Steunfraude moeilijk te is vaak bewijzen Controlebeleid Sociale Diensten niet eenvormig ZATERDAG 7 NOVEMBER 1961 PAGINA 15 Tweede Kamerleden drongen er afgelopen week bij minister De Ruiter van justitie op aan eens wat meer haast te maken met de bestrijding van fraude bij belastingen, sociale zekerheidswetten en subsidies. De Kamerleden voerden daarbij een rapport ten tonele van een twee jaar geleden door het toenmalige kabinet Van Agt ingestelde commissie. Die commissie liet weten inmiddels op zo'n 400 verschillende vormen van misbruik te zijn gestuit en knoopte daar de waarschuwing aan vast dat bij het achterwege blijven van maatregelen Nederland steeds dieper in de 'fraudeput' zal zakken. Uitkeringstrekkers zijn in de afgelopen jaren nogal eens nagewezen als profiteurs van de sociale voorzieningen. Terecht of onterecht? Op die vraag valt nauwelijks een antwoord te geven omdat geen enkele instantie, commissie of werkgroep er tot nu toe in is geslaagd een helder en betrouwbaar beeld van misbruik in het algemeen en van misbruik van sociale voorzieningen in het bijzonder te geven. Bij de Gemeentelijke Sociale Diensten, die belast zijn met de controle op de sociale uitkeringen, bestaat duidelijk ruimte voor het voeren van een eigen beleid. Qf dat bevorderlijk is voor de bestrijding van steunfraude valt te betwijfelen. Door Bert Paauw Fraude met belastingen, sociale zekerheidswet ten en subsidies heeft schrikbarende vormen aangenomen. Een in 1979 door de toenmali ge regering ingestelde commissie, luisterend naar de wat moeizaam in de mond liggende naam 'interdeparte mentale stuurgroep misbruik en oneigen lijk gebruik' (kortweg Ismo) onthulde on langs inmiddels 400 verschillende soorten van misbruik, voorko mend bij ongeveer 60 wetten en regelingen, te hebben ontdekt. Volgens het tussentijdse rap port van de stuurgroep zou den misbruik en ongeigenlijk gebruik in de hand worden gewerkt door het alsmaar uit dijende aantal regelingen en de lacunes daarin. Ook de veranderde houding van de burgers tegenover het logge, ondoorzichtige overheidsap paraat speelt een voorname rol. Volgens de stuurgroep doet die ondoorzichtigheid de vereenzelviging van de bur ger met de overheid vermin deren en komt de nadruk meer op het eigen belang te liggen. 'Rechten en eisen staan voorop, het voldoen aan verplichtingen krijgt minder waarde". En die verplichtingen zullen des te slechter worden nage komen wanneer men consta teert of denkt te constateren dat anderen zich daar straf feloos aan kunnen onttrek ken. Bij misbruik wordt (helaas nogal eens in de eerste plaats gedacht aan en gewezen op de trekkers van sociale uitke ringen. Veel werkloze arbei ders zouden naast hun uitke ring er 'zwart' bijverdienen. WD-leider Wiegel maakte in 1972 'de strijd tegen de profi teurs van de sociale voorzie ningen' tot één van de hoofd punten van zijn verkiezings campagne en sindsdien is bij heel wat Nederlanders het vangen van een sociale uitke ring in een kwaad daglicht komen te staan. Het feit dat 'zwartwerken' ook de aanwezigheid van malafi de werkgevers vereist bleef aanvankelijk op de achter grond al onderkende de voor zitter van de Rotterdamse Raad van Arbeid, W. Verweij, een partijgenoot van Wiegel, destijds al dat "de foutste rol eigenlijk door de werkgevers wordt gespeeld". Verweij- :"De ware schuldigen zijn de werkgevers die bewust van zwarte arbeid gebruik ma ken. die moeten duidelijk aan de schandpaal". Sprinkhanenplaag Over de omvang en de versprei ding van de verschijnselen misbruik en oneigenlijk ge bruik zijn tot nu toe geen be trouwbare cijfers op tafel ge komen, ook niet via de Ismo- commissie. Desondanks stelt de stuurgroep dat bestrijding geboden is, "evenzeer als van een sprinkhanenplaag waar- i omvang en verbreiding nmin exact aan te geven zijn. de verwoestende wer king nochthans zo snel moge lijk moet worden gestopt". Het instellen van controles naar misbruik en een goede voorlichting over die contro les zouden volgens de Ismo- onderzoekers zeer heilzaam werken. Die opmerkingen lij ken open deuren. Maar vol gens de stuurgroep laten sommige instanties, die zijn belast met het tegengaan van misbruik en oneigenlijk ge bruik die taak ten dele liggen. 'De gang naar de Sociale Dienst voor een uitkering, zoals op deze archieffoto, wordt tegenwoordig niet meer zo erg gevonden als een aantal jaren geleden. 'Een sociale uitkering is een recht en geen vorm van bedeling' is nu een veelgehoorde opvatting. Of van dat recht altijd op even juiste wijze gebruik wordt gemaakt valt te betwijfelen. Een behoorlijke controle is noodzakelijk, alleen al ter bescherming van de bonafide uitkeringstrek kers. Als voorbeeld wordt gewezen naar sommige Gemeentelijke Sociale Diensten 'waar het bestrijden van misbruik als bijkomstig wordt ervaren naast de hoofdtaak die zich vooral richt op het lenigen van maatschappelijke nood'. Die houding zou de zoge naamde steunfraude bevor derenOnder steunfraude kan worden verstaan het ten onrechte innen van een uit kering wegens werkloosheid of van een uitkering via de bijstandswet. De opmerkingen in het Ismo- rapport lijken de bestrijders van 'de profiteurs van de so ciale voorzieningen' in de kaart te spelen maar men zou de stuurgroep onrecht aan doen met deze verdachtma king. Want eenzijdigheid kan men de Ismo-onderzoekers zeker niet verwijten. De ver schijnselen misbruik en onei genlijk gebruik zijn breed in kaart gebracht en het ge schrevene over de sociale diensten vormt daarin slechts een deelaspect. Toch zijn de Ismo-opmerkin- gen ernstig genoeg om een nadere beschouwing te wij den aan het beleid van socia le diensten. Immers, zij heb ben hoe dan ook een contro lerende taak en juist uit een oogpunt van bescherming van de bonafide cliënt tegen de vaak 'onbarmhartige' pu blieke opinie lijkt een goede controle zeer gewenst. Dossier-onderzoek Éénvormigheid in beleid van de sociale diensten, zeker waar het de controle betreft, is er niet. Formeel zijn de ge meentebesturen verantwoor delijk maar m de praktijk komt het er op neer dat de di recteuren van de sociale diensten het beleid bepalen. Wel wordt door de rijksover heid periodiek via dossier onderzoek nagegaan of de wettelijke richtlijnen worden nageleefd maar die richtlij nen zijn dusdanig globaal dat elke dienst de ruimte voor een eigen invulling houdt. Directeur O. Scheepbouwer van de Leidse Sociale Dienst daarover:"Er is zeker geen sluitende controle van de kant van de rijksoverheid. Beoordelingselementen kun nen per dienst verschillen. Daardoor bestaat de kans dat cliënten A en B die in ver schillende gemeenten wonen voor eenzelfde vergrijp ver schillend worden aange pakt". En directeur J.H. Spannenmaker van de Al- phense Sociale Dienst:"In de algemene richtlijnen staat dat de werkloze man of vrouw voldoende moet solli citeren maar wat is voldoen de? En als iemand bijvoor beeld twintig sollicitaties heeft geschreven kun je zeg gen dat hij z'n best heeft ge daan maar je kunt daar ook dieper op ingaan en vragen of hij al eens aan omscholing heeft gedacht of z'n eisen niet iets lager zou kunnen stel len". Zowel Scheepbouwer als Span nenmaker benadrukken dat de controle voor het grootste gedeelte en wat Alphen be treft zelfs volledig is inge bouwd in het uitkenngsbe- leid. Spannenmaker:"Dege- ne die de cliënt behandelt heeft ook de hercontrole, dat wil zeggen hij gaat twee keer per jaar controle uitoefenen tenzij er signalen binnenko men die een tussentijdse con trole noodzakelijk maken. Het voordeel van deze werk wijze is dat onze man door zijn contacten met de cliént al een ingang heeft". Scheep bouwer heeft het over de 'sfeer van vertrouwen' die er tussen sociale dienst-werker en cliënt bestaat en die er me de toe bijdraagt dat er geen heksenjacht op uitkerings trekkers wordt ontketend. Scheepbouwer "Een werker van onze dienst die de indruk heeft dat er iets loos is met één van zijn clienten zal eerst met collega's overleggen en bij zichzelf te rade gaan wat hem te doen staat. Pas bij een ernstig vermoeden van mis bruik, op grond van een dui delijke aanwijzing en niet slechts op grond van een ge voelen, zal hij de zaak aan kaarten bij de bijzonder con troleur". Controleur De Leidse sociale dienst telt één zo'n controleur die met opzet niet 'sociaal recher cheur' is genoemd (zoals in andere gemeenten) omdat dat volgens Scheepbouwer gelijk weer zo detective-ach- tig klinkt. "De bijzonder con troleur treedt niet solistisch op, hij houdt nauw contact met de werker. Daarbij is het ook niet de bedoeling dat hij achter allerlei kleine zaakjes aangaat zoals in het geval wanneer iemand een eenma lig klusje heeft verricht. Hij is er voor de grotere zaken, bij voorbeeld wanneer iemand naast z'n uitkering een volle dig inkomen heeft. Aan dat soort zaken heeft die ene man trouwens de handen vol". Telt Leiden één bijzonder con troleur, in Amsterdam zijn er veertien die bovendien op sporingsbevoegdheid heb ben. Ook die controleurs heb ben niet over werk te klagen. In 1979 achterhaalden zij in de hoofdstad een bedrag van twee miljoen gulden aan ten onrechte gedane uitkeringen. De situatie in pakweg een stad als Groningen is weer anders: twee ambtenaren zijn daar belast met het uitplui zen van fraudegevallen. J. Kleijne, hoofd maatschappe lijke sector van de Leidse So ciale Dienst, zegt dat de situa tie in Leiden met z'n 6000 uit keringstrekkers best is te overzien. "We hebben de in druk dat het met het mis bruik en oneigenlijk gebruik in Leiden echt wel meevalt. In ons hele beleid valt de na druk op het sociale aspect De cliënten bevinden zich immers meestal op een plaats in de maatschappij waar de klappen vallen. Laten we eer lijk zijn, een minimumuitke ring is geen vetpot, zeker niet als je kijkt naar de stijgende huren en gasprijzen. Dat maakt het wel begrijpelijk dat mensen zich soms wat ex tra middelen proberen te ver schaffen al kun je het niet goedkeuren. Maar dat sociale element moet wel worden meegewogen in het aangifte- beleid bij justitie. En het is ook niet juist dat alleen de zwartwerker wordt gepakt. Werkgevers creeren de moge lijkheden. Zij blijven vaak buiten schot maar zijn min stens even schuldig. Dat vind ik ook de kracht van het Is- mo-rapport. Er wordt niet al leen naar de uitkeringstrek ker gekeken. Ook de koppel baas. de beunhaas en het ge sjoemel met lege BV's wor den aan de kaak gesteld". Archieffoto Sociale Dienst in Leiden controle met de nodige zorg vuldigheid. Sociale diensten worden nogal eens geconfronteerd met anonieme tips van mensen die over het algemeen bij die diensten geringschattend worden omschreven als 'de jaloerse buurman'. De reac ties op die tips varieren per dienst. In Amsterdam maar ook in Alphen worden alle tips, anoniem of niet, nage gaan. Spannenmaker uit Al phen: "Je moet wel erg voor zichtig zijn met dergelijke tips maar het is onze ervaring dat er toch vaak wel iets aan de hand is. Een uitkerings trekker die elke morgen om lavim uur van huis vertrekt en op een vast tijdstip weer thuiskomt, dat is verdacht En waar rook is is meestal wel vuur En als er niets aan de hand blijkt te zijn dan heb je in ieder geval de goede trouw van zo iemand aange toond". In Rotterdam maar ook in Lei den verdwijnen anonieme brieven zonder meer in de prullenbak Scheepbouwer 'Een anonieme brief is voor ons nooit aanleiding voor een onderzoek. Dergelijke tips zijn meestal gebaseerd op ja loezie Mensen kunnen vaak niet achter de werkelijkheid kijken, kunnen niet exact de situatie van de buren nagaan Als een tip waar blijkt te zijn dan zijn we daar in de meeste gevallen toch al mee bezig of bestaat er al een ernstig ver moeden bij ons". Maar een ernstig vermoeden is nog niet hetzelfde als een be wijs j Kleijne van de Leidee Sociale Dienst daarover "Soms weet je vrijwel zeker dat er wordt gefraudeerd maar kun je het niet bewij zen. Neem bijvoorbeeld het samenwonen Een alleen staande vrouw met een uitke ring kan na een tijdje met een man gaan samenwonen die een inkomen heeft waardoor er een nieuwe economische eenheid is ontstaan Zo'n vrouw moet dat opgeven maar gebeurt dat niet dan is verandering van situatie voor ons moeilijk te bewijzen We willen niet zo ver gaan om te controleren of er twee tan denborstels in de badkamer staan, dat doen we op ethi sche gronden niet Maar nog maals. van sommigen weet je dat ze frauderen maar je kunt het niet aantonen". Vervolging Is het bewijs in een fraudezaak wel rond dan wil dat nog niet altijd automatisch uitmon den in een strafrechtelijke vervolging Scheepbouwer "Als de bijzonder controleur op een zeer ernstige zaak stuit dan brengt' hu rapport uit aan de Officier van Justi tie. De Officier van Justitie bekijkt dan of daar rechts kundig iets mee kan worden gedaan Een verbetering ten opzichte van vroeger is dat minister De Ruiter van justi tie Officieren heeft vrijge maakt. speciaal belast met za ken betreffende misbruik en oneigenluk gebruik In de criteria die de Officieren han teren wordt het sociale ele ment van de fraudegevallen meegenomen Dat heeft veel reserves bu de Sociale Dien sten ten aanzien van het aan- giftebeleid weggenomen Ondanks de verminderde re serves blijft de zelfstandig heid van Sociale Diensten om al dan niet tot aangifte over te gaan bestaan, evenals de mogelijkheid een eigen controlebeleid te voeren. Scheepbouwer en Kleijne "Het argument van sommi gen dat controle en maatrege len nauwelijks op hun plaats zijn omdat de uitkeringstrek kers een kwetsbare gr<»cp vormen delen wij niet Mis bruik moet worden tegenge gaan. zij het dat de controle met de nodige zorgvuldig heid moet worden toegepast Doe je dat niet dan onder graaf je je eigen systeem en loop je het risim dat uitke ringstrekkers allemaal wor den gebrandmerkt als profi teurs Als je sommige praatjes hoort dan zou je bij na gaan denken dat uitke- nngstrekkers verdacht zun Dat is fout en daar moeten we van af.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1981 | | pagina 15