Schiermomiikoog
is de rust zelve
"Lekkere" dagtochten in eigen land
Sneek ademt nog steeds de oude welvaart
JE RUIKT ZE
AL VAN VERRE
Hogeland: iets voor de liefhebber
Drabbelkoek uit Sneek
Extra
,Het zou best eens een mooie
zomer kunnen worden". Hoe
vaak hebt u het dit jaar al
gehoord? En heeft u ook be
sloten om het dan dit jaar
maar wjer eens in eigen
land te proberen. Of is het u
ook te duur geworden, die
lange reizen naar het buiten
land en gaat u daarom dit
keer eens lekker naar Zee
land of naar Friesland.
Groot gelijk, want er is ge
noeg dat u nog niet hebt ge
zien.
Wij gingen de afgelopen we
ken op pad en keerden terug
met hapklare trips. Want
een leuk dagje uit moet je
proeven. Een echte dagtocht
gaat erin als... juist, koek.
Wie ooit in Sneek is geweest heeft daar ongetwijfeld bussen met
Sneeker drabbelkoeken gezien. Bekend zijn deze koeken bijna
alleen in Friesland, omdat ze nergens anders te koop zijn. Op
zoek naar de drabbelkoekenfabriek werden we verwezen naar
de Oosterkade 22. Wat we daar aantroffen leek in de verste verte
niet op een fabriek. Sterker nog, de drabbelkoekenfabriek be
staat uit een machine van 4 m2!
De drabbelkoek is een familieprodukt van de familie Haga. De
vierde generatie Haga staat in het zomerseizoen met drie men
sen de koeken te maken. Oorspronkelijk gebeurde dat met de
hand, maar sinds 60 jaar is de drabbelkoek een machinaal pro-
dukt.
Drabbelen is een oud woord voor schudden en dat verklaart met
een de produktiewijze. Een trechter met deeg wordt door een
machine heen en weer geschud boven een bak met roomboter.
In de trechter zitten bovendien drie gaatjes, die ervoor zorgen
dat de koek bestaat uit een aantal lagen van sliertjes deeg. Na
een paar minuten wordt de deegplak met een vork van het appa
raat gehaald. Overtollige roomboter druipt er daardoor van af en
de koek, die langzaam hard is geworden, is klaar.
Over het recept is de familie Haga duidelijk. Dat wordt niet gege
ven. Wel mag iedereen weten dat het bestaat uit vier soorten
meel, suiker, eieren en roomboter.
Sneek een stad die voor iedereen wel iets aardigs heeft.
De vrouw van Thomas Klontje
kijkt verrast op. „Dat is nou
toevallig, ik heb net twee blik
ken ingepakt om ze naar Ca
nada te sturen". Dat had de
oude Martinus 70 jaar gele
den niet durven dromen: zijn
zandtaartjes helemaal over
de oceaan
Martinus woonde in Rotterdam
en was zeeman tot hij op een
dag tegen vrouw en kinderen
zei dat ze de meubels in moes
ten pakken omdat hij een
bakkerij op Schiermonnikoog
had gekocht. Martinus begon
wat te experimenteren met
meel en suiker en even later
was het enige echte Schier-
monnikoger Zandtaartje ge
boren. Het recept is natuur
lijk geheim.
Kleinzoon Thomas, de huidige
eigenaar en nu de enige ban
ketbakker van het eiland wil
slechts prijsgeven dat hij al
leen roomboter verwerkt. In
de zomermaanden bakt hij ze
dagelijks. Zijn vrouw: „Dat
vinden de toeristen leuk hè, ze
nemen vaak een blik mee
naar huis om als cadeautje te
geven. Echt iets van het ei
land, zeggen ze dan en zois het
ook. Je kunt ze nergens an
ders kopen. En volgens de ou
de Schiermonnikogers sma
ken ze nog net als toen". Ver
krijgbaar in blik, trommel en
los, per ons.
Afgezien natuurlijk van het vroege
opstaan, is eigenlijk alleen het
idee al erg leuk. Die aflopende
wekker van kwart voor zes is
zelfs de meest verstokte langsla
per vergeten als hij nauwelijks
vier uur later op een oerdegelijk
rijwiel door het golvende duin
landschap van Schiermonnikoog
glijdt. Die ervaring doet je zelfs
de peperdure aanschaf van een
strippenkaart van 3,55 gulden,
waarmee je dan achteraf slechts
één ritje kon maken, geheel ver
geten. Want Schier is mooi, erg
Wie werkelijk van een dagje
Schiermonnikoog wil genieten
moet de boot nemen, die om ne
gen uur vanuit Lauwersoog ver
trekt. Gewend als we zijn aan
overtochten van tegen de twee
uur naar eilanden als Vlieland en
Terschelling, kijken we verrast
op als na ruim een half uur de
mede-opvarenden hun bagage
bij elkaar pakken en richting
loopplank beginnen te schuife
len. Zo'n overtocht is nog een
keer te doen, vooral met kinde
ren. Lang genoeg om van het
wad te genieten en te kort om het
vervelend te gaan vinden.
De dagtrip leent zich bij uitstek om
het eiland per fiets te verkennen.
Voor vier gulden zijn er diverse
verhuurders bereid een rijwiel
aan uw zorgen toe te vertrouwen.
Mooi, zonnig weer is er leuk bij,
maar zelfs een beetje regen en
wind, hoeft de pret niet te druk
ken, want bos en duinpannen
zorgen eigenlijk voortdurend
voor beschutting.
Ruim twee uur op de fiets geeft de
dagtoerist echt de indruk het ei
land aardig te hebben verkend.
Friesland is Nederlands waterprovincie bij uitstek. Zeilen
en de Elfstedentocht zijn sinds jaren onomstotelijk ver
bonden met 'Fryslan'. Daarnaast zijn er vele andere tradi
ties. De tweetalige naamborden langs de wegen bijvoor
beeld getuigen van het bijzondere karakter dat de Frie
zen hun geboortegrond toedichten.
In het westen van de provincie van
de Beerenburg ligt het stadje
Sneek, ofte wel Snits, zoals de
Friezen zeggen. Sneek is onder
meer bekend door zijn jaarlijkse
Sneekweek, het skutsjessilen en
de wereldvermaarde zeilmakerij
en van Gaastra.
Behalve zeilen (er is een flink aan
tal zeilscholen en botenverhuur-
bedrijven rond het Sneeker-
meer) biedt Sneek zoveel interes
sante bezienswaardigheden, dat
het bij uitstek geschikt is voor
een dagtocht.
Handel
Sneek heeft een rijk handelsverle
den en dat heeft zijn sporen dui
delijk nagelaten. Vanwege de
drukte is het, om daarvan te ge
nieten, raadzaam niet in de Snee
kweek (dit jaar van 7 tot en met
12 augustus) een bezoek aan het
stadje te brengen.
Verschillende monumenten herin
neren aan de tijd dat Sneek de
enige ommuurde stad was van
Friesland. De Waterpoort is een
typisch voorbeeld van een over
blijfsel van de oude vesting
Sneek. In 1495 begon de Sneker
burgerij in allerijl met het graven
van de huidige stadsgrachten.
Daarlangs werden wallen opge
worpen, die werden voorzien van
torens en poorten. Men was als
de dood dat de Groningers
Sneek zouden binnenvallen.
De Waterpoort is de enige die is
overgebleven. Het is het handels
merk geworden van Sneek. Op
vallend is dat de klok van de
poort als het goed is vijf minuten
voorloopt, een oude gewoon van
de poortwachter, die iedereen in
de gelegenheid wilde stellen op
tijd in de stad te zijn. De boven
bouw van de poort is niet met
krijgskundige bedoelingen ge-
-Markt
Ook het Grootzand, een van de
drukke winkelstraten van Snits,
ademt nog die sfeer uit. De mees
te huizen aan het Grootzand zijn
ouder dan de vaak uit de vorige
eeuw stammende gevel doet ver
moeden. Op dinsdag wordt in de
ze straat markt gehouden. Ook
dat is traditie. Vroeger voerden
de schepen via de Waterpoort de
handelswaar aan. Aan het einde
van de straat is een fotozaak,
waar destijds het huis heeft ge
staan waar de beruchte Friese
vrijheidsstrijder Greate Pier in
1520 is overleden. Hij werd be
graven in de Grote Kerk in
Sneek. Het graf ligt onder de
planken vloer.
Het Kleinzand vormt met zijn
reeks 18e-eeuwse koopmanshui
zen de 'Herengracht' van Sneek.
Op nummer 12 staat een in 1844
gebouwd koopmanshuis, waarin
tegenwoordig het Fries Scheep
vaartmuseum is gevestigd. Over
kooplui gesproken: wist u, dat
het kledingconcern C en A uit
Sneek stamt? Carl en August
Brenninkmeijer vestigden in
1842 hun eerste winkel aan de
Oosterdijk.
Stadhuis
Wat zeker niet jnag ontbreken in
het rijtje historische beziens
waardigheden is het stadhuis in
Sneek, dat in de 16e eeuw werd
gebouwd. Op de bovenste ver
dieping bevindt zich de Schut-
terskamer, waarin de voorwer
pen worden bewaard die destijds
aan de schutterij toebehoorde.
Ook is in deze kamer de ijzeren
stormhoed te vinden van Greate
Pier.
Tenslotte de innerlijke mens. Er
zijn zoveel leuke caféetjes, res
taurants, lunchrooms en wat dies
meer zij, dat ook hiervoor geldt:
In Sneek voor elk wat wils.
Oude wijven
De schelpenpaden voeren door
een uniek stukje natuur, waarin
de liefhebber van flora en fauna
volledig aan zijn gerief komt.
Vergezichten wisselen zich af
met intieme hoekjes, die zich bij
uitstek lenen om de meegebrach
te boterhammen te verorberen of
om samen kleine torretjes van
dichtbij te bekijken. Een leuke
stop kan worden gemaakt bij de
Berkenplas, waar met het oog op
het zomerseizoen juist momen
teel de laatste hand wordt gelegd
aan een recreatieplek.
Als we via de camping terugkeren
in het dorp kan de fiets (afgeslo
ten) worden geparkeerd, want
het eigenlijke dorpje is zo klein
dat het fietsend binnen drie mi
nuten aan het oog voorbijtrekt.
Lopend ontdek je meer van de
karakteristieke charme. Het ge
heel ademt rust, zelfs in het
hoogseizoen, wanneer de bevol
king zo'n 8000 mensen omvat.
Dat is tien keer zoveel als in stille
tijden wanneer het schiere volkje
het alleenrecht heeft.
De afwezigheid van auto's - Schier
monnikoog heeft net als Vlieland
een politieverordening die het
toeristen verbiedt de auto mee te
nemen naar het eiland - draagt
ongetwijfeld bij tot die rust. Ook
het strand biedt unieke moge
lijkheden. Geen van de wadde
neilanden heeft zo'n breed
strand als Schiermonnikoog.
Zelfs het smalste gedeelte is al
tijd nog 200 meter breed.
Nadeel is slechts dat de camping
nogal ver - hoewel, wat heet ver
op deze zandplaat - van het
strand verwijderd ligt. Ander
zijds, de ligging van het kam
peerterrein is wel dusdanig dat
het dorp gemakkelijk bereikbaar
Dat dorp overigens wordt gewoon
'het dorp' genoemd. Eigenlijk
heet het Oosterburen, maar om
dat er geen ander dorp het eiland
is heet het dus 'het dorp'. Wester-
buren heeft ooit ook bestaan,
maar is in de 18e eeuw door de
zee opgeëist.
Centraal in het dorp staat het
standbeeld van de Schiere Mon
nik. Dit monument is 20 jaar ge
leden neergezet ter nagedachte
nis aan de monniken van het
Oostfriese klooster Claerkamp
Auto's zijn verboden op het eiland, je kunt er dus zonder gevaar met het hele gezin fietsen.
die omstreeks de 14e eeuw als
vroege wadlopers bezit namen
van het eiland, dat later eigen
dom werd van de Staten van
Friesland. Via het geslacht Sta-
chouwer en een zekere heer
Banck werd de boel in 1878 ver
kocht aan de Duitse graaf Von
Bernsdorff, wiens nakomelingen
het tot het einde van de Tweede
Wereldoorlog in bezig hielden.
Pas in 1945 werd het officieel Ne
derlands grondgebied en daar
mogen we best blij mee zijn.
Want Schier is zowel een aanra
der voor een dagtocht, als voor
een echte zomervakantie.
Voor een complete dienstregeling
van de boot is het aan te bevelen
een telefoontje met de plaatselij
ke VW te plegen (05195-233).
Oude Wijven. Wie niet
een beetje thuis is in
het Noorden, zal bij die
woorden in eerste in
stantie denken aan eni
ge verzuurde dames op
leeftijd, waarvan de fi-
nefleur reeds lang
verleden tijd is.
Het is een voor de hand liggend
misverstand. Zelfs in het
Noorden zijn er mensen die
denken dat deze koek zijn
naam aan enkele oude dames
te danken heeft. Patissiers
met gevoel voor de traditie
van hun vak weten wel beter.
In Noordoost-Nederland
werd eertijds de winter aan
geduid als de periode van de
oude wijven.
En aangezien deze koek bij
voorkeur werd geconsu
meerd op het ijs bij de koek
en zopiekraam kreeg zij de
naam oude wijven.
Even het fijne onderscheid tus
sen kenners en niet-kenners:
een connaisseur heeft het
over oude wijven. Wie het
niet kan laten het achtervoeg
sel koek te gebruiken valt ge
nadeloos door de mand. Wat
dat betreft gaat koekebakker
Klinkhamer uit Uithuizen
evenmin geheel vrijuit. Wel
iswaar bakt hij per jaar 1300
ton oude wijven, ofte wel
ruim 2,5 miljoen koeken. In
zijn advertenties gebruikt hij
toch het woord koek.
Waar hij zich Groninger in
toont is de mededeelzaam
heid over het recept. „Tja, er
zit dus anijs in, ja", wil hij
nog wel kwijt wanneer hem
naar de samenstelling wordt
gevraagd. Het is geen verras
send antwoord, wie niet ge
heel snipverkouden is, heeft
de anijs al van drie straten
ver geroken. Verder blijft het
geheim van Uithuizen goed
bewaard. Wat dat betreft zijn
de plaatselijke bakkers erg
zwijgzaam. Alleen bij bakker
Veen in Hoofdstraat-Oost
zijn ze iets opener. „Met of
zonder rozijnen?", mag de
klant daar zelf invullen.
Voor de meesten van ons zal het
Hogeland niet als eerste op het
lijstje van favoriete vakantiebe
stemmingen staan. Dat is jam
mer, niet alleen voor het Hoge
land, dat zoveel te bieden heeft,
maar vooral voor die mensen, die
nu ergens anders in een file langs
de bezienswaardigheden kunnen
sjokken, terwijl ze het in het Gro
ningse zo op het gemak hadden
kunnen bekijken.
„Maar we krijgen toch nog wel zo'n
50.000 bezoekers per jaar", roept
de beheerder van de Menkema-
borg pijnlijk getroffen uit, wan
neer zijn museum wordt inge
deeld bij de leuke onbekende
plekjes.
Vandaar dus, dat wij de voorkeur
geven aan die Groninger borg in
Uithuizen, een dorp aan het
roemruchte spoorlijntje naar
Roodeschool, ons noordelijke
station. Misschien is dat wel een
van de charmes van Uithuizen, je
vindt er zo weinig mensen, die er
per ongeluk terecht zijn geko
men of die er toevallig langs
kwamen. Neen, wie naar het Ho
geland gaat, heeft er voor geko-
Hoofdattractie van het dorp is de
Menkemaborg, sinds het begin
van deze eeuw in bezit van het
Groninger Museum Stad en Lan
de en sinds 1927 opengesteld
voor het publiek. Voor de histo
risch geïnteresseerden: een borg
is te vergelijken met de haveza-
then maar de meeste zijn veel
eenvoudiger van karakter. De
Menkemaborg, hoewel in de
loop der eeuwen een paar keer
verbouwd, behoort in zijn uiter
lijk tot de wat soberder borgen.
De huidige vorm kreeg het huis
in het begin van de achttiende
eeuw. De familie Alberda van
Menkema had stadsbouwmees
ter Allert Meijer opdracht gege
ven er iets moois van te maken.
Gelukkig is de borg geen enorme
pronkkast geworden. Weliswaar
word je even stil, wanneer je in
de zaal een compleet pijporgel in
een kabinet gebouwd ziet, als
een soort verre voorloper voor
het harmonium, maar al snel
maakt de bewondering plaats
voor een gevoel van vertedering
wanneer je in de kamers de vele
stoofjes ziet staan. Wie verslaafd
was aan de tv-serie Upstairs-
downstairs komt in de Menke
maborg ook aan zijn trekken. De
paar treetjes die de keuken lager
ligt, zijn niet voldoende om het
standsverschil aan te geven.
Voor wie dit stukje sociale onge
lijkheid al te beklemmend is, die
kan in de tuin even een frisse
neus halen. Rond de borg ligt na
melijk een prachtige achttiende-
eeuwse tuin, compleet met krui
dentuin, doolhof en zonnewijzer.
Vooral die laatste is het bekijken
waard, niet zozeer vanwege de
vorm maar vooral om de inge
nieuze constructie. Op die zonne
wijzer kunt u meteen zien of het
al etenstijd is. Wie wat uitgebrei
der wil lunchen kan het beste
naar het dorp gaan, maar waar
schijnlijk is het leuker, vooral
wanneer er kinderen bij zijn, om
in het Schathuis van de borg
pannekoeken te eten, al dan niet
met witte stroop. Bij zo'n schat
huis moet u trouwens niet den
ken aan de een of andere kluis
met dikke muren; het is de plaats
waar vroeger het vee werd ge
stald.
Tot slot nog een kleine waarschu
wing. Wanneer u door de tuin
loopt langs de buitenste gracht,
let dan even op de reigerkolonie,
die daar in de bomen huist.