"Tijd van het kleine
bankieren is voorbij"
De redders
van Venetië
350 Nederlanders bekommeren
zich om cultureel wereldbezit
E,,,a
Het afscheid van mr. Piet Slavenburg
ZATERDAG 22 MEI 1982
"Een aimabel,
hoogst beminnelijk
mens met een grote
betrokkendheid bij
zijn medewerkers".
Wie je ook over
hem spreekt, dat
oordeel keert
steeds terug. Ook
het gesprek bij ge
legenheid van zijn
afscheid als voor
zitter van de raad
van bestuur van de
N.V. Slavenburg's
Bank kan tot geen
andere conclusie
leiden.
"Mr. Piet" (zoals hij op de bank
wordt genoemd) Slavenburg
verliet vorige week na een re
ceptie in de Rotterdamse
Doelen de post die hij 19 jaar
heeft bekleed. Burgemeester
Peper, zijn overbuurman aan
de Coolsingel, bracht hem
niet alleen een belangrijk ca
deau namens de gemeente,
maar verraste hem ook, op
gezag van koningin Beatrix,
met de benoeming tot ridder
in de orde van de Nederland
se Leeuw, één van de hoogste
onderscheidingen hier te lan
de.
Niet veel mensen zullen het
laatste jaar vóór de pensione
ring als het rumoerigste in
hun loopbaan kunnen be
schouwen, voor hem geldt
dat waarschijnlijk wel. De
bank die zijn vader Thijs in
1925 met een startkapitaal
van 200.000 oprichtte en die
zijn zoon jarenlang met groot
Druk
Zoals bij vele banken stonden
ook bij Slavenburg als gevolg
van de economische terug
gang de resultaten onder gro
te druk. Tegenvallers, onder
meer in de divisie onroerend
goed, noopten tot een verbre
ding van de financiële positie
van de bank. Aansluiting
werd gezocht en gevonden
bij één van de grootste ban
ken ter wereld, de Franse
Crédit Lyonnais, die aanvan
kelijk een vijftig procents
deelneming in Slavenburg
nam en inmiddels 78 procent
van de aandelen bezit. De
laatste zelfstandige middel
grote bank in Nederland
kreeg daarmee een andere
structuur; een operatie die ui
teraard niet met een eenvou
dige pennestreek was uitge
voerd en van Slavenburgs'
topman mr. Piet het een en
ander moet hebben gevergd.
Hij doet daar zelf uiterst relati
verend over. "Het enige datje
je enige tijd tevoren kunt
voornemen is dat je met 65
wilt stoppen. Wat er in zo'n
laatste jaar gebeurt, dat kun
je niet zelf bepalen. Ik kan al
leen maar zeggen, nu ik weg
ga, dat ik het grootste ver
trouwen heb in de toekomst
van de bank. Zowel door de
nieuwe structuur, als door
de verbreding van het draag
vlak.
De opvolgingskwestie heeft
volgens Slavenburg een be
langrijke rol gespeeld in het
besluit om aansluiting te zoe
ken bij een andere bank. "Ik
heb me daar zorgen over ge
maakt. We waren met de
bank op een punt aangeland
waarop we niet alleen verder
konden. Maar laten we bij het
begin beginnen. Bij een af-
Onbekend
"Mijn vader werkte destijds bij
de Incassobank in Schiedam
en kon op een gegeven mo
ment bij diezelfde bank in
Rotterdam gaan wernen,
voor het driedubbele salaris.
Hij wees dat af. omdat hij lie
ver voor zichzelf wilde begin
nen. Dat was in '25. Ik kreeg
mijn opleiding bij de Neder-
landsche Handelsmaatschap
pij en kwam in '42 bij Slaven
burg als beheerder van het
kantoor in Dordrecht. In '47
kwam ik naar Rotterdam,
twee jaar later werd ik onder
directeur, een jaar later direc
teur van de vennootschap en
in '63 kreeg ik de leiding van
de hele bank. In de oorlog
hadden we vier kantoren, in
'54 waren het er zeventien en
inmiddels zijn het er 103".
"Toen we begonnen waren we
klein, we hadden niet de er
kenning die je als bank nodig
hebt. Wij waren niet verte
genwoordigd in de syndica
ten, we waren onbekend.
Wel, ik ben in het bestuur van
de Rotterdamse bankiersver
eniging gekomen, later in de
landelijke bankiersvereni
ging. Het heeft heel lang ge
duurd voordat we meetel
den".
"Voor een bankier is het be
langrijk dat je je onder de
mensen begeeft en ze leert
kennen. Daardoor krijg je
klanten. Ik heb altijd maat
schappelijke functies gehad.
Ben penningmeester van het
Rode Kruis in Dordrecht ge
weest. Nee niet alleen omdat
het goed was voor de bank;
het had mijn belangstelling.
Voor de contacten en om
geld aan te trekken was een
kantorennet een voorwaarde.
Andere banken hebben dat
volgens mij te laat gezien."
Mees, Slavenburg en de Neder-
landsche Credietbank bleven
aanvankelijk buiten de fusie
golf waaruit giganten als de
ABN en de AMRO in de jaren
zestig tevoorschijn kwamen.
Dit drietal zocht twaalf jaar
geleden wel steun bij Ameri
kaanse banken.
Deelneming
"De Amerikanen waren toen
vreselijk geïnteresseerd. Wij
zijn met The First National
Bank of Chicago in zee ge
gaan. Die hadden aanvanke
lijk een belang van 11%, dat
werd later 20% en toen weer
zo'n 10%. Die deelneming
was belangrijk. Je kunt aan
sluiten bij een bank met een
groot internationaal kanto
rennet. Overname, daar had
den wij geen zin in. Dan word
je van de kaart geveegd"
Voor Mees en Pierson bleek
overname uiteindelijk onver
mijdelijk.
Mees ging naar de ABN, Pier
son naar AMRO, Van Lan-
schot kreeg de RABO en de
Britse National Westminster
Bank als grootaandeelhoi'
der. Voor de Nederlar d-
Bank was dat het tijdsti.
de fusieneiging van de grote
banken in Nederland aan
banden te leggen en via de
Wet Toezicht Kredietwezen
de ABN en de AMRO nieuwe
fusies en samenwerkingen in
feite te verbieden. Slaven
burg richtte de blik op het
buitenland.
"Wij voelden veel meer voor
een buitenlandse bank, om
dat het ons juist om de inter
nationale markt ging. In Ne
derland zaten wc al. Onze
handelsclientèle steeds meer
internationaal gericht. Wij
moesten voortgaan met auto
matiseren. Om bepaalde acti
Mr. Piet Slavenburg: tegenwoordig vragen i
moeder...
viteiten te kunnen doen,
moet je groot zijn. De tij van
het kleine bankieren is helaas
voorbij. Je hebt de voortdu
rende dwang om je kapitaal
uit te breiden. En het aan
trekken van goede vakmen
sen. Dat werd steeds moeilij
ker. Je trekt eens iemand aan
van een collegabank. Zo'n
bank doet hetzelfde bij jou;
daar schiet je niets mee op".
Een jaar of vijf, zes geleden za
ten de banken in de Verenig
de Staten in de problemen en
Chicago wilde de samenwer
king met ons niet uitbreiden.
De Amerikaanse belangstel
ling voor Nederland begon
toen al te verminderen. Heel
jammer, want ik vind het een
schitterend land waar wij
veel van kunnen leren. Toen
zijn we bij de Fransen ter-
recht gekomen".
Gevoel
merkwaardig dat zij, onze
belangrijkste handelspart
ners. in Nederland buiten de
banken zijn gebleven.
"Ja, ik heb dat ook altijd heel
vreemd gevonden. De Amen-
kanen zitten hier, de Enj_ zee1
sen ook, maar de Duitsers
niet. Ze willen dat niet. Cré
dit Lyonnais is een grote
bank, die over de hele wereld
werkt, maar niet in Neder
land. Dat maakte het voor
ons aantrekkelijk. Dan hoef
den we geen kantoren samen
te voegen en dat soort za
ken".
Het werd een vijftig procents
belang, niet meer en niet min
der, zo stond in het biedings-
bericht. Onder druk van de
tegenvallers bij de bank heb
ben de Fransen 78 procent in
middels aan de aandelen.
"Als iemand vijftig procent
heeft dan is er al sprake van
een vergaande samenwer
king. Dan maakt het eigenlijk
niet meer uit Dan is het meer
een gevoelskwestie. Onze fi
nanciële basis is verbreed,
dat is belangrijk om in de toe
komst verder te kunnen
groeien. De organisatie is ver
beterd. wc gaan door met au
tomatiseren We hebben de
plannen die we hier hadden
nu sneller kunnen doorvoe
ren. Dat zijn allemaal voorde
len".
De komst ran de Fransen heeft
ongewtijfeld een sfeerveran
dering op de bank oebracht.
In de vergaderingen ran de
raad can bestuur wordt geen
Nederlands meer gesproken.
Hoe is dat gegaan
"Dat valt allemaal reuze mee.
In de raad van bestuur wordt
Engels gesproken Maar Vi-
gon, myn opvolger, verstaat
nu al heel goed Nederlands
Er zijn in de pers hele wilde
verhalen verschenen over de
gang van zaken hier, maar ik
verzeker u: het gaat allemaal
heel aardig".
Schoon schip
Er is gezegd: Slavenburg is de
eerste bank waar zware klap
pen vielen, maar het is ook de
eerste die straks schoon schip
heeft gemaakt. In de nieuwe
reclamecampagne profileert
u zich net als Credit Lyonnais
in Frankrijk als zakenbank
U kunt nu ook wat grotere
projecten aan.
"Dat is zo. Vroeger kwam het
wel voor dat we zeiden: dit
wordt toch wel een flink be
drag. zullen we het wel doen
Tegenwoordig (brede glim
lach) vragen we het aan onze
vader en moeder en die zun
zeer geïnteresseerd.
Uw werk zit er op. Wat nu?
Ik ga eerst een rustig naden
ken. Ik wil mijn activiteiten
in Nederland stoppen, geen
commissariaten nurr. ii.it i
niet meer nodig nu. Maar Ik
ga waarschijnlijk wel wat an
ders doen. Amerika boeit me
bijvoorbeeld zeer. Het is alle
maal nog wat vaag en het
hangt natuurlijk ook op wat
mijn vtouw wil Maar nog wel
wat doen denk ik".
Het gaat om het behoud
van Venetië. Zo'n
driehonderdvijftig
'Nederlanders
bekommeren zich
daarom. Ze noemen zich
'De Poorters van
Venetië' en maken
jaarlijks vijfenzestig
gulden over op de
girorekening van de
gelijknamige in Heiloo
zetelende vereniging,
die daarmee dringende
restauraties financiert
van kunstwerken en
monumenten in de
Lagunestad.
Waarom? Omdat, zo menen De
Poorters, Venetië een cultu
reel wereldbezit is en in nood
verkeert. Jaar in, jaar uit ligt
de Adriatische Zee op de loer
om bij storm de oude stad on
der water te zetten. Regelma
tig is de Venetiaanse lagune er
al door geteisterd. In 1966 had
dit rampzalige gevolgen.
De vierde november van dat
jaar werd voor Venetië een
zwarte dag. Een krachtige
stormvloed overspoelde vrij
wel de gehele oude stad.
Deze Citta Vecchia is gebouwd
op 118 eilandjes die door circa
vierhonderd bruggen met el
kaar zijn verbonden. Tot voor
kort verkeerden deze eilandjes
in een zinkende toestand, wat
vooral 's winters overstroming
tot gevolg had.
Dat zinken werd voornamelijk
veroorzaakt door de fors
groeiende industrie en door de
landbouw op het vasteland, die
met behulp van enorme water
pompen steeds meer water aan
de ondergrond onttrokken.
Een andere oorzaak lag ver
scholen in het uitdiepen van de
vaargeulen in de lagune ten be
hoeve van de toenemende acti
viteiten in het Venetiaanse ha
vendeel Marghera.
Corrosie
De Italiaanse autoriteiten ont
ging een en ander niet. Om de
stad doeltreffend tegen de
weerbarstige invloeden van het
water te beschermen werd een
ambitieus plan uitgedacht, ver
gelijkbaar met onze Deltawer
ken.
In vervolg daarop aanvaardde
het Italiaanse parlement mei
1973 een noodwet voor de red
ding van Venetie. Voor dat doel
werd, uitgesmeerd over vijf
jaar, zeshonderd miljoen gul
den beschikbaar gesteld.
Resultaten zijn er inmiddels.
Anno 1982 zinkt Venetie bij
voorbeeld niet meer. Althans
niet meer dan andere steden.
Voor de waterbehoefte van de
industrie is een enorme pijplei
ding aangelegd, die het gebruik
van de waterpomp nagenoeg
overbodig maakt en derhalve
verzakking van de Citta Vec
chia vóórkomt. Een tweede
pijpleiding komt binnenkort
gereed.
Andere problemen wachten
nog op een oplossing. Neem
vocht. Door de verhoging van
Foto Dirk Kettingj
de waterstanden is dat in de
muren van vele gebouwen ge
trokken. Menig schilderij en
menige fresco is daardoor aan
getast.
Cofrosie heeft op de Venetiaan
se kunstschatten een al even
verderfelijke invloed. Dit aan
tastingsproces. dat een gevolg
is van de (industriële) lucht
verontreiniging, kan onherstel
bare schade aanrichten aan
beeldhouwwerken en gevels
van gebouwen. Veel is al verlo
ren gegaan en wanneer er niet
snel wordt opgetreden, zal zo
beweren ingewijden - binnen
veertig jaar de helft van de nu
nog aanwezige kunstschatten
verdwenen zijn.
Hulp
Op het Venetiaanse stadhuis is
dat, zo blijkt nu, niet tegen do
vemansoren gezegd. De eerste
maatregelen om de luchtver
vuiling van de hoofdzakelijk
chemische industrie in de La
gunestad aan banden te leggen
zijn reeds genomen. De reste
rende gedragsregels zullen bin
nen enkele jaren van kracht
worden.
Minstens zoveel aandacht is tot
dusverre aan het waterkerings
probleem besteed. Zo goed als
zeker zullen spoedig in de uil-
mondihgen van de lagune aan
de zeezijde stormvloedkerin
gen worden aangebracht. Daar
door wordt het peil van de wa
terstand geregeld en dat zal de
nodige bescherming bieden te
gen wateroverlast als gevolg
van storm.
Een en ander is voor een be
langrijk deel de verdienste van
de Italiaanse overheid Maar
OOk de UNESCO doet een aar
dige duit in het zakje. Deze we
reldorganisatie, die een spe
ciaal kantoor heeft in Venetie,
probeert langs allerlei wegen
het nemen van maatregelen tot
redding van de stad te stimule-
Waar de Italiaanse regering
nogal eens weifelt buitenlandse
hulp te aanvaarden, daar pro
beert de UNESCO buitenland
se instanties ervan te overtui
gen hoe dringend Venetie ver
legen zit om financiële hulp
In een aantal landen heeft dit
geleid tot de oprichting van
particuliere comité's. die zich
ten doel hebben gesteld de
nood in Venetië zo veel moge
lijk te lenigen. In ons land heb
ben zich daartoe De Poorters
van Venetië verenigd.
Actie
Met hun hulp en die van vele
landen is er onder leiding van
de UNESCO al enige jaren een
internationale actie aan de
gang voor de inventarisatie en
het herstel van schilderyen,
fresco's, beeldhouwwerken, ar
chieven. bibliotheken en histo
rische gebouwen.
Zo kon dankzij de gulle hand
van Engeland het befaamde
Palazzo Du ca le (Dogenpaleisi
weer helemaal worden opgeka
lefaterd
De Poorters van Venetie heb
ben hun bydrage tot nog toe
aan minder gerenommeerde
bouwwerken geleverd. Dankzij
dit Nederlandse comité kon in
de afgelopen vyf jaar de voor
gevel én het Callido orgel van
de San Zaccaria worden geres
taureerd. alsmede drie tnptie
ken (uit drie delen bestaande
schilderyen met twee deuren)
van Antonio Vivanni en een
Venetiaans gotisch poortje met
een lunetfa (schildering! uit
1460 van Sergio Bon Qifti n
van instanties als de Europese
Culturele Stichting mana
dit mede mogclyk
„Binnenkortzegt secretaris
G. J. Metzelaar van De Poor
ters. „gaan we beginnen met de
restauratie van de Oratorio di
San Crocifen "Dat is de kapel
van een tehuis voor weduwen
De littekens van 1966 zyn er
nog overal zichtbaar, daar is
nooit wat aan gebeurd. Voor
ons ligt daar dus een mooie
taak weggelegd
„We krygen ook wel verzoeken
om elektnciteitsleidingen te
vernieuwen Maar daar begin
nen wc niet aan Het moét met
de ramp van 1966 te maken
hebben Dat is het enige crite
rium wat wy stellen."
Ontvolking
Thans hebben De Poorters van
Venetie (postbus 132, Heiloo)
voor 180 000 gulden aan ver
plichtingen uitstaan Zoals ge
zegd ter leniging van de cultu
rele nood
Toch is het probleem Venetie
zeer zeker óók van sociale aard
Woningen verkrotten er omdat
enerzyds van toerisme 's win
ters niet te leven valt. ander
zyds omdat de jongeren in toe
nemende mate op het vaste
land gaan wonen, waar zy met
langer afhankelijk zyn van de
benenwagen en de boot.
Woningverbetering krygt thans
dan ook veel aandacht in de
Citta Vecchia Men hoopt daar
mee de ontvolking een halt toe
te roepen en tevens bedryven
en instanties naar de oude stad
te lokken
Venetie is er veel aan gelegen
dat de Citta Vecchia weer een
centrumfunctie gaat vervullen
Plannen voor de aanleg van een
ondergrondse stadsspoorweg,
teneinde betere verbindingen
met de regio tot stand te bren
gen. zyn dan ook nog niet van
de baan