c „Sport heeft mijn blikken verruimd" "Ik dacht niet na, ik schoot gewoon" "Beertje" Kreijermaat moest voortijdig afhaken ZATERDAG 24 JULI 1982 Extra Gerda Kraan is nog altijd de nuchterheid zelve. De uit Hoogmade afkomstige oud-atlete - in 1962 in Belgrado Europees kampioene op de 800 meter - beschouwt de steeds weer opduikende belangstelling voor haar per soon als een kennelijk onuitroeibaar gevolg van haar nu al twintig jaar geleden verrichte hardloopprestatie. "Ik krijg nog altijd invitaties op grond van m'n atletiekverle- den: praatjes voor de radio, recepties, bijeenkomsten. En als journalisten je weer eens ergens een keertje hebben gezien dan komen er vervol gens weer een paar inter views achter elkaar. Mis schien komt het wel omdat er sinds 1962 geen enkele Ne derlandse atlete meer een Eu ropese titel bij de heeft kunnen behalen". Gerda Kraan stond destijds be kend als de hardlopende po litieagente. Sinds haar huwe lijk aan het eind van de jaren zestig, waardoor haar achter naam de uitbreiding Van de Pol onderging, veranderde haar bestaan in dat van huis vrouw. "Dat ging toen nog zo. De dag na je huwelijk lag de ontslagbrief van de politie in de bus. Erg vond ik dat niet want ik was toch van plan om ermee op te houden". Uitgerust Ruim twaalf jaar woont ze nu alweer in Huizen. Een prij- zenkast in de hal van haar woning, een foto aan de muur en een asbak met het op schrift 'Belgrado 1962' herin neren aan de fraaie triomf van de voormalige Bataven- atlete die zich de succesvolle race in de Joegoslavische hoofdstad nog goed kan her inneren. "In gedachten had ik die wedstrijd van tevoren al vele malen gelopen. Wat de concurrentes konden doen en hoe ik daar op zou reage ren. Uiteindelijk won ik op m'n sloffen. Ik had die winter ervoor heel hard getraind maar raakte aan het begin van het wedstrijdseizoen ge blesseerd. Ik kon toen een poosje niet veel, meer doen dan dribbelen". een poosje gas terug moet ne men het daarna opeens heel makkelijk gaat. Dat merkte ik ook. Toen ik weer kon trai nen was ik flink uitgerust. Daarnaast had ik een enorme wedstrijdhonger, want door die blessure had ik veel wed strijden gemist. In Belgrado ging het soepel. De Engelse Jordan was de grote favorie te, maar ik hoorde ook bij de kanshebsters. Vierhonderd meter lang bleef het veld ge sloten. Ik lag in tweede posi tie en voor m'n gevoel ging het allemaal erg langzaam. Na 500 meter ben ik er toen maar vandoor gegaan want ik wilde me niet nog langer in houden. Ik liep 2.02.8 op een sintelbaan in een hitte van 30 graden. Het ging dus heel hard, ik zat dichtbij het toen malige wereldrecord dat ge loof ik op naam stond van een Australische". "De reacties op die titel waren erg leuk maar het gaf wel veel drukte. Allemaal huldigingen en interviews. Ik had er ei genlijk geen tijd voor. Er kwamen nog wedstrijden, ik moest in vorm blijven want ik kon het me als Europees kampioene niet permitteren om te verliezen". Minder Na het succes van Belgrado kwamen in de daaropvolgen de jaren toch onvermijdelijk de teleurstellingen. Op de Olympische Spelen van To kio in 1964 draafde Gerda Kraan in de finale op de 800 meter kansloos in de achter ste gelederen, hoewel menig een een medaille van haar had verwacht. "Ik wist zelf dat dat niet zou lukken. Ik voelde vooraf dat het er niet inzat. De grote vorm was er niet en ik was kort voor de wedstrijd ziek geweest. Eer lijk gezegd was ik al blij met de finaleplaats. Ach, je weet het vooruit. Op een gegeven 'Beertje' werd hij destijds bijna liefkozend genoemd en ver maard is nog altijd zijn geweldige knal in de voetbalwedstrijd Reims-Feyenoord waardoor de Rotterdamse club in 1963 een ronde verder kwam in de Europa Cup. Dat schot van Reinier Kreijermaat sprak toen zeer tot de verbeelding. Nederland had de Feyenoord-koorts wat wel bleek uit de twee boten, volgeladen met supporters, die de 'voetbalhelden' in de vol gende ronde naar Portugal nareisden. Overigens werd Feye- noord daar door Benfïca uitgeschakeld. Reinier Kreijermaat, 47 jaar nu, kan zich moeiteloos het schot tegen Reims voor de geest halen. "Ik vond het zelf niet eens zo'n geweldig mooi doelpunt. Ik heb er wel meer zo gemaakt. Tegen de Engel se Spurs maakte ik een veel mooiere goal, ook een gewel dige kanjer van afstand. Maar ja, die wedstrijd verloren we en dan is zo'n doelpunt ook gauw vergeten". "Die verre schoten van mij, die zaten bij mijn spel ingebak ken. Ik heb nooit angst gehad om te schieten. Ook al be landde een bal in de tweede ring. Het kon me niks sche len. Nu zie je vaak dat ze na één mislukt schot niet meer durven. Balbezit is tegen woordig zo belangrijk. Als je schiet ben je de bal kwijt en dat risico wil men niet ne men. Maar ik dacht er nooit bij na. Ik schoot gewoon, boem. Voor het publiek was dat ook attractief'. moment word je minder. Nou en, wat dan nog? Ik heb daar nooit mee gezeten. De wereld draait toch wel door". "Ik ben geloof ik altijd nogal nuchter gebleven, ook in pe rioden van succes. Je moet plezier in je sport hebben. Dat heb ik me voorgenomen in '59 tijdens de voorberei dingen op de Olympische Spelen een jaar later in Ro me. Je moest dit en je moest dat. Er werd een druk op je gelegd. Iedereen bemoeide zich ermee. Dat vond ik niet plezierig. Ik dacht: ik maak zelf wel uit wat ik doe. Die in stelling heb ik altijd gehou den. Ik ben volgens m'n ei gen ideëen gaan lopen en doen. Aan Fanny Blankers- Koen heb ik wel een goede begeleidster gehad, maar ik ben toch altijd tamelijk zelf standig gebleven. Ik ben m'n eigen gang gegaan. Dat moe ten de Nederlandse atletes naar mijn mening meer doen". "Als je in een stadion wordt los gelaten kun je niemands hand meer vasthouden. Dan moet je het zelf opknappen. En je kunt nog zo goed voor bereid zijn, er gebeuren altijd onverwachte dingen: uitstel van een race, een late aan komst waardoor je warming- up de mist ingaat. Als je zelf standig bent raak je niet zo gauw in paniek". Gezien Veel binding met de huidige at letiek heeft Gerda Kraan niet meer. "Na Tokio ben ik nog een paar jaar doorgegaan, maar eigenlijk hoefde het niet meer zo nodig. Ik had het wel gezien. Voor de start van een wedstrijd dacht ik: ik zie wel, ik loop wel een eind weg. Na m'n actieve loopbaan heb ik nog zeven jaar bestuurs- Gerda van de Pol-Kraan nu: "Voor een tien kilometer ben ik niet bang". (Foto André Verheul) werk bij de Atletiek Unie ge daan, eerst in de Dames Ad vies Commissie en later in de Jeugdcommissie. In '75 ben ik daarmee gestopt. Ik ga nu nooit meer naar de atletiek baan. Vorig jaar wilde ik nog wel naar de Europese Jeugd kampioenschappen in Utrecht, maar het was zulk slecht weer en die wedstrij den waren voorbij voor ik er erg in had. Ik volg de atletiek nog wel op de tv en in de kranten". "Wat ik niet snap is dat de Ne- "Beertje" toen. "Wij stonden nog niet stil bij het grote geld". zijn 9de tot zijn 24ste jaar bij Elinkwijk. In 1959 werd hij door Feyenoord gekocht voor het in die tijd formida bele bedrag van 80.000 gul den. Kreijermaat:"Je kreeg een basisbedrag van 500 gul den in de maand en 300 gul den als je in de Europa Cup een ronde verder kwam. Mijn topsalaris bij Feyenoord is 14.000 gulden in één jaar ge weest. Dat geld was natuur lijk zo op. Wij waren semi- profs. Ik had er een slijterij bij. Voetballen was je hobby waar je een paar centjes voor kon vangen. Wij stonden toen nog niet stil bij het grote geld. Met de komst van Cruijff zijn de salarissen enorm omhoog gegaan. De Europa Cup bracht bij sommige clubs ook bakken vol geld binnen". "Ik te vroeg geboren? Ach, elke leeftijd heeft z'n bekoring. Ik kijk met voldoening op m'n actieve voetbalperiode terug. Ik heb erg veel plezier gehad en plezier is toch niet met geld te koop. Ik heb wel het idee dat ik er vroeger meer voor heb gedaan dan veel van die gasten die tegenwoordig een topsalaris verdienen. Als je dat af en toe hoort: jonge knapen die bij wijze van spre ken nauwelijks een bal kun nen trappen vragen zonder blikken of blozen aan een club om 40.000 gulden op hun rekening te storten voor dat ze verder willen praten. Kijk, veel verdienen vind ik niet erg maar je moet het wel waarmaken. Een systeem van een basissalaris, waar je van kunt eten, plus een aan vulling die je moet verdienen door kwaliteit lijkt mij be ter". derlandse atletes, Elly Hulst uitgezonderd, niet har der lopen dan ik. Nu met al die kunststofbanen, dat loopt heerlijk. Ik heb het zelf ge probeerd. Vroeger met die sintels kwam je soms opeens in een kuiltje en dan was je je evenwicht kwijt. Ook de tac tiek kan ik vaak niet begrij pen. Ik liep altijd heel zuinig, kort langs het randje. Ook heel ontspannen zodat ik niet moe werd. Dat klinkt mis schien raar, maar ik had er een hekel aan om na afloop van een wedstrijd helemaal uitgeteld te zijn, wat je bij an deren wel eens ziet. Dat heb ik eigenlijk nooit gehad. Ik ging er van uit dat iedereen een 600 meter kan lopen maar dat het juist om de laat ste 200 meter gaat. Als ik nu atletes op de 800 meter in de bocht in baan twee of drie zie lopen denk ik: wat stom, wat stom. Je loopt veel meer me ters en het kost energie die je op het laatste stuk nodig hebt. Ik zorgde er altijd voor dicht langs de rand van de baan te lopen en als ik werd ingesloten liet ik me gewoon afzakken. Zo spaarde ik m'n krachten voor het laatste stuk en dan maakte ik de ach terstand weer goed". Verruimd "Dankzij de atletiek heb ik heel wat van de wereld gezien. Acht jaar lang heb ik aan in ternationale wedstrijden meegedaan. Die buitenland se reizen heb ik erg boeiend gevonden. Het heeft mijn le ven beinvloed. Je kunt zeg gen dat de sport mijn blikken heeft verruimd. De Nederlan der klaagt vaak, is een mop peraar. Maar vergeleken bij andere landen leven we hier in een paradijs, nog steeds". Gerda Kraan is het lopen nog altijd niet verleerd. Hoewel tennis nu haar voornaamste sportieve bezigheid is. trekt ze nog met een zekere regel maat de sportschoenen aan om een eind te gaan rennen. "Voor een tien kilometer ben ik niet bang. M'n leeftijd, ach, laat dat maar in het midden. Ik voel me nog jong". "Er is de laatste jaren weinig kwaliteit op de Nederlandse voetbalvelden te zien ge weest. Er lopen wel goede spelers rond, heel solide maar door het risicoloze spel is het allemaal weinig specta culair en dan raken de men sen snel uitgekeken. Als je wel wat show, wat verrassing kan bieden zoals het huidige Ajax, dan komen de mensen weer als vliegen op de stroop af. Neem de ploeg van Brazi lië, daar straalt toch de lol en het plezier van af. Een wed strijd van zo'n ploeg kan ik wel tien keer zien". Treiterkoppen Plezier in het spel en een goede onderlinge sfeer, Kreijermaat komt daar regelmatig op te rug. "Wij lachten vroeger wat af iNde kleedkamer. Ik heb onlangs na een meniscusope ratie een paar maanden gere valideerd op de hometrainer by Feyenoord. Als je ziet hoe die jongens nu met elkaar omgaan. Ik wil er niet teveel over zeggen maar erg kame raadschappelijk ziet het er niet uit. Ze praten nauwelijks met elkaar. Niet dat het vroe ger altijd allemaal koek en ei was. Cor van der Gijp en Henk Schouten waren echte treiterkoppen die niet-Rot- terdammers in de maling probeerden te nemen. Ik heb er nooit zo'n last van gehad. Ik katte ze gelijk af en als ze op de training verkeerd wil den, dan gooide ik m'n body er tegenaan en dan was het gelijk afgelopen. Maar er wa ren jongens, die konden er niet tegen. Rinus Bennaers heeft zitten janken in m'n au to. Ik zei: accepteer die peste rijen nou maar, je moet met die gasten spelen en als je het niet accepteert ben je de ge beten hond. Cor van der Gijp was een echte zuiger. En toch, toen ik voor het eerst bij Feyenoord kwam stond hij me op te wachten om me al les te laten zien. Zo was ie dan ook weer". Gravend naar herinneringen komt bij Kreijermaat al snel de wedstrijd in Portugal te gen Benfica boven. "Onver getelijk was dat. Vooral die supporters. In Lissabon zijn we met de spëlersgroep gaan kijken in de baai bij de aan komst van de twee boten. Het 'Hand in hand' schalde over het water. We kregen er kip- pevel van. Jan Klaassens stond gewoon te huilen. Het was een gouden tijd en de vriendschap met de meeste jongens is altijd gebleven". Einde In november'64 kwam aan de carrière van Kreijermaat bij Feyenoord een abrupt einde. Tijdens een wedstrijd tegen Sittardia kwam 'Beertje' in botsing met Joep Beckers en brak daarbij zijn been Dat was een heel ingewikkelde breuk. Elf maanden liep Kreijermaat in het gips. "Die botsing heeft heel wat stam pij gegeven. Beckers maakte een sliding, mijn been raakte onder zijn been. Mijn been bleef staan en het bot knapte als een lucifertje. Beckers kermde. Iedereen dacht dat hij iets had gebroken. Maar dat was ik dus". "In mijn ogen heeft hij het niet expres gedaan. Ik geef hem met de schuld. Maar hij trok het zich erg aan Hij was volkomen kapot, wil de stoppen met voetballen. Hij heeft zitten huilen aan m'n ziekenhuisbed. Hij was al 39 jaar en één van de spor tiefste spelers. Maar ja, ik was destijds behoorlijk populair, bijna publiek bezit en van die botsing werd een enorme hei sa gemaakt. Foto's in de krant, beelden op de tv, daar lag ik op een brancard. En steeds de naam van Beckers er bij. Ik heb rustig met hem gepraat en gezegd dat hij ge woon door moest gaan, zijn carrière moest afmaken". "Voor mij was het topvoetbal toen wel afgelopen. Feye noord geloofde er ook niet meer in. Na twee jaar halen en brengen heb ik nog een jaar in het betaalde voetbal gespeeld bij Xerxes/DHC. En na de liquidatie van die club nog een paar jaartjes bij dc amateurclub Overmaas. Ik heb wel geknokt om terug te komen. Vooral toen men zei: je kunt het verder wel verge ten. Wat ik allemaal niet heb gedaan. Ik was dag in dag uit in het stadion bezig. De ande re jongens vonden het wel eens zielig, die zeiden: joh, zou je nou wel doorgaan". Griezelig "Ik had zes nieuwe gipsen ge had M'n dijbeen was 16 cen timeter dunner geworden en m'n onderbeen scheelde 9 centimeter. Griezelig ge woon, mijn been was een latje en als je dan weet hoe mijn been geweest was. M'n enkel is nooit helemaal meer honderd procent geworden Maar door wijziging van m'n traptechniek kan ik toch weer behoorlijk een bal spe len". En voetballen doet Kreijermaat nog steeds, in de teams van oud-Feyenoord en van oud- Oranje. Daarnaast is Kreijer maat, in het dagelijks leven werkzaam als chef dienstin- deling bij de Rotterdamse Elektrische Tram (RET), be trokken bij het voetballen als trainer Momenteel bij de zondagderdeklasser Dubbel dam. Bij z'n voetbalbezighe den wordt hij bijna onvermij delijk met z'n bijnaam Beer tje geconfronteerd. Kreijer maat over die bijnaam:"Dat kwam, we speelden met Elinkwijk tegen PSV Het had gesneeuwd. De sliding was één van m'n sterke pun ten dus ik raakte zo'n beetje onder de sneeuw. Ik ben in die wedstrijd enorm tekeer gegaan, conditioneel wel te verstaan. Het ging heerlijk. Pas tegen het einde werd het minder Een journalist schreef toen: tien minuten voor het einde werd ook de beer moe. Die betiteling zal ook wel wat te maken heb ben gehad met mijn korte, gedrongen postuur. Toen ik wat later bg Feyenoord te recht kwam zei voorzitter Kieboom bij het voorstellen: we hebben nou een speler met een bijnaam. Ik heb het niet erg gevonden. Soms was het wel eens vervelend als ie mand me ergens herkende en dan keihard door de zaak schreeuwde: hè beer. Maar verder ben ik eigenlijk altijd wel een beetje trots geweest op die bijnaam".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 17