'Links' krijgt NCO-geld
in de schoot geworpen
Beroepstermijn, is fatale termijn
Voorlichting ontwikkelingshulp eenzijdig door falen WD
Instituut Burgerraadslieden
DONDERDAG 28 JANUARI 1982
Meningen
PAGINA 19
Op zichzelf is de consta
tering van de WD, die
drs M. Wessels van haar
wetenschappelijk bu
reau de Teldersstich-
ting op onderzoek uit
stuurde, niet onjuist.
Inderdaad zijn het de
als (vrij) radicaal be
kende Derde-Wereld
winkels, de comités
voor zuidelijk Afrika en
Chili, de Centra voor
Ontwikkelingssamen
werking en instellingen
als de Boycot Outspan
Actie die het leeuwe-
deel opeisen van de
voorlichtingsmiljoenen
die het rijk jaarlijks be
schikbaar stelt via de
Nederlandse Commis
sie Ontwikkelingssa
menwerking (NCO).
En, erger, inderdaad lijken de
meest radicalen zich een on
gezond stevige greep te heb
ben verschaft op de begeerde
miljoenen. Of om het in
WD-termen te zeggen: de ul
tra-linkse gelijkhebbers heb
ben het voor het zeggen bin
nen de NCO., zodat wat ge
matigder organisaties als de
Nederlandse Stichting Le
prabestrijding buiten de boot
zijn gevallen wegens het ont
breken van een radicale visie
op ontwikkelingshulp.
Ruzie
Illustratief is een daverende ru
zie tussen de CNV-jongeren
en de werkgroep Vorming,
één van de als radicaal te
boek staande werkgroepen
die advieslijsten opstellen
voor de NCO. Een ruzie die
ontstond doordat deze werk
groep op een subsidie-aan
vraag reageerde met kritiek
op het beleid van de christe
lijke vakbondsjongeren. De
CNV-jongeren noemden die
kritiek een "grote giller", om
dat zij het jaar tevoren het be
leid aan de wensen van de
werkgroep hadden aange
past. "Het gelazer van die
wergroep Vorming moet
maar eens over zijn. Wij pik
ken het niet langer dat wij
worden gemanipuleerd op
dezer wijze", zo reageerden
zij. Waarbij de jongeren met
name doelden op financiële
druk vanuit de werkgroep in
de trant van "Als jullie het zó
niet doen, dan krijgen jullie
ook geen centen meer".
De fout zit 'm volgens de Tel-
dersstichting in de organisa
tie van de NCO. Sinds de vo
rige minister van ontwikke
lingssamenwerking, De Ko
ning, de verantwoordelijk
heid voor de verdeling van de
subsidie in belangrijke mate
heeft overgedragen aan deze
commissie, hebben de werk
groepen die de voorselectie
maken een steeds dikkere
vinger in de pap gekregen.
Daarmee is niet alleen de mi
nisteriële verantwoordelijk
heid, maar ook de controle
rende taak van het parlement
danig uitgehold, zo meent drs
Wessels.
Het resultaat is dat, nog steeds
volgens de Teldersstichting,
geld, bedoeld voor ontwikke
lingsvoorlichting, steeds
meer terecht komt by organi
saties die aan de hand van
'Marxistische' of 'pseudo-
Marxistische' kretologie de
omverwerping van hét Ne
derlandse staatsbestel propa-
Komt de liberale visie op Der
de-Wereldproblemen in Ne
derland niet aan bod? De
WD liet onlangs haar we
tenschappelijk bureau, de
Teldersstichting, schilderen
hoe de voorlichting over
ontwikkelingshulp hier te
lande wordt gedomineerd
door een reeks radicale, in
tolerante werkgroepen, die
als driftige dwergen de ge
middelde Nederlander een
rode-puntmuts filosofie
trachten op te dringen met
behulp van rijksgeld. Radi
calen, die vorig jaar ook nog
vrolijk het door de minister
vastgestelde bedrag van 12,7
miljoen gulden met twintig
procent (2,5 miljoen) over
schreden.
Dat vraagt om ingrijpen, roe
pen liberalen en ook chris
ten-democraten in koor.
Niet geheel ten onrechte.
Maar volledig vergeten
wordt wel het eigen falen te
vermelden. Want op het mo
ment dat de 'poet' moet wor
den verdeeld geven ze een
voudig niet thuis, zodat het
'links' bij voorbaat al erg ge
makkelijk wordt gemaakt.
Om dan verongelijkt te gaan
uithuilen bij de minister en
hem te vragen er iets aan te
doen is weinig dapper. Veel
duidelijkheid verschaft
evenwel de wijze waarop
dat gebeurt. Namelijk met
het argument dat de Neder
landse regering nu staatsge
vaarlijke actiegroepen sub
sidieert. Dat duidt niet zo
zeer op een gevecht voor een
eerlijke verdeling van de be
schikbare subsidie, maar op
een poging om de 'vijand' uit
te schakelen zonder zelf in
de frontlinie te verschijnen.
Een politiek orTensief waar
bij de minister het vuile
werk mag opknappen. Niet
zonder resultaat, aangezien
minister voor ontwikke
lingssamenwerking Van
Dijk (CDA) inmiddels heeft
aangekondigd te zullen in
grijpen.
geren: bij de vredesbewe
ging, bij actiegroepen die
zich richten tegen de multi
national, bij scholingsgroe-
pen die een vergelijking trek
ken tussen de bevolking van
ontwikkelingslanden en gast
arbeiders in Nederland.
De NCO mag dan formeel stel
len het verlenen van subsidie
niet in verband te brengen
met politieke gezindheid, de
praktijk wijst anders uit,
meent de Teldersstichting.
Immers, de als radicaal te
boek staande werkgroepen
'Vorming' en 'Onderwijs', die
een dikke vinger in de pap
hebben bij het verdelen van
de centen, huldigen beide het
standpunt dat alleen een ver
taling naar de 'eigen situatie'
voorop staat by het effectief
geven van voorlichting over
ontwikkelingshulp. Een in
het WD-rapport opgepikt ci
taat van de werkgroep On
derwijs: "Uitbuitende syste
men bestaan niet alleen op
het niveau van de nationale
staat of op het wereldniveau,
maar ook in de omgeving van
de meeste scholen, en inder
daad binnen de meeste scho
len en de meeste klassen".
Let wel, kritiek op de Neder
landse regering moet kun
nen. Dat vindt ook de Tel
dersstichting. Maar subsidië
ren van revolutionaire krach
ten, die onder het mom van
ontwikkelingshulp zagen aan
de fundamenten van de Ne
derlandse staat, dót gaat een
beetje te ver. Christen-demo
craten en liberalen zijn het er
over eens, de minister of het
parlement moet zelf de subsi
diekraan weer gaat hanteren
en het NCO vastnagelen op
'algemeen aanvaarde uit
gangspunten' zoals geformu
leerd door de Verenigde Na
ties. Méér aandacht voor het
armoede- en voedselpro
bleem, een representatiever
verdeling van de beschikbare
miljoenen.
Verwevenheid
Het vraagstuk ontdoen van zijn
politieke lading, zo luidt dus
het credo van de WD-onder-
zoekers. Maar kan het armoe
deprobleem van de arme lan
den los worden gezien van de
internationale machtsver
houdingen, van de door rijke
landen gestuurde handelspo
litiek? Hangt de toenemende
armoede in een toch rijk met
bodemschatten gezegend
land als Angola niet voor een
belangrijk deel samen met de
over de gehele aardbol ver
spreide Koude Oorlog tussen
de Verenigde Staten en de
Sowjet-Unie? Heeft een eco
nomische boycot door de VS
tegen Cuba niet rechtstreeks
te maken met dat internatio
nale machtsdenken? Anders
gezegd: krijgt een ontwikke
lingsland wel de kans om
buiten de ideologische
(machts-)strijd tussen com
munisme en markteconomie
een eigen, onafhankelijke
koers te volgen?
Drs Wessels ontkent de verwe
venheid tussen enerzijds
'oost-west' en anderzijds
'noord-zuid' niet, maar stelt
niettemin dat de twee proble
men dermate 'anders van
aard' zijn dat het om 'intellec
tuele en praktische redenen
zeer onwenselijk is om met
subsidiegelden voor voor
lichting over ontwikkelings
samenwerking pacifistische.
anti-miütanstische en anti-
NAVO-activiteiten in Neder
land te bevorderen'. Zo stelt
de Teldersstichting met na
druk dat de bewapening van
arme landen ook verband
houdt met 'ernstige politieke
instabiliteit en de grote terri
toriale en etnische conflict
stof in de Derde Wereld'.
Men kan natuurlijk met even
veel recht zeggen dat die pro
blemen nooit uit de (derde)
wereld zullen geraken zolang
de internationale grootmach
ten dergelijke instabiliteit
'benutten' gin hun invloed te
verspreiden. Op militair en
op economisch gebied. Dat
doet de Teldersstichting ech
ter niet. Zij betoogt daarente
gen dat defensie-inspannin
gen 'in sommige gevallen' de
welvaartsgroei in de Derde
Wereld juist heeft bevorderd.
Zo tracht de WD-stichting
aan de hand van cijfers ook
aan te tonen dat juist de ont-
wikkelingslandenlanden die
zich hebben opengesteld
voor het internationale be
drijfsleven een 'zeer aanmer
kelijke gróei' hebben doorge
maakt, om even later zelf te
erkennen dat die welvaart in
veel gevallen niet ten goede
komt aan de bevolking. De
aanval op als simplistisch
veroordeelde termen als 'uit
buiting' en 'internationaal ka
pitalisme' verliest daardoor
veel van haar kracht. Want
het is maar de vraag in hoe
verre het rijke westen bereid
is tot investeren in arme lan
den als, zoals de WD voor
staat, er krachtige vakbon
den verrijzen die uit zijn op
een eerlijker verdeling van
die welvaart. Versimpeling
contra versimpeling.
De Teldersstichting heeft gelijk
als zij wyst op de eenzijdig
heid van voorlichting door
middel van NCO-gelden,
maar vergalloppeert zich als
zij vervolgens het ongelijk
van andersdenkenden wil
aantonen. Het merkwaardige
is dat de stichting zelf uitein
delijk tot de conclusie komt
dat de noord-zuidproblema-
tiek 'uitermate complex' is.
"Geen geleerde, instelling of
politieke stroming heeft de
juiste antwoorden op de vra
gen die het armoedepro
bleem van ontwikkelingslan
den ons stelt. Zolang zeker is
dat niemand alle juiste ant
woorden heeft, is het nodig er
zorg voor te dragen dat
steeds verschillende en di
verse stromingen op plurifor
me wyze naar de beste oplos
singen zoeken. Politieke een-
zydigheid is daar geen bydra-
ge aan", zo luidt de slotcon
clusie in het WD-rapport.
Illusie
Een alleszins aanvaardbaar
slotbetoog. zolang de WD
maar met de illusie koestert
dat politieke tegenstellingen
zich aan de kant laten schui
ven als het gaat om het ar
moedeprobleem. Ironisch ge
noeg geven de liberalen de
politieke tegenstanders juist
de argumenten in handen om
de huidige wyze van subsi
diëren door de NCO te verde
digen, zij het onder strenger
ministerieel toezicht: by een
veelzijdige voorlichting over
ontwikkelingssamenwerking
kunnen politieke tegenstel
lingen niet worden gene
geerd.
Drs Wessels heeft de WD geen
dienst bewezen door op
krampachtige wyze de poli
tiek buiten beschouwing te
laten in zyn rapport. Het is
opmerkelyk dat de onderzoe
ker met geen woord rept over
een belangrijke oorzaak ach
ter het feit dat het grootste
deel van de NCO-gelden in
'linkse' handen terecht komt:
het ontbreken aanmeldingen
uit liberale kamp. Daar is wel
een verklaring voor. 'Rechts'
heeft nu eenmaal een minder
strak omlynde visie op de
Derde Wereld, bedient zich
niet van al dan niet demago
gische slagzinnen maar zoekt
z'n heil in meer 'genuanceer
de' standpunten, trekt geen
parallellen met vormen van
'uitbuiting' in Nederland, zo
als links' doet om de burger
by de ontwikkelingsproble
matiek te betrekken. Daar
door ontbreekt kennelijk een
goede voedingsbodem voor
werk- of actiegroepen die
zich met gedrevenheid op
voorlichtingsprojecten stor
ten. Of, minder vnendelyk,
misschien ontbreekt het de
WD en haar achterban aan
voldoende visie op en belang
stelling voor de problemen in
de Derde Wereld.
Hoe dan ook, de WD zou wei
nig opschieten met uitslui
tend aan te dringen op een
betere, politiek onafhankelij
ke verdeling van de NCO-
miijoenen. Het geld zou mis
schien niet meer door links
worden verdeeld, maar niet
temin nog steeds bij radicale
actiegroepen terecht komen.
Dan kan de WD nog wel
protesteren tegen 'eenzijdige'
en 'drammerige' voorlichting
die geen aansluiting vindt by
brede lagen van de bevol
king, maar dan kan de NCO
niet worden verweten de li
berale visie op ontwikke
lingswerk aan den volke te
onthouden. Tenslotte is de
taak van de commissie nooit
geweest om zelf aan voorlich
ting te doen, maar om finan
ciële steun te verstrekken
aan instellingen die zich voor
de 'activering van de openba
re meningsvorming' inzetten.
De aanval op de NCO is van
zuiver politieke aard. De
WD had er beter aan gedaan
dat onomwonden duidelyk te
maken. Zonder zich in 'we
tenschappelijke' bochten te
wringen en het eigen falen te
verzwygen.
Voor pns wel en wee zijn wij
anno 1982 in hoge mate af
hankelijk van de overheid en
allerlei instanties met een
overheidstaak (gemakshalve
spreken we maar even over
"de overheid").
Bij die afhankelijkheid hoort
bescherming. Tegen een ne
gatieve beslissing van de
overheid moet het "slachtof
fer" bezwaar of beroep kun
nen instellen, bij een onaf
hankelijke rechterlijke in
stantie of in elk geval bij een
"hogere" overheid. Daarvoor
is gezorgd. Er is bijna geen
overheidsbeslissing meer,
waartegen geen bezwaar of
beroep open staat. (We spre
ken verder over "beroep").
Wie in beroep wil gaan, krijgt
direkt al te maken met een re
gel, waarmee het hele beroep
staat of valt. Dat is de eis, dat
het beroep binnen een be
paalde termijn wordt inge
steld. Wie te laat is, ziet zijn
beroep "niet-ontvankelyk"
verklaard. Het beroep wordt
gewoon niet behandeld. De
beslissing in kwestie is daar
mee definitief.
We maken nog al eens mee, dat
mensen de beroepstermijn
hebben laten verstrijken. Ze
denken bijv. dat "het toch al
lemaal niets uithaalt om het
hogerop te zoeken". Het is
dan natuurlijk doodzonde,
om na afloop van de beroeps
termijn te horen dat een be
roep best kans van slagen zou
hebben gehad.
Het leek ons daarom goed wat
dieper in te gaan op de be
roepstermijn en een paar za
ken, die daarmee te maken
Koornbrugstraat 2
2311 EK Leiden
hebben. Nu heeft met een
beetje overdrijving elke ad
ministratiefrechtelijke wet
zijn eigen beroepsmogelijk
heid. Er zijn voor de verschil
lende soorten beslissingen tal
van uiteenlopende beroeps
instanties en regels voor het
instellen van beroep. Maar er
blijven toch nog genoeg ad
ministratiefrechtelijke wet
ten over, die geen eigen be
roepsmogelijkheid kennen.
De burger die getroffen
wordt door een overheidsbe
slissing waarvoor geen ande
re beroepsmogelijkheid be
staat, kan beroep instellen op
grond van de Wet Admini
stratieve Rechtspraak Over
heidsbeschikkingen (de Wet
AROB). De Wet AROB is dus
het sluitstuk op het gebied
van de rechtsbescherming te
gen overheidsbeslissingen.
Je hebt er bijv. mee te maken
als je geen woonvergunning
krijgt, als je verzoek om sub
sidie voor woningverbetering
is afgewezen of als je inzage
wilt in een ambtelijke nota en
dat wordt geweigerd.
We nemen daarom die Wet
AROB tot uitgangspunt.
Daarbij moeten we er wel
voor waarschuwen dat ande
re administratiefrechtelijke
wetten andere beroepsin
stanties en vaak ook andere
beroepstermijnen kennen en
soms ook andere regels voor
het instellen van beroep.
Beroepsinstantie
Wie bezwaar heeft tegen een
beslissing van een orgaan
van de lagere overheid (byv.
provincie, gemeente) moet
eerst een bezwaarschrift
schrijven aan datzelfde over
heidsorgaan. Dat bekijkt de
hele zaak dan nog eens op
nieuw. Wordt je bezwaar
schrift afgewezen dan kun je
in beroep bij een "echte"
rechter, de Raad van State
(afdeling Rechtspraak). Als
de beslissing afkomstig is
van de centrale overheid (het
Rijk) moet je je bezwaren di
rekt voorleggen aan de Raad
van State. Dit zijn alleen de
hoofdlijnen. Vaak is byzon-
der moeilijk uit te maken of
tegen een overheidsbeslis
sing AROB-beroep kan wor
den ingesteld. Als u twijfelt,
vraag dan nadere informatie.
Beroepstermijn
Zowel in de bezwaarschriften
procedure als voor het be
roep by de Raad van State
geldt een termijn van 30 da
gen. Hoe wordt die termijn
nu berekend? Als je het pre
cies wilt weten, kun je er het
best even een kalender bijha
len. De eerste dag van de ter
mijn is de dag na de dag van
de verzending (of uitreiking)
van de beslissing. In het alge
meen doet het er niet toe,
wanneer je de beslissing in
feite onder ogen krijgt. Wordt
een beslissing dus byv. op
maandag 4 januari 1982 ver
zonden, dan is dinsdag 5 ja
nuari de eerste dag van de
termijn. De laatste dag van de
termijn is de 30ste dag, in dit
geval woensdag 3 februari.
Als je het bezwaar- of be
roepschrift over de post
stuurt, moet het uiterlijk op
de 30ste dag worden verzon
den. In het voorbeeld moet
het poststempel dus uiterlijk
op 3 februari zyn gedateerd.
Geef je het bezwaar- of be
roepschrift persoonlijk af of
laat je dat doen, dan moet dat
uiterlijk op de 30ste dag ge
beuren.
Die 30 dagen zyn dus 30 kalen
derdagen, zaterdagen, zonda
gen en feestdagen tellen ge
woon mee. Daarop is één uit
zondering. Als de laatste dag
van de termijn een zaterdag,
zondag of een algemeen er
kende feestdag is. wordt de
termijn verlengd tot de eerst
volgende "gewone" werkdag.
Gaat de beroepstermijn bijv. in
op vrijdag 8 januari 1982, dan
is de 30ste dag dus zaterdag 6
februari. Zaterdag en zondag
tellen als laatste termijnda-
gen niet mee, zodat in feite
maandag 8 februari de laatste
dag van de termijn is.
Toch te laat
De beroepstermijn is, wat wel
genoemd wordt, een "fatale"
termijn. Ben je te laat dan is
er niets meer aan te doen en
is de beslissing definitief ge
worden. Een heel enkele keer
wordt een uitzondering ge
maakt Je moet dan we) een
erg goed excuus hebben. Ben
je te laat en meen je daarvoor
een geldige reden te hebben,
stuur het bezwaar- of be
roepschrift dan wel meteen
in. Krijg je de beslissing bijv.
buiten je schuld pas onder
ogen, na het verstrykeh van
de beroepstermijn, denk dan
niet: nu heb ik nog 30 dagen
tijd Je moet dan meteen in
aktie komen.
Het overheidsorgaan, dat de
beslissing heeft genomen is
niet verplicht daarop de mo
gelijkheid van AROB-beroep
te vermelden. Als de beslis
sing daarover niets vermeldt,
hoeft dat dus nog niet te bete
kenen dat dat beroep ook
niet mogelijk is. Het betekent
ook, dat je niet als excuus
voor een te late indiening van
^je bezwaar- of beroepschrift
kunt aanvoeren, dat de be
slissing over die mogelijk
heid zweeg.
Aantekenen
Degene, die een brief verzendt,
is altijd verantwoordelijk
voor de (tydige) ontvangst.
Dat is vaste rechtspraak. Het
is daarom verstandig je be
zwaar- of beroepschrift aan
getekend te versturen (en het
bewysje daarvan goed te be
waren!). Als het stuk niet aan
komt, kun je altyd bewyzen
het wel (tydig) verzonden te
hebben. Maak altijd een ko
pie voor je zelf. Breng het be
zwaar- of beroepschrift zelf,
laat dan als bewijs van (tijdi
ge) ontvangs op de kopie een
stempel of handtekening
plus datum plaatsen door de
gene aan wie je het stuk af
geeft
Een termyn van 30 dagen is ei
genlijk erg kort om je bezwa
ren al dan met met hulp van
een deskundige op papier te
krijgen. Aan de bnef zelf wor
den geen hoge eisen gesteld.
Maar jemoet wel aangeven
wat je bezwaren zyn en waar
om je deze hebt Het be
zwaar- of beroepschrift moet
gemotiveerd zijn, anders is
het "niet-ontvankelijk".
Je kunt dus niet volstaan met
binnen de beroepstermijn
een briefje te sturen, dat je
bezwaren hebt en dan later -
na het verstrijken daarvan -
de motivering geven. (Dat
kan wèl in sociale verzeke
ringszaken voor de Raden
van Beroep en de Centrale
Raad van Beroep). Ook de
motivering moet nl. binnen
de beroepstermijn worden
ingediend. En tenslotte: bega
ook niet de fout te denken
datje niet al je bezwaren met
een in de bezwaarschrif
tenprocedure hoeft pnjs te
geven en dat je dat altyd nog
in hoger beroep by de Raad
van State kunt doen. Dat kan
n.l. niet. De Raad van State
houdt alleen rekening met de
bezwaren, die ook al in de be
zwaarschriften procedure
naar voren zyn gebracht
Het bovenstaande geldt zoals
gezegd, voor de AROB-pro
cedure. Andere administra
tiefrechtelijke wetten kennen
andere regels. Ook de bereke
ning van de beroepstermyn
kan dan anders zyn. Boven
dien is lang niet alles over die
AROB-procedure hier ge
zegd. Wie een vollediger
overzicht wil hebben kan dat
vinden in de folder "Beroep
tegen Overheidsbeschikkin
gen".
Ook over de procedure in socia
le verzekeringszaken bestaat
een folder: "U wilt naar de
Raad van Beroep".