"Ik leg mijn ziel en zaligheid in FC Den Haag" Cor van der Hart: Extra ZATERDAG 20 FEBRUARI- Cor van der Hart is terug van weggeweest. Als vanouds voelt hij de grassprieten weer onder zich, nu de leiding van FC Den Haag zich door de slechte resulta ten van de fusieclub genoodzaakt zag trainer Martin van Vianen te ontslaan. In 1966 dook hij, die als voetballer vieren veertig maal het oranjeshirt aantrok, voor het eerst op als trainer. Bij het Haagse Holland Sport, dat in 1971 met ADO samensmolt tot FC Den Haag. Hij verhuisde naar AZ'67, kwam daarna in Zeist terecht, nadat de KNVB zijn con tract bij de Alkmaarse stichting voor 50.000 gulden had afgekocht. Met wijlen dr. Fadrhonc moest Van der Hart een tweemansschap vormen, maar tot enige samenwerking kwam het nauwelijks. Met name de plots opgeroepen 'generaal' Rinus Michels sprak tijdens het WK- voetbal in West-Duitsland (1974) zijn waardering uit voor de wedstrijdanaly ses, die Van der Hart voor hem vervaar digde. Maar in het trainingskamp in Hil- trup vierde Van der Hart in de ogen van Michels en de officials al te uitbundig de bereikte finaleplaats. Van der Hart kon zijn koffers pakken, een periode van val len en opstaan brak aan. Op zijn tocht door trainersland deed Van der Hart na Standard Luik Fortuna Sit- tard aan, vervolgens opnieuw AZ'67, FC Amsterdam, Fort Lauderdale Strikers en (tijdelijk) MW. Steeds met wisse lend succes. Bij FC Den Haag moet hij het nu al loerende degradatiespook zien te verjagen. Een interview. Ooit was hij een gewild object van iedere zich zelf respecterende ver zamelaar van voetbal plaatjes. Zijn portret gold in de collectie als een 'must', de stopper- spil van Fortuna '54 en het Nederlands elftal mócht naast Abe en Faas doodeenvoudig niet ontbreken. "Cor van der Hart moeten we hebben", luidde de bijkans tot eis omge bouwde smeekbede, die menig handelaar in snoepwaren in de late jaren vijftig tot wan hoop bracht. Een handige kauwgumfabri kant had een gat in de markt ontdekt, onder het motto 'voeg een foto van een voet baller bij een plakje kauw gum' baarde hij een rage. En inderdaad, hele volksstam men hebben zich in die da gen, toen gezelligheid nog heei gewoon was, een kaak- verkramping gekauwd aan die stukjes gesuikerde fiets band. Nu, dik 25 jaar later, roept alleen de gedachte aan de weerzinwekkende smaak al braakneigingen op. Maar toentertijd maalde niemand daar om, "Cor van der Hart moeten we hebben" en dat was waarachtig wel een offer waard. Sinds kort in dienst van FC Den Haag als opvolger van de tussentijds ontslagen trainer Martin van Vianen laat die middag de nu 54-jarige Cor van der Hart zijn jeugdige ik even herleven. Een machtige uithaal van het rechterbeen en doelman Dido Havenaar hoort de bal slechts. "Die trap heb ik nog steeds, zoiets verleer je niet", zegt onze held niet zonder trots. En de alt(jd aanwezige 65-plussers knikken aan de rand van het trainingsveld goedkeurend, zij weten het zeker, hier is een vakman aan het werk. Het trainersvak laat geen ruim te voor planning op lange ter mijn. Cor van der Hart heeft het bij Standard Luik, AZ'67 en FC Amsterdam aan den lijve ondervonden. Een oe- fenmeester zit per definitie op een schopstoel, waar een ander altijd wel weer bereid is op plaats te nemen. "Ikzelf heb al heel wat oplazers ge had", weet Van der Hart. Met gevoelens van medeleven heeft hij op de dag van diens gedwongen vertrek Van Via nen ("Hij heeft 5 jaar bij me gespeeld als keeper van Hol land Sport; kon altijd goed met hem opschieten") dan ook stevig de hand geschud. Door het FC Den Haag-bestuur binnengehaald als wat in goed Nederlands 'trouble shooter' heet, ziet Cor van der Hart zich geplaatst voor de taak 'Den Haag vandaag' voor degradatie te behoeden. Een 'mission impossible', we ten zekere voetbalkenners nu al, "Cor is in de voetbalstich ting Sterfhuis gestapt". Maar ofschoon ook Van der Hart beseft dat hij niet in "een opgemaakt bed" is te rechtgekomen, houdt hij de moed er in. "Zolang de bel niet heeft geluid, weiger ik op te geven", klinkt het strijd lustig. Cor van der Hart staat na lange tijd dus weer op het trai ningsveld, voor de troep, déér hoort hij gezien zijn staat van dienst ook en ner gens anders. 'Wie zonder zon de is, werpe de eerste steen', heet het, maar achtervolgd door zijn verleden kwam 'de Corre' na zijn Amerikaanse periode bij Fort Lauderdale Strikers niet aan de slag. Al leen MW achtte Van der Hart vorig jaar capabel ge noeg om hem als plaatsver vanger te laten optreden voor Leo Steegman, die toen door nekhernia werd geplaagd. Van der Hart is dan ook blij met deze nieuwe kans. "Ik heb een half jaar op een stoel gezeten, ik heb er veel zin in". Teleurstelling Amper twee weken in het Zuiderpark is Van der Hart nog zoekende. Hij weet nog niet van de hoed en de rand, Cor van der Hart loopt het veld op bij de aanvang van zijn eerste "Haagse" wedstrijd tegen Feyenoord. is dan ook verbaasd dat die morgen maar vier spelers wa ren komen opdagen voor de training. "Om kwart over acht reed ik al van huis, heer lijk weer was het, met plezier ging ik om half tien het veld op. Stonden daar maar vier man, wat is dat toch jam mer", verbijt hij zijn teleur stelling. "Het zijn semi-profs Cor, je kunt ze niet verplich ten 's morgens te komen", drukt technisch coördinator Eddy Hartmann de nieuwe trainer met de neus op de he dendaagse Haagse feiten. Van der Hart schikt zich dan in zijn lot, zij het moeizaam, de praktijktrainer staat vervol gens in hem op. De taal die hij spreekt, is van een duide lijk andere snit dan die van de 'voetbalgeleerden', die hun wijsheid voornamelijk aan de cursusboeken ontle nen. Termen als "een stuk in zet", "een stuk discipline", "een stuk bezieling" en "een stuk oorlog" komen bij hem niet over de lippen. "Wij zijn nog niet verloren", moedigt Van der Hart zijn manschap pen aan en ook zijn aanwij zingen behoeven geen onder titels. "Er zal hier best wei eens een godver vallen om de zaak in beweging te bren gen", zegt hij eenvoudig. Thuis in Hoofddorp heeft Cor van der Hart ("Op mijn vrije dag") de puntjes voor zichzelf op de i gezet; het te verrich ten korte termijn-werk staat nu grotendeels op papier. Maar hij geeft het toe, niet al les past in elkaar, vooralsnog heeft Van der Hart niet op al le vragen een antwoord kun nen vinden. "Hét probleem voor mij is dat ik er halverwe ge het seizoen inval", kijkt hij kreunend tegen zijn klus aan, "ik heb de voorbereiding ge mist". Betoog Een enthousiast betoog volgt, diep gaat hij op de zaken in. Van der Hart is er van door drongen dat iedere trainer zo zyn eigen zienswijze heeft, z(Jn kijk op het vak vertelt hem dat het voetbal zich van daag de dag niet slechts laat leiden door de basisprinci pes. "Met techniek, tactiek en conditie alleen kom je er niet meer". Er is, zegt hij ook, nog zoiets als hardheid en coördi natie. "Wisselwerking moet er in een elftal zijn, vooruit en achteruit". Hij raakt op dreef nu, het liefst zou Van der Hart de proble men bij FC Den Haag in de hoogste versnelling te lijf wil len gaan. "Ik weet niet hoe er hier in het verleden is ge werkt, daar wil ik me ook geen oordeel over aanmati gen". Maar wel is het hem al opgevallen dat sommige spe lers "niks met de buikspieren kunnen doen". Ze hebben prompt huiswerk meegekre gen van hun nieuwe baas, "want kun je met die buik spieren niks doen, dan heb je minder lucht en word je ook belemmerd in je bewegin gen". Het dienstrooster heeft Van der Hart inmiddels ook aange past, de trainingen zijn met een kwartier verlengd. "Las er één dat ie tot kwart over vyf moest trainen in plaats van tot rijf uur. Viel die knaap over. Kijk, een Mans veld en een Schoenmaker hebben hart voor de zaak. Ik weet het zeker, die twee zul len er alles aan doen om niet te degraderen. Zou het wel gebeuren, dan barsten ze in tranen uit. Maar er zijn er ook die minder bezeten zijn, min der gevoel voor verantwoor delijkheid hebben. Ook die gasten zullen mee moeten gaan denken. Zich moeten realiseren dat het beetje pu bliek, dat nu nog komt, weg blijft als we een divisie zou den zakken. Nu zit hier de niegus er nog op, alles zit te gen. Maar ik zal in elk geval Door Gerard van Putten mijn hele ziel en zaligheid in FC Den Haag leggen. Degra datie is zo ongeveer het eni ge, dat ik niet heb meege maakt in mijn carrière. En al houd ik er in mijn achter hoofd wel rekening mee, ik wfl het ook niet meemaken". Succesje Een succesje is hem nu meer dan welkom na alle ellende, die hij de laatste jaren heeft moeten doorstaan. Het liefst wil Cor van der Hart niet meer praten over wat is ge weest. "Nooit", bezweert hy, "nooit zal ik me laten verlei den tot een herhaling van toen". En Van der Hart doelt op zijn tv-optreden, vier gele den, samen met AZ-magnaat Klaas Molenaar, die hem zo juist op proef in dienst had genomen omdat Hans Kraay last van zijn heup had gekre gen en tot directeur van de Alkmaarse voetbalstichting was benoemd. Heel Neder land mocht kennisnemen van een op zich menselijk probleem, "omdat ik anders die baan niet had gekregen". De bekrompen geesten onder ons doemden prompt op, van achter de gordijnen kwamen ze tevoorschijn. Zat Cor van der Hart in één of ander etablissement een kop koffie te drinken, gegarandeerd dat er wel weer een voyeurstype zich geroepen voelde 'sociale controle' uit te oefenen. "Is dat echt koffie, Cor?" en met het reukorgaan werd dan snuivend het antwoord op die steevast zalvend gestelde vraag gezocht. "Ik ben daar op een gegeven moment bo ven gaan staan", zucht Van der Hart. "Met AZ won ik trouwens wel de KNVB-be- ker in dat jaar". Tot een definitieve verbintenis met AZ kwam het echter niet. Van der Hart kon gaan, waar anderen victorie kraai den en uitbundig pronkten met de veroverde bokaal. Op voorspraak van Otto Roffel, directeur van het Olympisch stadion, mocht hij de hobby van Dé Stoop gaan coachen. Maar ook bij FC Amsterdam kreeg Van der Hart last van tegenwind. Eerst van een aantal routiniers, later van Stoop zelf. In een familie weekblad haalde de voorzit ter zijn oefenmeester even platvloers als genadeloos on deruit. Aangeslagen, bijna murw ge beukt zonderde Cor van der Hart zich in die dagen af van de buitenwereld. Zijn troost zocht én vond hij vooral bij zijn familie. "Ik heb in mijn leven nooit nagetrapt en zal dat ook nooit doen. Maar als ik mijn gezin niet had gehad, was ik er niet bovenop geko men", geeft hij toe. "Thuis hebben we een enorme band, ik heb geweldig veel steun gehad van mijn vrouw en kinderen. Dat heeft gehol pen". Amerika Een Amerikaanse aanbieding bracht Cor van der Hart weer 'in the picture'. Tijdelijk nam hij de wijk naar Florida, na dat hij zich tussentijds had beziggehouden met de Haag se afdelingsclub SVDHB en later het Amsterdamse WA. Aan de andere kant van de plas fleurde Van der Hart op, aanvankelijk. Hij genoot van het klimaat, door het mana gement van Fort Lauderdale aangekondigd als VIP zwaai den de deuren overal voor hem open. Hij gaf ook, wat er van hem werd verwacht. Zijn ploeg bereikte de Soccer Bowl, de finale van de Noord- amenkaanse competitie, die New York Cosmos met 3-0 won. 'Toch heb ik daar een moeilijk jaar gehad", biecht Van der Hart achteraf op. "Ik moest werken met mensen die totaal geen verstand van voetbal hadden, in de groep liepen zo'n dertien nationali teiten rond en dan is het ver domd moeilijk om de boel ge zellig te houden. De Zuida merikanen vertikten het een voudig Engels te spreken, bo vendien werd ik door zo'n Zuidamerikaan ervan be- schuldigd dat ik 15.000 dollap i van zijn transfer achterover had gedrukt. Moet je nagaai^n toen hy kwam, was ik er niem eens. Dat is ook allemaal uiten gezocht. Die vent moet er uiter heb ik toen gezegd en meteeryr kreeg ik de Spaanssprekend^ pers op mijn nek. In Florida wonen nogal wat uitgewekene Haïtianen, Cubanen en menie! sen uit de Dominicaanse Rei publiek. Die lieten zich ophit ei sen door die journalisten.ei mijn hoofd werd geéist nadait< later ook Marinho was terug,ie gekeerd naar Sao Paulo. Ikrr ging door voor een Zuidameve rikanenhater. Ik heb op dqjl bank gezeten met drie po-ij litieagenten naast me. Opto straat stierf ik van de zenu-« wen, steeds keek ik achterie me. Cowboytoestanden wa-,T ren het. By Joe Robbie, de di-ni recteur, stond de telefoonn niet stil en pakken brievenu. kwamen er bij hem binnen.,F waarin myn vertrek werd;c geéist. Cor, je bent een goeie^j trainer, zei Robbie, maar zo^c kunnen we niet doorgaan". Terug in Nederland verloorh Van der Hart zyn zelfvertrou-k wen. Hij hunkerde naar eenii werkgever, maar behalve het3 tijdelijk in nood geraakte. MW was er geen club die be langstelling voor hem had.- "Ik heb na myn Amerikaanse, tijd behoorlijk in de put geze- ten, vroeg me zelfs af of ik nog wel gabbers had. Maar gelukkig, ik bleek ze toch nog te hebben. Piet Römer en g Piet Koekebakker, de oude midvoor van Blauw Wit, bel- 1 den mij in die tyd veel op. Moed werd me ook ingespro ken door Sjakie Swart en Maarten de Vos. Die jongens hebben me gestimuleerd, vroegen me of ik met ze mee ging trainen. Dat houd je fit Cor, zeiden ze, die club komt wel". 5 Gelouterd kwam Van der Hart uit zyn eigen strijd, zyn be-1 staan kreeg weer inhoud. Op de fiets legde hij heel wat ki- lometers af, Van der Hart ge noot er van. "Omdat ik geen banden kan plakken, hebben 1 ze me dikwijls ergens in de J polder op moeten pikken". "Ik voel me topfit nu, laat me nergens meer zien, zoek mijn gezelligheid alleen nog maar thuis of op de Jaap Edenbaan 1 by Sjakie Swart. Acht maan den geleden ben ik gestopt 1 met roken en ik drink alleen nog maar Spa of cassis. Ik snoep" alleen te veel. Myn dochter komt steeds met koek aanzetten, ik heb net de eerste anti-honger pil ingeno men, er moeten hoognodig wat kilo's af'. Hoewel een tijd uit beeld ge weest, herkennen ze hem op straat. "Ik kan me nergens vertonen zonder opgemerkt te worden", laat hij weten. "Soms is het een nadeel als je zo'n bekende kop hebt. Als ik ergens in een stadion kwam, werd er meteen gedacht dat ik een baan zocht. Maar al leen met Zaïre en Kameroen heb ik contacten gehad en die waren nog onbetrouw baar ook. Ik ben nog eens naar Brussel gereden om met vertegenwoordigers van de Zaïrese voetbalbond te pra ten. Daarna heb ik nooit meer wat gehoord. En Kees Rijvers heeft mijn naam laten vallen bij de voetbalbond van Ka meroen, nadat hij van de KNVB geen toestemming had gekregen om ze in Span je te begeleiden. Rijvers heeft nooit meer wat vernomen en my hebben ze ook niet ge beld". Hij kan er niet mee zitten, zijn aandacht richt zich voortaan op FC Den Haag. "Daar hoop ik het waar te kunnen ma ken". En terwijl het Zuiderpark zich in het schuchtere winterzonnetje koestert, slaat de nostalgie zowaar toe. "Holland Sport was indertijd in voetballend opzicht een puinzooi. De jon gens moesten het hebben van de goede wil, ze promoveer den wel naar de eredivisie. In mijn eerste periode bij AZ heb ik moeten werken met knapen als Twisk, De Jager, Vredenburg, Van Veen en Siem Tijm. Doodgewone voetballers waren dat, maar ook met die gasten haalde ik de eredivisie. Ik heb Kist en Nygaard naar Alkmaar ge haald. Wat ik daar heb opge bouwd, mocht Kessler nader hand afmaken. Ben ik dan een slechte trainer?"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 14