Gevecht tegen de honger Molukkers uit barakken Vooral verdeling deugt niet "Verleng termijn voor uitkering" VRIJDAG 16 OKTOBER 1981 VARIA PAGINA 17 Vandaag is het wereldvoedseldag, de verjaardag van de FAO, de voedsel- en land bouworganisatie van de Verenigde Naties. Dat is een goede gelegenheid om eens na te gaan hoe het met de wereldvoedselsituatie is gesteld en wat daar in de wereld aan gedaan wordt. Het blijkt, bij wat dieper graven, dat er een wirwar van organisaties aan het werk is, soms elkaar in bezigheden overlappend, soms zelfs elkaar vliegen afvangen de. Eén feit komt uit de verkenningen in het domein van ontwikkelingslanden en ontwikkelingsorganisaties onomstotelijk naar voren: het is mondiaal gezien slecht met de voedselsituatie en het wordt in de toekomst nog rampzaliger. De cijfers over de voed selschaarste in de we reld geven geen reden tot optimisme. Twintig jaar geleden waren er globaal geschat 300 miljoen mensen, die aan ondervoeding le den. In 1975 waren dat er 450 miljoen. Op het moment is de ruwe schatting 500 miljoen nog aan de lage kant. Men neemt aan dat er per jaar een miljoen mensen sterven door gebrek aan de eerste le vensbehoefte: eten. Een schandelijke zaak, omdat - hoe vreemd het ook moge klinken - er voldoende voedsel op de aarde is voor alle momenteel daarop le vende bewoners. 8 Ir Nederland, is altijd één van de belangrijkste donors geweest bij de voedselhulp. Ons land geeft 60 miljoen guldeh per jaar aan de WFP (wereldvoedselprogramma), waaronder 5 miljoen gulden voor het internationaal voedselnoodhulpfonds. Sedert 1968 wordt jaarlijks 30 miljoen gulden ter beschikking ge steld van de F AC (internationaal voedselverdrag). Nederland geeft daarnaast nog 30 miljoen gulden uit voor een speciale bila terale hulp dus van het land rechtstreeks naar een ander land). Zo kreeg Ethiopië onlangs 7000 ton tarwe uit dit potje en ontvingen Tanzania en Kenia witte maisfdie aangekocht was in Zambia). Voorst gaat er nog 17 miljoen gulden via particuliere organisa ties in het kader van de NGO (niet-overhèidsinstellingen) naar de ontwikkelingslanden. Die organisaties zijn Caritas Mensen in Nood, Stichting Oecume nische Hulp en Novib. Tenslotte levert Nederland ook nog finan ciën via de Europese Gemeenschap. Het rampzalige is niet een te kort aan eten, maar een eerlij ke verdeling. Meer en meer komt men in kringen van de professionele hulporganisa ties tot de conclusie, dat er harder gewerkt moet worden aan het tot stand komen van een overtuigende strategie om de honger terug te drin gen. Men komt terug van in cidentele hulpverlening, al wordt die natuurlijk in nood gevallen tot de hoogst»-? ur gentie gerekend. Het curieuze feit doet zich voor, dat de wisseling van de macht in de Verenigde Sta ten en Frankrijk een uiterst negatieve en positieve conse quentie op de wereldvoedsel situatie kan opleveren. Presi dent Reagan wil in het kader van zijn vrije markt-econo- mie de graanmarkt openbre ken (de VS zijn de grootste graanproducent), waardoor prijsregulatie volgens een wereldgraan-overeenkomst geblokkeerd wordt. Dat bete kent, dat de prijzen omhoog gaan; dat de rijke en nieuwe middelrijke landen (zoals Brazilië en Zuid-Korea) wel graan kunnen kopen, maar de arme landen opnieuw een enorme klap moeten incasse- De machtswisseling in Frank rijk werkt ten gunste yan de hulp aan de ontwikkelings- r landen. De nieuwe Franse commissaris van de EG voor ontwikkelingssamenwer king, Edgard Pisani - een zeer actieve en sociaal bewogen fi guur - krijgt van de tandem Mitterrand-Cheysson alle kansen om in tegenstelling tot de gang van zaken onder Giscard de handen flink uit de mouwen te steken. Pisani heeft een ambitieus plan ont wikkeld om ernst te maken met versnelde hulp aan de ar me landen, waarbij hij de na druk legt op een degelijke strategie om de honger aan te pakken. Dat plan zal hij bin nenkort met kracht verdedi gen in EG-verband en in no vember op de FAO-conferen- tie. Organisaties Om enigszins een inzicht te hebben in de gang van zaken rond de internationale voed selhulpverlening is het nuttig te weten, welke organisaties zich daarmee bezig houden. De belangrijkste instelling is de FAO, die in Rome zetelt. Zij helpt de aangesloten lidsta ten bij het vergroten van de voedselproduktie, de verbe tering van de voedseldistri butie en houdt zich bezig met de wereldvoedselverdeling. De FAO is een organisatie van de Verenigde Naties - geen machtsblok zoals bij voorbeeld de UNCTAD - waarin de directeur-generaal (momenteel de Libanees Sa- ouma) een zeer grote invloed heeft op het beleid, dat vooral gericht is op de ontwikke lingslanden, die er veel macht hebben. Nu praktisch vaststaat dat Sa- ouma de komende zes jaar weer voor een (tweede) perio de op de hoogste FAO-stoel zit, veronderstelt men dat hij meer geneigd zal zijn te luis teren naar degenen, die een beleidsombuiging van de FAO wenselijk achten, een ombuiging van hoofdzakelijk technische hulp bij de voed selvoorziening naar een meer algemene begeleiding. Die ombuiging naar een zoge noemde voedselstrategie (waar met name Nederland ook voor voelt en nu ook de EG in de persoon van de stu wende Pisani) is onder meer aangezwengeld door de WFC (de wereld voedselraad), in sommige kringen betiteld als een krachteloze baby, die voortgekomen is uit de we- reldvoedselconferentie van 1974. De WFC is meer een po litiek discussieplatform op ministerieel niveau. Hier zwaait Maurice Williams de scepter, die in 1979 met een nieuw idee namelijk de natio nale voedselstrategie ver scheen. Nu liggen de zaken zo dat de FAO weinig van de WFC moet hebben en men daar het woord strategie nauwelijks over de lippen kan krijgen, hoewel men er in principe wel voor voelt (de FAO had zo'n soort plan trouwens al eerder). De FAO vindt zich door de WFC soms voor de voeten gelopen. Dan is er de WFP (wereldvoed selprogramma), een VN-orga- nisatie, die voor het grootste deel onder de directe invloed staat van de FAO. Formeel is het een gezamenlijk opgezet te activiteit onder verant woordelijkheid van de secre taris-generaal van de VN en de directeur-generaal van de FAO. In de praktijk is de in vloed van de FAO er 90 pro cent en van Waldheim 10 pro cent. Dit WFP voert de voedingspro gramma's en -projecten van de FAO uit met een jaarom zet van ongeveer 450 miljoen dollar. Dat gebeurt onder meer op basis van de FAC (internationaal voedselver drag), waarin een groot aantal landen zich verplicht heeft voor 7.8 miljoen ton graan als voedselhulp bij te dragen. De vrees dat de VS zich hieruit zou terugtrekken is voorlopig van de baan; in juli tekenden de VS tot 1983 bij voor 5,4 miljoen ton. Al deze activiteiten zijn de laat ste tijd steeds duurder ge worden. Debet daaraan is on der meer de stijging van de dollarprijs, waardoor de transportkosten (een belang rijke factor) aanzienlijk zijn omhooggeschoten, alsmede de produktiekostenstijging. Het is - zo klaagt men terecht - bijna niet meer bij te benen. Terugloop Het is duidelijk dat het volume aan voedselhulp terugloopt, terwijl het aantal noodlijden de mensen op de wereld stijgt. Met name de economi sche maatregelen van Rea gan veroorzaken nogal - zacht gezegd - enige onrust. Als je immers de voedselsituatie overlaat aan de vrije-markt- economie, wordt de voed seltoestand op korte termijn nog beroerder. De Neder landse regering heeft vorige week deze politiek sterk ge kritiseerd. Ook Pisani keurt deze Reagan-lijn af. Feit is wel, dat de VS de groot ste graanproducent zijn. Er wordt dan ook wel eens wrang gezegd dat, als er een grote tanker op de Mississip pi zou exploderen en de vaar weg blokkeren, de helft van Afrika geen eten meer zou hebben en verhongeren. Groot is dan ook de noodzaak tot een buffervoorraad voor noodgevallen. In 1974 besloot de FAO. samen met de WFP. om zo'n graanreserve te vor men (niet „fysiek" aanwezig, verspreid over de wereld). Men kwam tot een minimum van 500.000 ton, hetgeen na tuurlijk weinig voorstelt op een wereldjaarproduktie van 1.8 miljard ton. Die 500.000 ton heeft men tot nu toe nog niet kunnen bereiken. Met name Pisani nu stelt in zijn EG-plannen voor om die 500.000 ton „vol te storten". Men moet hierbij denken aan een inschrijvingspot met toe zeggingen. De EG zou die aanvulling kunnen doen uit de meevaller, die bij land bouw is ontstaan door de marktsituatie en de goede concurrentiepositie van de EG-produkten. Te laat Zo'n graanreserve is natuurlijk een uitermate goede zaak. In de praktijk echter zal er toch enige tijd - enkele maanden - overheen gaan, voor de hulp te bestemder plaatse is. Ei genlijk, zo zeggen deskundi gen, komt het veel voor dat die hulp, zoals het nu gaat, te laat aankomt. Voordat er geoogst kan worden in een arm land is er honger. Dan zou de hulp er moeten zijn. Komt de voedselvoorraad aan, dan wordt die op de lo kale markt gedumpt na het binnenhalen van de oogst daar. Dat betekent, dat de prijs van de lokale voedsel- produkten in elkaar zakt. Hierbij zij opgemerkt, dat de gewastyd in de ontwikke lingslanden meestal drie maanden duurt. Uiteraard spelen behalve eco nomische factoren (zoals de olie-aankoop, die 50 procent van de importgelden van ar me landen opzuigt) ook poli tieke factoren een belangrij ke rol bij de voedselverde ling. Het zal de lokale over heid vaak de grootste zorg zijn om vooral de bevolking van de grote steden rustig te houden door de voedselver deling op die steden af te stemmen. Op het platteland is men dan vaak de dupe. De boeren krijgen door de bui tenlandse voedseliryecties vaak weinig kans om goede landbouwprodukten tegen redelijke prijzen te verkopen. Ze lijden vaak armoe en le ven - zeker de landarbeiders zonder grond - op de rand van het bestaansminimum. Corruptie Daarbij speelt de corruptie bo vendien een grote rol Lang is dit gegeven versluierd. Het is natuurlijk niet prettig, als je hard werkt om hongerenden in het leven te houden, en je merkt, dat ter plaatse zelf in sommige ontwikkelingslan den het voedsel nooit of veel te duur op de plaats van be stemming belandt. De VN- functionaris dr. Bethke, oud- medewerker van het WFP. heeft deze wrange werkelijk heid niet ontweken Hij heeft er duidelijk op gewezen. De controle is voor zover moge lijk geïntensiveerd. Voedselstrategie Wat primair staat is, dat de ont vangende landen alles doen om hun eigen produktie te vergroten. Een van die in strumenten daartoe zijn de voedselstrategiestudies. die nodig zijn voor dc overheden van de ontwikkelingslanden om te weten wat ze moeten doen met de diverse proble men. die ze tegenkomen. Aan de andere kant zyn die stu dies voor de donorlanden van belang Zij geven hun de pnoriteitslijsten voor inves teringen in de arme landen op het vlak van de voedsel voorziening. Met die studies kunnen beide groepen dan aan de slag. Die strategiestudies hebben onder meer betrekking op het politieke, bestuurlijke, maatschappelijke als econo mische vlak. Op het gebied van de politiek moet gesteld worden, dat voedsel voor ie dereen een noodzakelijke be hoefte is (en niet alleen voor dc grootstedelijke bevol king) Op het terrein van het bestuur moet gestreefd worden naar stimulering van de produk tie, naar verbetering van de lokale produktie en subsidië ring van de lokale voedsel producenten. Op het terrein van de economie moet de markt- en prijspolitiek in de hand gehouden worden; moet men zich buigen over de distributie. Het maatschappelijke belang van zo'n strategie ligt natuur lijk voor de hand: iedereen heeft recht op eten. Daar valt of staat de samenleving, de maatschappij, mee Naar zo'n voedselstrategie, waarbij de ontvangende overheden een grotere rol moeten spelen, wil Pisani de EG sturen. Natuurlijk is Ed gard Pisani ervan overtuigd, dat zijn ambitieuze plannen niet ineens alle goeds zullen brengen Hij vindt wel dat het een stevige aanzet is voor een intensievere samenwer king op reële basis Om te beginnen dan wil hy 100.000 ton graan toevoegen aan de noodreserve, zodat de ze eindelijk de 500.000 ton be reikt Hij wil dat er zo'n ma nier van financiering van de hulp wordt uitgedokterd dat de plaatselijke landbouwpro ducenten niet in de mangel komen. Hij wil een grote con tinuïteit van de EG in de hulpverlening aan de ontwik kelingslanden. Hij wil dat er fondsen komen om het frame van zijn plan om de honger te bestrijden op te kunnen zet ten. waarbij hij denkt aan een steun van minstens 0,15 pro cent van het bruto nationale produkt van de donorlanden, jaarlijks te verhogen met 0,01 procent door de lidstaten af zonderlijk. De EG kan acties ondernemen op het vlak van handels-, landbouw- of ont wikkelingspolitiek. dan wel van de voedselveiligheidspo- litiek. Tot goed begrip diene, dat de EG zich momenteel bepaald al niet onbetuigd laat wat EG heeft zich bijvoorbeeld verplicht tot jaarlijkse leve ring van 1,6 miljoen ton graan, 150.000 ton melkpoe der en 45 000 ton boterolie. Van het toegezegde kwan tum wordt 56 procent toege wezen door de gemeenschap in Brussel en 44 procent door de lidstaten afzonderlijk. Zo stelt Nederland elk jaar 50.200 ton graan ter beschik king. Problemen in Vaassen opgelost ZUTPHEN (ANP) - De laat ste groep Molukkers, die nog altijd houten barak ken bewoont in het voor malige woonoord Vaassen (gemeente Epe) heeft gis teren na een dag lang pra ten met vertegenwoordi gers van rijk en gemeente in Zutphen, afspraken ge maakt over hun verhui zing naar nieuwbouwwo ningen. De datum van ver huizing zal in overleg na der worden vastgesteld. der voorbehoud van intern be raad. Voor maandagochtend tien uur zullen zij definitief laten we ten wel of niet akkoord te gaan. Het besloten overleg tussen over heid en Molukkers vond plaats ten overstaan van mr. J. Bellaart, president van de rechtbank in Zutphen. De bijeenkomst was er één in het kader van de gerechte lijke procedures, die de staat vo rig jaar tegen tien Molukkers in Vaassen had aangespannen. Alle partijen verklaarden gisteren zich zonder voorbehoud wel aan eerder gemaakte afspraken te zullen houden. In 1976 werd een begin gemaakt met de afbraak van het barak kenkamp in Vaassen. Het groot ste deel van de circa 300 Moluk kers daar is de afgelopen jaren verhuisd naar nieuwbouwwo ningen, die voor de barakken in de plaats zijn gekomen. Een kleine groep, onder leiding van de heer M A. Pattimukay weigerde tot nu toe de barakken te verlaten uit vrees het recht op terugkeer naar de Molukken te verspelen. Het rijk kreeg vorige maand in een kort geding tegen drie Molukkers, onder wie Patti- - mukay, van mr. Bellaart toe stemming de laatste barakken te ontruimen. Tijdens het overleg gisteren bleek volgens een communique van de rechtbank, dat een deel van de overgebleven "barakbewoners" direkt in een nieuw huis ge plaatst kan worden. Andere zul len eerst in een wisselwoning moeten verblijven. Bij het over leg waren behalve Molukkers en vertegenwoordigers van rijk en gemeente ook mensen van de be trokken woningbouwvereniging aanwezig. Als de "groep Pattimukay" besluit tot verhuizing komt zij in een apart woonblok te wonen. Hun huizen zullen met andere woor den via onder andere grasvoor zieningen duidelijk te onder scheiden zijn van de woningen van de overige Molukkers in Vaassen. De verhuizing va Patti mukay c.s. betekent ook het voorbijgaan van een dreigend conflict in de Molukse woonge meenschap. Onder andere het Landelijk Comité Zuid-Moluk- ken had voor een dergelijk con flict gewaarschuwd. PvdA wenst hoger STER-tarief DEN HAAG (ANP) - PvdA ka merlid Kosto heeft minister Van der Louw (CRM) ge vraagd om nadere informatie over een ander systeem om de tarieven voor zendtijd voor radio- en televisie-recla me vast te stellen. Volgens Kosto zou er een onderzoek zijn, waaruit zou blijken dat de opbrengsten voor de om roep in Nederland met het zo genaamde veilingsysteem verviervoudigd zouden kun nen worden. Als dat allemaal juist is vindt Kosto dat Van der Louw met de STER moet gaan praten om het tarieven beleid op die andere, voordeliger, basis te grondvesten. DEN HAAG (GPD) - Werkers bij sociale diensten hebben bij de staatssecretaris van sociale za ken, mevr. I. Dales, gepleit voor verlenging van de termijn waar op het formulier voor de eenma lige uitkering moet worden inge diend. Volgens de bijstandsamb tenaren loopt de verstrekking van de eenmalige uitkering voor de sociale minima volledig in het honderd. De staatssecretaris wordt verweten dat er onvoldoende gebruik is gemaakt van de media en plaat selijke mogelijkheden om be kendheid te geven aan het ver krijgen van de uitkering. Ook vinden de bijstandsambtenaren dat er onvoldoende rekening is gehouden met de taalproblemen van de buitenlanders Volgens het ministerie is tot nu toe ongeveer 30 percent van de for mulieren binnen. Vooral na de publikaties van de afgelopen week zijn veel formulieren opge haald Het ministerie zegt, dat bij geen benadering is te zeggen, hoeveel mensen in ons land moe ten leven met een echt mini mum Staatssecretaris mevr. Dales heeft gezegd, dat buitenlandse werk nemers echt de weg wel weten te vinden, als z^ een formulier® moeten invullen. Iedereen kan voor 1 november op het plaatselijke postkantoor een formulier afhalen, invullen en daarna inleveren bij de Gemeen telijke Sociale Dienst. Deze dienst heeft dan een maand de tijd, om dit formulier te beky- kn Er wordt vooralsnog vanuit gegaan, dat de uitbetaling van de toeslag in december plaatsvindt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1981 | | pagina 17