Andalusië is
een sprookje
Gra^«^
TAR==
Door Willem Schrama
De Romeinse brug in Cordoba.
»*<rv
"i"lcrrk^/vanG
meuwcAsnut >J
S.p A N j rA
'j MURC1A
Sevilla
Wie de drukte wil myden moet
niet naar Sevilla gaan De ge
zamenlijke 700.000 inwoners
lyken zich hier van 's mor
gens vroeg tot 's avonds laat
met z'n allen door de honder
den nauwe straatjes te per
sen. door luid toeterende au
to's bijna voor de sokken ge
reden Door zijn lage ligging
aan de monding van de Gua
dalquivir kan het er zelfs in
apnl of oktober onbarmhar
tig heet zijn.Een hotel met
zwembad is dan ook van har
te aan te bevelen.. maar de
kans daarop is uiterst gering,
zo niet nihil. De minste of ge
ringste festiviteit is in Sevilla
aanleiding tot tjokvolle (rela
tief dure) hotels. Vanwege
een stierenslachtparty in de
beroemde arena kan ik na
veel vijven en zessen mijn in
trek nemen in een zeer stoffig
bovenopje met een wiebelen
de wastafel, een bouwvallig
bed en een krakende kast. De
metaalachtige blik waarmee
de eigenaar van Hotel Hout
worm dit alles presenteert is
onvergetelijk. Gelukkig mag
ik buiten niezen.
Sevilla - de enige binnenhaven
van Spanje - is zijn trotse
verleden als centrum voor de
handel op Amerika niet ver
geten. Vooral nu koning Juan
Carlos er dit weekeinde op vi
site is. ligt de stad er florris-
sant bij. Een rit per karos
voert door het onbeschrijfe
lijk mooie Parque de Maria
Luisa. waar een hagelwitte
duivenkolonie de show
steelt.
Sevilla gaat uiteraard prat op
zijn grootste stierenvechters-
arena, doch niet minder op
zijn beroemde kathedraal, de
op twee na grootste ter we
reld. Het gaat te ver om hier
zelfs maar de belangrijkste
cultuurschatten van deze
stad op een rijtje te zetten,
maar om één ding kan nie
mand heen. Dat is de jaarlijk
se viering van de Goede
Week met kort daarop vol
gend de jaarmarkt in april,
wanneer het gehele stadsge-
beuren in de ban is van pro
cessies en parades met paar
den en rijtuigen, stierenge
vechten, dnnk- en eetfeesten.
Een feest dat zijn weerga in
het westen niet kent
Uitblazen
Het
Alhambra
in Granada,
Granada. Een bezoek
aan deze fascinerende
stad lag al enkele jaren
T in het verschiet, toen
een overspannen scri
bent van een weekblad
er in het afgelopen na-
jaar nog eens wat haast
I achter zette. Bijna
struikelend over zijn
liefdesbetuigingen, zag
hij nauwelijks kans zijn
passie voor dit cultuur
monument onder
woorden te brengen.
Granada leren kennen
uit een reisgids - zo
zweiden de regels uit
zijn pen - is net zoiets
als kennis van de liefde
nemen uit een ver
pleegstersroman.
Zoiets schept verwachtingen.
En die verwachtingen wer
den zelfs overtroffen. Al tij
dens de rit van Malaga naar
Granada openbaart zich het
sprookje dat Andalusië heet.
Deze zuidelijke Spaanse
landstreek is in omvang on
geveer gelijk aan het islamiti
sche rijk dat er zeven eeuwen
lang zijn stempel op drukte.
En dat maakt deze sierlijke
achtertuin van de Costa del
Sol tot een van de meest be
zienswaardige gebieden van
Europa.
Stedenbouw, architectuur, cul
tuur en folklore dragen er
nog altijd de sporen van eeu
wenlange Arabische tradi
ties. In hun fanatisme er het
christendom weer in te plan
ten, hebben de Spanjaarden
er sedert de Reconquista
(Herovering) in -de midde
leeuwen menige moskee met
de grond gelijk gemaakt.
Maar tegen enkele van de ve
le schoonheden uit die tijd
was zelfs de sloopdrift van de
heroveraars niet bestand.
Alhambra
I Eén van die schoonheden is het
immense Alhambra-paleis,
ook wel het achtste wereld-
Hoewel aanzienlijk prijziger
dan in de rest van Andalusië,
is de keuken hier wel dege
lijk de moeite waard. Een
specialiteit is bijvoorbeeld so-
pa sevillana, een melkwitte
vissoep met inktvis, garna
len, enz. In de wijk Santa
Cruz is spontane zang en
dans van jongelui in cafeetjes
een hoogst normaal tijdver
drijf. Kortom: een stad waar
je een week kunt vertoeven
zonder je ook maar één mo
ment te vervelen
Hoe nu zo'n trip door Andalu
sië te ondernemen? Wie de
reis niet vanuit Nederland
per auto wenst af te leggen,
doet er verstandig aan ge
woon een goedkope cam
ping-retourvlucht naar Mala
ga te boeken. Op het vlieg
veld is op het huren van een
autootje nog van alles af te
dingen. Maar wordt dat te
prijzig, dan zijn er altijd nog
redelijke trein- en uitsteken
de busverbindingen. Een
eenvoudig hotelletje voor ge
middeld dertig gulden per
nacht mag geen probleem
zijn. Met uitzondering van
Sevilla is er doorgaans vol
doende plaats.
En wie nog een paar dagen over
heeft, zit in een wip aan de
Costa del Sol. Die overigens
aantrekkelijker plekjes te
bieden heeft dan Marbella en
Torremolinos. Wie de meute
wenst te ontwijken zal zeker
rust vinden aan de oostzijde
van Malaga, waar bijvoor
beeld het badplaatsje Nerja
de aantrekkelijkheden van
een nog niet verziekt'toeris
tenoord in ruime mate voor
radig heeft.
Toerisme -
wonder genoemd en samen
met de besneeuwde toppen
van de Sierra Nevada het sil
houet van de stad Granada.
Deze citadel was de laatste
stróhalm van de islam in
Spanje. Nadat de moslims in
1212 al een beslissende ne
derlaag was toegebracht
bleef het koninkrijk Granada
nog tot 1492 bestaan, waarna
Mohammed definitief de
Straat van Gibraltar over
stak.
Het Alhambra is een doolhof
van vestingwerken, wachtto
rens, paleizen, koninklijke
verblijven en haremvertrek-
ken. Wie er niet minstens een
dag voor uittrekt, komt niet
aan zijn trekken. Alleen al
door de aangrenzende Gene-
ralife-tuinen en het Alcazaba-
kasteel kun je een ochtend
lang zwerven.
Maar Granada biedt nog veel
meer. Minstens zo interes
sant zijn de nog duidelijk
Arabisch uitziende wijken
aan de voet van de vesting
heuvel, waar alleen zeer ge
routineerde kaartlezers zich
een weg door kunnen banen.
Hier leeft nog het ambacht
van gitaarbouwer, al zijn het
er niet veel meer. Antonio
Marin Montero één van hen
- vertelt met leedwezen dat
bij zijn concurrent de eerste
goedkope Suzuki's al in de
vitrine hangen. En dat disco-
gebeuren doet de zaak ook al
geen goed, zo laat hij er op
volgen.
Zijn beste klanten bevinden
zich nog in de zigeunerwijk
Sacromonte, gelegen op een
heuveltop aan de overzijde
van het Alhambra. In de
avonduren worden hier goe
de zaken gedaan met pseudo-
flamencoshows voor vet
gemeste Amerikanen, die er
al joelend en drinkend een
paar honderd gulden lichter
worden gemaakt. Terwijl de
desbetreffende folder aan de
hotelbalie - gitano flamenco
turissimo - toch boekdelen
moet spreken. Het is overi
gens een wijdverbreid mis
verstand dat flamencomu-
ziek en -dans louter een zaak
van zigeuners zijn. Ook de
Andalusische folklore is dui
delijk van Arabische oor
sprong, hoewel het de ver
dienste van de zigeuners is
geweest dat ze haar hebben
weten te behouden tijdens de
intolerante periode van de
Reconquista.
Klef
Uitgaan is overigens een tame
lijk steriele aangelegenheid
in Granada. Echte flamenco-
muziek zul je er niet horen,
en dat geldt trouwens voor
heel Andalusië. In tegenstel
ling tot de Portugese fado
klaagzang wordt de bloedse
rieuze cante jondo er alleen
nog maar binnenskamers
beoefend. De meer wereldse
cante chico wordt nog wel in
z.g. tablaos ten gehore ge
bracht, maar daar laat men
veelal slechts leden binnen.
Blijft over het gastronomische
gebeuren: niet zelden het
plichtmatig op tafel smijten
van de door het staatsbureau
voor toerisme voorgeschre
ven drie gangen-met-een-
kannetje-wijn, waarvan de
gazpacho (koude soep) nog
wel eens te harden is maar
een kleffe hap opgebakken
paella zeer zeker niet.
Rest nog een leuke beziens
waardigheid: de Plaza Bi-
brambla met haar talloze ter
rassen waar het kleurrijke
stadsgewoel onafgebroken
aan voorbijtrekt. Aan dit
plein grenzen de grote kathe
draal van Granada en de
Moorse zijdemarkt met zijn
talloze kunstnijverheidswin-
keltjes. Hier ook wordt bij
een drankje automatisch een
tapa verstrekt: een borrel
hapje dat varieert van een ge
roosterd sardientje tot en met
een schoteltje mosselen.
Afscheid nemen van Granada
kan niet waardiger dan met
een bezoek aan het indruk
wekkende kerkhof achter het
Alhambra, waar honderden
pijnbomen tikkertje spelen
met straten vol sterfhuizen
waarin de doodskisten soms
wel achthoog zijn ingemet
seld. Deze manier van 'begra
ven' is niets unieks in
Zuideuropese landen, maar
de blijmoedigheid waarmee
nazaten hier hun doden eren,
is van een verfrissend realis
me. Aan de poort van het
kerkhof wordt eerst een kop
je koffie genuttigd, waarna
men er een laddertje huurt
teneinde de desbetreffende
kist met bloemen te versieren
en er een gebedje te ontvou
wen. Voor een Noordeurope
aan bijna een surrealistisch
gebeuren.
Cordoba
Afgezien van zijn armzalige
buitenwijken en de trieste ar
beid op de omringende fin-
cas (landbouwbedrijven van
grootgrondbezitters), is Cor
doba de lievelingsstad van de
Andalusiërs. De oude bin
nenstad met zijn wirwar van
straatjes is nog helemaal op
Arabische leest geschoeid.
Een dorado voor mensen die
van winkelen houden. Naast
vele ambachtelijke winkel
tjes zijn er sjieke warenhui
zen als Galerias Preciados tot
en met het volkse Simago.
een soort Spaanse Hema die
zowel verse inktvis als corset-
ten verkoopt.
In de avonduren lijkt het gehe
le stadsleven samen te ko
men op de Plaza de José An
tonio, waar men onder
vruchtdragende sinaasappel
bomen bij voorkeur bier uit
wijnglazen drinkt. Tot ver na
winkelsluiting flaneert de
Spaanse maagd hier naar
goed provinciaal gebruik gie
chelend langs groepjes wel
geklede knapen, die bij de ge
dachte alleen al rood aanlo
pen.
Het stadsschoon van Cordoba
is misschien nog indrukwek
kender dan dat van Granada,
in elk geval is het spontaner
In een bocht van de Guadal
quivir - bij de beeldschone
maar abominabel onderhou
den Romeinse brug - ligt de
beroemde moskee met zijn
850 zuilen. De botte bijl van
de Reconquista is deels aan
dit fraaie bouwwerk voorbij
gegaan, zij het onder een
schrikbarend voorbehoud.
Als toonbeeld van roomse
protserigheid in die dagen
werd in het hart van de mos
kee een complete kathedraal
gebouwd, die zo ongeveer al
le bouwstijlen vertegenwoor
digt. Menig oudheidkundige
heeft hierover in de loop der
jaren zijn pen in gif gedoopt,
maar tegelijkertijd realiseer
de men zich dat het gebouw
er zonder die pijnlijke disso
nant waarschijnlijk al met
meer had gestaan.
Genante hakenkruisen op deu
ren in de aangrenzende jood
se wijk (met daaronder 'judio
rojo' ofwel 'rooie jood') zeg
gen veel over de politieke te
genstellingen in het roerige
Andalusië, maar een perfecte
kopie van Picasso's Guerne-
rica op één van de hoge ka
den van de Guadalquivir
(met als afzender de plaatse
lijke communistische party)
brengt de zaak weer in even
wicht.
^VTERDAG 20 FEBRUARI 1982
Lfan de ongeveer dertig miljoen toe-
fristen die jaarlijks Spanje bezoe
ken, komt naar schatting negentig
procent niet verder dan de kust
lijn. Tegen het licht van die ver
houding is Spanje inderdaad het
minst bekende vakantieland, zo
als toeristische advertenties bewe
ren. En toch is de oogverblinden
de schoonheid van Spanje door
gaans niet ver van de costa's ver
wijderd. Zo is een bezoek aan de
zuidelijke landstreek Andalusië
met als hoogtepunt de stedentrits
Granada-Cordoba-Sevilla een
unieke ervaring, die niet duurder
behoeft te zijn dan een geheel ver
zorgde suddervakantie in uitpui
lende toeristenpakhuizen als Tor-
I remolinos en Fuengirola.
OTbouu,eT
'V
concurre'1*
Montere: