Voor nieuwe banen is koopkrachtoffer nodig Nederland op zwart zaad (5) Extra DINSDAG 20 APRIL 1982 Als dit mijn dagboek was, dan markeerde ik dit verslag met een witte steen, zoals Lewis Carroll, de schrijver van 'Alice m Won derland' deed. als hij een dag had beschreven waarvan hij het gevoel had dat deze een bijzonde re betekenis voor zijn leven zou hebben. Mijn witte steen geldt dan vooral Ajax-PSV. niet zozeer vanwege de wedstrijd fik heb wel mooiere wedstrijden gezien, zij het weinig mooiere vrije schop pen dan die van Soren Lerby), als wel vanwege de entourage. Alles iverkte zondag mee. Prach tig weer, maar toch niet zo 'zweet-heet' (zoals mijn kinderen da noemen), dat de spelers tot loomheid vervielen. Toeschou wersweertje, zal ik maar zeggen. Een een vol stadion. Ik mag niet zeggen: 'een bomvol stadion', want dan wek je tegenwoordig verkeerde associaties. Alles ver liep heel vreedzaam, geen char gerende politie, geen bommetjes, geen wanklank, hoewel de eerste helft daar genoeg aanleiding toe gaf, zeker nadat én Renè van de Kerkhof enJohan Cruijff het veld geblesseerd moesten verlaten. Hoe dat kwam, die vreedzame sfeer? Omdat PSV-supporters van nature geen weerwerk bie den? Omdat het onhandig logge Olympische Station, met die wie lerbaan en sintelbaan als buffer zone tussen de tribunes en het veld, alle neigingen tot baldadig heid in de kiem smoort? Maar er waren, vanwege de gigantische belangstelling, ook 'noodtribu- nes' achter de doelen en op de wielerbaan geplaatst, dus van daar had ook nog menige Molo- tov-cocktail gegooid kunnen wor den. Maar nee. Geen heibel dit keer. Dankzij het mooie weer? Of dank zij de politiemaatregelen? Bij al le ingangen stonden jonge po litieagenten, in zo'n blauwe over all zonder hoofddeksel (de leef tijdgenoten dus van de notoire herrieschoppers), de binnenstro mende bezoekers met vorsende blik op te nemen, en zodra ze dachten dat er reden was voor fouilleren of afpakken, hielden ze iemand aan. Zo was ik er getuige van dat een bovenste-best knaap je van een jaar of twaalf, dat sa men met zijn vader het stadion binnenkwam ook een boven- stebeste man, zo te zien), deson danks de (dunne) stok moest af geven waaraan hij zijn Ajax- vlaggetje had willen binden. In de nabijheid van de ingang stond een politiebusje, waar en kele agenten in zaten die als win kelbedienden alle binnengeko men waar moesten sorteren en merken. De jongen van de stok kreeg zo'n garderobe-bonnetje (nummer 167), een agent niette niet zonder moeite een tweede garderobe-bonnetje nummer 167 op de stok vast, en deelde de jon gen mee dat hij zijn stok na af loop kon komen afhalen... Vijf kwartier vóór de aftrap was ik binnen de hekken van het sta dion. Dat hoort. Dat heb ik van mijn vader geleerd. Bij zulk soort wedstrijden (in zijn tijd waren dat vooral de Holland-België- wedstrijden, die altijd uitver kocht waren, hoe slecht ze allebei toen ook nog voetbalden) mag je er geen nippertjeswerk van ma ken, maar moet je relaxed naar de wedstrijd toe leven. Wij waren toen ook altijd minstens een uur van tevoren 'binnen de hekken', want dan wilde hij eerst even een blokje om, of beter gezegd: een ovaaltje om: één keer helemaal om het stadion heen wandelen. Hij is nu al veertien jaar dood (zijn tragiek is dat zijn enige lief hebberij zij hele leven lang het voetbal is geweest; zelf heeft hij in Blauw-Wit gevoetbald, hij heeft gescheidsrechterd en bij Blauw-Wit gegrensrechterd, en hij zat in het bestuur van Blauw- Wit; maar dat hij de glorietijd van Ajax en het Nederlands elf tal net niet meer heeft meege maakt), maar om hem te eren, te zijner nagedachtenis zal ik maar zeggen, bij wijze van stille om gang, ben ik gisteren ook een keer om het stadion heen gelopen. Wel met het gevolg dat ik, vanaf een meter of vijftien hoogte, een beker bier over me uitgestort kreeg van een grappenmaker (of toch mijn vader?), zodat ik mijzelf de hele wedstrijd, stinkend naar bier, in een wat volle kroeg waande. Mijn vader genoot van dat om metje. Ik trouwens ook, want je ziet drommen mensen die vrijwel allemaal van die glunderende gezichten hebben. Op het Dam rak, tijdens de spitsuren, zie je dezelfde drommen die naar het Centraal Station lopen of er van daan komen, mensen op weg naar hun werk of daar net van daan komend, maar die glunde ren nooit. Die drommen die naar Ajax-PSV gingen, glunderden dat het een lieve lust was. Maar dat was niet de reden waarom mijn vader altijd even om het stadion wou wandelen. Hij was een geziene figuur in voet bal kringen. veel mensen kenden hem, dus veel mensen zeiden hem dan gedag: 'Hallo, Nico!', of: 'Dag meneer Scheepmaker'. En dan vertelde hij mij wie dat was. En als het heel erg mee zat kon hij zeggen: 'Ik mag hangen als ik weet wie dat was. maar hij schijnt m y te kennen!'. Er hangt een dichte mist over de kabinetsplannen om echt iets te doen aan de werkloosheid. Voor zover er beleid wordt ge voerd, is het een snufje ex portscenario, een snufje nijvere-sectorscenario, een snufje industriescena rio en een snufje verdeel scenario. Door kostenmatiging moet de Ne derlandse uitvoer groeien, er worden wat arbeidsmarktmaat regelen getroffen, er gaat in 1982 maar liefst 14 miljard gulden in de vorm van subsidies en kredie ten naar het bedrijfsleven en ini tiatieven om te komen tot her verdeling van werk worden door de overheid bevorderd. De laat ste tijd gaan steeds meer stem men op om ook een snufje con sumptiescenario extra toe te voe gen. Niet te veel loonmatiging en bezuinigingen op sociale uitke ringen en ambtenarensalarissen; dat kost koopkracht en dus afzet van bedrijven. Dat ze er in het Catshuis zo'n slap pe cocktail van maken komt doordat de coalitiepartners, die meenden door de verkiezingsuit slag tot elkaar veroordeeld te zijn, het volstrekt oneens zijn over de te volgen koers. Het CDA zet het zwaarst in op het export- scenario, dus op matiging van no minale loonkosten, uitkeringen en ambtenarensalarissen. D'66 gelooft vooral in de heilzame werking van het industriescena rio: de overheid moet de ontwik keling van geavanceerde bedrij ven steunen. Als je maar hon derd keer 'innovatie' rofept en zorgt dat de subsidiepot voor gretige vernieuwers in onderne- mingsland beschikbaar is, komt alles dik voor mekaar. Bij de PvdA heeft men eigenlijk geen idee; in het voetspoor van het verkiezingsprogramma Weer werk willen de sociaal-democra ten de leuke dingen uit alle sce nario's combineren, zonder dat er over de kosten wordt gerept. De meningsverschillen over de beste aanpak van de werkloos heid, in combinatie met de finan ciële chaos van dit moment, vor men een vruchtbare voedingsbo dem voor eendagsvliegen en on doordachte proefballons. Alle partijen vluchten voor de cijfers, onaangename waarheden en zichzelf. Alleen in zo'n klimaat rijpen gedachten over een 'so ciaal akkoord' en een volledige loon- en prijsstop, als oplossing voor de huidige problemen. De bijdrage van de oppositie, de WD, is bedorven lucht. Wil die club van mislukte puinruimers weer recht van spreken hebben, dan moeten ze eerst eens met een goed plan komen. Concurrentie Zonder een duidelijke koersbepa ling wordt het niks met de werk gelegenheid. Zonder ingrijpende beleidswijzigingen zullen er de komende jaren weinig extra ba nen bijkomen in de landbouw, in de industrie en in de commercië le dienstverlening, b.v. bij de banken en in de handel. In die sectoren zullen eerder arbeids plaatsen verloren gaan, door in voering van computers en ro bots. Automatisering en roboti sering leiden ertoe dat er meer produktie wordt gedraaid met minder mensen. Nederland mag die modernisering van het pro- duktieapparaat vooral niet afwij zen. Verzet tegen de technische vooruitgang holt de Nederlandse concurrentiekracht op de we reldmarkt uit. Nederlandse on dernemers moeten opboksen te gen buitenlandse collega's die wel de nieuwste machines instal leren, waardoor die anderen goedkoper kunnen produceren. Weinig nieuwe banen in de markt sector van de economie bete kent, dat alleen de kwartaire sec tor (de niet-commercièle dienst verlening van de overheid en van door de overheid gesubsidieerde instellingen) nieuwe werkgele genheid kan opleveren. Kenmerkend voor de vierde sector is dat de geleverde diensten niet worden bekostigd uit marktprij zen, maar grotendeels (voor 90 procent) uit door de overheid op gelegde heffingen: belastingen en sociale premies. Dit kwartai- re-sectorscenario is de afgelopen tien jaar op grote schaal toege past. Tussen 1970 en 1980 steeg de werkgelegenheid in de kwar taire sector met 320.000 arbeids jaren (of volle banen). Toepassing van dit zo'n grote schaal is de komende tijd uitgesloten. Want al die extra werkers in het onderwijs, in de gezondheidszorg, bij het open baar bestuur en in het welzijns werk moeten uiteraard een sala ris verdienen en onder dak wor den gebracht. Salarissen en huis vestingskosten kunnen alleen maar worden betaald uit hogere belastingen, hogere sociale pre mies of door het financierings-te- kort te verhogen. En, anders dan de afgelopen tien jaar, mag dat niet meer, van het regeerak koord. De druk van belastingen en sociale premies moet worden gestabili seerd, mag niet verder stijgen ge durende de komende vier jaar en het financieringstekort gaat op papier zelfs omlaag. De druk van belastingen en sociale premies roept steeds meer verzet op Via slimme juridische constructies of regelrechte fraude proberen belastingbetalers aan hun ver plichtingen te ontsnappen. Bij loononderhandelingen slagen de onderhandelaars van de vakbe weging er als regel in om een groot deel van de opgelegde las tenverzwaringen op werkgevers af te wentelen. Stijgende nomi nale loonkosten zijn het gevolg en dat nekt met name de export. Uitsmeren Het kwartaire-sectorscenario biedt in de tot nu toe gehanteerde vorm dus geen oplossing meer. Gecombineerd met het verdeel- scenario is er echter een wen kend perspectief. De kern van het verdeelscenario is duidelijk: de bestaande hoeveel heid werk en de bestaande sala rissen in de kwartaire sector wor den geleidelyk uitgesmeerd over een groter aantal mensen. Dat kan als volgt. Ieder jaar gaan alle werknemers in de kwartaire sec tor een uur per week minder werken, dat is een arbeidsduur verkorting met 2,5 procent per jaar. Wie korter werkt, zal min der verdienen, dus gaat ook het brutosalaris met 2,5 procent per jaar achteruit. Na vier jaar is de werkweek in de kwartaire sector teruggebracht tot 36 uur, het bru tosalaris is tien procent lager dan in de beginsituatie. Alle vrijgeko men uren worden aangeboden op de arbeidsmarkt, het aantal zo tot stand gekomen extra banen in de kwartaire sector bedraagt in 1986 ongeveer 150.000. Het sa laris van nieuwkomers wordt be taald uit het ingeleverde bruto loon van de ambtenaren en werkers bij gesubsidieerde in stellingen, die al in de kwartaire sector werkten. Zou het lukken dit verdeelscenario vol te houden tot het eind van de jaren tachtig, dan geldt voor ambtenaren en trendvolgers in 1990 een 32-urige werkweek. Daarmee gaat gepaard een even redig salarisoffer van twintig procent bruto. Alle vrijgekomen banen kunnen dan worden bezet door 300.000 nieuwkomers. Per saldo verloopt deze operatie voor de schatkist vrijwel neu traal. De opbrengst van sociale premies en vooral de opbrengst van de loon- en inkomstenbelas ting daalt nogal - de mensen Ver dienen per persoon een lager in komen en daardoor wordt het toptarief van de inkomstenbelas ting minder toegepast. Dit nade lige effect voor de schatkist wordt vrijwel geneutraliseerd, doordat er aan 300.000 mensen geen werkloosheidsuitkering meer hoefi te worden betaald. Conclusie: de 300.000 extra banen in 1990 kosten geen extra belas tinggeld, mits 800.000 ambtena ren en leerkrachten ongeveer 460.000 trendvolgers in gezond heidszorg en welzijnswerk gedu rende acht jaar ieder jaar op nieuw 2,5 procent van hun bruto salaris willen inleveren. Op het prijskaartje voor de extra werk gelegenheid (na toepassing van dit verdeelscenario) prijkt nog een post. Offer Om al die 300.000 extra werkne mers te huisvesten, en van een bureaustoel, schrijfmachine, bal pennen, memoblocs, stuQes, te lefoon en andere attributen te voorzien, is eenmalig een bedrag van gemiddeld 20.000 gulden per arbeidsplaats nodig. In de loop van acht jaar komt dit op een uit gavenpost van 6 miljard, groten deels bij het Nederlandse be drijfsleven te besteden. Als de schatkist zo'n aderlating niet kan hebben doordat er belangrijker prioriteiten zijn, dienen de werk nemers in de kwartaire sector nog eens 0,75 procent van hun brutosalaris per jaar af te staan, voor de bekostiging van zulke materiële uitgaven. Een verlaging van het brutosalaris met gemiddeld 2,5 plus 0,75 (of 3,25) procent per jaar, komt ge middeld neer op een jaarlijks koopkrachtoffer van 2,5 procent, acht jaar lang. De prijs voor nieu we werkgelegenheid. Een kwes tie van solidariteit. netto per maand meer dan als werknemer in het bedrijfsleven. Een modale ambtenaar (bruto 35.000 gulden) neemt ongeveer 300 gulden netto per maand meer mee naar huis dan zijn col lega in de marktsector. Een amb tenaar die twee keer het modale loon verdient, vangt 200 gulden netto meer per maand dan de boekhouder met hetzelfde bruto salaris bij de bank. Bij nog hoge re inkomenstrekkers verdwijnt dit verschil in het zogenoemde 'bruto-nettotraject' geleidelijk aan. Daar is een heel simpele ver klaring voor: boven een bepaal de inkomensgrens betaal je over het meerdere loon geen sociale premies meer. De voorsprong in netto inkomen van lagere en middelbare ambte naren is de afgelopen twintig jaar steeds groter geworden. Dat kwam door een combinatie van het trendbeleid en de sterke stij ging van de sociale premies, die werknemers in de marktsector over hun loon moeten betalen. "Nederland op zwart zaad". Dat is het motto van een serie van zes artikelen waarvan er onlangs vier in deze krant versche nen. Frans Nypels en Flip de Kam confronteerden de afgelo pen maanden twaalf Nederlandse economen met twee vragen die op het ogenblik vrijwel iedereen bezighouden. "Waardoor is de Nederlandse economie in het slop geraakt?" en "Welke oplossingen zijn er om de huidige economische moei lijkheden te boven te komen?". Vandaag deel vijf van hun bevindingen. Door Frans Nypels en Flip de Kam Het woord 'solidariteit' komt ook regelmatig over de lippen van Jan Dutman, de voorzitter van de ambtenarenvakbond ABVA KABO. Hij geeft aan dat begrip echter een andere uitwerking. De laatste jaren is er door de overheid als grootste werkgever van Nederland geknabbeld aan de riante ambtelijke arbeids voorwaarden. Ook de trendvol gers zijn aangepakt. Door deze bezuinigingsmaatregelen moes ten ambtenaren en trendvolgers meer inleveren dan werknemers in de marktsector van de econo mie. 'Dubbel pakken' schreeuw den de koppen in het bondsblad De Ambtenaar. Na aanvankelijk fel verzet legden de bonden zich morrend neer bij kortingen op de salarissen in de periode 1979-1981. Terwijl het hierbij ging om een kleine cor rectie op de grote voorsprong in arbeidsvoorwaarden, die ambte naren hebben op werkers in de marktsector, werd de aanvaar ding van de Bestek-kortingen door Dutman gepresenteerd als een geweldig offer uit solidari teit. Want men had in het Geor ganiseerd Overleg de minister van binnenlandse zaken de toe zegging afgedwongen dat uit de opbrengst van de bezuinigings maatregelen nieuwe banen in de kwartaire sector zouden worden betaald. Zo kreeg een ge rechtvaardigde correctie de geur van een salarisoffer uit solidari teit. Die voorstelling van zaken deugt niet. Doordat ambtenaren een aantal so ciale premies niet zelf hoeven te betalen, verdienen zij netto meer dan werknemers in de marktsec tor met een overigens gelijk bru toloon. Een gehuwde minimum loner zonder kinderen verdient als ambtenaar ruim 200 gulden Het trendbeleid koppelt sinds 1961 de stijging van de bruto ambtenarensalarissen aan de stijging van de bruto cao-lonen' (of het vuile loon op het loon- strookje). Het nettoloon is het vuile loon, verminderd met loon belasting en sociale premies. Zo als gezegd stegen die sociale pre mies sterk, waardoor de werkers in de marktsector van hun bruto cao-loon netto in verhouding steeds minder overhielden. Ruilen Werknemers in de kwartaire sector zonder ambtelijke status - de on geveer 460.000 mensen die werken in de gezondheidszorg en bij gesubsidieerde instellin gen - betalen wel sociale pre mies. Toch kan ook deze groep gemakkelijker een inkomensof fer voor arbeidsduurverkorting brengen dan werknemers in de marktsector. Gemiddeld ligt het inkomensniveau in de kwartaire sector namelijk tien mille hoger dan in de bedrijven. Dit komt vooral, doordat in de kwartaire sector veel hoger opgeleiden werkzaam zijn, die in strijd met de huidige marktverhoudingen een door traditie bepaald hoog inkomen genieten. Het verdeelscenario veronderstelt dus dat alle werknemers in de kwartaire sector gedurende acht jaar ieder jaar 2,5 procent koop kracht afruilen tegen werktijd verkorting. In feite is er dan een vierdaagse werkweek. Om de burgers dezelfde hoeveelheid niet-commerciële dienstverle ning te kunnen aanbieden, moe ten er dan 300.000 mensen meer in de kwartaire sector worden in gehuurd. Het zal niet moeilijk zijn om mensen voor die vacatu res te vinden, want tegen 1990 zullen er bij ongewijzigd beleid Zonder bijzondere maatregelen staat het kostbare machinepark vaker en langer stil dan nu. De machinekosten moeten dan met een kleinere produktie worden terugverdiend. Dit betekent dat de prijs van het produkt omhoog moet. Onmogelijk, Nederlandse ondernemers hebben al moeite genoeg om zich staande te hou den in de felle concurrentieslag op de wereldmarkt. Droombeeld Het opleggen van arbeidsduurver korting aan alle ondernemingen in de marktsector zou om al deze redenen wel eens meer arbeids plaatsen kunnen kosten dan het oplevert. In de marktsector kan arbeidsduurverkorting dus niet zonder meer worden afgedwon gen. Vorig jaar heeft het Centraal Planbureau op verzoek van de Sociaal Economische Raad toch modelberekeningen gemaakt over de gevolgen van arbeids duurverkorting in de marktsec tor. Daarbij zijn alle praktische bezwaren buiten beschouwing gelaten. De geduldige computer spuwde een droombeeld uit. Als in de marktsector vijf jaar lang de arbeidsduur met een uur per week wordt verkort, vallen er bij een 35-urige werkweek in 1987 330.000 arbeidsplaatsen vrij. Het lijkt verstandig, gezien de in werkelijkheid aanwezige obsta kels, waarmee in het model geen rekening kon worden gehouden, bij een gedeeltelijke, niet door de overheid afgedwongen arbeids duurverkorting, in de marktsec tor slechts te rekenen op 50.000 arbeidsplaatsen extra. Het kan echter niet zo zijn dat al die kwartair opgeleiden precies een baan krijgen, waarvoor ze ge leerd hebben. De uitbreiding van de werkgelegenheid in de kwar taire sector moet de komende ja ren beter worden afgestemd op de levering van diensten waar de burgers het meest behoefte aan hebben. Een kwestie van plan vorming in de kwartaire sector. Als door de terugloop van het aantal leerlingen de behoefte aan onderwijzers daalt, terwijl door de vergrijzing de behoefte aan bejaardenverzorgers toeneemt, moet je niet steeds de klassen blijven verkleinen - dat is dure werkverschaffing. Het is doelma tiger overtollige leerkrachten om te scholen voor dienstverlening waar meer behoefte aan is, b.v. in de bejaardenzorg. Het gevraagde koopkrachtoffer van 20 procent (in de loop van acht jaar) lijkt overigens erger dan het is. Want daarbij is veron dersteld dat mensen in de kwar taire sector nooit promotie ma ken en ook nooit een periodieke salarisverhoging toucheren. Dat is niet het geval. Bijna de helft van alle ambtenaren krijgt jaar lijks een 'periodiek', een extra sa laris-opslag, omdat je het land weer een jaar trouw hebt ge diend. Dit kan de pijn van de af gedwongen solidariteit aanmer kelijk verzachten. Benauwd Waarom voert het kabinet het ver- deel-scenario voor de kwartaire sector vandaag nog niet in? Om dat minister van binnenlandse zaken Van Thijn doodsbenauwd is voor het verwijt van Dutman, dat de ambtenaren weer eens ge pakt worden. Dutman is een trendvolger in hart en nieren, hij wil de trends in de marktsector volgen. Alsjeblieft geen trendset tend beleid bij de overheid, voor al als dit koopkracht kost. Waarom voert het kabinet het ver- deel-scenario dan niet onver wijld in de markt- èn in de kwar taire sector in? Omdat algemene arbeidsduurverkorting volgens de aangegeven variant in het be drijfsleven op oneindig veel meer problemen stuit dan bij toepassing in de kwartaire sec tor. - Een extra arbeidsplaats in de kwartaire sector kost rond 20.000 gulden aan investeringen. Een extra arbeidsplaats in de markt sector daarentegen vergt vaak een investering in geavanceerde machines; dat loopt in de ton- - In veel bedrijven lopen meer mensen rond dan strikt nodig zijn voor de produktie. Na ar beidsduurverkorting hoeven zul ke bedrijven geen extra mensen in dienst te nemen om het oude niveau van de produktie te hand haven. - In vele tienduizenden Kleine be drijfjes werken maar een paar man. Na arbeidsduurverkorting komen daar onvoldoende uren vrij om een nieuwe baan te scheppen. Veel ondernemers houden vol dat arbeidsduurverkorting van enige omvang in het bedrijfsleven gro tere organisatorische problemen oplevert dan in de kwartaire sec- Als het allemaal heel erg meezit worden dat er tegen het eind van de jaren tachtig misschien hon derdduizend. Bij gedwongen toepassing van het verdeelscenario in de kwartaire sector en bij vrijwillige arbeids duurverkorting in de marktsec tor kunnen er zodoende tegen 1990 350.000 tot 400.000 banen meer zijn, dan "bij ongewijzigd beleid. Een machtiger wapen tegen de werkloosheid dan het slappe af gietsel van gangbare scenario's, waarvoor men elkaar in het Cats huis in de haren vliegt. Waarom bruskeert het kabinet ambtena- renvoorman Dutman niet, door vanaf vandaag arbeidsduurver korting in de kwartaire sector dwingend op te leggen? Waarom zet de regeringsploeg niet alles op haren en snaren om vrijwilli ge arbeidsduurverkorting in de marktsector zoveel mogelijk aan te moedigen? Uit publieke uitlatingen van spraakmakende PvdA-politici kan worden opgemaakt dat een kabinetsdiscussie over het ver deelscenario geblokkeerd is. Het knelpunt is de koopkracht van de sociale minima, de huidige heilige koe van de PvdA. Logica Als in de marktsector arbeidsduur verkorting wordt ingevoerd met een evenredige inlevering van brutoloon, zakt het door de over heid bij wet bepaalde bruto mini mumloon. Ook het netto mini mumloon daalt: bij tien procent arbeidsduurverkorting met 6 7 procent. Doordat de laagste so ciale uitkeringen gekoppeld zijn aan de hoogte van het netto mini mumloon (of de netto-nettokop peling) zouden bij arbeidsduur verkorting in de marktsector de sociale minima ook met 6 7 pro cent in koopkracht achteruit gaan. Dat is de ijzeren logica van de koppeling; in tijden dat het goed gaat blijft de koopkracht van de economisch niet-actieven in de pas met de welvaartsgroei van de economisch actieven. Als de actieven inkomen afstaan ten behoeve van de werkgelegen heid brengt de netto-nettokoppe ling aan de andere kant mee dat ook de niet-actieven een stukje koopkracht inleveren, hoe moei lijk het hun ongetwijfeld zal val len om binnen het krappe huis houdbudget verder te bezuini gen. Op die manier betalen ook de niet-actieven uit solidariteit een prijs voor de bestrijding van de werkloosheid. De PvdA vindt die prijs te hoog. Alle kopstukken bazuinen rond dat verdere aantasting van de koopkracht van de sociale mini ma dan nu vastligt in het regeer akkoord - een daling met 1 pro cent per jaar - niet mag en een kabinetscrisis waard is. Met deze opstelling, waarbij inkomen gaat boven werk, geeft de PvdA het machtigste wapen tegen de werkloosheid zonder slag of stoot uit handen. Zou de PvdA zich neerleggen bij de consequentie van de netto- nettokoppeling en een koop krachtverlies voor de minima van 6 a 7 procent wel aanvaarden (bij tien procent arbeidsduurver korting) dan wordt de uitgemer gelde schatkist gespekt met on geveer 5 miljard gulden. Die 5 miljard zou Den Uyl met reden kunnen claimen voor de finan ciering van een echt banenplan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 12