Socialistische lonen en kapitalistische prijzen Kadar brachtin ruil voor onderworpenheid ZATERDAG 24 OKTOBER 1981 EXTRA PAGINA Boedapest 1956: opstand door Russische tanks neergeslagen. (Foto ANEFO) Er waren destijds dagbladen die het nieuws op een zwart omrande voorpagina brachten: Russen vallen Hongarije binnen. De kortstondige Hongaarse opstand in de herfst van 1956, voortgekomen uit protest tegen het terreurbewind van de stalinist Rakosi, had slechts twaalf dagen mogen duren. Wat op 23 oktober was begonnen als een betoging van solidariteit met de Polen - die in die dagen eveneens naar nationale onafhankelijkheid streefden - groeide in enkele dagen uit tot massaal gewapend verzet tegen de aanwezigheid van Russische troepen in Boedapest, waarbij menig standbeeld van Stalin het moest ontgelden. Als zoenoffer van het toenmalige regime werd de uitgestoten 'liberaal' Imre Nagy tot eerste minister benoemd, die tot ergernis van Moskou zijn neutraliteitsbeginselen onmiddellijk aan de praktijk begon te toetsen. Op 1 november verbrak hij de banden met het Warschaupact, ontbond de gehate geheime politie uit het Rakosi-tijdperk en riep de onafhankelijkheid van Hongarije uit. Dat bleek te hoog gegrepen. De aanvankelijk uit Boedapest teruggetrokken Russische troepen keerden in de vroege ochtend van 4 november terug om de Hongaarse opstand met een overmacht aan tanks gewelddadig neer te slaan. Verpletterd Dezelfde avond nog meldde Radio Moskou dat de "reactionairen waren verpletterd". Tijdens de nog enkele dagen voortwoekerende gevechten vonden 6.000 Hongaren de dood, een onbekend aantal werd terechtgesteld en 190.000 gedesillusioneerden vluchtten naar het buitenland. Imre Nagy zocht met enkele geestverwante leiders zijn toevlucht tot de Joegoslavische ambassade in Boedapest. Na de belofte van de Russen dat ze een eerlijk proces zouden krijgen, leverde Tito hen uit. Anderhalf jaar later werden ze alsnog ter dood veroordeeld en terechtgesteld De nieuwe man in Hongarije werd Janos Kadar, die zich in de afgelopen vijfentwintig jaren heeft laten kennen als een trouw maar niet al te fanatiek bondgenoot van Moskou. Als geen ander heeft hij de lessen van Boedapest '56 en Praag '68 ter harte genomen en stilzwijgend een afspraak met het Hongaarse volk gemaakt. Die afspraak luidde: welvaart in ruil voor politieke onderworpenheid. De nu bijna 70-jarige Kadar kan een kwart eeuw nadien terugzien op een geslaagd liberaliseringsproces, in het westen ook wel aangeduid als het 'goulash-communisme'. Welvaart Ook nu het grondstoffenarme Hongarije als gevolg van een uitgebreid netwerk van economische contacten met het westen zijn consumptieprijzen langzaam maar zeker moet aanpassen aan die van de wereldmarkt, is er naar Oosteuropese begrippen nog altijd sprake van een opmerkelijke welvaart. In de winkels is van alles te koop, al is het merendeel van de uitgestalde waar slechts betaalbaar voor een nieuwe elite van boven-modalen. Niettemin spelen hot-dogs, hamburgers en flesjes Pepsi tikkertje in het straatbeeld van Boedapest, dat gelijk een westerse metropool in de spitsuren vergeven is van ronkende Lada's en pruttelende Trabants. Ervoor wakend dat de navelstreng met Moskou niet knapte, gedoogde Kadar ook een grote culturele en persoonlijke vrijheid. Het huidige regime gaat er prat op de rechten van de mens, zoals vastgelegd in het Verdrag van Helsinki, naar behoren uit te voeren. Hongarije kent ofHciee'. geen dissidenten, hooguit een groep criticasters van de samenleving met wie regeringsleiders bij voorkeur een discussie aangaan. Het land komt niet voor op de zwarte lijst van Amnesty International, en zelfs de gevluchte opstandelingen van 1956 zijn vandaag de dag in staat om regelmatig familie in hun moederland te bezoeken. Concurrentie Zolang de zegeningen van het socialisme maar niet in twijfel worden getrokken, kent Hongarije nauwelijks taboes. Naast belegen Beatlemuziek is in de platenwinkels Amerikaanse wegwerp-disco van de allerjongste snit verkrijgbaar. In de bioscopen draaien films van Pasolini, die de draak steken met het in dit land nog immer onaantastbare katholicisme. En in de nachtclubs van Boedapest draven mollige stripte ase-danseressen op, die alleen tijdens partijcongressen hun met goud beslikte V-snaren in de kleerkast laten. En lest best: de nieuwe economische verworvenheden doen zelfs gematigde marxisten al kapitalistische begrippen als 'concurrentie' en 'particulier initiatief in de mond nemen. De 31-jarige Sandor Laszló is al tien jaar lang Amerikaans staatsburger. Hij ver dient zijn brood als bouwvakker in de staat New Jersey en be woont een camper aan de rand van het stadje Phillipsburg. Sandor ontvluchtte de Hon gaarse samenleving in Door Willem Schrama de zomer van 1971 op een nogal ingewikkel de manier. Nadat hem een vakantie in Joego slavië was toegestaan, bereikte hij na een wandeltocht van twee etmalen door het berg land van Slovenië de Italiaanse grensstad Triest. Vandaar zette hij per trein en boot zijn reis naar de Ver enigde Staten voort. Ik ontmoet hem op het vlieg veld Ferihegy bij Boedapest op het moment dat hij aan stalten maakt om voor de tweede maal naar Amerika af te reizen. Maar nu - heel wat gerieflijker - per vliegtuig. Sandor heeft voor het eerst sinds tien jaar zijn ouders in Boedapest bezocht. En het tijdstip dat hij uitkoos - vijf entwintig jaar na de opstand droeg een zekere symbo liek. van het leger gewapende vrij heidsstrijders dat de strijd aanbond met 'de in Boeda pest gestationeerde Russi sche troepen. Bij het ne ,- laan van de revolte werd «lij gearresteerd en kreeg tien jaar gevangenisstraf. Uitein delijk werd dat vonnis met drie jaar verminderd, maar de smet op het gezin Lészló was in die dagen nog onuit wisbaar. Hetgeen in de dage lijkse praktijk neerkwam op een minimumbestaan zonder toekomstmogelijkheden. Voor Sandor was er om die re den na de basisschool geen middelbaar onderwijs weg gelegd. Na de technische school kreeg hij ternauwer- De jeugd van Hongarije: schippe- i tussen recessie en goulash-com munisme. nood een baan in een textiel fabriek en moest lange dagen werken tegen een schamel loontje. Op 20-jarige leeftijd rijpte het plan om zijn vader land te laten voor wat het was. Hard werken kun je overal, was zijn motief. Zijn familie is er door de autoritei ten nimmer over aangespro ken. Verandérd Zijn eerste bezoek aan Boeda pest sedertdien was nogal verrassend. "Niet dat ik hier ooit nog definitief zou willen terugkeren", zegt hij. "Maar er is in die tien jaar ontzet tend veel veranderd. Toen ik wegging was er nog maar één metrolijn, nu zijn er drie. Er is bijna geen stadsdeel waar niet op grote schaal woning bouw is gepleegd. En dan die overvolle winkels. Het enige wat ik hier niet heb kunnen bemachtigen was kalfs vlees". Toch is die ogenschijnlijke wel vaart een beetje bedrieglijk. Zoals zovele Hongaren zegt ook Sandor de neiging te hebben de economische si tuatie in zijn land te vergelij ken met die in andere Oost europese staten. En die ver gelijking roept het beeld op van een bevoorrechte natie, welker onderdanen het aan niets ontbreekt. De burgerij van Boedapest gaat zichtbaar goed gekleed en nestelt zich tijdens lunchpauzes en gedu rende het weekeinde massaal op de vele terrassen en in Konditoreien. teneinde er taartjes en sorbets te nutti gen. Het illegaal wisselen van wes terse valuta tegen zeer gun stige koersen op straat - vas te prik in elk Oostblokland - neemt hier minimale propor ties aan, omdat de noodzaak ervan goeddeels lijkt te ont breken. In de z.g. 'dollarwin- kels' voor toeristen is niet we zenlijk méér te koop dan in het reguliere winkelbestand. De handel in spijkerbroeken floreert niet meer sinds die dingen ook in Hongarije zelf worden gemaakt. En het ver zamelen van dollars - brood nodig voor een vakantie in het westen is doorgaans ge makkelijker en goedkoper te bewerkstelligen via contact met familie in het buitenland. De levertijd van een auto mag dan nog altijd drie jaar ver gen, één op de vier families heeft de beschikking over een Trabant, een Skoda, een Lada, een Poolse Fiat of een Wartburg. Ook het kopen van een huis heeft in Hongarije zijn intrede gedaan. Er is een systeem in het leven geroe pen waarbij 25 procent van de kosten van een flat met centrale verwarming wordt aanbetaald en de rest door de staatsbank wordt geleend te gen een niet onredelijke ren tevoet. Voor echtelieden die binnen een daartoe vastge stelde termijn na de huwe lijksdatum minimaal twee kinderen voortbrengen, zijn er over dat resterende bedrag bovendien nog aantrekkelij- ren van werkende kinderen - anno 1981 kun je van dui zend gulden per maand in Hongarije geen bokkespron- gen meer maken. Al mag de huurprijs van een woning doorgaans niet meer dan 15 procent van het netto inko men bedragen, al zijn de kos ten van medische verzorging te verwaarlozen - feit is dat de kosten van energie en an dere eerste levensbehoeften als brood en melk intussen met 30 tot 50 procent zijn ge stegen. De huidige benzineprijs van anderhalve gulden per liter maakt het hoogst begrijpelijk dat de taxichauffeur by een stoplicht de motor afzet. Op het vlak van de consumptie goederen heeft de koop kracht een geduchte knauw gekregen omdat Hongarije - zoals alom gekscherend wordt gemopperd - het eni ge land ter wereld is met ka pitalistische prijzen en socia listische inkomens. Niet lan ger is men er unaniem trots op dat in Boedapest Japanse camera's en rekenmachien tjes uit Hong Kong verkrijg baar zijn, omdat die geneug ten slechts betaalbaar zijn voor een nieuwe elite van art sen, advocaten en andere welgestelden die niet zelden door bijverdiensten en cor ruptie vijfmaal-modaal ver dienen. Kadars systeem van loon naar prestatie lijkt na aanvankelijke successen niet meer wat het was, nu de ver schillen in inkomen maar blijven toenemen. Boedapest 1981: gelijk een westerse metropool met ronkende Lada's en pruttelende Trabants. Bijbanen Experiment Het is eigenlijk allemaal begon nen met de invoering van het z.g. Nieuwe Economische Me chanisme (NEM) in 1968 door partijleider Janos Kadar, die daarmee in feite ruimte gaf voor een kapitalistisch expe riment binnen het tot dusver nogal starre industrialisatie proces dat de Russen er sinds 1945 hadden ingevoerd. Dit experiment beoogde zowel in de landbouwbedrijven als in de fabrieken af te rekenen met de ongemotiveerdheid van werknemers, voortko mend uit het collectivisme. De opzet luidde globaal dat éénderde van de winst in het vervolg naar de staat zou vloeien, éénderde werd ge pompt in investeringen en éénderde verdeeld zou wor den onder de werknemers. Het NEM kwam dus neer op een centraal geleide econo mie, gecombineerd met een gedeeltelijk vrij marktme chanisme. Met andere woor den: het bedrijf bleef 'socia listisch eigendom' maar met meer mogelijkheden voor particulier initiatief. Zo kon het gebeuren dat het begrip concurrentie zowaar inhoud begon te krijgen toen onder nemers meer vrijheid werd gegund in het kiezen van pro- duktiewijzen en dergelijke. De 66-jarige Imre Reszö - tij dens zijn pensioen nog werk zaam als reisleider by een toeristenbureau herinnert zich de kentering nog als de dag van gisteren "Ik werkte op één van de vijf tabaksfa brieken in Hongarije. We pro duceerden alsmaar één soort sigaretten volgens een strak schema en dat leidde tot on verkoopbare voorraden. Want iedereen wilde in die tijd filtersigaretten roken. Toen we die eenmaal moch ten maken was de animo in één klap weer terug. De ver kopen vlogen omhoog en wij deelden als arbeiders in de winst. Dat hadden we vroe ger nog nooit meegemaakt". Ook in de landbouw bood het NEM de mogelijkheid tot ef ficiëntere samenwerking tus sen coöperaties en particulie re boerenbedrijven teneinde de produktie te verhogen. Het gevolg was al gauw een groeiende verstrengeling van de Hongaarse economie met die in het westen. De buiten landse handel met westerse landen is op dit moment in omvang nagenoeg gelijk aan die met de staten van de Co mecon (de EEG van het Oost blok). Ten behoeve van die buitenlandse handel is twee jaar geleden in Boedapest zelfs de Centraal-Europese Internationale Bank opge richt, waarin bankinstellin gen uit kapitalistische landen een meerderheidsbelang hebben. Ondanks gefronste wenkbrauwen van partij-ha viken poogt deze instelling de nationale munt - de forint overal ter wereld vrij inwis selbaar te krijgen en Honga- rye daarmee toegang te ver schaffen tot de internationale geldmarkt Welvaart Het liberaliseringsproces van Kadar had in de eerste jaren een klein Wirtschaftswunder tot gevolg In de eerste helft van de jaren zeventig groeide het inkomen met 5 procent per jaar Maar de recessie op de wereldmarkt wierp roet in het Hongaarse eten. De lang zaam maar zeker stijgende grondstoffen- en energieprij zen maakten in de afgelopen jaren drie rondes van forse consumptieprijsverhogingen noodzakelijk, terwijl het in komen nauwelijks meer groeide. Het jongste vijfja renplan staat dan ook in het teken van de broekriem, en heeft al massale ontslagen en omscholingen tot gevolg ge had. Het spreekt voor zich dat deze ontwikkelingen aanleiding zijn geweest tot toenemende ontevredenheid. Was een mo daal netto inkomen van onge veer 400 gulden tot voor en kele jaren geleden nog niet onoverkomelijk - voor wie bedenkt dat in een Oosteuro pees land man en vrouw doorgaans beiden werken en daarbij nog inkomsten verga Sandor Lészló: "Vroeger zei Kadar tegen iedereen die het maar wilde horen, dat je in dit land alles kunt worden zo lang je maar de capaciteiten toont. Maar daar zat natuur lijk van meet af aan al een ze kere onrechtvaardigheid in. Wie de capaciteiten niet had, moest het doen met een mini mumbestaan en dat lykt me niet erg socialistisch. Boven dien had zijn aanmoediging tot gevolg dat iedereen ging studeren, waardoor enkele ja ren geleden een groot tekort aan ambachtslieden ont stond. Ten einde raad werden de gepensioneerden weer in het arbeidsproces terugge roepen. En natuurlijk wilden die er best wat bijverdienen". In het licht van het voorafgaan de past een ander grapje, waarmee de Hongaar zijn sa menleving gaarne omschrijft. Dat grapje luidt: wie in Hon garije werkt, heeft geen tijd om te sparen. Mocht hiervan de humor menige westerling ontgaan, het komt er op neer dat in dit land vrijwel ieder een een bijbaan heeft Vooral door de prijsontwikkelingen van de afgelopen jaren is men genoodzaakt extra inkom sten te vergaren, al kost dat soms menige vrije avond of zelfs hele weekeinden Want de bijna westerse verwor venheden van de jaren zeven tig worden niet gaarne prijs gegeven. Vandaar ook dat men de ontwikkelingen in Polen met meer dan politieke belangstelling volgt Radio Boedapest mag zich dan offi cieel hebben aangesloten by de publiciteitscampagne van Warschaupactlanden contra de vakbond Solidariteit, de man in de straat is niet verge ten dat de Polen op dit mo ment hun nek uitsteken ten behoeve van eenzelfde ideaal als dat van de Hongaren een kwart eeuw geleden. Maar anderzijds is men erg bang voor de gevolgen van een eventuele Sovjet inter ventie voor het geval die zou den inhouden dat Oost-Euro pa in een westers econo misch isolement zou gera ken. Of die angst aan officiële zijde ook meespeelt is moei lijk te peilen, maar het hoeft geen toeval te zijn dat per 1 juli van dit jaar al een ver vroegde vijfdaagse werk week voor bepaalde catego rieën arbeiders is ingevoerd. Cynisch "Als een familielid ziek is, ga je zelf als gezond mens geen medicijnen slikken", zo rea geerde de 64-jarige Hongaar se vakbondssecretaris San dor Gaspar in april van dit jaar tijdens een bezoek aan het FNV in Nederland nog di plomatiek op de gebeurtenis sen in Polen. En de onder grond van die uitlating is dui delijk, namelijk dat Solidari teit met zijn ver gaande natio naliteitsbeginselen de toch al tanende welvaart van Honga rije in gevaar brengt De oude vriendschapsbanden met Po len mogen dan nog onaange tast lijken, meer en meer groeit by Hongaren de over- tuigllil dat Walesa c.s. te ver zijn gegaan. En ziedaar het cynisme. De Hongaar heeft in 1956 zyn lesje geleerd en kent sinds dien de marges van de Sov jet-tolerantie. Zolang het so cialistische ideaal maar niet openlijk werd aangevallen, was zelfs een flirt met het westen mogelijk die hem uit eindelijk geen windeieren heeft gelegd. En dan zal het hem een zorg zijn dat slechts vijf procent van de 10 miljoen Hongaren er een actief party- lidmaatschap óp nahoudt en als gevolg daarvan recht heeft op de betere banen. An derzijds zal het hem evenmin een zorg zijn als een weldoor voede Amerikaan temidden van de sjieke ambiance in het vermaarde restaurant Hunga- na in Boedapest schaterend uitroept: "If this u socialism, I like if" Kadars liberalisering leidt niet al tijd tot gemotii>eerdheid

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1981 | | pagina 15