Acht scholieren over kinderinflatie E",a ZATERDAG 20 MAART 1982 r; gin a 2.-^ Zakgeld: hoeveel krijgen kinderen en wat doen ze ermee? Kunnen ze kopen wat hun hartje begeert? Ieder kind verwacht er elk jaar wat bij te krijgen, maar gebeurt dat ook? Zeg maar tot 1980 was dit voor de meeste gezinnen geen probleem. Er was welvaart. Werd bijvoorbeeld de suiker een kwartje duurder, dan deed de baas dit bij het salaris. Hoefde men dus niets in te leveren. Bovendien kon er jaarlijks op een loonsverhoging worden gerekend. De ouders konden dus weer wat ruimer leven. Daar profiteerde het hele gezin van, óók de kinderen. Zij kregen, omdat vader wat meer geld mee naar huis bracht, 'opslag' bij hun zakgeld. Het tij is echter gekeerd. De groei is uit het inkomen. De baas ziet geen kans meer om elke verhoging te vergoeden. De kosten zijn de laatste jaren té sterk gestegen. Met andere woorden: we kunnen nu minder kopen dan we tot voor kort waren gewend. Inflatie heet dat. Kinderen met zakgeld zullen eveneens merken dat ze niet meer zoveel met hun geld kunnen doen. Zakgeld: het ene ruin zal meer geven dan het andere. Maar de ene vader zal dan zeggen: je betaalt zélf je sportclub of tijdschrift, terwijl de ander dit niet nodig vindt. Kinderen uit 'gewone' gezinnen, zo heeft een onderzoek overigens aangetoond, krijgen vaak meer 'traktement' dan leeftijdgenoten met rijke ouders. Acht scholieren, vijf meisjes (Rolijn, Erna, Ingrid, Diana en Agnes) en drie jongens (Dennis, Sjorsen Bart) in de leeftijd van elf tot en met zestien jaar, praten over de vraag wat je in deze dure tijd nog 'allemaal' met je zakgeld kunt doen. Zelfs een kind weet het. Met een gulden kunnen we niet zo bar veel meer doen. Als brood, boter of melk duurder worden of de benzine een paar centen om hoog gaat, meldt de televisie dit. Of kun je het in de krant lezen. Maar wie maakt zich nu druk als een rol drop of een pakje kauwgom ineens een dubbel tje meer kost? Niét de ouders, wél de kinderen. Hun zakgeld is opnieuw minder waard. De inflatie laat ook hén niet met rust. Ze moeten leren roeien met de riemen die ze hebben. En vaak valt dat niet Eerst even de hoofdrolspe(e)l(st)ers van dit verhaal voorstellen: Rolijn, 11 jaar. krijgt f2,50 zakgeld in de week; Dennis, 12 jaar, ontvangt f2,50 in de week; Erna, 14 jaar, heeft f5 gulden in de week te verteren; Ingrid, 13 jaar, incasseert f20 in de maand; Sjors, 15 jaar, krijgt een tientje in de week; Bart, 14 jaar, moet rondkomen met veertien gulden in de maand; Diana, zestien jaar, ontvangt f 30 in de maand en Agnes, 16 jaar, heeft f 60 in de maand uit te geven. Voldoende? De meningen zijn verdeeld. Diana bijvoorbeeld, vindt het genoeg. Schikt zich naar het gezinsleven. "Met het geld doen wat ik écht zou willen, nee, dat kan ik niet. Als je eens uitgaat en een glaasje drinkt, ben je tussen de twee en drie gulden kwijt. Dat kan ik niet betalen. Daarom neem ik, als ik ga sporten, zelf een flesje drinken mee. Ze kijken wel raar, maar ik houd het geld in mijn zak. Ga ik eens een keertje uit en iemand wil me trakteren, dan weiger ik dat aan te nemen. Ik zeg ik altijd dat ik niks terug kan geven. M'n ouders kunnen nu eenmaal niet meer missen, nou, dan houdt het op. Heb ik eens wat extra nodig, dan klop ik wél bij ze aan. Niet té dikwijls natuurlijk. Want we heb ben nog twee kinderen." ens wat bij vraag, moet ik een tegenprestatie huis doen. Een deur repareren die niet goed een kranten wijkje. Dat levert me f 8,50 in de Prestatie En Bart? "Als ik er leveren. Klusjes ir sluit en zo. Ik heb week op." De moeder van Sjors stopt hem zo nu en dan wat extra in de handen. Haar zoon heeft een dure hobby: duivensport. "Ik zie mijn moeder als een soort sponsor. Als ik wat van haar wil heb ben, verlangt zij dat ik wat terug doe. Ramen lappen doe ik elke vrijdag. Dan ben ik al om twaalf uur uit school. Daar krijg ik geld voor." De jongsten van het groepje, Dennis en Rolijn, klagen niet. Dennis versnoept het groot ste deel van zijn geld, geeft hij eerlijk toe. Of koopt eens een autootje. Als 'ie niks over heeft, doet hij een aanslag op de portemonnee van zijn moeder. Rolijn spaart zelfs nog van haar zakgeld. Tot voor kort kreeg ze één gulden in de week. "Maar toen ik zei dat alle kinderen uit m'n klas een rijksdaalder hebben, kreeg ik dat ook." Erna is overduidelijk. "Veer tien jaar ben ik", zegt ze. "Met vijf gulden kan ik niet doen wat ik wil. Samen met een vriendin spaar ik. We wil len over een paar jaar op ka mers gaan wonen. Soms wil ik wat dingetjes daarvoor ko pen. Dat gaat niet van dit geld." Voor praktisch iedereen geldt: een jaartje ouder, dan volgt 'opslag'. Ingrid: "Ik vraag er gewoon om. Dit jaar wil ik er best vijf gulden bij hebben. Of dat lukt? Ik hoop het." V.l.n.r. Rolijn, Erna. Ingrid. Dennis. Agnes. Sjors, Diana en Bart: "Wij zijn duurder, dat is de welvaart". (Foto Dirk Ketting) Genoeg Zestig gulden zakgeld per maand en twee bijbaantjes le veren Agnes genoeg op om te doen wat haar hartje begeert. Ze moet wel zichzelf kleden. Haar danslessen betaalt moe der. Agnes past af en toe op en werkt zo nu en dan eens in een kwekerij Overhouden? "Zeker, dat gebeurt wel eens. Maar dan moet ik geen nieu we broek of andere dure kle ren kopen. Dan zit ik krap. Nee, ik hoef nooit een beroep op m'n vader of moeder te doen. Ik kan aardig rondko- De kinderen, zo blijkt, hoeven niet alles van hun zakgeld te betalen. Geven ze een feestje thuis, dan betalen vader en moeder ook een deel. Liggen de verjaardagen van een broer of zus dichtbij elkaar, doen ze samen iets. Verjaar dagscadeautjes voor familie leden betalen ze uit eigen zak. voor vriendjes of vrien dinnetjes mogen ze bij hun ouders aankloppen. bibliotheek is op onverklaar bare wijze zoekgeraakt. Zelf zal ze voor de kosten moeten opdraaien. Dit zal ten koste van haar hobby gaan. Ingrid maakt oorbelletjes. Een vrij dure bezigheid, zegt ze. De spulletjes die zij daarvoor no dig heeft zijn pas weer duur der geworden. "Met die twintig gulden valt het soms niet mee om de maand door te komen. Het gebeurt echt wel eens, dat ik na een week geen cent meer heb. Ja, dan moet ik nog drie weken gaan voor ik weer wat krijg." Zakgeld, waar gaat het meeste naartoe? Erna koopt prul letjes voor haar kamer; Diana besteedt het aan haar hobby (wandkleden maken); Agnes versnoept het grootste deel; Bart stopt het in skiën; Sjors in z'n duiven en surfen; In grid in haar hobby (oorbel len); Dennis en Rolijn kopen er snoep voor en sparen wat. Opa en oma Links en rechts hoor je wel eens, dat opa of oma de klein kinderen wat toestoppen. Bij het groepje is er niet één die van de grootouders geld krijgt. Wél met een verjaar dag. Diana vertelt lachend dat ze, toen ze zestien werd, een kwartje meer kreeg. Wat ze dikwijls te horen krygen is: vroeger hadden wij niet wat jullie nu hebben. Vooral Barts vader maakt die opmerking nogal eens. Ingrid heeft een oom die vertelt dat hij in zijn tijd met een kwar tje genoegen moest nemen waar de kinderen nu vijf gul den incasseren. "Maar mijn oma had dertien kinderen", zegt Ingrid. "Er was geen geld om speelgoed kopen. M'n opa sneed uit stukken hout poppen en maakte er een kinderwagentje bij." Praten ze onderling op school over hoeveel zakgeld ze ont vangen? De meisjes roepen in koor 'ja'. Maar Erna voegt eraan toe: "Ik bemoei me daar maar nooit mee. Als ik moet zeggen hoeveel gulden ik krijg, krijg ik een minder waardigheidsgevoel." Sjors en Bart hebben hier niets aan toe te voegen. Bij hen op school wordt er nauwelijks over het fenomeen zakgeld gepraat. Als het gebeurt, ge beurt het incidenteel. Twee van de acht hebben een baantje: Bart brengt één keer in de week kranten rond, Ag nes past op (wat Diana ook wel eens doet) en werkt op een kwekerij. Sjors zou ook wel wat willen doen. "Werkelijk", zucht hij, "ik zoek me rot naar een baantje. Alleen, ik kan niks vinden. Wat ik zoek? Ach, dat maakt me niet zo veel uit. Werk waarmee ik wat geld kan ver dienen. Nee, geen vuilnis op halen, een gewoon baantje. In een supermarkt of bij een bakker." Eisen De bazen, vindt Agnes. eisen veel te veel. "Stap je bij een winkelier binnen en zeg je dat je huishoudschool hebt, dan hoeven ze je niet. Moet je mavo hebben. Nou, dat vind ik belachelijk. Pas las ik een advertentie. Werd iemand voor de huishouding ge vraagd. Die moest óók mavo hebben. Dan vraag je je toch af. Voor zulk werk kunnen ze toch beter iemand van de huishoudschool nemen? Wij leren daar speciaal voor." Het leven wordt met de dag duurder Waaraan merken zij dat? Rolijn zoekt het in de snoep. Een rol drop by haar vader 'op de voetbal' kost weer meer en de patat 'met' kan ze haast ook niet meer betalen. "De levensmiddelen zijn duur", merkt Dennis wijs op. Hoe hij dat zo goed weet? "Ik doe altijd de boodschap pen voor m'n moeder. Dus zie ik dat." Erna, serieus: "Ik merk het op mijn bord als we warm eten. Niet elke dag vlees meer. Ik krijg nu vaker een omelet." Agnes: "Een bekertje melk op school is hardstikke duur en voor één appel betaal je 65 cent" Ingrid krygt minder kleren. Er zijn ouders die rekening houden met de kinderinfla- tie. Als iets té duur is, passen ze het bij. "M'n moeder kijkt eerst of ik de spullen die ik wil kopen ook werkelijk no dig heb. Heb ik aan mijn zak geld niet voldoende, dan legt zij de rest erbij. Moet ik wel wat voor terugdoen. De vaten afwassen maar ook de katte- bak schoonmaken", licht Er na toe. Dennis moet eerst zeggen wat hij wil hebben. Keurt z'n moeder dat goed, dan stopt ze wat geld toe. Rommeltjes mag hy aanschaffen, maar de beurs van moeder blijft ge sloten. Last Maken de ouders zich druk over jullie inflatie? By Rolijn thuis krijgen ze minder vaak iets nieuws. Kleren van nichtjes die passen worden dan verder afgedragen. Diana kent dat probleem en ook In grid. Erna: "Als je in de stad loopt en wat wilt kopen dat duurder is dan waarop je Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (NIBUD), geeft in een brochure (eind 1980) aan hoeveel zakgeld een kind bij welke leeftijd zou moeten krijgen. leeftijd zakgeldbedragen per week 6- 8 jaar tussen f 1 en f 2 9-10 jaar tussen f 2 en f 3 11-12 jaar tussen f 3 en f 4 13-14 jaar tussen f 4 en f 6,50 15-16 jaar tussen f 6,50 en f 9 17-18 jaar tussen f 9 en f 14 Door Jan Westerlaken hebt gerekend, dan moet je moeder het tekort er toch bij leggen Daaraan kan zij mer ken dat wij eveneens met in flatie te kampen hebben." De jongens luisteren stil toe. Wat voor de meisjes geldt, is op hen niet van toepassing Vanzelfsprekend, kleren heb ben ze nodig. Maar ze zijn een stuk minder modebewust dan de meisjes. Een broek is voor hun een broek en daar houdt het mee op. Of de ouders rekening houden met hun inflatie? Alleen by Agnes is dit het geval De an dere kinderen blijven het ant woord schuldig Bart voegt eraan toe: "Wie er geen reke ning mee houdt, is myn baas. Ik breng al anderhalf jaar kranten rond, maar ik ver dien nog altyd precies het zelfde bedrag als toen ik er mee begon." Pinnig geeft Diana plotseling het gesprek een wending. "In Den Haag', roept ze met hoge stem, "willen ze op de kinder byslag gaan bezuinigen Als ik dat hoor, word ik pisnijdig Waarom toch. vraag ik me dan af. Denk ik wel eens by mezelf, die politieke partijen moesten eens wat jongere mensen in die Tweede Ka mer zetten. Die weten precies hoe hard gezinnen dit geld nodig hebben." Kleren Mooie kleren, hoe belangrijk zyn die voor het achttal' "Al lemaal image", roept Erna uit. "Aan de buitenkant kun je niet zien hoe iemand van binnen is De meesten kyken eerst naar je utterlyk Bevalt hun dat, dan willen ze je wel beter leren kennen. Anders moet je maar by ze uit de buurt blijven Op school? Nou, daar merk je het hele maal. Een heleboel kinderen zijn erg jaloers. Nee, leuk is dat niet." Rolyn herinnert zich een vrien dinnetje dat door kinderen vaak voor de gek wordt ge houden. Omdat ze soms rut zulke leuke kleren draagt En Diana? "Zeggen ze tegen mij dat ik ze heb nageaapt, roep ik: dan moet je een eigen kleermaker nemen. Er wordt bij ons in de klas om kleren nogal eens geruzied. Weken kan het duren voor ze elkaar weer aankijken." Hoe zit dat by de jongens? Sjors en Bart zyn eensgezind "Daar maken wij ons niet druk over. Af en toe wordt er eens een opmerking gemaakt over je kleren. Maar op school, nee. helemaal niet of nauwelijks Diana weet echter te vertellen dat ze jongens kent die heel modebewust zyn "Moet je maar eens in een discotheek komen. Lopen jongens rond met heel moderne kleren. Mooie kleren zal by de mees te jongens niet zo sterk leven als bij meisjes, maar er zijn knapen die er gek op zyn. Dat weet ik zeker." Je hoort ouders wel eens zuch ten dat kinderen zo duur zijn. Ze willen steeds meer. Brom mers, crossfietsen, tv-spel- letjes, surfplanken, autootjes die op afstand kunnen wor den bestuurd. En niet te ver geten de buitenlandse schoolreisjes. Vroeger ging men een dagje naar de bos sen. En zo zyn er nog wel wat dingen te bedenken. Hoe er varen zy dit? Alles duurder Erna omschryft het zo "Het ligt aan het milieu waarin je opgroeit Ja. wij zyn duurder Maar wat denk je van de hele maatschappij'" Sjors roept "Dat is de wel vaart." Bart denkt dat dit komt omdat je tegenwoordig veel meer dingen kunt kopen en doen dan vroeger het ge val was. "Op die manier wor den kinderen wel duurder." Speciaal voor de meisjes: je hoort vaak dat make up zo kostbaar is. Is gebruik ervan zo noodzakelijk? Diana. In grid en Erna kopen wel eens wat Vinden het inderdaad 'schreeuwend duur' Diana "Word je wat ouder, dan wil je wel eens wat op je gezicht smeren of een geurtje heb ben. Make up koop ik samen met m'n moeder, wil ik een geurtje hebben, dan wacht ik tot sinterklaas Is het wat goedkoper." Over een paar jaar zullen zy op eigen benen moeten leren te staan "Inderdaad", zegt Er na. "Ik vraag me af en toe af waar dat heen moet. Hoge huren, dure boodschappen. Of je alles zelf moet betalen of dat je een vriend krygt die goed verdient Het spookbeeld van Diana is hoe kryg ik een baan "Want dat wordt heel moeilijk", be seft ze. "Vind je er één. dan zul je. vermoed ik. met heel wat minder tevreden moeten zyn. Ik geloof nooit dat ik straks myn kinderen kan ge ven wat ik nu kryg." Sjors "Ach. ik maak me nog maar geen zorgen. Over een paar jaar zie ik wel. Techni sche mensen, zeg ik maar bij mezelf, zullen nodig blijven."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 25