Consument i
betaalt
voor
wildgroei in geneesmiddelenindustrie
ZATERDAG 7 NOVEMBER 1981
Geneesmiddelen. Bedoeld
om de (zieke) mensheid te
dienen, maar niet zelden
onderwerp van
bedenkelijke praktijken.
Pillen, poeders en drankjes
zijn zo ongeveer de meest
omstreden handelswaar. Is
het niet de fabrikant die in
opspraak komt door
omkooppraktijken, dan is
het wel de arts die te snel en
te veel valium voorschrijft.
Of de apotheker die een
financieel graantje meepikt
uit de geneesmiddelenruif.
Of het ziekenfonds Azivo
dat stuit op een verborgen
potje, gevuld met
verzwegen winst op handel
in medicijnen.
Het zijn alle symptomen die
steeds opnieuw aantonen
hoe licht de
gezondheidszorg kan
worden besmet door de
commercie. En dat zal
wel zo blijven, zolang
onderhuids een strijd
woedt tussen twee
ideologieën: de ethiek
van de gezondheidszorg
contra de economie
volgens het vrije
markt-beginsel. Een
politiek gevecht met de
consument als kop van jut.
Een greep uit de enorme
hoeveelheid medicijnen die
de huisarts van de industrie
krijgt aangeboden.
'Als de geneesmiddelenindustrie dertig jaar geleden al zo aan voorschrif
ten zou zijn gebonden als nu, dan zouden tal van moderne medicijnen
er niet zijn geweest. Het vrije-markt mechanisme, de vrijheid van ma
nagement en de druk van de concurrentie zijn misschien niet de meest
ideale instrumenten. Maar we kennen geen mechanisme dat beter, snel
ler, gevoeliger, minder kostbaar en vooral doeltreffender werkt'.
Het citaat is afkomstig van dr R
Ratscheck, die de scepter zwaait
over de afdeling gezondheidspo
litiek van geneesmiddelenfabri
kant Hoechst uit Frankfurt. Zijn
woorden werden eerder dit jaar
aangehaald in Elseviers Magazi
ne door verslaggever Pierre
Huyskens. De boodschap is dui
delijk: wie het medicijn van de
toekomst wenst, dient nu reke
ning te houden met risico's.
Huyskens verzuimde te vermelden
welke risico's. Het belichten van
de negatieve kanten van de me
dicijnenindustrie liet hij over aan
anderen. Dat leverde dan ook
een heel wat minder verheffend
beeld op van de heren industrië
len. wie kennelijk niets te ver
gaat als het aankomt om geld te
verdienen en voorop te blijven in
de door Ratscheck zo bejubelde
race om nieuwe medicijnen.
Voorbeelden te over: het ver
schepen van ladingen afgekeur
de medicijnen, die meer kwaad
doen dan goed. naar ontwikke
lingslanden: het beïnvloeden of
zelfs omkopen van artsen en apo
thekers door middel van gratis
monsters en relatiegeschenken,
het overspoelen van de markt
met vaak overbodige geneesmid
delen die vrij verkocht mogen
worden; het presenteren van be
staande geneesmiddelen in een
nieuwe vorm die alleen maar de
prijs opdrijven.
Vergiftigd
In het boek 'Geneesmiddelen in
Nederland' legden Lucas Reijn-
ders. Henk Buurma en Arnold
Vulto een jaar geleden bloot hoe
Nederland bijkans wordt vergif
tigd met opwekkende of juist
kalmerende middelen, slaapta
bletten. pijnstillers en laxeer
middelen. Middelen die soms er
ger zijn dan de kwaal. Een ver
sterkend hormoonpreparaat kan
kankerverwekkend zijn.
Onthullender nog kwamen de
Westduitsers Kurt Langbein.
Hans Peter Martin en Roland
Werner een half jaar geleden uit
de hoek met het boek 'Gezonde
zaken', waarin tal van onfrisse
praktijken aan de kaak worden
gesteld. Uit het boek komt onder
meer naar voren hoe een fabri
kant als Baver een Oostenrijkse
arts vorstelijk betaalde met ne
gentienduizend gulden voor het
'ter beschikking stellen' van
twaalf patiënten op wie een nieu
we stof werd uitgeprobeerd. Dit
maal was het overigens niet Else
viers Magazine, maar het wat an
ders geaarde Vrij Nederland dat
verontwaardigd in de pen klom
onder de kop 'Hoge bloeddruk is
de grootste markt'
Mensen als proefkonijn dus. Het
gelag wordt uiteindelijk betaald
door de consument, die onge
wild de zakken van de onderne
mer vult door zich onnodig of on
nodig veel (te dure) pillen, poe
ders en drankjes in de maag laat
splitsen. Als het gaat om Pleeg
zuster Bloedwijn of laxeermid
delen kan men nog stellen dat de
consument daar zelf medeschul
dig aan is. Maar als het gaat om
'zwaardere' medicijnen, is hij
aangewezen op de arts en heeft
hij weinig meer te vertellen over
prijs, merk en hoeveelheid.
Over hoeveelheden en soorten valt
te twisten. Dat de patiënt in Ne
derland een hogere prijs voor
zijn geneesmiddelen betaalt dan
absoluut nodig staat evenwel
vast. Konsumenten Kontakt
heeft nog niet zo lang geleden
uitgerekend dat ongeveer tachtig
miljoen gulden bespaard kan
worden op het bedrag van onge
veer een miljard gulden dat in
Nederland jaarlijks aan genees
middelen wordt uitgegeven, al
leen al als apothekers en
huisartsen zo goedkoop mogelijk
inkopen en voorschrijven. Daar
bij wijst Konsumenten Kontakt
op het bestaan van zogenaamde
loco's. geneesmiddelen die naar
het origineel zijn nagemaakt, de
zelfde werking hebben, maar
veel goedkoper zijn.
Er zijn meer maatregelen denk
baar. Vervanging van de groot
handel door een rijksinkoopbu-
reau bijvoorbeeld, die paal en
perk stelt aan de import van dure
en in feite overbodige genees
middelen. Een andere mogelijk
heid is artsen en apothekers hun
zelfstandigheid ontnemen en
hen in dienst te stellen van door
consumentenorganisaties en
overheid gecontroleerde stich
tingen. Dat het van dergelijke
maatregelen niet komt, geldt als
een verwijt aan de overheid, die
de belangen van de consument
niet zou behartigep.
Ogenschijnlijk is tegen dat verwijt
niet veel in te brengen. Er lijkt
veel voor te zeggen om de hele
handel in medicijnen onder con
trole te brengen van de overheid.
Want daar bestaan weinig me
ningsverschillen over: voor
zover er geen geld opzij gelegd
dient te worden voor de ontwik
keling van nuttige medicijnen te
gen nu nog niet te genezen ziek
ten. komt het maken van winst
uit de medicijnenhandel neer op
misbruik van het ziek zijn van
mensen. Het simpele feit dat het
toedienen van geneesmiddelen -
in feite een noodzakelijk kwaad -
met deskundigheid en zorg dient
te geschieden, vereist waarbor
gen tegen commerciële invloe
den. De apotheker is een deskun
dige op het gebied van genees
middelen en niet, zoals de dro
gist. een middenstander. Hij
heeft, net als de arts, zijn oplei
ding gevolgd om de mensheid te
dienen en daar wordt hij door
diezelfde mensheid op niet kin
derachtige wijze voor beloond.
Gemiddeld ligt het inkomen van
een apotheker ruim boven de an
derhalve ton bruto per jaar.
Geen reclame
Artsen en apothekers mogen geen
reclame maken voor zichzelf, zij
mogen elkaar niet beconcurre
ren over de hoofden van de pa
tiënten heen; zij mogen hun vin
gers niet branden aan de handel
in geneesmiddelen. Het geloof is
fraai, de geboden ook. Als het
echter op de belijdenis aankomt,
blijken velen het met die gebo
den niet zo nauw te nemen en
faalt de overheid in het treffen
van de benodigde maatregelen.
In de praktijk blijken apotheker
en huisarts voortdurend bloot
staan aan de financiële verleidin
gen van de handel in geneesmid
delen. Dat heeft onder meer te
maken met het 'vrije' karakter
van hun beroepen. Een apothe
ker mag dan wel geen winst ma
ken op geneesmiddelen, hij
koopt ze wel zelf in. Nog sterker
is de apotheekhoudende huisarts
gebonden op de handel in ge
neesmiddelen als een kat op het
spek. Hij mag niet alleen zelf in
kopen. maar ook nog voorschrij-
Dat maakt controle moeilijk. Die
controle geschiedt in Nederland
met behulp van de prijsbinding.
Eens per jaar bepaalt de groot
handel de (inkoop-)prijzen voor
de geneesmiddelen, waarna zij
door het ministerie van Econo
mische zaken op die prys wor
den gebonden. Op grond van die
inkoopprijs berekenen de Ko
ninklijke Maatschappij voor de
Pharmacie (KNMP) en de Lan-
delijke Huisartsen Vereniging
(LHV) dat de prijs die apotheker
en apotheekhoudende huisarts
mogen berekenen. In die eind-
pnjs zijn dan het salaris en de on
kosten die de apotheker maakt
begrepen. Ziekenfondsen hante
ren de prijsbinding op een ande
re wijze. Zij schatten op grond
van de inkoopprijzen en de prak-
tijkomvang van de apotheker op
welke vergoeding hij recht heeft.
Dat systeem is alles behalve water
dicht. Alleen al het feit dat een
hogere omzet meer inkomsten
oplevert laat de deur open naar
de commercie. Daarnaast laat
het systeem de verstrekker van
geneesmiddelen volkomen vrij
in de keus van merken en prij
zen. Dat biedt industrie en groot
handel de kans om door middel
van gratis monsters en relatiege
schenken invloed uit te oefenen
op artsen en apothekers, temeer
omdat de prijs die de groothan
del voor een geneesmiddel
vraagt voor hen in principe geen
rol speelt. Die prijs wordt toch
vergoed, zolang er geen verplich
ting bestaat om goedkoop in te
kopen. Het systeem van prijsbin
ding vertoont nog een zwakke
plek, die tot uitdrukking komt in
een lichte opwaartse druk op de
prijzen. Volgens Konsumenten
Kontakt ligt de marge die de
groothandel berekent in Neder
land op ongeveer veertien pro
cent, vier procent hoger dan in
de meeste ons omringende lan
den.
Het is die zwakke plek die het Ne
derlandse systeem wel eens de
das om kan doen. Naar aanlei
ding van een klacht van een pa-
rellel-importeur (straks meer
over dat begrip) die zich niet aan
de afspraken wenst te houden,
bekijkt de Europese Commissie
momenteel of de prijsbinding
niet in strijd is met de in het ver
drag van Rome vastgelegde be
palingen omtrent vrijheid van
handel en concurrentie.
Als de prijsbinding wordt verbo
den, zal de chaos volgens KNMP.
LHV en VNZ niet te overzien
zijn. Want hoe valt dan nog te
controleren of de individuele
apotheker niet de verboden
vruchten plukt die hem worden
voorgehouden. Bij een hoeveel
heid van ongeveer 4000 toegela
ten geneesmiddelen en ruim
1000 apotheken is dal een onmo
gelijke opgave, tenzij er een gi
gantisch controle-apparaat
wordt opgebouwd
Overheid
Een krachtige aanpak door de
overheid lijkt de enige manier
om af te rekenen met deze pro
blemen Maar als het er op aan
komt blijkt die overheid, juist op
het gebied van geneesmiddelen,
te aarzelen. De verklaring moet
wellicht worden gezocht in de
krachtige politieke tegenwind
wie praat over meer overheidsin
vloed. spreekt gelijktijdig over
beperking van het vrije bedrijfs
leven. En daar ligt het politieke
strijdpunt: is een toenemende
overheidsbemoeienis nu wel ol
niet in het belang van de samen
leving"1
Het bedrijfsleven haakt maar al te
gretig in op die strijd. Wie stelt
dat de geneesmiddelenindustrie
de grote boosdoener is die de
consument teveel geld uit de
zakken klopt, kan rekenen op
een stevige tegenaanval. Dan
wordt onmiddellijk aangevoerd
dat het aandeel van geneesmid
delen in de kosten van de ge
zondheidszorg slechts een tiende
bedraagt van de totale drie a vier
miljard gulden per jaar. En voor
al: dan wordt duidelijk gemaakt
dat juist de westerse farmaceuti
sche industrie de stuwende
kracht is achter de ontwikkeling
van hedendaagse geneesmidde
len als insuline en penicilline, die
vele mensenlevens hebben ge
red. De Nederlandse associatie
van de farmaceutische industrie
(Nefarma), waarachter 94 groot
handelaren en producenten
schuilgaan, kan het met pathos
brengen: ontneem de westerse
geneesmiddelenindustrie een
stuk winst en de mensheid wordt
wellicht het geneesmiddel van
de toekomst ontnomen. En daar
mee is de samenleving uiteinde
lijk ook in financiële termen niet
mee gebaat.
Het is waar inenting tegen tuber
culose of kinderverlamming kan
niet alleen veel leed voorkomen,
maar ook een enorm bedrag aan
verpleegkosten. Volgens Nefar
ma heeft een studie van het Ne
derlands Economisch Instituut
uitgewezen dat de ontwikkeling
van een nieuw geneesmiddel te
gen maagzweren heeft geleid tot
een netto besparing op de zie
kenhuiskosten van 4,5 miljoen
per jaar. Een nog fraaier voor
beeld: in de zeventiger jaren
heeft inenting tegen kinderver
lamming ofwel polio in West-
Duitsland een besparing opgele
verd van negentig keer de kos
ten.
Volgens Nefarma. die zich kan be
roepen op een recent rapport van
de Organisatie voor Economi
sche Samenwerking en Ontwik
keling (OESO), liggen nieuwe be
langrijke ondekkingen in het
verschiet, vooral op de gebieden
van immunologie, geestes- en vi
rusziekten Maar dan moet. vin
den de fabrikanten, dat wel fi
nancieel mogelijk worden ge
maakt de industrie moet de
kans krijgen om de ontwikke
lingskosten. per product geschat
op tachtig tot honderd miljoen
gulden, terug te verdienen Ne
farma is dan ook een warm pleit
bezorger van langere octrooi
rechten. Bij beperking van
het alleenrecht op een
nieuw ontwikkeld geneesmiddel
tot een periode van acht jaar. zo
als momenteel geldt in Neder
land. kunnen de kosten er niet
worden uitgehaald.
Zegeningen
Als het aan de farmaceutische in
dustrie ligt maakt elke pottenky-
kerij van de overheid zo snel mo
gelijk plaats voor de zegeningen
van de vrije markt Het wordt de
farmaceutische industrie ook ge
makkelijk gemaakt Nefarma
hoeft zelf nauwelijks in het ge
weer te komen om de ge
rechtvaardigde roep om meer
overheidscontrole aan te vech
ten. Het is niet nodig om bewij
zen aan te slepen uit het Oost
blok. waar de ontwikkeling van
medicijnen niet noemenswaard
is. of uit Engeland, waar stem
men opgaan om het systeem van
de gratis (genationaliseerde) ge
zondheidszorg weer op te doe
ken vanwege bureaucratische
kwalen. De heren industriëlen
kunnen volstaan met een verwij
zing naar het OESO-rapport. dat
stelt dat vooral de geneesmidde
lenwetgeving de ontwikkeling
van nieuwe geneesmiddelen
remmen. 'Dit zou betekenen, dat
de wetgeving eerder de mensely-
ke gezondheid schade toebrengt
dan beschermt', zo constateert
Nefarma opgewekt in een on
langs gepubliceerde brochure.
'Farma Feiten 1981'. om vervol
gens beschermende maatregelen
te vragen van diezelfde wetgever
in de vorm van een langere oc
trooiperiode en strengere contro
le op namaakproducten, de lo-
De troeven van de industne zien er
sterk uit. Maar het het (politieke)
betoog van Nefarma gaat wel
volledig voorbij aan het feit dat
aan het succes van de westerse
farmaceutische industrie mede
ten grondslag ligt de concurren
tiestrijd over de ruggen van de
consument heen. En dat valt niet
recht te praten, zeker niet door
de overheid
Nefarma geeft daar wel een ant
woord op in de vorm van goede
voornemens. Zo staat Nefarma
voor in de ry, waar het gaat om
het verstrekken van juiste voor
lichting over het gebruik van ge
neesmiddelen. Ook gaat de inter
nationale industrie prat op de sa
menwerking met de wereld ge
zondheidsorganisatie (World
Health Organisation WHO) bij
het ontwikkelen van een speciaal
op de Derde Wereld afgestemd
geneesmiddelenprogramma. Al
dat fraais blijkt echter niet te zijn
ontbloot van opportunisme. Im
mers. de geneesmiddelenindus
trie heeft belang by het ontwik
kelen van nieuwe afzetmarkten.
Zoals Nefarma in Nederland Ne
derland ook belang heeft by het
bieden van service door voor
lichting en het ook leveren van
minder gevraagde en winstge
vende medicijnen. Service vormt
voor industrie en reguliere (by
Nefarma aangesloten) groothan
delaren een wapen tegen onge
wenste concurrenten als de zoge
naamde parallel importeurs, die
hun handelswaar niet recht
streeks by de fabnek kopen,
maar halen ze uit landen waar ze
tegen een lagere prys op de
markt worden gebracht Om wei
nig gevraagde medicamenten be
kommeren zy zich niet en aan
het geven van voorlichting heb
ben zij geen boodschap, zoals
soms blijkt uit in Italiaans of
Frans gestelde bysluiters Zo
kunnen zy ruim onder de Nefar
ma-pryzen werken, waardoor het
gevaar bestaat dat de reguliere
groothandel straks aleen nog
maar een markt vinden voor de
weinig gevraagde geneesmidde
ls n Parallel import op grote
schaal zal de positie van de regu
liere groothandel op onaanvaard
bare wijze aantasten en daarme
de snelle verstrekking van ge
neesmiddelen door het gehele
land', zo vreest Nefarma Het
komt er op neer dat de industrie
de overheid, die zy overigens
kan missen als kiespyn. nodig
heeft om de race
dicynen vol te houden.
Plicht
Commercie en volksgezondheid
hebben elkaar misschien no
dig. maar ze verdragen elkaar
slecht Het is niet te rechtvaardi
gen dat de industrie artsen en
apothekers voor haar kar spant
Ondanks bezwaren besloot de
overheid een jaar geleden terecht
paal en perk te stellen aan de
beïnvloeding van artsen door
middel van gratis monsters De
consument moet er vanuit kun
nen gaan dat hy de juiste genees
middelen krijgt voorgeschreven
tegen een redelyke prys en er op
kunnen vertrouwen dat hy niet
onvrijwillig het lydend voorwerp
is van de geneesmiddelenindus
trie. Nefarma heeft het recht om
bescherming te vragen van een
nieuw geneesmiddel teneinde de
ontwikkelingskosten terug te
kunnen verdienen Anderzyds
rust op de overheid de plicht om
de industrie het arsenaal aan
trucs, gericht op nog meer winst,
te ontnemen