"Overschatting legt een druk op je"
Fay Lovsky wil het eerst eens allemaal waarmaken
Een jaar geleden had nog
niemand van haar gehoord,
maar tegenwoordig staat ze in
het volle licht van de
schijnwerpers. Sinds haar
kerstsingle een hit werd is het
snel gegaan met Fay Lovsky,
wier ware naam Felicitas
Luijendijk luidt. Ze is 26, komt
uit Oegstgeest maar woont de
laatste jaren in de hoofdstad.
Op de valreep van 1981 heette Fay
Lovsky dé grote ontdekking in
de Nederlandse popmuziek te
zijn. Niet alleen vanwege haar
kersthit „Christmas was a
friend of mine", maar ook
vanwege haar elpees „Sound on
Sound" en „Confetti".
De muziek daarop componeerde
ze zelf, de zang is eveneens van
haar en vrijwel alle
muziekinstrumenten, die op de
plaat zijn te horen, bespeelt ze
zelf.
Het resultaat is met niets of
niemand te vergelijken, maar
volgens Fay moet de
platenmaatschappij haar
ideeën slikken en niet
andersom. Veel liever is ze
eigenzinnig dan een
commercieel succes.
Haar platen brengt ze dan ook uit
bij „1000 Idioten Records". Daar
voert men niet zozeer
winstbejag in het vaandel
alswel de filosofie: „Maak
muziek volgens je eigen ideeën,
zet die op plaat en zorg
vervolgens dat er ten minste
duizend idioten zijn die de
schijf aanschaffen. Dan zijn de
kosten er uit en ondertussen
ben je bezig een genre te
vernieuwen."
Voordat Fay zich volledig aan de
muziek ging wijden, studeerde
ze aan de Amsterdamse
Rietveld Academie vier jaar
lang audio-visuele vormgeving
en maakte ze animatiefilms
voor onder meer de vroegere
tv-quiz Twee voor Twaalf. Van
het geld dat ze daarmee
verdiende schafte ze zich een
twee sporen-bandrecorder aan.
Op dit apparaat neemt ze
sedertdien haar platen op. Ze
doet dat volgens eenzelfde
procédé als waarmee
animatiefilms worden gemaakt.
Projecteert men daar de
plaatjes over elkaar, met de
stukjes muziekband doet Fay
ongeveer hetzelfde. Zo legde zij
tegen luttele kosten de basis
voor de elpee „Sound on
Sound."
Fay houdt er dus een eigenzinnige
manier van werken op na. Even
eigenzinnig als haar optreden in
bijvoorbeeld 'Sonja op
Maandag', waarin ze verkleed
als kerstboom voor de camera's
verscheen.
Datgene waar ieder voor staat, is
het enige wat volgens Fay de
moeite waard is. Zelf staat ze
voor originele muziek en daar
stelt ze hoge eisen aan.
Momenteel is ze bezig met
filmmuziek en met de
voorbereiding van een nieuwe
elpee. Nog dit jaar zal die plaat
op de markt komen, meer kan
Fay er nog niet over zeggen.
Ook niet in de hierbij afgedrukte
weerslag van een drie uur
durend interview, dat we deze
week op geboortegrond met
haar hadden.
Door
Sjak Jansen
Een handjevol corpsstu
denten drinkt gulzig
biertjes als Fay Lovsky
het bruine lokaal in
hartje Leiden binnen
komt. Onopvallend is
haar verschijning niet
in het chique interieur.
Ze draagt zwarte suéde
laarsjes en een spijker
pak met daaronder een
rood hesje met zwarte
stippen. Aan haar oor
bellen bengelen in het
oog springende rode
driehoekjes. Haar zwar
te haar heeft ze omhoog
gekamd en daarom
heen zit een rode haar
band.
"Aha, een indiaan", klinkt het
op tamelijk misprijzende
toon vanuit het groepje stu
denten. Op hetzelfde ogen
blik brengt het stel de hand
naar de mond en kan de hele
zaak gadeslaan hoe met een
krijgshaftig en overtuigend
"oe-woe-woe-woe-woe" de
squaw op een alleszeggende
wijze wordt begroet.
Siberisch laat het Fay niet. Be
ledigd is ze niet zozeer. Ver
baasd wèl. „Ach, laat maar
zitten", zegt ze dan. Ze is pas
terug van een vierweeks ver
blijf in Amerika. Ze heeft er
vrienden ontmpet en contac
ten gelegd met een paar men
sen uit de muziekwereld.
„Het land, de mentaliteit en
de mensen hebben een
vreemde indruk op me ge
maakt", zegt ze. „Ik ben daar
behoorlijk vol van. Mensen
die zeggen: 'Oh you live in
Europe' en daar dan aan toe
voegen: 'Tough luck' (wat een
tegenvaller).., wwaggh! Echt
daar walg ik van. Dan denk
ik: mens, hoe haal je het in
het hoofd."
,Ik heb dan ook goed de buik
vol van dat nucleaire gedoe.
Vredesbewegingen allemaal
best hoor, prima zelfs; maar
ik heb er geen zin in. Ik heb
geen zin om me door die pro
blematiek uit het lood te la
ten slaan. Voordatje het weet
legt het je helemaal lam en
dat is niet wat ik wil. Ik wil
muziek maken, nieuwe pla
ten. Ik weet niet of je 'Candi-
de' hebt gelezen van Voltaire.
In die roman (tegen het opti
misme) zegt hij dat de tuin
man gewoon z'n eigen tuintje
moet wieden, omdat andere
dingen zijn macht gewoon te
boven gaan. Toevallig zag ik
op de Amerikaanse televisie
Jane Fonda wel tekeer gaan
tegen de atoombewapening.
Maar zij kan dat ook. Zij hééft
die macht."
Potten en pannen
Leiden, de stad waar zij op
groeide en waar ze haar eer
ste schreden op het muzikale
pad zette, zegt haar niet zo
veel meer. Bijna tien jaar is ze
er nu weg. Bij tijd en wijle
winkelt ze er nog wel met
haar moeder. Maar afgezien
van de bezoekjes aan haar ou
Fay Lovsky
"Geef me
dan in
godsnaam
een kans..."
(Foto Lock
Zuyderdotn).
ders in Oegstgeest, speelt
haar leven zich hoofdzakelijk
af in Amsterdam.
Daar bewoont ze een etage aie
helemaal wit is geschilderd.
De leefruimte wordt voorna
melijk bepaald door muziek
instrumenten. Gitaren, or
gels, microfoons, snoeren,
maar ook baby-pianootjes.
Vrijwel niets is Fay te gek om
muziek mee te maken. Pot
ten en pannen 'bespeelt' ze
dan ook op haar platen. Dat
heeft te maken met de mu
ziek theorie les sen, die ze lan
ge tijd heeft gevolgd bij Bob
Zimmerman: een Oegstgees-
tenaar die in Amsterdam is
neergestreken als componist
van toneelmuziek.
Zimmerman leerde haar dat
het belangrijkste in de mu
ziek het luisteren is. De muzi
kant die het luisteren als uit
gangspunt neemt voor zijn
muziek leert dat hij meer kan
doen dan alleen het produce
ren van noten. Voor Fay heeft
dat tot gevolg gehad dat haar
muziek de extra waarde van
de visualiteit heeft gekregen.
Volgens Bob Zimmerman
staan Fays muzikale kwalitei
ten buiten kijf. „Ik kan me
nog goed herinneren dat ik
vroeger met Fays halfbroer in
een schoolband speelde. Een
keer waren we aan het oefe
nen, toen hij 'Martha my
dear' van de Beatles speelde.
Perfect was het. Ik vroeg: van
wie heb jij dat geleerd. Van
mijn zusje, zei-ie. Fay was pas
elf toen. Kun je nagaan. Ze
had die Beatles-song op de
radio gehoord, was achter de
piano gaan zitten en op haar
gehoor speelde ze het zo na.
Het klopte noot voor noot."
Moedeloos
Zimmerman roemt vooral Fays
vindingrijkheid en haar ver
mogen om heel goed te ont
houden wat ze gehoord heeft.
„Waar het muziek betreft
heeft ze echt een computer
geheugen. Het zogenaamde
onthoudend luisteren is bij
haar enorm sterk ontwik
keld. Al die lovende kritieken
over haar muziek verbazen
me dan ook in het geheel
niet."
Nog maar twee maanden gele
den werd de 26-jarige Oegst-
geestse overladen met lof. Di
verse muziekbladen riepen
haar uit tot Neerlands meest-
belovende zangeres. Een po-
pulariteitsenquête van Mu-
ziekkrant Oor wees hetzelfde
uit. Haar kerstsingle werd
een hit en voor de TROS-mi-
crofoons kreeg ze de Zilveren
Kruiwagen uitgereikt, ten te
ken dat ze als een belofte
voor de toekomst wordt be
schouwd.
Enigszins gestreeld voelde ze
zich er wel door. Althans
toen. Nu begint het haar lang
zaam maar zeker op te bre
ken. „Interviews", verzucht
ze, „daarvan heb ik er de af
gelopen maanden ettelijke
gegeven en telkens neem ik
me weer voor ze te weigeren,
maar jullie geven mij gewoon
de kans niet. Jullie blijven
maar doorzeuren en dat ter
wijl ik helemaal niks te ver
tellen heb. Ik heb alles al ge
zegd, maar gek genoeg schijn
ik nieuws te zijn. En dat leidt
vreselijk af."
.Natuurlijk is het gruwelijk
wat er in Polen en El Salva
dor gebeurt, maar wat heeft
dat met mij te maken? Ik
word daar moedeloos van.
Agressief ook. Ik ben ontzet
tend agressief nu. En ik heb
ook geen zin om mezelf nog
langer zo serieus te nemen.
Dat keelt je. Al die vragen
over mijn drijfveren... Dat is
niet goed. Dat is klote. Ik ver
lies mijn perspectief daar
door. Ik ben nu in één klap
gebombardeerd tot meestbe-
lovende zangeres en dat moet
ik nu gaan waarmaken, maar
(ze is nu furieus) geef me dan
ook in godsnaam een kAns!"
Baldadig
Boze woorden. Maar terwijl ze
nog na-echoën, is Fay al tot
bedaren gekomen. Baldadig
rotzooit ze wat met branden
de tandenstokers. Kijkt dan
veelbetekenend op en vraagt
op de toon van een school
meisje: „Ben jij ook opge
groeid met KuiQe, de jonge
reporter? Weet je, op mijn
veertiende was het een
droom van me om reporter te
mogen zijn bij BBC-radio.
Het avontuurlijke hè. Je
komt overal, dat boeide my
mateloos. Maar ja, de schryf-
gave had ik niet, het politieke
inzicht ontbrak... maar vertel
eens, waar ben jy zoal ge
weest?" „Oh ja? Goh hee, wat
spannend Vertel verder, ga
door, ga door...."
Fay was zes toen d'r ouden,
haar op pianoles deden. „Ik
had toen heel andere interes
ses, dus ik leerde moeizaam.
Veel herinner ik me er niet
meer van. Alleen dat m'n le
rares razend was en dat ik
heel wat lellen op mijn vin
gers heb gekregen omdat ik
telkens de toonladder ver
keerd deed."
Haar eerste muziekinstrument
was een ukelele. Liever had
ze een gitaar gehad, maar
daarvoor waren haar vingers
nog te kort Alle instrumen
ten leerde ze zelf bespelen.
De basgitaar kreeg ze onder
de knie door de nummers
van Paul McCartney uit te
pluizen.
Ging haar muzikale vorming
van een leien dakje, op het
Stedelijk Gymnasium aan de
Leidse Fruinlaan hoefde Fay
zich evenmui al te veel in
spanningen te getroosten.
Behalve haar talent voor te
kenen en schilderen kan rec
tor Coebergh zich nog vrij
helder voor de geest halen,
„dat Fay zich in de tweede
klas al in literatuur verdiepte
die andere leerlingen pas in
de vijfde klas begrepen."
Fay: „Met een paar klasgenoten
en enige leraren vormden we
een erudiet clubje. Byna elke
middag zaten we tot een uur
of vyf op school te praten.
Over de boeken die je las en
allerlei andere interessante
zaken. Uitgaan deed ik met of
nauwelijks. Ik was altyd
thuis bezig. Ik las een boek,
maakte muziek of luisterde
naar Radio Caroline of BBC-
Worldservice."
Jongenswereld
Al die tijd leefde ze in een jon
genswereld. Thuis was ze
met vier broers en ook op
school ging haar voorkeur uit
naar jongens. Een korte pe
riode speelde ze in de school
band, later in een folkgroep,
die anno 1982 is ontaard in
Drs Wxlstra en 't Losgeslagen
Ei, een groep die speelt voor
een oogheelkundekliniek in
Colombia. In de tussentijd
had Fay de stoute schoenen
aangetrokken en was in haar
eentje de Leidse muziekca-
fé's langsgegaan. Gitaar on
der de arm en spelen maar.
Zestien was ze toen. ..Ik heb
dat soort dingen altijd stie
kem en ondergronds ge
pland", vertelt Fay.
Kort daarop voerde de liefde
haar naar Engeland. In Lon
den woonde ze enige tyd bij
een jongen, die werkte bij het
management van de Suther
land Brothers. Voordat Fay
er erg in had, bevond ze zich
midden in de „scene". Op
feestjes en in studio's ont
moette ze bekende en minder
bekende popmusici. „Terug
in Nederland", zegt Fay, „heb
ik de muziekbusiness beke
ken met Engelse ogen en dat
is dan met alleen grappig
maar ook heel goed, want je
leert de zaken beter inschat
ten."
Daarvan was echter geen spra
ke toen Fay het afgelopen na
jaar met een begeleidings
groep de Bühne opging. „Ik
kon de verantwoordelijkheid
niet aan. ik had geen contro
le. De spanningen vlogen me
naar de keel en binnen de
kortste keren was ik mijn
stem kwijt Toen zijn we met
een met optreden gestopt"
Pratend over de minder pretti
ge kanten van haar beroep,
schiet Fay in de lach. „Er
schoot me een grapje van
John Lennon te binnen. Die
heeft daar eens over gezegd
„J hope you have enjoyed our
records as much as we have
enjoyed melting them...eh ma
king them."
Druk
Ze vertelt nog wat over school.
Over de muziekles. „Dat stel
de niets voor De leraar heb
ben we tot huilens toe gepest
We waren veertien jaar,
kwam-ie met een xylofoontje
aanzetten Moesten we een
riedeltje spelen, zo kinderlyk
eenvoudig. Het was geloof ik
'Klein, klein kleutertje'. Ja,
kom nou.. Geen wonder dat
het een puinhoop werd."
Alle loftuitingen over haar mu
zikale kwaliteiten op een rij
tje zettend, vindt ook Fay dat
sommige bewonderaars over
drijven. „Overschatting, dat
legt allen maar een druk op
je. Zo'n Zilveren Kruiwagen,
ach. het zegt me allemaal vry
weinig. Weet jy nog wie hem
vong jaar heeft gekregen?
Nee? Nou dan."
Inmiddels staan de wijzers van
de klok op half zeven. Fay
schrikt ervan. „Wat? Is het al
zo laat? Oh fïick", zegt ze.
„dan moet ik opschieten". En
dat doet ze.