Meer dan een miljoen werklozen en geen plan Nederland op zwart zaad(l) DONDERDAG 8 APRIL 1982 Meningen PAGINA 11 Door Frans Nypels en Flip de Kam "Nederland op zwart zaad". Dat is het motto van een serie van zes artikelen die vanaf vandaag in deze krant verschijnt. Frans Nypels en Flip de Kam confronteerden de afgelopen maanden twaalf Nederlandse economen met twee vragen die op het ogenblik vrijwel iedereen bezighouden. "Waardoor is de Nederlandse economie in het slop geraakt?" en "Welke oplossingen zijn er om de huidige economische moeilijkheden te boven te komen?". Vandaag van hun hand een eerste onthutsend verslag. Deel twee volgt komende zaterdag. „Als een internationaal gecoördineerde aanpak van de economi sche problemen uitblijft, dan kun je vergeten dat je in de jaren tachtig in dit land, dat zo afhankelijk is van het buitenland, de werkloosheid tot staan kunt brengen. Dan rijst de vraag hoe je je daarop in moet stellen. Ik zie de oplossing niet". In de stu deerkamer blijft het een lange tijd stil. „Ik blijf er bij dat je niet de illusie moet hebben in de jaren tachtig met welke maatregel dan ook onder het half miljoen werklozen te komen". Wij: U bedoelt, tot 1985? „Op het ogenblik zijn er al een half miljoen werklozen. Dan heb ik nog niet de honderdduizend werklozen meegenomen, die straks worden meegeteld na de definitiewijziging. En dan komen er ieder jaar - tot 1990 - nog eens vijftigdui zend werkzoekenden bij. Je zit dus zo op een miljoen werklozen aan het eind van de jaren tachtig Daarbij heb ik verondersteld dat de werkgelegenheid in de marktsector, in op de markt opererende bedrijven, niet verder afbrokkelt. Dat is een optimistische veronderstelling. Ik heb ook verondersteld dat de werkge legenheid in de kwartaire sector, zeg maar de met-commerciele dienstverle ning, blijft gehandhaafd op het huidige niveau". als jullie mij vragen: wat is het Bijna fluisterend: „Het klinkt erg somber, maj reële verhaal, nou dan is dit het reële verhaal.. Wij: Dat kan toch niet, een miljoen werklozen, misschien bij een maximale be leidsinspanning? En dat dan nog bij de twijfelachtige aanname dat het in de marktsector niet verder misgaat? „Ervan uitgaande dat alle landen nationale oplossingen blijven kiezen, en dat gebeurt nog steeds, is dit, helaas, de realiteit. Daarbij mag je niet uitsluiten dat er wellicht een technologische doorbraak komt. Dat weet je natuurlijk nooit. Maar bij een verrassingsvrij scenario kom je aan het eind van de jaren tachtig op een miljoen werklozen. Ga je drastisch tekeer met beleid, dan worden het er misschien 800.000. Maar als u het mij vraagt, zo'n drastisch beleid wordt door de maatschappij niet geaccepteerd". Wij: Een ramp, zelfs als je het tot 800.000 werklozen weet te beperken. Zelfs als je de hoogte van de werkloosheidsuitkeringen flink zou verlagen, is dat onbetaal baar. „Ik heb aangenomen dat de mensen jaar op jaar bereid zijn een achteruitgang in hun koopkracht te aanvaarden. Doen ze dat niet, dan belanden we in een vol strekte chaos". „Dat klopt. Het is een heel droevige boodschap. En de mensen willen het niet geloven. Het is ook verdomd triest dat je ze niks kunt aanbieden. Trou wens, bij de politici heersi een gebrek aan moed en visie. Daardoor daalt het gezag van de overheid steeds verder. Het lijkt erop dat niemand echt na denkt over de vraag waar het met de samenleving naar toe moet. Kijk nu naar het kabinet. Is er een budgettair probleem, en dat is er voortdurend, dan wordt dat over het weekend en uiteindelijk over de eerstvolgende ver kiezingen heengetild. Waar het zo doende naar toe moet...? Ik heb er geen oplossing voor; het is verschrik kelijk". Op weg naar huis hangt er in de Fiat 127 een bedrukte stemming. Voor hon derdduizenden die nu nog in de schoolbanken zitten en rekenen op werk, is er geen toekomst in het ar beidsproces. Een onaanvaardbaar vooruitzicht. Onze speurtocht naar een economisch perspectief voor de jaren tachtig via. gesprekken met twaalf vaderlandse topeconomen dreigt al in een vroeg stadium te ver zanden. Pessimisme overheerst; slechts enkelen verzetten zich tegen het doemdenken. Citaat: „Ik zeg altijd, cynisme en scep ticisme, hoe gerechtvaardigd ook op dit moment, daar koop ik weinig voor. We moeten toch hopen... Als we zo doorgaan als nu, dan draait de spiraal steeds verder naar beneden" Geen hoop Na twaalf gesprekken staat één ding als een paal boven water: er is alle reden voor pessimisme en nauwelijks aanlei ding voor hoop. De werkloosheid lijkt niet te stuiten, het financierings tekort - de kloof tussen de ontvangsten en de uitgaven - van de overheid lijkt niet te temmen en de maatschappelijke me ningsverschillen over het te voeren be leid lijken niet te bezweren. Over deze conclusie zijn alle geinterviewde eco nomen, die in de huidige maatschap pelijk explosieve situatie de anonimi teit verkiezen, het hartgrondig eens. Onze gesprekspartners delen bijna unaniem nog een andere opvatting: de wacht in Den Haag moet worden afge lost; een nieuwe generatie politici - niet besmet door het groeidenken van de afgelopen twintig jaar of anderszins belast door dat verleden - moet bij een nationale hersteloperatie het roer overnemen. Niet alleen Den Uyl is een ramp voor het land, die kwalificatie geldt eveneens voor de heren Terlouw, Lubbers, Van Agt en Van Thijn. De deplorabele toestand van Nederland smeekt om een ander beleid van ande re politici. Prioriteit numero een heeft de aanpak van de werkloosheid. Vol gens officiële statistieken zijn er nu een half miljoen mensen zonder werk. Dat zijn er ruim honderdduizend meer dan een jaar geleden, aan de voor avond van de Tweede-Kamerverkie zingen. Maar op het ministerie van so ciale zaken en werkgelegenheid besef fen de ambtenaren dat het er veel meer zijn. Veel werkzoekenden en ver borgen werklozen komen namelijk niet in de officiële werkloosheidssta- tistieken voor Mensen die een deeltijdbaan van minder dan 25 uur per week zoeken, zijn op het ogenblik niet als werkloze geregi streerd. Verder ontbreken in de werk- lozenadministratie mensen die wach ten op omscholing of een beroepsad vies. Van nog een andere groep men sen staat vpor het arbeidsbureau vast dat geen baas ze wil hebben: ze zijn onbemiddelbaar, zoals dat heet. Deze onplaatsbare groep is al lang geleden langs ambtelijke weg ujt de statistiek gewipt. Binnenkort wordt de definitie van werkloosheid zo gewijzigd, dat al deze mensen voortaan als werklozen worden meegeteld. Alleen mensen die minder dan 20 uur per week in deeltijd willen werken, zullen ook straks niet als werkzoekende in de statistiek wor den opgenomen. Bij invoering van de nieuwe definitie zal de officieel geregi streerde werkloosheid in Nederland in een klap toenemen met ongeveer 110.000 personen. Er zijn nu dus eigen lijk al 600.000 werklozen. Daar moeten in feite nog bijgeteld wor den de verborgen werklozen in de wao. Meestal gaat het om wat oudere werknemers, die vanwege een kwaal tje arbeidsongeschikt zijn verklaard, omdat er toch geen werk voor ze is. Volgens een heel voorzichtige raming gaat het hierbij om honderdduizend Nederlanders. Er zijn overigens schat tingen van de verborgen werkloosheid in de wao, die bijna op het dubbele uit komen. De werkloosheid komt daar mee in ieder geval op 700.000 perso- Ontmoedigend Een deel van de werkzoekenden laat zich niet inschrijven bij het Geweste lijk Arbeidsbureau, omdat ze menen dat er toch geen baantje voor ze is. Uit de arbeidskrachtentelling van het Centraal Bureau voor de Statistiek blykt dat het in 1977 om honderddui zend mensen ging. Ten slotte is er een categorie die zo ontmoedigd is, dat ze helemaal geen werk meer zoeken, hoe wel ze liefst morgen aan de slag willen. Sommigen uit deze groep volgen in ar ren moede langer onderwijs, anderen - geschat wordt 70.000 -, bijna allemaal vrouwen, zitten thuis met de handen in het haar. In totaal zijn er begin 1982 dus al een kleine 900.000 werklozen, mannen en vrouwen. In de politieke debatten wordt dit aantal zelden genoemd. In ambtelijke stukken wordt dit onthut sende cijfer zoveel mogelijk verdoe zeld. Het onlangs verschenen dikke Werkgelegenheidsplan van Den Uyl, waarin bladzijden lang wordt uitge weid over maatregelen die wellicht een paar honderd mensen tijdelijk aan de baan helpen, geeft op welgeteld een velletje een raming van de verborgen werkloosheid. Die pijnlijke informatie is weggestopt in een bijlage, maar het totaalcufer van 900.000 werklozen wordt nergens in het hele plan ge noemd. De vooruitzichten voor de komende ja ren zijn nog somberder. Jaarlijks gaan in industrie en nijverheid ongeveer 30.000 arbeidsplaatsen verloren. Hoe wel de werkgelegenheid in de kwartai re sector eveneens op de tocht staat - alle gemeenten kondigen bezuinigin gen aan die arbeidsplaatsen kosten - wordt nog steeds verwacht dat de werkgelegenheid hier jaarlijks met 10 15.000 banen zal groeien. In de hele economie, marktsector plus kwartaire sector, loopt de werkgelegenheid dus terug met 15 20.000 arbeidsplaatsen per jaar. Tot 1986 melden zich ieder jaar opnieuw 50.000 werkzoekenden op de arbeidsmarkt. Als het beleid niet verandert, stijgt de werkloosheid dan elk jaar met 65 70.000 personen, zowel mensen die hun baan verliezen als schoolverlaters en huisvrouwen die buitenshuis wil len gaan werken. Dat betekent over vier jaar gerekend ongeveer 275.000 werklozen, bovenop de bijna 900.000 van dit moment. Aldus bedraagt de werkloosheid over 4 jaar bijna 1,2 mil joen. Volgens ramingen van het Cen traal Planbureau zuigt de wao in de periode 1982-1986 honderdduizend werknemers op. Het Planbureau ver wacht dat die opengevallen plaatsen worden ingenomen door werklozen. Komt die verwachting uit dan staat de werkloosheid over vier jaar per saldo op 1,1 miljoen. Na 1985 blijft de beroepsbevolking met 45.000 personen per jaar toenemen. Dat gaat door tot 1990 Omdat moet worden aangenomen dat bij ongewij zigd beleid de werkgelegenheid in de marktsector zeker niet zal toenemen en er weinig geld is om nieuwe banen te scheppen in de kwartaire sector, re sulteert een moedeloos stemmende re kensom in een werkloosheid van bijna 1,3 miljoen personen in 1990. Onzekerheden Een aantal economen houdt ons voor dat de vooruitzichten voor de markt sector in de tweede helft van de jaren tachtig met grote onzekerheden zijn omgeven Wat zal de invloed zijn van de voortgaande automatisering en ro botisering op de werkgelegenheid in bedrijven? Niemand die het weet. En blijft de automatisering wel beperkt tot de marktsector? Of gaan er ook slachtoffers vallen in de kwartaire sec tor, waar veel administratieve werk zaamheden zich bij uitstek voor auto matisering lenen? Deze dreiging kan de overheid desge wenst nog keren door de computer buiten de deur te houden. De kwartai re sector als werkverschaffing. Maar een ander probleem is minder eenvou dig op te lossen. Er is een groeiend le gioen mensen dat niet in de eerste plaats voor een administratieve baan is opgeleid, maar dat heeft geleerd voor een specifiek „kwartaire baan": in het onderwijs, in de gezondheids zorg en in het sociaal-culturele werk. Nu al kennen deze groepen in verhou ding de grootste werkloosheid. Kribbig Zich koesterend in het door de vitrages gezeefde zonlicht, zegt de econoom: „Ik constateer bij de mensen een zekere kribbigheid. Het inkomen daalt en er komt niet meer werk. Dat leidt tot de neiging je maar niet méér al te veel in te spannen. Het loont toch niet, den ken steeds meer mensen. Sommigen stellen dat er weer een louterende ramp nodig is om veranderingen te weeg te brengen. Ik ben daar niet voor. Anderen stellen dat je het geld schaarser moet maken. Daar zie ik evenmin erg veel in. Bij ondernemers bestaat nog steeds veel wantrouwen. Ze voelen zich door de overheid mis kend en ze hebben het gevoel dat ze door de samenleving alleen worden geduld om banen te scheppen en be lastingen op te brengen. Kortom, de staat legt een zware, in mijn ogen te zware druk op mensen en bedrijven. Ondanks de loodzware druk van belas tingen en sociale premies - 60 cent van iedere in Nederland verdiende gulden - verkeren de overheidsfinanciën in grote wanorde. Terwijl het in de zomer van gesloten regeerakkoord eist dat de belasting- en premiedruk wordt be vroren op het huidige niveau, stygen de uitgaven onbeheersbaar door. De kloof tussen ontvangsten en uitgaven van de publieke sector - die omvat de Haagse ministeries, gemeenten, pro vincies en de instellingen die de socia le verzekeringen uitvoeren - wordt daardoor steeds groter. Die kloof, het financieringstekort, was in 1981 8,3 procent van het nationaal inkomen of tewel 25 miljard gulden. Volgens de afspraken in het regeerakkoord dient het kabinet ingrijpende bezuinigings maatregelen te treffen om de kloof tus sen ontvangsten en uitgaven aanzien lijk smaller te maken. Elk procent ver kleining van het financienngsteko rt betekent in guldens van 1982 een be zuiniging op de publieke uitgaven voor collectieve voorzieningen met 3,3 miljard. Door tegenvallende aardgasopbreng sten voor de Staat, snel stijgende ren telasten en uitkeringen voor nog meer werklozen dan waarop al was gere kend, dreigt het financieringstekort momenteel alleen maar steeds groter te worden. Vandaar dat minister van financiën Fons van der Stee de colle ga's in het kabinet voortdurend maant om haast te maken met steeds forsere bezuinigingen. Daar heeft hij tot nu toe weinig succes mee. In de regering wordt geruzied over de hoogte van de noodzakelijke bezuinigingen, over de posten waarop moet worden bezui nigd en over de vraag of bezuinigingen wel de verhoopte gunstige effecten op de economie zullen hebben. Want be zuinigingen bij de overheid kosten ar beidsplaatsen en als op de sociale uit keringen wordt beknibbeld, hebben de mensen minder geld om in de win kels te besteden. Minder aankopen be tekent minder produktie en minder werk in de bedrijven. Touwtrekken Zolang dat touwtrekken in de politiek voortduurt, moet de minister van fi nancien zorgen dat hij elke maand vol doende geld achter de hand heeft om aan al zijn verplichtingen te kunnen voldoen. Om het gat in zijn begroting te stoppen, probeert hij zoveel moge lijk spaargeld van beleggers en bur gers aan te trekken op de kapitaal markt. Door de grote vraag naar geld van de overheid stijgt de rente, de pnjs voor het lenen van geld. De negatieve gevolgen van de hoge rentestand zyn genoegzaam bekend. Bedryven die willen investeren m nieuwe machines en gebouwen met geleend geld. haken af doordat ze de hoge rente niet den ken te kunnen terug verdienen Ook de nieuwbouw van woningen (die als regel met geleend geld wordt betaald) wordt peperduur, wat leidt tot hogere starthuren Een deel van de bouw markt stort in. Minister Van der Stee kan zijn financiële problemen op een manier oplossen Door geld uit te geven dat we nog niet hebben verdiend, geldschepping of monetaire financiering heet dat. Daar moet je voorzichtig mee zyn, anders krijg je forse geldontwaarding Van der Stee zit klem Hy wil niet te veel opereren op de kapitaalmarkt om de rente niet op te jagen. Hy heeff een af spraak met de president van de Neder landsche Bank gemaakt dat de mone taire financiering door de overheid be perkt zal bhjv. ri De belasting en pre mietaneven mogen van het regeerak koord maar beperkt omhoog Al te ri goureuze bezuinigingen kosten werk gelegenheid. Een afschuwelyke im passe. Toch is er domweg maar één oplossing, houden de twaalf economen ons voor By het huidige beleid valt niet te ont komen aan forse bezuinigingen op de bestaande publieke uitgaven Een van hen verwoordt een nagenoeg alge meen gevoelen „Ais het volk zegt: we willen helemaal niks, niets. nee... dan stygt het finan cieringstekort tot meer dan 10 procent van het nationale inkomen. Dan moe ten we in het buitenland lenen, terwyl datzelfde buitenland nu nog naar ons toekomt. Dan zet de rentedaling niet door en komen we uiteindelijk Belgische situatie terecht, compleet met bijzondere bevoegdheden voor de regering en rotzooi op straat. Het grote probleem is dat we van de politici die nu in de regering zitten, deze bood schap niet horen Die hebben altijd een ander verhaal gehouden. Maar zo gaat het niet meer Men probeert de collega's vast te zetten via de media, door vlug uit de school te klappen. „Ik ben toch in wezen optimistisch, als we ons verstand gebruiken en fiks bezui mgen, dan zyn we er in twee jaar uit". Gruwelverhalen Een ander plaatst de volgende ontnuch terende kanttekening „Er gaan van die gruwelverhalen over gigantische bezuinigingen die zouden hebben plaatsgevonden. Als je de voorman nen van de vakbeweging mag geloven, is de verzorgingsstaat al tweemaal ont manteld. Is dat nou zo"* Neem die be ruchte 1-procentoperatie van de toen malige minister van financien Duisen- berg, uit 1976. De afspraak was om f9,2 miljard op de publieke uitgaven te bezuinigen. Weet u dat er effectief maar een half miljard bezuinigd is...? Een half miljard. Dat komt doordat tegenover ombuigin gen weer allerlei uitgavenverhogingen zijn gezet, voorde werkgelegenheid en zo Toen kregen we de Bestek 81'-ope- ratie van het eerste kabinet Van Agt. dat was in 1978 Er zou f 12 miljard om gebogen worden. Het geweeklaag was niet van de lucht. Weet u wat die ope ratie uiteindelijk heeff opgeleverd"' Slechts f2,5 miljard En het zyn cor recte getallen die ik hier noem. Tot nu toe hebben de politici het faliekant verkeerd gedaan. Elke keer als ze bij een kruispunt kwamen, kozen ze de verkeerde weg". Maart 1982 staan de politici weer op een kruispunt. Het gaat over de Voorjaars nota, die een tussenstand geeff van de uitvoering van de ryksbegroting voor 1982. Het bekende beeld doorgescho ven bezuinigingen uit 1982 moeten nog steeds worden ingevuld Aange kondigde bezuinigingsplannen, zoals ombuigingen by de Ziektewet, zyn verwaterd, maar roepen desondanks nog zoveel maatschappelijke weer standen op, dat er niets van terecht dreigt te komen Nieuwe tegenvallers doemen op bij de uitvoering van de begroting 1982. Het kabinet is intern ernstig verdeeld over de door de mi nister van financiën noodzakelijk ge noemde bezuinigingen. Inmiddels gaat het financieringstekort verder omhoog. De werkloosheid idem. De mensen matigen, het gemor over het uitbly ven van zichtbare resul taten van de matiging dryff de vakbe weging tot een bikkelhard ..nee" tegen alle voorgestelde maatregelen. Onder deze omstandigheden acht men zich kennelijk eveneens ontslagen van de plicht een eigen alternatief aan te bie den. De ondernemers wachten lijd zaam af hoe de wal het schip zal keren. De ontkoppeling van sociale uitkerin gen en ambtenarensalarissen van de lonen komt elke dag dichterby Van Agt reist af naar het Verre Oosten Den Uyl mag het kabinet zolang bezighou den met scherpzinnige analyses wat er fout dreigt te gaan. Het is allemaal eer der vertoond. Puinruimen Wat is er aan de hand in Den Haag* Waarom is bezuinigen zo moeilijk? Niet omdat de sociaal-democraten mee regeren Met de WD in de rege ring ging het niet anders. Puinruimers Pais en Wiegel durfden toen puntje by paaltje kwam. ook niet echt het mes in de overheidsuitgaven te zetten Een goed minister komt nu eenmaal op voor zijn eigen departementale belan gen en wijst naar de collega's als er moet worden ingeleverd Kunnen de ambtenaren op de ministeries dan geen bezuinigingen bedenken"» Nee. want die hebben weinig zin om in hun eigen vlees te snyden Kamerleden dan. die waken immers ook over de belangen van de belastingbetalers Vergeet het maar. de parlementariërs luisteren vooral naar pressiegroepen en de belastingbetalers hebben nog geen eigen pressiegroep Dus hangt de Kamer vrijwel steeds aan de noodrem als er eens een bezuinigingsvoorstel richting Binnenhof gaat Een econoom vat de spelregels samen „Politici proberen zoveel mogelijk stemmen te halen, ambtenaren probe ren hun begroting zoveel mogelyk op te blazen, dat is goed voor de carnëre, ondernemers streven ernaar om hun winst te maximaliseren en de vak bon den willen zoveel mogelyk contributie betalende leden In dat samenspel van krachten conflicteert in feite alles met elkaar Dat is de fundamentele ensis waarin we ons bevinden Let wel. het is niemands schuld, maar het kan niet samen, daar gaat het precies om" Een andere econoom ..By het zoeken naar oplossingen, ook voor bezuini gingen bots je steeds op bestaande structuren Misschien moeten we wel een referendum houden over de vraag willen we met z'n allen üen procent in leveren, loontrekkers en uitkcringsge rechtigden* Dan belanden we op het welvaartsniveau van 1970. Toen had den we het Ux h t Als ik op het ogenblik om me heen kyk, bon ik stomverbaasd Er is niks. geen enkel plan. waarom ligt er niks in de ambtelijke laden"* Planmatige oplos singen zyn nu meer dan ooit noodra- kelyk".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 11