Glasgraveren in nieuwe stijl Computergrammofoon zet door om zijn geweldige kwaliteit Ridderlijk torenspel Zo maak je een „zakput" in de tuin Platenspeler voorlopig zeker niet overbodig MAANDAG 28 SEPTEMBER 198 Misschien heeft u het in de afgelo pen zomermaanden op een bra derie, schaapsscheerdersfeest of ander vrijetijds-gebeuren zelf al wel gemerkt: de populariteit van het glasgraveren als hobby stijgt snel. En dat is niet zo gek. want met betrekkelijk weinig gereed schap maak je in korte tijd de leukste handgegraveerde glas- werkstukken. zelfs al heeft u het nog nooit gedaan. Het enige dat u er voor nodig heeft is een dia- mantstift in een (vulpotlood)hou- der, een stuk glas. een ontwerp en een (long)drinkglas. of een an der glazen voorwerp, een stuk spiegel of vensterglas, eigenlijk doet het er niet zoveel toe wat het is, want mooi en apart wordt het werkstuk beslist toch wel. Om zelf met deze creatieve hobby kennis te maken zijn geen hoge investeringen nodig: een begin nersset varieert van circa f 28 tot f 40, het hangt er een beetje vanaf hoeveel diamant- en slijpstiftjes in het pakketje zitten. Overigens zijn die dingen ook los te koop de extra geharde exemplaren kosten zo'n f 9.- per stuk. Met een gewoon vulpotlood als houder komt u dan al een heel eind. De extra geharde stiften zijn her kenbaar aan de goudgekleurde kop. Na het graveren kan de af beelding gematteerd worden met de zogenaamde slijpstiftjes, die in verschillende vormen ver krijgbaar zijn. Ze kosten onge veer f 5,-. Noodzakelijk is dat matteren zeker niet. Een goed gegraveerde afbeelding bestaat uit scherpe, met de diamant „in gekraste" lijntjes, die in de mees te gevallen geen nabewerking behoeven. Mocht u toch van spe ciale effecten houden dan is er bijvoorbeeld nog Hobby-time goud- of zilverpasta, verpakt in kleine tubes (plusminus f4.25). De pasta wordt in de gravure ge wreven en blijft na droging pri ma zitten, hoewel hij minder goed bestand is tegen vaatwas- machines. Vooral bij voorwer pen van donkerkleurig glas doet zo'n goud- of zilvergravure het erg goed. Naast de diverse gereedschapjes zijn er voor het glasgraveren ook mappen te koop met motiefvoor beelden: bloemen, dieren, let ters, krullen en andere lijndeco- raties staan in het wit op zwart papier afgedrukt. U knipt de ge wenste afbeelding uit, plakt hem met een stukje plakband tegen de binnenkant van het drinkglas, en daarna kunt u de lijntjes met de graveerstift aan de buitenkant „overtrekken". Voor u het weet is uw eerste gravure klaar, leuk om ergens voor de sier neer te zetten of om cadeau te geven bij een bijzondere gelegenheid. Want bijzonder is het zeker en (extra) gewaardeerd wordt het ook. wanneer iemand zo'n origi neel en persoonlijk geschenk ontvangt! Voor de zeer enthousiaste glasgra- veerliefhebber is het ook moge lijk machinaal te graveren met een mini-boortol. Het machientje bovenin de foto is speciaal voor dit doel ontworpen en kost onge veer f80,-. Het apparaatje, dat goed in de hand ligt. werkt op 12 tot 18 Volt gelijkstroom. Mocht u niet al over een transformator be schikken, dan kan deze bijgele verd worden (prijs ongeveer f50,-). Al deze materialen zijn verkrijg baar bij hobby- en handenar- beidwinkels. Mocht er bij u in de buurt geen adres zijn, bel dan even de importeur: firma Kars er Co. te Kesteren. telefoon: 08886 1825. Wilt u meer over het glas graveren weten, dan kunt u o.a terecht bij het „Instituut voo: vrije tijd en hobby". Men geef daar een soort schriftelijke mini cursus uit, bestaande uit een 6( pagina's dik boekwerkje me werkbeschrijvingen, tips en velt foto's van verschillende toepas singen, een diamant graveerstift met stifthouders, een tienta voorbeeldtekeningen op zwart papier en een zwarte, plastic op bergband, die gebruikt kan wor den als donkere ondergrond on) de gravure tijdens het werk te beoordelen. De prijs van dit alle^ is f29,50, exclusief verzendkos. ten. Inlichtingen of bestellingen (in de winkel is deze mini-cursu^ helaas niet verkrijgbaar) bij Klu werpers BV te Utrecht, telefoon 030-893344. Voor heel veel mensen be gint het plotseling een vraag te worden of ze nog wel een nieuwe platenspe ler moeten aanschaffen. Er gaan zoveel geruchten over nieuwe technieken die de grammofoonplaat gaan verdringen. Met na me de Compact Disc spreekt tot de verbeelding van de mensen. Sinds de Berlijnse Funkausstel- lung is dit kleine glim mende plaatje (niet groter dan een bierviltje) weer sterk op de voorgrond ge treden. Op 'een kant staat een uur stereo-muziek. Het geluid is feilloos en net als de werkelijkheid. Geen storing, krassen en ruis die afleiden. Veel fa brikanten gaan er afspeel apparatuur voor maken. Desondanks is de vraag over het wel of niet vervangen van de pla tenspeler makkelijk te beant woorden. Het duurt nog min stens een jaar voor de eerste plaatjes en de eerste generatie di- gitale-afspelers voor de Compact Disc op de markt komen. Voor ze zullen zijn ingeburgerd (de eer ste zijn zeker vrij duur) komt daar nog eens een jaar bij. In de zelfde tijd zullen er nog steeds tienduizenden nieuwe platen volgens de „oude" methode ge perst worden. Zeker de mensen die een behoorlij ke platencollectie hebben zullen dus nog jaren „gewone" platen willen afspelen. Een slechte pick-up en draaitafel verwoesten platen. Wil men nog lang plezier hebben van muziek en van bij voorbeeld historische opnamen, dan is de aanschaf van een goede draaitafel zeker nog het overwe gen waard Het is trouwens te verwachten dat op zijn minst de komende vijf jaar beide syste men naast elkaar zullen blijven bestaan. Daar komt nog bij dat de grote pla tenmaatschappij CBS het plan heeft opgevat om ook de plaat technisch te verbeteren. Zij wil over enige tijd het CX-systeem introduceren. Een systeem waar van men hoopt dat ook andere plantenproducenten het overne men. CX-platen zijn op een be paalde manier technisch voorbe werkt: een tikje gecomprimeerd. Dat is zelfs voor de kritische grammofoonplaten-luisteraar nauwelijks waar te nemen. Speelt men die platen echter af via een „black box", een elektro nisch apparaatje dat tussen pick up en versterker word geplaatst, dan is het effect opvallend. Geen ruis De gebruikelijke platcnruis is dan weg. De dynamiek, dat wil zeg gen het verschil tussen de zacht ste passages in de muziek en de harde, is bijna net zo groot als in de concertzaal. Dat komt door de expander in de „black box". De allerzachtste geluiden worden nog zachter weergegeven. Ruis en dat typische plaatgestommel is zo zacht dat het elektronisch wordt weggedrukt. Zachte mu ziek - op de plaat iets harder op genomen komt daar makkelijk bovenuit. Harde muziek blijft onaangetast. Stevige krassen worden dus ook niót onderdrukt. Telefunken heeft aangekondigd een platenspeler op de markt te zullen brengen, waarbij het elek tronische apparaatje in de voet zit ingebouwd. Telefunken zou ook een los doosje gaan produce ren dat tussen pick-up en weer- gave-keten kan worden aange sloten. De patenten van het hele systeem zullen binnenkort vrij komen omdat CBS graag wil be reiken dat andere elektronicafa brikanten en zelfs concurrerende plantenmerken mee gaan doen. Want zonder standarisatie haalt het systeem het zeker niet, dat is op ander gebied maar al te vaak bewezen. Compact disc Ondertussen is de Compact Disc aan zijn opmars begonnen. Op de onlangs in Berlijn gehouden Funkaustellung waren tal van fa brikanten met hun kleine Com pact Disc-spelers aan het demon streren. Voortrekkers op dit ge bied zijn met name Philips en Sony. die allebei aan de ontwik keling van het „computer- plaatje" hebben gewerkt. Zo'n „bierviltje" bestaat uit een dun laagje zilverpapier waarin kleine bobbeltjes zijn geperst. Daarom heen zit onbreekbaar doorzichtig plastic, waardoor de bobbels in het binnenste van de plaat niet beschadigd kunnen worden. Essentieel is. dat de plaat niet met een naald - bijvoorbeeld een pick-up naald - wordt afgetast, maar met een uiterst fijne licht straal. De scherpste lichtstraal komt uit een zogenaamde „la ser". Die is in staat al die kleine hobbeltjes af te tasten en deze „computertaal" door te geven. In de elektronica van de Compact Disc-speler worden die „tekens" weer in muziek omgezet. Slijtvast Zonder naald geen slijtage. Ook stofjes op de plaat hebben geen invloed want die zijn niet „scherp". De straal is namelijk gefocuseerd op het dieper gele gen „zilverpapier". Krassen ma ken ook niet zoveel uit. Je hoort ze althans niet, maar wel kan het elektronisch aftasten verstoord* worden en volgt weer een ouder wetse „hanger". Is het plaatje echt vuil, dan kan het eenvoudig weer worden schoongemaakt: met water en sop. Grote vuile plekken onderbreken namelijk het licht en dus de muziek. Omdat de muziek staat opgete kend in „computertaal" is het makkelijk om de muziek op het 12 cm kleine miniplaatje te voor zien van een (start)code. Als men voorkeurtoetsen op de speler aanbrengt, en bijvoorbeeld Sharp heeft al zo'n apparaat met tien toetsen, dan kunnen losse muzieknummers op het plaatje gemakkelijk worden terugge vonden. Ook kunnen zij in wille keurige volgorde worden afge speeld. In onderdelen van secon den „vindt" de Compact-speler de verschillende titels. Daarbij t klok in minuten en seconden. Het plaatje De Compact Disc meet twaalf cm. Hij is ongevoelig voor vuil en mag gerust met de hand worden aangepakt. moet de volumeregelaar in de ga ten worden gehouden, want niets waarschuwt dat er een mu ziekstuk begint. Geen ruis of pla- tengestommel. Plotseling is er geluid, dat dan meestal (veel) te hard staat. Voor de thuismarkt is de Philips- aankondiging van belang. De va derlandse elektronicaproducent wil op de Amsterdamse Firato - in augustus volgend jaar - de Compact Disc publiekelijk intro duceren. Rond de jaarwisseling 1982-1983 zal hij dan ook te koop zijn, evenals de kleine plaatjes. De meeste machines die nu al ge toond zijn, waren nog prototy pes. Ze hebben aan de achterzij de een macht aan kabels die naar allerlei - onder tafel geschoven - apparaten lopen. Alleen enkele Japanners, zoals Sharp, Marantz en Technics, hebben een com pleet, handzaam toestel. Philips schat dat het apparaat, als het eenmaal ingeburgerd zal zijn, net zoveel kost als een goede hifi- platcnspeler. Men denkt aan f600 tot f800. De plaatjes zou den, zeker aanvankelijk, rond 30 procent meer kosten dan een langspeelplaat. Met de introduc tie van een klein apparaat zou het plotseling weer mogelijk zijn om bijvoorbeeld platen in de au to af te spelen. Door de wijze waarop de muziek staat opgete kend bij Compact Discs is jan ken en jengelen uitgesloten. De Compact Disc draait trouwens tussen 200 en 500 toeren. Dual heeft inmiddels ook een prototy pe getoond aan handelaren. Bij Dual sluit de Compact Disc-spe ler wat vormgeving betreft aan bij cassetterecorder en platen speler. Daaruit blijkt ook al dat men zeker in staat zal blijken het apparaat niet veel groter dan het plaatje zelf te maken. Teldec-plaat Telefunken is - met Decca - een an dere weg ingeslagen. De fabriek heeft zelf ook een soort „digi taal" plaatje ontwikkeld, dat ech ter groter is dan de Compact Disc: namelijk 13,5 cm. Ook de aftasting geschiedt anders. En dat is jammer, want 25 fabrikan ten hebben inmiddels het Com pact Disc-principe geaccepteerd. Nog 25 andere hebben een optie genomen op het systeem. Tele funken gebruikt .geen laserlicht, maar een naald. Die tast - ook bergjes en dalen, dus digitale in formatie - af. De druk is 50 maal zo klein als die van een platen speler. Daardoor is de slijtage ge ring. Maar tevens is vermoede lijk de gevoeligheid voor stof en vuil groot. Het Teldec-systeem wordt echter nog niet gedemon streerd. Voor de Duitse thuismarkt hebben de beide ontwikkelaars, Telefun ken voor de apparatuur en Decca voor de platen, nogal wat ophef over de vinding gemaakt. Wie echter het naa(l)dje van de kous wil weten komt niet zoveel ver der. De indruk bestaat dat men zelf de kans dat het Teldec- plaatje het haalt, niet groot acht. De concerndirectie heeft zich ook nog niet uitgelaten over het feit of men een en ander zal gaan uitbrengen. Micro-cassette Een andere tendens op de markt van geluidsapparatuur is de mi cro-cassette. Ook hiermee kan geluidsapparatuur weer in om vang afnemen. Weliswaar heeft de micro-cassette - zo groot als een platgeslagen luciferdoosje - nog zijn beperkingen op het ge bied van geluidskwaliteit, maar ook daar wordt aan gewerkt. De^ micro-cassette komt uit de klei ne zakdicteerapparaatjes. De mogelijkheden zijn echter steeds toegenomen zodat men nu bezig is hifï-micro-cassettedecks te^ ontwerpen. Voor de weergave van eenvoudige muziek, waar aan men niet al te veel eisen stelt, is het systeem wel geschikt. Grundig heeft zo'n klein stereo-ra diootje ontwikkeld (MRR-100), omdat er geen ruimte meer was voor een gewone musicassette. De micro-cassette bracht uit komst. De kans is trouwens groot dat men straks geluid en muziek ook in „computertaal", dus in enen en nullen ofwel aan- en uit-situaties, op de band gaat zetten. Dan behoren jank, onre- gelmatige loop, vervormig en ruis ook tot het verleden, net als bij de Compact Disc. Sharp en Technics zijn met zulke ontwikkelingen voor de consu mentenmarkt bezig. Daarvoor gebruikt men echter nog geen micro-cassette, wel bandrecor ders en een groot model cassette, die enige tijd in de handel is ge weest als L-cassette. Ook tekent men veelsporengeluid (stereo of quadro zelfs) op met videorecor ders. In de professionele wereld (grammofoonplatenstudio's) heeft de digitale optekening van geluid al eerder zijn entree ge maakt. HUGO VAN DER HE^M Het lijkt bijna onmogelijk, maar de „spclletjesverzinners" bedenken steeds weer iets nieuws. Jumbo heeft een driedimensionaal to renspel ontworpen, geschikt voor twee, drie of vier spelers. Het is voor kinderen vanaf vijf jaar, zegt meneer'Jumbo, maar vele volwassenen (met een rid derlijk hart) zullen cr ook plezier aan belrvi-n. Tegen de toren" kunnen maximaal vier ladders worden geplaatst. waar de riddertjes tegenop moe ten klimmen. De vijand wordt belichaamd door de torenwach ter die net als de ridders zijn han delingen moet laten afhangen van de dobbelsteenworp. Zit het de torenwachter mee. dan kan hij een ridder met ladder en al omlaag laten kieperen. Best een spannend spelletje, waar bij bovendien een handleiding in zevten talen wordt geleverd zodat het ook voor buitenlandse gasten bruikbaar is. Het torenspel is in speelgoedzaken, warenhuizen enz. te koop voor f34,50. 1. Wanneer in natte perioden het water in de tuin lange tijd blijft staan, is er sprake van slecht doorlaatbare grond. Een heel drainagesysteem maken is een ingrijpende onderneming. Vaak kan (op het „diepste natste punteen zakput veel verbete ring brengen. Steek als de put in het gazon komt) eerst het gras in zoden af en verwijder de teelaar de. 2. Maak van de teelaarde een apar te hoop; die gebruikt u later weer. Steek de put enigszins kegelvor mig uit met een smalle steekspa- de. Graaf door de vaste laag heen; dat kan (klei!) een moei zaam karwei zijn. De spade is om de grond los te steken; schep de boel weg met een schop of bijvoor beeld een metseltroffel. 3. De bodem van de put dient m een beter doorlaatbare grondlaag uit te komen. Dat merkt u vanzelf tij dens het graven; zodra dat ge makkelijker gaat zit u in de goe de richting. Als u in een zand laag uitkomt, dan is de werking .1 y 4. Wordt het graven door de grote diepte van de put erg lastig en hebt u nog steeds geen losse laag aangetroffen, dan kan een grondboor kan gehuurd wor den) uitkomst bieden. Boor van uit de bodem nog een eind verder. Verwijder na elke 20 cm de „uit geboorde'" grond en ga door tot de grond losser wordt. i. Vul nu de put gedeeltelijk met puin. gebroken dakpannen of dergelijk materiaal, bijvoorbeeld tot ongeveer eenderde van de diepte. Daar bovenop komt een laag middelgrof grind. Samen vormen die lagen een doorlaat en zo nodig tevens een „buffer". Ver volgens een laagje zand tot aan de teelaarde-grens. Daarop de uitgegraven en bewaarde tee laarde. Trap die grond goed 6. Leg nu de uitgestoken graszoden weer op hun plaats. Om de plaats van het gat „onzichtbaar" te ma ken. dient de teelaardelaag enigszins bol aangebracht te worden. Stamp of trap de zoden daar stevig in vast. Na korte tijd is er van de ingreep niets meer te' zien. (Een dergelijke put kan ook in een terras worden gemaakt dan liefst afdekken met geperfo reerde stenen).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1981 | | pagina 20