanle-
ding van zijn nieuwe lijn in de heren
mode, die komend najaar op de markt
komt. "Frits" is de naam van die lijn.
'"t Is weer wat nieuws", zegt Jacques. "We gaan
terug naar de jaren dertig, veertig en vijftig, de
stoffen van toen opnieuw gemaakt. Geen colberts
meer, maar ruim zittende jasjes, zonder flauwe
kul, een beetje sjofel eigenlijk.
Maar dan wel gecombineerd met een supermooie
leren of suède broek".
Snobisme
Jacques van Gils stelde een persbericht samen
voor de presentatie van "Frits". Daarin staat on
der meer te lezen: "Fritsen" staat voor een ma
nier van leven; heeft lak aan regels. De ware Frits
loopt liever in zeven sloten tegelijk, dan op plat
getreden paden".
Jacques: "Je ziet mensen op straat met een dure
leren broek en daarop een tweedehands jasje.
Dan denk ik: hier klopt iets niet. Je ziet ook piek
fijn geklede jonge gasten met zo'n stomme walk
man op d'r kop. Dan denk ik ook: dat moet an
ders kunnen. Maar daar vertel ik je straks wel
over".
Eerst terug naar "Frits". Het persbericht: "Wie
geen Frits is, wordt niet gezien. Zoek het woord
op, en u zult het niet vinden. Maar vindt u ook
niet dat wie gympjes van een paar tientjes onder
een leren pantalon van vele honderden guldens
draagt Frits is? Nooit een dure Rolex onder de
versleten mouw van een spijkeijasje zien uitste
ken, een Dupont-aansteker in een baaltje zware
shag? Dat begint erop te lijken".
Jasjes uit de "Frits"-collectie van Van Gils. Ze worden gedragen met mooi leren of snede pantalons.
"Ik vind het lekker om leuke
kleren aan te hebben, anders
dan anderen. Ik kan er vrolijk
van worden. Als ik me niet zo
lekker voel, besteed ik wat
extra zorg aan mijn uiterlijk,
en dan kom ik de dag weer
wat beter door. Kleren zijn
een hulpmiddel om de din
gen aangenaam te maken. Ik
vind het leuk om er vreemd
en eigenzinnig uit te zien".
Pieke Stuvel draagt een bij
haar middel afgeknipt, getail
leerd colbertje met een sjaal,
een zwarte jersey minirok,
netkousen met naad en
pumps. Het jasje en de rok
maakte ze een paar jaar gele
den, nu beginnen beide volop
mode te worden.
Ze is 35 jaar oud en werkt als
mode-ontwerpster en tekena-
res. Haar specialiteit is ge
makkelijk te maken zelf
maakmode. Ze heeft vier
boeken met ontwerpen en
patronen uitgebracht: „Een
tik van de mode", „Het ba
by kleertjesboek", „Het peu
ter-kleuterboek" en dit voor
jaar verscheen „Het kleren-
boek".
Pieke Stuvel is geen ontwerp
ster die glamour zoekt. Op
shows van collega-ontwer
pers komt ze vrijwel nooit.
„Ik houd niet zo van spekta
kel. Ik houd ervan in mijn
eentje te werken. En als ik
wil zien wat bijvoorbeeld
Frank Govers gemaakt heeft,
loop ik wel even langs de
winkel".
„Hanneke Adriaans van het
Centraal Museum in Utrecht
heeft eens over mg geschre
ven dat ik mgn inspiratie
meer uit de beeldende kunst
haal dan uit het werk van col
lega's. Ik denk dat ze dat heel
goed gezien heeft. Ik loop re
gelmatig het Stedelijk Mu
seum in, en bekijk graag boe
ken met het werk van schil
ders"
Voor Het klerenboek heeft ze
flink de tijd genomen. Het is
een heel persoonlijk boek ge
worden, waar niets in staat
wat ze niet zelf zou dragen, en
inderdaad zelf gedragen
het overal: ook in de muziek,
in de kunst. Of met meubels:
iemand ontwerpt een stoel en
vijf jaar later zie je dezelfde
stoel in de Hema. Ik vergelijk
het altijd met eten. Als je
mensen een bepaald voorge
recht voorzet, willen ze het
zelfde hoofdgerecht. Zo is het
met vormen ook. En met
kleuren. Je voelt behoefte
aan de kleuren die in de mo
de gaan komen. Maar het is
zo commercieel georgani
seerd, dat die modekleuren
dan als een golf door de stad
bewegen, allemaal hetzelfde.
De commerciële kleding is
weinig interessant. Als je ziet
hoe in Parijs de confectie als
een soort maffia de ideeën jat
van de ontwerpers, dat is ver
schrikkelijk. Al die creatieve
leuke ideeën worden doodge
slagen".
Voor iedereen
„Slimme, snel te maken mode
in alle maten" is de ondertitel
van „Het klerenboek". Pieke
Stuvel: „Je kunt de tekenin
gen op een heleboel manie
ren interpreteren. Soms, als
iemand iets van mij heeft na
gemaakt, zie ik niet eens dat
het uit mijn eigen boek komt.
Er staan kleren in voor alle
maten. In de confectie heerst
een soort terreur, van maat 36
tot 42, en verder niks. Maar
niet iedereen zal het zien zit
ten om uit mijn boeken kle
ren te maken. Veel mensen
kunnen niet door de tekenin
gen heen kijken. En anderen,
vrouwen die heel handig zijn,
vinden het te simpel".
„Je moet ook een soort lef voor
mijn ontwerpen hebben.
Maar het belangrijkste om je
goed te kleden zijn zelfkennis
en een goede spiegel. Ik raad
mensen ook aan goedkope
stoffen te kopen en tweede
hands kleren die ze dan kun
nen vermaken. Zelf een col
bertje maken vind ik veel te
veel werk. Dus dat koop ik
dan tweedehands. Ik koop
ook nooit dure stoffen: ik ben
veel te bang dat ik ze ver
knip".
NEL VAN BEMMEL
heeft. „Het is mijn eigen gar
derobe", zegt ze.
Pieke Stuvel begon haar loop
baan met de mode-opleiding
op de Rietveld-Academie.
Daarna werkte ze een poosje
voor een ontwerpbureau, en
vervolgens als free-lance ont
werpster voor de confectie.
Daar had ze snel genoeg van:
„Dan had je een leuke collec
tie ontworpen en die maakte
de confectie verkoopbaar. Al
les wat er leuk aan was werd
vervangen door vreselijke ge
spen, biezen en wat maar mo
de was. En het werd uitge
voerd in een goed verkoopba
re kleur, zodat je je ten slotte
dood schaamde voor hoe het
er uitzag".
Ze ging illustreren voor de
Volkskrant en werkte mee
aan de Viva: daar begon ze
met de combinatie van zelf
ontwerpen, tekenen en patro
nen maken, zoals ze ook in
haar boeken toepast. „In 1975
ben ik met mijn werk bij Viva
gestopt. Toen begonnen ze
met „Viva-nieuwe stijl", en
moest ik lachende gezichten
gaan tekenen. Dat zag ik niet
zitten". Ze werkt nu nog voor
het Franse blad Elle, (in de
rubriek „100 idéés"), heeft
net een getekende moderu
briek m NRC-Handelsblad
afgesloten en geeft een avond
per week les in mode-illustre
ren op de Rietveld-Acade-
„Ik wil mezelf nu, na Het kle
renboek. de tijd gunnen om
nieuwe dingen te bedenken.
Ik ben bezig met plastic re
genkleding voor het jeugd
blad Taptoe, iets met nieten
en spijkertjes. Ook hieraan
werk ik langzaam, want ik
wil uitproberen met mijn kin
deren of zij het kunnen ma
ken".
Kinderen
Pieke heeft een zoon van zes,
Joris, en een dochter van
vier, Liza. Haar man en zij de
len de zorg voor de kinderen.
Pieke: „We doen allebei zo
veel mogelijk wat we leuk
Pieke Stuvel: Ik vind het leuk er vreemd en eigenzinnig uit te zien.
vinden. Sommigen vinden
dat heel onverantwoord met
een gezin. Het is ook wel tij
den moeilijk geweest, maar
nu ze allebei naar school zijn
gaat het heel gemakkelijk".
Ze maakt haar eigen kleren en
de kleren voor de kinderen
zelf. „Liza heeft een heel ei
genzinnige smaak. Ik laat
haar daar helemaal vrij in.
Als het maar niet te koud, te
warm of te vies is. Verder
mag ze het zelf uitzoeken. Ze
loopt vaak in een sportbroek
en 's winters wil ze dan bij
voorbeeld een T-shirt over
een dikke trui heen. En Joris
wil nu steeds broeken aan
met heel grote zakken. Die
confectiekinderen, die er zo
mooi opgedoft bijlopen, dat
vind ik vreselijk. Kinderen
moeten in hun kleren kun
nen spelen, moeten vies mo
gen worden".
,De kinderen vinden het prima
als ik zit te werken. Zij zitten
dan ook te werken. Ze gaan
dan bijvoorbeeld ook een
boekje maken. En ze passen
mgn ideeen toe. Zo heb ik
voor het blad Primo een hele
boel ideeën gemaakt voor ko
nijnen, poezen en dergelijke.
Daarna maakte Joris, toen hij
ziek was, een fantastisch kos
tuum voor zijn beer van
nietjes en papier. Met een
motorbril. een gevechts-
scherm (dat was net in de tijd
met de ontruimingen van die
kraakpanden door de ME) en
zo'n band van ME'ers.
De mode vooruit
Pic-kc StUVL-l is de mode met
haar ideeën vaak vooruit.
„Vooral Het peuter-kleuter
boek was zijn tijd vooruit. Ik
bedenk alles zelf, hoewel ik
natuurlijk wel modebladen
zie en op straat om me heen
kijk. En hoe gaat dat: je hebt
zin in dingen, vorig jaar had
ik bijvoorbeeld dit jasje in de
krant en nu zie je het pas in
Parijs op de Prèt-a-Porter. Er
moet een soort logica inzit
ten. Na wijd wil je toch weer
een taille, en sommige men
sen voelen dat, en die lopen
op de mode vooruit. Je hebt