"Automatisch herstel, dat is er niet meer" "Ik hoef niet zo nodig" "Ik kan dat geld niet missen" De onverwachte vakbondskandidatuur van Johan Stekelenburg E>'" Minister Gardeniers aan vooravond van begrotingsdebat: ZATERDAG 23 JANUARI 1982 PAGINA 21 „Ik heb tot nu toe geen alternatief voor die f 175 miljoen aan bezuiniging, die de in te voeren eigen bijdrage op geneesmiddelen moet opbrengen. Andere aangedragen oplossingen werken in andere opzichten slechter uit Ik kan dat geld niet missen", aldus mevrouw Gardeniers, pratend over de geplande bezuinigingen in de gezondheidszorg, die nogal in discussie zijn. Het voorstel van de ziekenfondsen om in plaats van het heffen van f 2,50 op elk recept de zogenaamde loongrens voor de verplichte verzekering op te trekken, waardoor er meer premie binnenkomt, lijkt de bewindsvrouw ook niet aanvaardbaar. Zij vindt de sociaal-economische gevolgen daarvan ongunstig. „Het is nog de vraag of dit alternatief wel uitwerkt conform de bedoelingen". Mevrouw Gardeniers: „We kunnen de premies niet zo maar optrekken, we moeten denken aan de minima en aan de middengroepen. Bovendien staan in het regeerakkoord harde afspraken over het stabiel houden van de lastendruk. Het is juist dat de fondsen in kapitaalsnood verkeren ondanks hun goed beheer. Kritisch zijn blijkt ook hier een probleem, onze financiële zorgen zijn nog lang niet voorbij en er moeten maatregelen worden genomen". „Er is een tekort in de ziekteverzekeringskas van f 750 miljoen, dat gesaneerd moet worden. We hebben nu langzamerhand alle onderdelen van de motie-Lubbers uitgevoerd (uit 1078, daarin werd een „harmonisch plan van ostenbeheersing in de gezondheidszorg" gevraagd, waarin op aanvaardbare manier eigen bijdrageregelingen werden verwerkt). Er is een volumebeleid gestart, het vestigingsbeleid komt op gang - te beginnen met de fysiotherapeuten - het inkomensbeleid voor de beroepsbeoefenaars, de beddenreductie wordt opgepakt, er komt een machtigingswet om de instroom van studenten te beperken. Toch is er nog tekort, dus moeten we bezuinigen, ook om te voorkomen dat er geen andere taken meer kunnen worden uitgevoerd". De ziektekostenverzekering als geheel blijft een probleem, zeker nu invoering van zelfs maar een beperkte volksverzekering niet kan. Maar de minister verwacht wel iets van de wijzigingen in het stelsel, die zijn voorgesteld in de zogenaamde „heroverwegingsrapporten" van het vorige kabinet. Zowel de particuliere verzekeringen als die van de ambtenaren worden onder de loep genomen. Mevrouw Gardeniers: „We zijn er nu in drie commissies mee bezig. Er moet een vereenvoudiging komen, een doorzichtiger systeem met meer eenheid. Zoiets als dc voorgestelde inkomensdervlngswet, die enkele bestaande sociale verzekeringswetten moet vervangen. De zaak wordt met vaart aangepakt, maar we hebben er wel de hele periode voor nodig, adviezen van de Sociaal-Economische Raad en andere organen mogen niet ontbreken". Minister mevrouw M. H. M. F. Gardeniers-Berendsen vindt niet dat de gezond heidszorg ziek is. Er zit veel spanning in deze sec tor en er moet orde op za ken worden gesteld. Be zuinigingen moeten uit economische noodzaak worden doorgevoerd, toch is er ook groei. Prioritei ten dienen te worden afge wogen, het is niet meer zo dat „alles maar kan". Meer aandacht is nodig voor de plaats van de patiënt, de werkelijke gebruiker moet een grotere rol gaan spelen. Aldus de weerslag van een gesprek met de enige vrouwelijke minis ter in dit kabinet. Mevrouw Gar deniers ruilde na vier jaar CRM haar post in Rijswijk voor het ge bouwencomplex in Leidschen- dam, waar het beleid voor de ge zondheidszorg wordt uitgestip peld. Na vier maanden inwerken zit ze er, aan de vooravond van de begrotingsbehandeling, ont spannen bij. De gezondheidszorg doet van zich spreken door allerlei conflicten, door bezuinigingsplannen die verzet oproepen, door steeds ho gere kosten. Vindt zij dat de gezondheidszorg ziek is? Mevrouw Gardeniers: „Nee, dat vind ik niet. Ik zou jokken als ik dat zei. Er zit veel beweging in, veel spanning. Er is de economi sche noodzaak die ons tot bezui nigingen moet brengen. Het lijkt een doos van Pandora, waaruit na opening van alles te voor schijn komt. Maar ziek? Nee, ze ker niet". - Er moet gestuurd worden? „Ja, behalve het volumebeleid is er het inkomensbeleid. Inkomens, arbeidsplaatsen en arbeidsduur zijn zaken die men hoe langer hoe meer op één lijn gaat zetten., Dat is een winstpunt. Nu moeten we afspreken welke maatstaven niet en wel worden gehanteerd. Wat is een redelijk inkomen bij voorbeeld? Die vraag moet ook worden gezien in het licht van de wens dat de kosten en daarmee de premies niet onbeheersbaar mogen worden". Werklozen - Er zijn steeds meer werklozen in de gezondheidszorg. „Ja, hele beroepsgroepen hebben lang met gesloten ogen gelopen. Terwijl de staatscommissie voor het bevolkingsvraagstuk al jaren geleden heeft aangetoond dat er overschotten aan hoger opgelei den zouden komen en tekorten aan vaklieden. Moet de overheid zorgen dat de mensen werk heb ben? Je kunt het proberen door een betere werkverdeling. Maar de vrije artsenkeuze is belangrijk en dat hpudt bijvoorbeeld in dat de patiënten liever naar de ene arts gaan dan naar de andere, lie ver in het ene ziekenhuis worden geholpen, waar dan een wacht lijst onstaat, dan in het andere, waar ze eerder aan de beurt zou den zijn. Je kunt dat niet voor honderd procent regelen". - Is zij vóór dienstverband van bij voorbeeld medische specialisten? „Ja, daar ben ik voor. Het kan in allerlei vormen, men hoeft niet per se in overheidsdienst te zijn. Het is een oplossing voor dit pro bleem, men gaat dan beter op zijn tijd letten, de werklast is nu wel groot. Er kunnen dan meer mensen werken, maar het zal op zich de kosten niet verminderen, dat kan alleen door gericht be leid". - Zou zij er voor voelen het bed als meetpunt voor de kosten in de in stellingen af te schaffen? „Dat zou ik voorlopig niet willen doen, het is altijd de maatstaf ge weest. We hebben nu het richt snoer van bijna vier bedden per duizend inwoners, dat gemiddel de moeten we eerst zien te berei-. ken. Daarnaast is er de ligduur, Minister Gardeniers: "hele beroepsgroepen hebben met gesloten ogen gelopen" die vermindert, en komt onder-, bezetting voor. Dat zijn als het ware communicerende vaten. We gaan nu merken dat de extra murale zorg (hulpverleningsvor men buiten de instellingen) werkelijk verbetert. De effecten van het beleid ter versterking van de eerste-lijnszorg (huisartsen, poliklinieken enzo voorts) worden duidelijk. Dat heeft enige tijd geduurd, ik ver gelijk dat proces met de lange remweg van een groot schip". Tarieven het Ta-' - De uitvoering rievenregime wordt taak als men bijvoorbeeld denkt aan de instellingen die nu met grote tekorten kampen? „De ziekenhuiswereld wil en zal zelf orde op zaken moeten stel len. Tot dusver volgde meestal wel automatisch herstel van de financiële posities. Maar er is bij voorbeeld in de huidige situatie nauwelijks verloop, er zijn niet meer die grote tekorten van vroe ger, waarvoor oud-verpleegsters moesten worden gemobiliseerd. De loonpost drukt zwaarder, ook het technisch en administratief personeel is zeer sterk uitge breid" „We moeten wel bedenken dat het maar om enkele tientallen instel lingen gaat van de 800. Dan zijn er toch 780 die wèl goed beheren. Waar de problemen zijn, zal men moeten ingrijpen. Er zou per zie kenhuis een saneringsplan moe ten komen. Men kan niet meer zo maar achteloos denken „het wordt wel betaald". Bewaking van de financiën is nodig. En ook eigen verantwoordelijkheid. Wat dit betreft kan budgettering (toe delen van een hoeveelheid geld per instelling) in de toekomst wellicht helpen". - Zij gaat ook voort op de weg naar aanzienlijke vermindering van het aantal bedden? „Inderdaad. Er is nu de afspraak dat er vóór het zomerreces een beeld moet komen. Per provin cie wordt daarvoor materiaal aangedragen. Want de visie van de regio zal zwaar wegen, als we er maar wel van uitgaan dat er reductie moet komen. Het gaat nu om een alomvattende aanpak, waarin naast zaken als nieuw bouw en verbouwingen ook slui tingen van instellingen begrepen zijn". Conflict Er is meer aan de hand met de ziekenhuizen. Zo' dreigen de zie kenfondsen hun contracten te verbreken als er geen overleg mo gelijk is over de aanschaf van dure apparatuur, die ongecoör dineerd gebeurt en bovendien vaak te weinig wordt gebruikt. Zal zij ingrijpen? „Dat is een voorbeeld van het feit dat er in de gezondheidszorg pit tig wordt gediscussieerd. Ik zou haast zeggen: daarvan is de ge zondheidszorg groot geworden. Ik wacht nog even af, er moet nog nader worden overlegd. Maar ik ben hierbij zeer geinte- resseerd, vooral met het oog op de belangen van de patiënten zorg. Ik zal zeker mijn verant woordelijkheid nemen als partij en geen oplossing bereiken". - De ziekenhuizen klagen dat zij te weinig verpleegkundigen kun nen aanstellen, omdat er minder middelen worden gegeven. On danks groot personeelsgebrek moet men opgeleide mensen en juist gediplomeerden ontslaan, omdat er geen arbeidsplaatsen beschikbaar zijn. Wat moet er ge beuren? „Ik heb daar grote zorgen over De ziekenhuizen hebben middelen ter besteding gekregen, maar ze hebben de ruimte die vorig jaar voor extra personeelsuitbreiding beschikbaar was niet daaraan be steed. Die bedragen zijn vermoe delijk wel in de loonpost geko men. De kwestie van de gewijzig de verhoudingen tussen leerlin gen en gediplomeerden en het verdwijnen van het verloop, waarover ik zoéven sprak, heeft daarmee te maken. Maar ik kan niet zomaar wat meer miljoenen uit de grond stampen. We zullen nu de oorzaken van deze ontwik keling goed onderzoeken, daar komen ook andere departemen ten aan te pas. Feit is dat er in absolute zin gesproken groei van personeelsaantal mogelijk is". Apothekers - De plaats van de patiënt. Er is een Nota Patièntenbeleid, hoe wordt daarop voortgebouwd, dreigt de gebruiker door de bomen van de bureaucratisering het zicht op het bos niet kwijt te raken? „Ik wil grote nadruk leggen op po sitie en rol van de patiënt en op de overzichtelijkheid van de ge zondheidszorg. Daarmee volg ik de lijn die mijn voorgangster in haar nota heeft aangegeven, over dat patièntenbeleid moet snel worden beslist. De belangen van de patiënt wegen mij zeer zwaar. Om een voorbeeld te geven: de strijd tussen de apothekers en de apotheekhoudende huisartsen moet worden beslecht in het voordeel van juist die patiënten, die in deze kwestie zo duidelijk hun visie hebben gegeven. Het gaat er mij om dat zij geen al te grote afstanden moeten afleggen om medicijnen te halen". „Er zal nu spoedig een platform van patiëntenorganisaties wor den opgericht, binnenkort heb ik een gesprek met de organisaties die zullen deelnemen. Er zijn heel veel patiëntenverenigingen, dat is een probleem, en er zou subsidie moeten komen, dat is ook een moeilijk punt. Ook de ziekenfondsen en het kruiswerk willen meedoen, maar dat lijkt mij niet ideaal. Er is nog geen eindbesluit, maar ik denk dat de patiënt zelf niet overstemd mag worden. En dan gaat het mij om de werkelijke gebruikers, die hun voedingsbodem in en door eigen organisaties vinden". „Indien afdelingen en/of be- drijfsledengroepen mij kandidaat stellen als voor zitter van het in mei 1983 te verkiezen bondsbe- stuur zal ik daarop, als zich althans geen bijzon dere ontwikkelingen voordoen, positief reage ren". Met deze simpele zin gooide Johan Stekelen burg, voorzitter van het district Rotterdam van de Industriebond FNV vori ge week vrijdag de knup pel in het hoenderhok. Hij stelde zich daarmee name lijk beschikbaar om in mei 1983 Arie Groenevelt op te volgen als voorzitter van de grootste FNV- bond. Niets aan de hand, zal een buiten staander zeggen. Een kandidaat- voorzitter voor de Industriebond FNV. Een belangrijke vakbonds functie, dat wel. Maar het speelt allemaal pas in 1983, dus er is nog tijd genoeg om op die vent te letten, tyd genoeg om te kijken of hij geschikt is. Maar niets is minder waar. De voorgeschiedenis maakt veel duidelijk. Begin november van het vorig jaar komt de VARA met het gerucht dat Arie Groene velt medio 1983 wil stoppen met het voorzitterschap van de In dustriebond. Het bondsbestuur haast zich deze geruchten te ont kennen. Maar twee weken later, tijdens een persconferentie, maakt het bondsbestuur een aantal veranderingen bekend. Juist NW overb'emande bondsbe stuur wordt ingekrompen van zestien naar negen leden en, het gerucht klopte dus wel degelijk, Arie Groenevelt zou opstappen als voorzitter. Dat was echter nog niet alles. Het zittende bondsbe stuur had ook de opvolger van Groenevelt al aangewezen. Het was de 39-jarige Dick Visser, op dat moment lid van het bondsbe stuur. Groenevelt en zijn kroonprins ver schenen vervolgens voor de VA- RA-microfoon. „Ja", bevestigde Groenevelt desgevraagd, „tegen kandidaten zijn mogelijk, maar dat zou ik zeer betreuren. Want dat betekent dat wij ons huis werk niet goed hebben gedaan. Dan blijkt dat wij met Visser een verkeerde keus hebben gedaan". Nu ligt er dus de kandidatuur van Stekelenburg. Conclusie: het bondsbestuur heeft zijn huis werk niet goed gedaan en heeft met Visser kennelijk een ver keerde keus gemaakt. Of is dat een voorbarige conclusie? De door het bondsbestuur ontwor pen procedure om te komen tot een nieuw bestuur onder een nieuwe voorzitter was binnen de bond niet overal met evenveel enthousiasme ontvangen. Zelfs buitenstaanders moeten er een vreemde indruk aan overhou den. Een bestuur van een club met 270.000 leden dat zelf een nieuwe voorzitter aanwijst en er van uitgaat dat dat wel geaccep teerd zal worden. Streep Daarnaast is het natuurlijk niet zo maar een club. De Industriebond FNV geeft bijvoorbeeld jaarlijks vele duizenden guldens uit aan cursussen om het kader te scho len in het democratisch runnen van een bedrijf. Het moet toch mogelijk zijn deze wetenswaar digheden binnenshuis toe te pas sen? Johan Stekelenburg, geconfron teerd met deze zaken: „Ja, na tuurlijk. Het bondsbestuur is ge schrokken van mijn kandida tuur. Het was een streep door de rekening. Als we er zonder te- gen-kandidaat doorkomen, dachten ze, dan is het geaccep teerd door de leden. Fout, want het is duidelijk niet geaccep teerd". Helemaal onverwacht komt de kandidatuur van Johan Steke lenburg echter niet. Ook na het naar voren schuiven van Dick Visser door het bondsbestuur, bleef Stekelenburg genoemd worden als mogelijk kandidaat voor het voorzitterschap. Van al lerlei kanten, zelfs door het bondsbestuur, werd er aandrang op hem uitgeoefend om een dui delijke uitspraak te doen over zijn eventueel beschikbaar zijn voor die post. „In de districtshoofdenvergade-' ring van 11 december vorig jaar werd er door enkele districts hoofden aandrang op mij uit geoefend om duidelijkheid te scheppen over mijn kandida tuur", zegt Stekelenburg. „Ik heb toen gevraagd mij de tijd te geven om erover na te denken. Wel waren we het erover eens dat ik, als ik beschikbaar zou zijn, kandidaat gesteld zou worden door de basis, afdelingen en/of bedrij fsledengroepen Kans Er was eigenlijk ook weinig haast bij. Volgens de door het bonds bestuur vastgestelde procedure zouden er pas tussen 13 septem ber en 4 oktober van dit jaar le denvergaderingen van afdelin gen en bedrijfsledengroepen plaatsvinden over de kandidaat stelling voor nieuw te verkiezen bondsbestuursleden. En een kandidaat-voorzitter hoort daar bij. Waarom dan toch die aandrang van het bondsbestuur om duidelijk heid te scheppen? Johan Steke lenburg: „Omdat ze er kennelijk rekening mee hielden dat ik nee zou zeggen. In dat geval konden ze met een unaniem gekozen voorzitter, Dick Visser, naar bui ten komen. Er zou dan waar schijnlijk wel wat geprutteld worden over de procedure, maar or zou dan overgegaan kunnen worden tot het kiezen van een voorzitter met enkelvoudige kandidaatstelling". Johan Stekelenburg maakt er ove rigens geen geheim van dat hy zich niet kandidaat gesteld zou hebben als er niet de indruk be stond dat hy een kans zou maken om ook voorzitter te worden. „Er leven binnen de bond niet alleen bezwaren tegen de procedure die Open Maar in de brief waarin hij zich be schikbaar stelt voor het voorzit terschap staat het duidelijk: „Meer pluriformiteit, minder op gelegde lijnen. Meer redelijk de bat, minder taboes". En even la ter. „Met myn kandidaatstelling wil ik een bijdrage leveren aan het bevorderen van een bonds- bcleid dat uitgaat van het ont wikkelen, verder stimuleren van vakbondswerk in de bedrijven en regio's. Dat klinkt myns in ziens te weinig door in het lande lijk bondsbeleid". Visser is de kandidaat van het be stuur en zal zich dus wel geïden tificeerd hebben met het beleid van de afgelopen jaren. Is Steke lenburg dan toch de man van de basis? „Dat is een groot woord. Ik ben wel van mening dat de na druk meer zal moeten gaan val len op decentralisatie. Dat maakt de invloed van de basis meteen ook wat directer. Maar aan de an dere kant moet een bestuur na tuurlijk ook leiding geven, soms vooruit lopen en in ieder geval bereid zyn zijn nek uit te ste ken". Vriendelijk? Johan Stekelenburg, de mogelijke opvolger van Arte Groenevelt streep door de rekening... irM onr het bestuur voor ogen stond, maar ook tegen de inhoud van het beleid. Dat wordt allemaal veel tastbaarder als er dan ook een mannetje achterstaat". „Daarnaast moet een vereniging als de onze in principe natuurlijk iets te kiezen hebben", voegt Ste kelenburg daaraan toe. „Uit de mocratisch oogpunt is het be langrijk dat er uit meerdere kan didaten gekozen kan worden en dat een verkiezing gepaard gaat met een intensivering van de dis cussie onder de leden en kaderle den over het beleid voor de ko mende jaren". Is er dan sprake van een vleugel- stryd? Wordt het allemaal anders als hy gekozen gaat worden? Ste kelenburg: „Ik weiger me af te zetten tegen de denkbeelden van Visser. In onze bond moet een opener en toleranter sfeer en kli maat komen. Het moet normaal zyn dat collega's zich kandidaat stellen; dat er discussie tussen verschillende opvattingen is; dat er een goede wisselwerking ts tussen bestuurders, medewer kers en overige personeelsle den". „Laat ik duidelijk zijn. Als er mor gen in onze bond een klimaat zou komen zoals ik dat net onder woorden bracht, dan trek ik overmorgen myn kandidatuur in. Ik hoef niet zo nodig!" Het bondsbestuur is duidelijk niet gelukkig met deze ontwikkeling. Het is een streep door de reke ning. Twee kandidaten voor het voorzitterschap. De komende maanden zullen leren of Johan Stokelenburg gewoon mede kandidaat of toch tegen-kandi daat is. Zijn bnef met de beslis sing om zich beschikbaar te stel len, eindigt met dc .zin: „Met vnendelyke groeten, Johan Ste kelenburg". Maar of dat allemaal goed in Amsterdam is overgeko men. is de vraag.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 21