BOEKEN c De onbegrijpelijke en zinloze tochten van Bob den Uyl Botsing tussen cultuur en liefde gemiste kans Het conflict van een vrouw met oude tradities Prisma breidt reeks misdaadromans uit j LEZERS SCHRIJVEN Extra VRIJDAG 9 APRIL 1982 Opkomst en Ondergang van de Zwarte Trui9 Er zyn schrijvers die men niet zou moeten bespreken, maar enkel citeren omdat hun aan trekkingskracht zich eigen lijk niet laat verwoorden. Dergelijke auteurs behoren gewoonlijk tot het humoristi sche genre en vooral Bob den Uyl is er een prima voorbeeld van. Citaat: "Als de trein België bin nenrijdt zie ik dat mijn grote droom, het dwars oversteken van dit land van dak tot dak met behulp van een vijf meter lange plank of ladder, steeds meer in het stadium van uit voerbaarheid raakt. Dat zou mooi van pas komen, want mijn tweede droom - het winnen van de Tour de Fran ce - heb ik al lang geleden moeten afschrijven. In Antwerpen aangekomen drink ik eerst de traditionele pils aan de perronkiosk, een gebruik dat ik me eigen heb gemaakt om over elk verblijf in België de zegen af te sme ken. Een plengoffer, als het ware. Het offer valt dit keer niet in goedé aarde, want als ik in dé restauratie de door mij bestelde omelet krijg voorgeschoven en de blik om laag richt om te zien of de om vang gelijke tred met de prijs heeft gehouden, glijdt mijn zonnebril, die ik niet heb af gezet, met een jolig boogje midden op de omelet. Geen ramp natuurlijk, maar in de ze gretig toekijkende restau ratie besef ik dat België zijn eerste plaagstoot alweer heeft uitgedeeld". Deze treurnis - èn lachwek kende passage uit hoofdstuk je 4 van De heersende werkelijkheid, een van een verzameling min of meer amusante reiservaringen uit de pas verschenen verhalen bundel Opkomst en Onder gang van de Zwarte Trui, is symptomatisch voor de schrijftrant en belevingswe reld van Bob den Uyl. Waar deze schrijver vooral uit blinkt is het ironisch weerge ven van de melancholie van het reizen en trekken. Wat de ongelukkige mag bezielen, behalve een masochistische begeerte om uitgerekend de onbestaanbare Belgische badplaatsjes De Panne en Zeebrugge, te bezoeken of godverlaten, redeloze eiland jes als Schiermonnikoog of een van muziek- en harmo niekorpsen vergeven "drem pel van de wereld" als Kerk- rade, is een onbegrijpelijk raadsel. Feit is dat ook Den Uyl zelf er maar nauwelijks raad mee weet. Wel doet de rusteloze reiziger in Het on bereikbare een poging zijn belachelijke nieuwsgierig heid en irrationele doollust een schijn van rechtvaardi ging mee te geven. Na een bezoek aan Lille (of Rijssel, zo leerden wij op school al), een aardiger stadje dan verwacht en gehoopt, komt de auteur niettemin ziek en koortsig thuis - een terechte straf mijns inziens -, en besluit zo spoedig moge lijk een "lijst van onbereikba re plaatsen" samen te stellen. Naderhand, na diverse onzin nige tripjes ondernomen te hebben zoals naar de Roda- hal in Kerkrade, meldt hy on gebruikelijk vergenoegd: "In de trein terug ben ik eerst ge neigd de afwerking van dit punt van mijn lijstje als een teleurstelling en verspilde tijd te beschouwen, maar gaandeweg kom ik tot de overtuiging dat ik een zeer menselijke manifestatie heb meegemaakt, getuige ben ge weest van een heksenketel van emoties. Hoe kort ik ook heb geluisterd en gekeken, hoe de benauwenis ook is geko men en gegaan, ik moet toch vaststellen dat ik het niet had willen missen. Ik ben er ge weest, ik heb het gezien: dat vina ik nu het belangrijkste, niet het ondergane genot oj het ontbreken daarvan." De lezer en liefhebber van Bob den Uyl's werk ondergaat daarentegen wel degelijk het genot van zélf niet te hoeven reizen en tóch via de inspan ningen van deze onderne mende auteur onbereikbare plaatsen als Kerkrade of Brasschaat in al hun treurig heid te leren kennen. ROB VOOREN Bob den Uyl, Opkomst Onder- gang van de Zwarte Trui. Uit*. Querido, Amsterdam 1982. Onlangs heeft uitgeverij Pris ma de "misdadige" hoek van haar boekenkast flink bijge vuld. Voor iets meer of min der dan een tientje per stuk kan men kiezen uit een half dozijn nieuwe paperbacks waarin de misdaad hoogtij viert. Jeffrey Archer laat in 'Tot op de laatste cent" een aantal slachtoffers van een finan- ciéel oplichter de hoofden bij elkaar steken om gezamen lijk de bedrieger te bedrie gen. Een aardige opzet, leuk uitgewerkt. Kenneth Royce kwam met twee boekjes waarin hij in spanning grossiert. Ook Pau la Gosling is met een tweetal boekjes present: "De schiet schijf' en "Gijzeling onder nul", vlotte en vrolijke lec tuur. George Markstein haalt met "Goerings laatste woord" en stukje van de laat ste oorlogsverschrikking weer op. Tweemaal zo duur is "Icarus" van Peter Way, maar deze Prisma-paperback is dan ook wat beter uitgevoerd. De avontuurlijke auteur had een chaotische carrière achter de rug voor hij met schrijven be gon. Zo studeerde hij ooit theologie maar werkte ook in de bosbouw. Gelukkig is zijn boek minder chaotisch. Inte gendeel, een uitstekende misdaadroman met op de achtergrond een boeiend blik in het leven van weten- Crime de la crime Weer een "Crime de la crime" in het tweede lustrumjaar van deze succesvolle serie van De Arbeiderspers. En ik zou er in één adem aan willen toevoegen: weer een voor treffelijke thriller. Steeds op nieuw weten de samenstel lers van deze serie hun doel stelling waar te maken: hoog tepunten te verzamelen uit de misdaadlectuur sinds het midden van de vorige eeuw. "De babysit" van Andrew Co- burn is van jongere datum. Het verscheen nog geen drie jaar geleden in Amerika en de kritieken wezen wel uit dat ook de beroepslezers zich hadden laten meeslepen door het harde, knap gecompo neerde verhaal. Als een gelukkig ouderpaar van een avondje uit thuis komt is hun baby verdwenen en de babysit gruwelijk ver moord. De politie gaat ver geefs op zoek naar de dader. De vader - het wachten beu doet op zijn manier ook In sobere maar direct aanspre kende taal vertelt Coburn hoe de verschillende draden leiden naar een verrassende ontknoping. Tegelijk fijn en triest om te lezen. KOOS POST ("De babysit" - Arbeiderspers - ƒ24.50) In het jongerenboek 'Alles wordt anders' probeert au teur Angelika Kutsch de pro blemen te belichten die met name meisjes zouden onder vinden die vriendschap slui ten met een gastarbeider. De moeilijkheden van deze bui tenlandse groep mensen met werkloosheid, huisvesting, taal en cultuur tegen de ach tergrond van een liefdesver houding. Aangescherpt wor den de verschillen tussen hem en haar vooral tijdens een reis naar zijn geboorte land. Dan is het niet de gast arbeider die aanpassingspro blemen heeft, maar bevindt het meisje zich in die situatie. Hoofdpersoon Silke wordt zelfs voor het dilemma ge plaatst een keuze te maken tussen haar liefde voor hem en dat voor haar geboorte land want hij besluit te bly- ven. Zij echter keert terug naar Duitsland en hiermee laat de schrijfster een boeiend probleemgebied on aangeroerd. De Poolse jonge man Armin blijkt namelijk in zijn vaderland een ander dan hij eerder was: minder afhan kelijk van haar, rustiger en zekerder van zichzelf. Het feit dat het in dit verhaal om een Pool gaat en het meis je een Duitse is, js ervoor ver antwoordelijk dat de speci fiek Pools-Duitse problemen en geschiedenis de jeugdige Nederlands lezers minder zal aanspreken. Abstract gezien zullen de aanpassingsproble men ongeveer gelijk zijn of het nu iemand uit Oost-Euro pa betreft of een inwoner van een land aan de Middellandse Zee. Echter met name de breed uitgemeten Duitse oor logsgeschiedenis in Polen en het feit dat een deel van dit land wordt bezocht dat eens Duits gebied was, maken de geschiedenis voor ons min der aansprekelyk. Daarbij komt dat de levensschets slechts vanuit de positie van Silke wordt belicht en we in de meeste gevallen maar moeten gissen naar de ziele- roerselen van Armin. Dat is een gemis. Ernstiger moet de kritiek zijn op onlogische en op z'n minst onduidelijke zinsconstruc ties die veelvuldig in het werkje opduiken. Of de au teur zelf of de vertaling hier aan schuldig zijn moet on beantwoord blijven. Maar wat moeten we aan met een zin als: Maar het was ook een beetje angst dat hij er op een dag niet meer zou staan, al hoewel ze hem graag mocht. Of: Een gelijkmatig sliffen en sloffen van hon derden voeten. En deze: Sil ke kreeg alleen maar ansicht kaarten die anderen haar stuurden. Of een aperte taal fout als Cecilie en Antek die sliep...in het dakkamertje. Op z'n minst onverzorgd alle maal en het versterkt de op pervlakkige indruk die het verhaal toch al achterlaat. Volgens de flaptekst heeft auteur Angelika Kutsch haar stof uit gesprekken met een aantal jonge mensen die blijkbaar iets konden vertel len over 'gemengde verhou dingen'. Aan het resultaat te beoordelen blijkbaar niet erg veel... Drukkerij Ploegsma heeft er met het werkje dus geen ech te aanwinst in het jongeren- boekenfonds bij gekregen. HANS SONDERS "Alles wordt anders", Angelika Kutsch, vert. Miek Dorrestein, uitg. Ploegsma, 17,50. Polygamie het samenleven van een man met meerdere v tegelijk) komt in islamitische landen en grote gedeelten van Afrika veelvuldig voor. 'Veelwijverij' verhoogt de status van de man. Of de betrokken vrouwen met een dergelijke situatie ge lukkig zijn is van ondergeschikt belang, hun mening wordt niet gevraagd. Geheel in de lijn der traditie dient de vrouw zonder morren en gelaten haar man te delen met andere vrouwen. De buitenwereld hoort weinig tot niets over eventuele wrijvingen of problemen. In het boek 'Een lange brief, waarmee de Senegalese schrijfster Manama BS in 1979 haar schrijfstersdebuut maakte, wordt voor het eerst een beeld gegeven van de gevoelens en frustraties die bij vrouwen opkomen wanneer hun man een tweede - meestal jongere - echtgenote neemt. Mariama Ba, die onlangs op 52-jari- ge leeftijd is overleden, kan worden beschouwd als een van de eerste voorvechtsters van vrouwenemancipatie in haar land. De titel van haar boek - dat nu pas in het Nederlands is vertaald - 'Een lange brief slaat op de vorm van de roman, de brief die Ramatoelaye, een vrouw van middelbare leeftijd, ^chrijft aan haar vriendin Aissatoe. Ramatoelaye bericht haar vriendin over de rouwperiode die ze heeft afgesloten na de dood van haar echtgenoot. Gaandeweg haalt de vrouw allerlei herinneringen op aan haar jeugd, de kennismaking met haar man, hun huwe lijksleven en de uiteindelijke ontgoocheling wanneer hij een' tweede vrouw kiest en met haar gaat samenleven, nota bene de schoolvriendin van een van hun dochters. Ook Aissetoe heeft haar man moeten delen met een tweede echt genote. Dwars tegen alle adviezen en tradities in heeft zij zich niet bij de situatie neergelegd, maar haar echtgenoot verlaten om een zelfstandig bestaan op te bouwen. Een opzienbarende stap in een land als Senegal waar de vrouw een ondergeschikte positie inneemt. Maar zowel Aissetoe als Ramatoelaye zijn dui delijk bevoorrecht: beiden afkomstig uit de middenklasse, ge schoold en belezen, geëmancipeerd en getrouwd met academici. Hoewel Ramatoelaye zich bevrijd noemt van frustrerende ta boes en tradities heeft zij niet het voorbeeld van haar vriendin durven volgen, maar zich verbitterd geschikt in haar positie als aan de kant geschoven echtgenote. De moed en wilskracht haar man te verlaten ontbreken. Door haar opleiding heeft Ramatoe laye alle mogelijkheden zich vrij en zelfstandig op te stellen. Toch is zü in tegenstelling tot haar vriendin niet in staat alle tradities overboord te zetten. Uiterlijk aanvaardt ze de situatie gelaten en kalm, innerlijk voelt ze zich wanhopig en diep be droefd. Mariama Ba noemt Ramatoelaye en Aissetoe niet representatief voor de Afrikaanse vrouw: de meesten komen niet tegen de poly gamie in opstand. 'Een lange brief is toegespitst op de maat schappelijke isolatie van de kleine groep getrouwde vrouwen die polygamie wèl afwijzen. Maar dat maakt deze roman niet minder belangwekkend, want de problemen van deze vrouwen vormen een onderdeel van de conflictsituatie waarin veel Afri kaanse landen momenteel verkeren. Het oud-koloniale Afrika en haar bewoners moeten een harmonie zien te vinden tussen koloniale tradities enerzijds en de behoefte om eigen identiteit en onafhankelijkheid uit te dragen anderzijds. Ook Ramatoelaye kent een dergelijke innerlijke tweespalt. Zij om schrijft zichzelf als 'een scharnier tussen twee tijdvakken van historische betekenis'. Een omschrijving die eigenlijk nog beter past bij haar vriendin Aissetoe. Naast alle emancipatorische ge dachten, het pleiten voor gelijkheid tussen man en vrouw droomt Ramatoelaye nog steeds van een succesvol huwelijk, een schoon en smaakvol ingericht huis en net opgevoede kinde ren. De teleurstelling, vernedering, wanhoop, pijn en eenzaam heid van Ramatoelaye en de wijze waarop Mariama Ba dit scala van gevoelens verwoordt in soms prachtige, lyrische passages - met complimenten aan de vertaalster - maken van 'Een lange brief een indrukwekkende roman. MARGOT KLOMPMAKER 'Een lange brief, Mariama BA, vert. Sonja Pos, uitg. Corrie Zelen, f 24,90. Het plaatsen van brieven van lezers betekent niet dat de i redactie de daarin weergegeven mening onderschrijft. 1 Brieven kunnen van redactiewege worden ingekort. Plutonium (2) Weinig mensen hebben de indruk dat lang niet alle straling schade lijk hoeft te zijn. In deze krant (van 6 april) reageert mevrouw. A. Kwaadgras-Van Nood dan ook in die zin op mijn stukje waarin ik onderzoek aanhaalde dat overtuigend aantoont dat re latief geringe hoeveelheden stra ling eerder heilzaam dan schade lijk zijn. Als 'getuigen' noemt mevr. Kwaad gras de vogelkundige Bartels en de metaalkundige Fast. Geen van hen zijn deskundigen op het gebied van straling of van stra lingsziekten; noch hebben zij zich in die materie verdiept. Waarom wordt aan hun opvattin gen dan zoveel geloof gehecht? Dat komt omdat die opvattingen aansluiten bij wat men denkt omdat het al zo vaak gezegd is: straling is schadelijk. Heel anders wordt daar echter over gedacht door deskundigen die reeds lang onderzoek doen. Zo is in 1981 een voortreffelijk boek (Straling in de samenleving) ver schenen bij Stafleu's Weten schappelijke Uitgeversmaat schappij in Alphen aan den Rijn (dus dicht bij huis). Auteurs van dat boek zyn: (1) dr. J.B.Th. Aten, hoofd afdeling fysi ca van het medisch biologisch la boratorium van T.N.O. in Rijs wijk; (2) dr. P.P.W. van Buul. van het laboratorium voor stralenge- netica en chemische mutagenese van de Leidse Universiteit; (3) drs. J.A.G. Davids, bioloog bij het Energieonderzoek Centrum Nederland te Petten; (4) ir. Chr.J. Huyskens, hoofd stralingsbe- schermingsdienst van de T.H. te Eindhoven; (5) prof.dr. F.H. So- bels. hoogleraar in de stralenge- netica en chemische mutagenese aan de Leidse Universiteit; (6) prof.dr. O. Vos, hoogleraar in de celbiologie, histologie en micro scopische anatomie aan de Eras mus Universiteit te Amsterdam. Hun oordeel sla ik hoog aan. en ik kan iedereen dan ook aanra den hun. niet gemakkelijke maar wel voor leken geschreven, boek eens goed te lezen. Straling is helaas onvermijdelijk bij kernenergie, maar er worden wel zeer zorgvuldige maatrege len genomen. Is het trouwens be kend dat de helft van de ge dumpte radio-actieve stoffen niet afkomstig is van kerncentra les, maar vooral van ziekenhui zen? Dit antwoordde onlangs staatssecretaris Ineke Lamber- Hacquebard op kamervragen Natuurlijk betekent het voortgaan de niet dat we niet moeten zoe ken naar 'alternatieve' bronnen. Dat ben ik met n Ze heeft echter ongelijk ze denkt dat Zweden in 2015 de gehele energiebehoefte kan dek ken met zonne-energie. In Ne derland ligt het echec van het project Veldhoven nog vers in de gedachten. Dr. A.J. van Loon (KEMA, Arnhem) C. Vredenburghgaarde 2 Kortenhoef (discussie gesloten red.) Mensenrechten De mensenrechten zijn al ruim der tig jaar oud. De Nederlandse re gering beschuldigt by monde van minister Van der Stoel links en rechts verre landen van het schendenvan mensenrechten. Maar hoe zit dat in Nederland? Een paar voorbeelden. Volgens artikel 23 van de Univer sele Verklaring van de Rechten van de Mens heeft iedereen recht op vrije keuze van beroep. In Ne derland wordt door de overheid echter de term "passende ar beid" gebruikt: als je passende arbeid weigert word je gekort of zelfs uitgesloten van de uitke ring. Dat laatste is dan weer in strijd met artikel 25 van de "mensenrech ten" waarin staat dat iedereen recht heeft op een levensstan daard die hoog genoeg is voor ge zondheid en welzijn van zichzelf en van zyn gezin. Waar je van moet leven als je uitgesloten bent van het recht op uitkering is een vraag die de "sociale" dienst niet belangriik vindt!? Zelf heb ik een beroep gedaan op de mensenrechten na te zijn uit gesloten van het recht op uitke ring. Het antwoord luidt dat, ook al zou ik gelijk hebben, dit een zaak is voor het parlement en niet voor de sociale dienst. Dit terwijl het ministerie van justitie mij meldt dat ik ook voor admi- nistratiefrechterlyke instanties, waarvan de gemeente er één is. een beroep op de mensenrechten kan doen. De reden van deze vreemde situa tie is m.i. dat de mensenrechten onbekend zijn; zowel voor de burgers als voor de overheid. Een andere reden is dat de over heid nooit de hand in eigen boe zem heeft gestoken. Zoals waar schijnlijk zoveel mensen, denkt de overheid dat schendingen van de mensenrechten alleen voor komen in communistische en/of dictatoriale landen. Ik durf te stellen dat alle artikelen van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, dat zyn er dertig, op één of meer manieren in Nederland worden geschon den. S. Wolters Boshuizerlaan 52 Leiden Economie De niet aflatende stortvloed van weekklachten over de Neder landse economie lokken mij uit om ook mijn mening over een en ander uit te dragen. Wellicht is dit iets voor uw rubriek Lezers Schrijven: Met de regelmaat van de klok wordt het Nederlandse volk via de diverse media overgoten met de slechte berichten over onze economie en de reacties daarop vanuit de politiek en onze rege ring. Met welk voorstel onze regering ook komt om het evenwicht tus sen onze overheidsinkomsten en uitgaven te herstellen, immer zijn er weer partijen en belang hebbenden die zo'n voorstel tor pederen en even zoveel malen blijkt ook weer hoe ons kabinet bezig is met een vingerhoed het door een gat van 1 meter door snee vollopende schip drijvende te houden. Ik vind dan ook dat het nu hoog tijd is dat met daadkracht aan herstel van onze economie dient te worden gewerkt. Dat betekent dat men niet moet praten over bezuinigingen op overheidsuit gaven als men het toch weer niet doet. Er is immers wederom geen enkele post en dus ook het totaal ervan lager in 1982 dan 1981. Naar myn mening zijn er enkele zaken es sentieel voor het dringend ge wenste herstel nl: a. Duidelijke prioriteitsstelling by Ryks- gemeentelijke- en Provin ciale overheid, gericht op echte terugdringing van de uitgaven. b. Bestuurders op posten met een vakgebied waarvoor zy tenmin ste gedegen zyn opgeleid. c. Het doemdenken en -handelen doorbreken door het uitkerings niveau van sociale verzekeringen te handhaven evenals dat van de lonen, zowel van werknemers bij particuliere ondernemingen als bij de overheid. d. De bij de overheid bespaarde middelen aanwenden ter verlich ting van de lasten voor het be drijfsleven. e. Het aantal uitkeringsgerechtig den verminderen door afstem ming van de behoefte in relatie tot het totale besteedbaar inko men van als economische een heid aan te merken huishoudens. f. Het van overheidswege verschaf fen van duidelijkheid in de voor stellen, stabilisatie of verminde ring van regels en voorschriften (vooral op fiscaal gebied) en het sterk bevorderen van innovatie, zowelbij overheid als bedrijfsle ven, zelfs indien dat op korte ter mijn tijdelijk wat arbeidsplaat sen kost (automatisering). g. Zo nodig (afhankelijk van balans inkomsten van uitgaven van de overheid) tijdelijk een verzwa ring van de inkomstenbelasting. By de huidige progressie in de tarieven levert dan echt ieder een, dus uitkeringstrekkers, loontrekker, ondernemers, vrije beroepsuitoefenaar, rentenier, aandeelhouders enz. enz, naar draagkracht in en wordt de con currentiepositie niet opnieuw ge schaad. Dit middel zal echter als allerlaat ste mogelijkheid mogen worden aangevoerd omdat aantasting van de koopkracht van consu menten gevolgen heeft voor de inkomsten van overheid en be drijfsleven. A.M. van Dijk Emmastraat 11 Leiderdorp

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 14