c Vrolijke zomer vol romantiek Milaan steeds belangrijker als modecentrum tfsgr4 E^bWS Extra DINSDAG 5 JANUARI 1982 Geslaagd compromis tussen klassiek en avant-garde Milaan wordt als modecentrum steeds belangrijker en is inmiddels een belangrijke concurrent voor Parijs. Dit weerspiegelt zich ook in het straatbeeld. Terwijl je in Parijs niet echt veel bijzonder goed geklede vrouwen tegenkomt, is dit in Milaan heel anders. Een avondje uit naar een balletvoorstelling in de Milanese Opera, levert niet alleen een mooi spektakel op het toneel, maar ook een fraaie aanblik op de vrouwelijke toeschouwers: vrouwen in mooie jurken, maar vooral in pakjes met prachtige witte kanten blouses en op goede schoenen (vrijwel zonder uitzondering met een hoge hak). Mode-dollars Ook uit andere, meer concrete gegevens blijkt dat Milaan bezig is Parijs te verdringen van zijn positie als modestad nummer één: uit cijfers. Mode is het belangrijkste exportartikel voor Italië. De Verenigde Staten besteden inmiddels meer modedollars in Italiè dan in Frankrijk, voor Japan geldt hetzelfde. De belangrijkste troeven van Italië zijn: gebreide kleding, schoenen en accessoires. En het aantal inkopers uit niet alleen de Verenigde Staten, maar vooral ook uit Canada, Zwitserland, Groot-Brittannië en Griekenland was in een jaar tijd met ongeveer de helft toegenomen. Over het geheel genomen gaat twee derde van de Italiaanse mode nog steeds naar de EG-landen, en daarvan de helft naar de Bondsrepubliek. De Italiaanse export naar Nederland nam het laatste jaar iets af. Een Amerikaanse inkoper verklaarde de toenemende belangstelling van de Verenigde Staten heel simpel, door te stellen dat Milaan het midden weet te houden tussen het zeer klassieke, en het zeer avant-gardistische, vooruitstrevende modebeeld. En inderdaad. Wanneer je in Parijs naar shows van belangrijke ontwerpers kijkt, kost het grote moeite om bij de tot theaterstukken opgetuigde mannequins de kleren te ontwaren. Waar het immers om ging. Bij de Italiaanse shows daarentegen zie je onmiddellijk voor je hoe je vriendin, je moeder, je buurvrouw, of hoe je er zelf in de geshowde, vakkundig gemaakte kleren uit zou zien. Als het aan de Italianen ligt, gaan we met zeer vrolijke ro mantische kleren de zomer in: wijde, dubbele rokken met stroken, stroken om de hals, stroken onderaan de mouwen, veel kant en brode rie, enorme pofmouwen tot de ellebogen, brede ceintuurs en blousende lijfjes: dat is het meest opvallende modebeeld voor de zomer. Confectie en ontwerpers had er elk hun ei gen naam aan gegeven. Ont werpers spraken van een "cowboy-stijl"; ze lieten hun mannequins cowboyhoeden dragen, met speelgoedpi stooltjes schieten en draai den country- en westernmu- ziek. Andere ontwerpers, en ook sommige verkopers op de Mi lanese beurs, besloten hun kldren het stempel „folklore" mee te geven, en bij hen be stond het decor dan ook uit karrewielen, complete boe renkarren, half verroest ge reedschap, een geschilderd eikehouten venstertje, enzo voort. Maar de wijde stroken- rokken bleven dezelfde. Zeerovers De meeste standhouders op de beide Milanese beurzen had den de voorkeur gegeven aan een zeer avontuurlijk soort van romantiek, en hadden het in de sfeer van de zee rovers gezocht. Het woord „piraat" was veelvuldig aan wezig: in de vorm van kope ren spijkertjes op tassen, in persberichten, en al meteen pak voor jonge vrouwen, en zovoort enzovoort. Ook de blouses die eronder gepre senteerd werden, varieerden zeer: zowel superromantisch met enorme stroken, als spor tief of klassiek. Ten slotte was er nog een derde zeer opvallend nieuw stijltje: dat van bijzonder brave kost schooljurkjes. Meestal onge tailleerd, lengte net boven de knie, grote witte kraag, schouderpas, jabot, of stro ken om de hals, en mouwen met witte manchetten. De meeste in effen grijs of grijs met een wit streepje. En daarin weken deze jurkjes sterk af van wat we deze zo mer verder aan kleuren te zien zullen krijgen: eigenlijk alle kleuren van de regen boog, en allemaal in even fris se, heldere tinten als in die re genboog zelf blauw, groen en paars voor het voorjaar, rood en oranje voor de zomer, en geel voor het strand. En na tuurlijk wit voor de kanten blouses en jurken. De ont werpers hadden veel zwart gekozen. De Italiaanse beur zen presenteerden allerlei na tuurlijke stoffen, smalle schoenen met lage hakken (vaak in twee kleuren), en roklengtes die evenzeer va rieerden als de broeklengtes: van zeer korte mini tot ruim onder de knie. Maar de mees te rokken lijken komende zo mer halverwege de kuit te vallen: een beetje langer dus dan we gewend waren. NEL VAN BEMMEL in recensies in Italiaanse kranten. Die zogenaamde „piratenstijl" geeft volop mo gelijkheden om aan te kno pen bij hét modeartikel van deze winter: de knickerboc ker. De als piraten uitgedoste vrouwen droegen dan ook al lerlei soorten van broeken: pofbroeken net onder de knie, strakke broeken even onder de knie, broeken tot halverwege de kuit en tot de enkel, en broeken met plooi en in de pijpen. Om de taille een brede leren ceintuur met daaraan soms een nep-pistool of „trofeeen" en erboven een witte blouse met grote kan ten kraag en kanten man chetten. Natuurlijk kunnen die broeken ook gecombi neerd worden met prachtig boo*^ ^^ntojerV Lereti pak met recht jasje e" mini-rokbroek. ^Hangend °ngetailleerd Jasje met boordje tlonsemeT jabot en rokbroek. Mao-j asjes Natuurlijk waren het niet uit sluitend piraten- en cow boykleren waarmee de fabri kanten zich presenteerden. In grote getale waren „Mao-jas- jes" in Milaan aanwezig: meestal ongetailleerde, heup lange jasjes met brede schouders en een kale hals of een opstaand boordje. De jas jes waren soms loshangend, werden soms bijeengehou den door een ceintuur. En dit jasje, dat het nu nog populai re colbert en de blouson moet gaan vervangen, is natuurlijk tot allerlei stijlen te combine ren: met een rechte rok tot een klassiek pak, met een wijde rok of wijde broekrok tot een vrolijk pak, met een bermuda of pofbroek tot een Piratendracht: driekwart broek, brede ceintuur en een rijkelijk van stroken worziene blouse. gebreide Italiaanse truien, waarin de „vleermuismouw" weer opdook. Kostschooluniform met groot wit schouderstuk en wit te manchetten. Een ontwerp van Gian Marco Venturi.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 10