Wispelturigheid is troef
bij de zeelt
Kryp-
to-
gram
L"
li m m i 1
Oplossing
ATERDAG 8 AUGUSTUS 1981
Heeft u wel eens gehoord van
de Tinea Tinca? Het is de
speelsklinkende, maar offi
ciële benaming voor de "oer-
hollandse" vis de zeelt. Ten
minste zo wordt deze fraaie,
maar tegelijkertijd geheim
zinnige, vis in deze con
treien genoemd. Er zijn ove
rigens nog een handvol an
dere namen voor de zeelt in
omloop. Louw en tinker zijn
daarvan wel de bekendste.
Dat u over de zeelt in de hen
gelsportliteratuur over het al-
gemeen weinig leest is dacht
ik te wijten aan een tweetal
factoren. In de eerste plaats
wordt zeelt in ons water maar
weinig gevangen. Meëstal
zijn het jeugdige vissertjes
die een zeelt vangen in vaak
onooglijke polderslootjes.
In de tweede plaats is het een
vis met een zo grillig karakter
dat er nauwelijks speciale be-
vissingsmethoden voor be
staan. Er zijn in ons land niet
veel sportvissers, die 's och
tends voor ze aan een visdag-
je beginnen, zeggen dat ze
zich vandaag zullen toeleg
gen op het vangen van een of
meer zeelten. In negen van de
tien gevallen is zeelt een toe-
valsvangst. Een attractieve
verrassing, tijdens een dagje
vissen op de voorn, brasem of
karper.
Geneeskrachtig
Zeelt is een vis die steeds met
een waas van geheimzinnig
heid is omgeven. Neem bij
voorbeeld de lieden die in
een grijs verleden beweerden
dat de slijmlaag van de zeelt
een geneeskrachtige werking
zou hebben.Voer voor kwak
zalvers: slijm van de zeelt als
middel tegen allerlei aandoe
ningen.
Een ander ingeburgerd verhaal
is het feit dat de zeelt zich in
het water zou voortbewegen
langs vaste routes. De zoge
naamde 'zeeltgangen'. Van
daar dat in veel oudere vis-
boekjes de hengelaar wordt
geadviseerd om te speuren
naar deze zeeltgangen. Het
vangen van zo'n vis is dan
een fluitje van een cent. Je
hoeft immers alleen maar te
wachten tot het beestje langs
komt zwemmen.
Dat nog veel rond de zeelt moet
worden opgehelderd blijkt
alleen al uit de verschillen in
opvatting van deskundigen
hoe groot een zeelt kan wor
den. Zowel in lengte als in ge
wicht. Ik heb eens een paar
naslagwerkjes van de boe
kenplank gehaald om te zien
wat daarover wordt gezegd.
De "Zoetwatervissengids"
meldt dat de zeelt in zeldza
me gevallen langer dan vijftig
centimeter wordt en een ge
wicht kan bereiken van twee
kilo. "Waar, wanneer, hoe
vangt men vissen?" houdt
het op een lengte van 40 tot
50 centimeter bij een gewicht
van drie kilo en de Encyclo
pedie van de Sportvisserij
noemt een maximum lengte
van 50 centimeter en een ge
wicht van vijf kilo. Iets ver
der gaan de "Vissersgids" en
'Thieme's hengelboek". Zij
noemen als maximum lengte
60 centimeter.
Records
Kijken we nu naar de gemelde
vangsten van de laatste jaren
dan blijkt bijvoorbeeld dat
het Nederlandse record in
1980 werd geboekt door Ro
bert Spigt uit Leidschendam
met een exemplaar van 54.5
centimeter. Het nationale re
cord aller tijden, een zeelt
van 62.5 centimeter, dateert
zelfs al van 1965.
Al met al een aardige vingerwij
zing dat iemand die in ons
land een zeelt van meer dan
vijftig centimeter vangt kan
spreken van een bijzondere
vangst.
Overigens is het volgens het
boekje "Vang zeelt", een van
de weinige boekjes die ge
heel aan aan de zeelt is ge
wijd, mogelijk om in speciale
vijvers zeelt te laten groeien
tot een gewicht van 17 pond.
Uit vangstmeldingen van
Oostbloklanden is wel be
kend dat daar zwaardere zeel
ten worden gevangen dan in
ons land.
Wat zijn nu de plekken waar we
de zeelt kunnen verwachten?
In de eerste plaats komen
daarvoor de wat ondiepere en
sterk begroeide poldersloten
in aanmerking. Verder wor
den ze in onze omgeving wel
aangetroffen in sierwateren,
die in verbinding staan met
groter water via duikers.
Mijn eerste kennismaking met
de zeelt dateert uit mijn
jeugd toen we gewapend met
een bezemsteel de polder in
trokken om "flappie te gaan
draaien". De bezigheid be
stond eruit grote hoeveelhe
den draadwier uit het water
te trekken met behulp van de
bezemsteel. Dat ging prach
tig als je de stok snel rond
draaide in het water.
In die enorme "rollen" wier
troffen we naast salamanders
en stekelbaarsjes ook kleine
zeeltjes aan, die evene
plaats in de jampot kregen.
De volgende dag lagen ze
morsdood met hun witte
buikjes aan de oppervlakte.
Vandaar dat de liefde om ze
te vangen snel bekoelde.
Open plekken
Zoeken naar zeelt betekent
open plekjes tussen water
planten afvissen. Het aas op
die plekjes naar beneden la
ten dwarrelen. Dat kan een
broodvlok zijn, maar even
goed een dotje maden of een
kronkelige worm. Uit de
aaskeuze zult u al begrepen
hebben dat er op die manier
niet erg selectief kan wor
den gevist. Immers de ge
noemde voorbeelden vor
men evenzovele aantrekke
lijke aassoorten voor andere
vissen als de rietvoorn, de
baars, of nog erger, de schele
pos.
De zeelt heeft over het alge
meen een voorkeur voor een
wat modderige bodem, waar
in hij graag met zijn bek mag
"rommelen", op zoek naar
geschikt voedsel. Soms ook
liggen ze bewegingloos op de
modderige bodem, terwijl
een deel van het lichaam is
"ingegraven". Een eigenaar
dige gewoonte is ook dat de
vis - wanneer hij gevaar be
speurt - meestal een flinke
zwaaibeweging met zijn
staart geeft, zodat er direct
een "rookgordijn" van slib-
deeltjes wordt gelegd.
Wie wacht totdat de modder
weer naar de bodem is ge
zakt. zal ontdekken dat de
zeelt vaak geen centimeter
van zijn plaats geweken is.
Zachte bodem, biedt een gro
tere vangkans, maar het is ze
ker geen wet van Meden en
Perzen. Er zijn ook zeeltvang
sten bekend op grotere plas
sen en meren met een grin-
tachtige bodem.
Wie met hengelaars spreekt,
die een lange viservaring
hebben en bij tijd en wijle
ook nog wel eens zeelt van
gen, hoort vrij algemeen het
verhaal, dat er slechts enkele
dagen in het jaar zijn waarop
de zeelt een bijzondere bijt-
lust aan de dag legt. Op zulke
dagen is het mogelijk een
flink aantal zeelten kort na el
kaar te vangen. Dat duidt er
op dat de vis meestal in scho
len rondzwemt.
Maar de grilligheid van de bijt-
lust is zo groot, dat het even
goed kan gebeuren dat er op
een goede vangplek, enkele
uren later geen teken van le
ven meer wordt gezien.
Kleurwisseling
Zonder overdrijving kan wor
den gezegd, dat de zeelt een
van de mooiste vissen uit ons
viswater is. Afhankelijk van
de plantengroei en de wate
romstandigheden kan de
kleur nogal eens wisselen.
Het varieert van groen tot
bruin naar goudkleurig. Wat
opvalt aan de vis zijn de naar
verhouding kleine oogjes, de
zeer kleine schubben die ver
borgen liggen onder een dik
ke stevige slijmhuid en een
brede nauwelijks gevorkte
staart.
De vechtlust van de zeelt is
groot te noemen. Toch zou
den we u willen adviseren
om niet met al te zware ma
terialen te vissen. Zeker om
dat de kans werkelijke ge
richt een grote zeelt te van-
gen uiterst gering is. De klei
nere zeelt kan een prachtige
sport geven aan de vaste
hengel met een lijntje dat
niet dikker is dan 16 hon
derdste.
Alleen wanneer u een stek
kent, waarvan u weet dat er
grotere exemplaren rond
zwemmen. is het raadzaam
de werphengel met molen te
hanteren. Over de aaskeuze
kan ik kort zijn. De ene keer
zal hij toehappen wanneer er
een wormpje wordt gepre
senteerd, de andere keer laat
het kronkelige diertje hem
koud en geeft hij de voorkeur
aan een forse broodvlok.
Zeelt wordt gevangen aan de
meest uiteenlopende aas
soorten. Het bewijst nog eens
duidelijk het karakter van de
vis: wispelturig en onbere
kenbaar.
Horizontaal: 3. De sufferd staat
achter het bureau; 8. Ware
trouw; 9. Gek ding tot ver
maak; 11. De goederen zijn er
geweest; 12. Dat is voor de ou
ders als ze nog ouder worden
verreweg de meerderheid; 16.
Bij rijden zonder mist kun je
goed vooruitzien; 17. Een dood-
gezongen vers klinkt zedeloos;
19. Het is een lol om ijs te ont
smetten; 21. Het steekt als je je
er in steekt; 22. Luizig iemand;
23. Allen kunnen we zuivere at
mosfeer minnen, daar dryven
2
3
y
5
T-
T
7
V
V
V
V
V
9
'0
V
V
V
V
1
'3
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
iS
'0
V
V
V
V
V
V
V
V
$1
V
V
V
17
'3
19
V
V
V
10
V
'U
V
22
V
V
V
23
V
De prijs van 25.- werd toege
kend aan F A. Steenvoorde.
Utrechtse Jaagpad 9. 2313
HN Leiden.
op.
Verticaal: 1. Het bovenmeisje
domineerde; 2. Scharensliepen
zijn erg nauwgezet; 4. Een voer
tuig voor mij, eenvoudige; 5.
Buisvolk; 6. Gromt hij als hij
geen thee krijgt die vettig is? 7.
En in een stuk mag'je het be
wonderen; 10. Verdiend geld
watje niet in handen krijgt; 13
Flink hard per voet of rad 14
....terwijl hy juist zo rustig bij
zyn dieren is. 15. Het dralen bij
Tea kostje wat bloed; 17. Hier
ben je onder de wind; 18. Een
dier? Het is een jongen! 20. Eet
eens wat meer in die plaats.
Oplossingen met vermelding
"Kruiswoordraadsel" voor
donderdag op briefkaart of in
enveloppe zenden aan
Redactie Leidsch Dagblad,
Witte Singel 1, 2311 BG Lei
den.
De Nederlandse teams hebben
in Birmingham slecht ge
speeld. Bij de heren kunnen
eigenlijk alleen Ramer-Roos-
nek op een redelijk toernooi
terugzien. Rebattu-Sint had
den te veel wedstrijden nodig
om in vorm te komen, terwijl
Maas-Niemeyer een wisse
lend parcours aflegden met
soms goede, maar meestal
minder goede partijen, te wij
ten ook aan onvoldoende in
gespeeld zijn.
Bij de dames bleek de sterkste
combinatie Schippers-v.d.
Pas totaal uit vorm en van de
overige speelsters scoorde ei
genlijk alleen Elisabeth van
Ettinger een dikke voldoen
de.
De Nederlandse heren speel
den in feite maar twee goede
wedstrijden: tegen Italië en
tegen Noorwegen en bonds
coach Benito Barozzo Italië
had op dat moment nog goe
de kansen was dan ook
boos. "Waarom spelen jullie
uitgerekend tegen ons goed",
zei hij wat verbolgen. Om
vervolgens toch te erkennen
dat Nederland voor het Rama
een wereldpartij had ge
speeld. De voorsprong liep
uit tot 62—17 en alleen twee
domme abitragegevallen die
samen 25 imps kostten hield
de overwinning beperkt tot
12-8.
nadat u hebt geopend met 1
KL. gevolgd door een volg-
bod van 1 Sch. een negatief
doublet (8-10 pt.. minimaal
vierkaart harten) bij uw part
ner en 3 Sch bij uw rechter
tegenstander?
En wat met:
H
V 9 8 7 5 4 3
O V 5 4
V 8
U kwetsbaar, de tegenpartij
niet. Het bieden gaat: pas -
pas - uw rechter tegenstan
der 1 Sch - u pas - links 1
SA - pas -rechts 2 Ru. En u7
Voor oplossingen zie eind
van dit artikel.
Het is niet gebruikelijk een spel
te geven dat geen score ople
verde, maar dit keer toch een
uitzondering.
Eindelijk heb ik dan de partijen
binnen van de voor ons zo
dramatisch verlopen inter
landwedstrijd tegen de Sow-
jet Unie. De kleine tweekamp
tussen Ton Sijbrands en Ana-
toly Gantwarg gaf niet al te
veel strijd te zien. Gantwarg
wilde met de match tegen
Wiersma in het vooruitzicht
niet het achterste van zijn
tong laten zien, terwijl Ton
Sy brands de schrik van enige
partijen van vorig jaar nog in
de benen had zitten en zijn
gunstige score tegen de we
reldkampioen niet nodeloos
in gevaar wil brengen.
Nee, dan maar weer een partij
van Jannes van der Wal ge
pakt, die (nog) niets te verlie
zen had en de strijd met Mi-
chail Koreneweski aanging.
Onderstaand duel vond
plaats in de eerste ronde. On
ze alternatieve landgenoot,
Nederlands dam- en snel-
damkampioen, heeft zwart:
1.32-28 17-22 2.28x17 11x22
3.37-32 6-11 4.41-37 12-17 5.46-
41 8-12 6.35-30. Volgens mij
een nieuwtje. Na 6...20-25
speelt wit misschien wel 32-
28 met de ruildreigmg 30-24
en 28-23, die ook na 14-20 kan
en na 15-20 volgt hetzelfde al-
ANDORRA (FRANS) - Even
als Frankrijk heeft ook Frans
Andorra een zegel uitgege
ven ter gelegenheid van de
wereldkampioenschappen
schermen in Clermont-Fer
rand. De zegel in de waarde
van 2,00 fr. (oplage 500.000
stuks) verscheen op 6 juli en
laat twee schermers zien.
DDR De Oostduitse post
heeft de jaarlijkse zegels, die
in het teken staan van de
Leipziger Messe voor 18 au
gustus gepland: 10 pf. che
mische installaties (oplage
16 miljoen) en 25 pf., de nieu
we concerthal in Leipzig (4
miljoen).
De DDR geeft al sedert het be
gin van zijn bestaan jaarlijks
twee tot vier zegels uit ter ge
legenheid van de Leipziger
Messe. Op 5 maart 1950 ver
schenen in Oost-Duitsland de
Het eindspel is van de schaak
party het onderdeel waar de
sterken van de minderen
worden gescheiden. Voor de
gewone schaker is het van
belang op dit spelonderdecl
te studeren, want het eind
spel goed spelen houdt een
grote hoeveelheid theorie-
kennis in. Uit ervaring blijkt
dat studie van het eindspel
meer punten oplevert dan
openingsstudie. Nu worden
de meeste eindspelboeken
als gortdroog ervaren, zeker
door de gewone clubspeler,
die van zijn schaakstudie ook
verpozing verwacht. Vooral
voor hen is nu een prettig
eindspelboek uitgekomen.
Het heet "Analysing the end
game" en is van de hand van
Jonathan Speelman, een En
gelse grootmeester. Voor de
genen die het Engels machtig
zyn, wacht een heldere uit
eenzetting hoe een eindspel
te beoordelen, een plan te
ontwikkelen en de proble
men by de uitvoering op te
lossen. Op het gebied van het
eindspel heeft ook de beken
de Bntse speler Mik an
grote naam opgebouwd.
Zuid, allen. Aan tafel 1 opende
Garozzo als west 1 KI (sterk),
noord (Ramer) 2 Ha. oost
doublet (negatief), waarop
zuid (Roosnek) 5 Ha produ
ceerde! Garozzo besloot na
lang denken tot 5 Sch. Een
goede beslissing want 5 Ha
wordt gemaakt. Aan tafel 2
begon Niemeyer voor Neder
land met 1 Sch, noord 2 Ha,
oost 4 4 Sch. zuid 5 Ha en
west 5 Sch.
Het spelverloop was aan beide
tafels identiek: Ru A. een
kleine(!) harten voor de
vrouw een rui ten-aftroever
betekende één down.
Op spel 1 bood Maas direct 6 KI
en maakte dat voor 12 imps
winst; partner had onder
meer Ha H - V - vijfde Op
spel 2 werd een ongediscipli
neerde 2 Ha geboden (te wei
nig speelslagen), drie gedou
bleerd down en 800 voor Ita
lië.
leen in omgekeerde volgorde.
Het beste lijkt 18-23 maar ook
die zet zal wit geen nachtmer
ries bezorgen. Een voor mij
ook nieuwe zet kreeg ik van
Peter Kort: 6.33-29 met de
volgende bedoeling 6...19-23
7.35-30 20-25, het idee van een
Roozen burg-opstelling van
uit deze opening is eigenlijk
van Sy brands, 8.31-27 22x31
9.36x27 14-19 10.40-35 10-14
11.45-40! 14-20(?) 12.30-24! 19-
x30 13.35-24 25-30?, maar wit
heeft al een goede Roozen -
burg, 14.34x14 23x45 15.24-20
15x24 16.32-28 9x20 17.28-22
17x28 en 44-40 met winst
voor wit. Waarschijnlijk om
huisviijtvananten te vermij
den, want daar zijn de Rus
sen goed in by interlandwed
strijden, gooit Van der Wal
het over een andere boeg.
6 .2-8 7.30-25 1-6 8.34-29 19
23. om 29-24 te verhinderen.
9.32-27 23x34 10 40x29 17-21.
vrijwel gedwongen want 13-
door
Ronald van Egmond
19 gaat niet en na 20-24x24
zou zwart door de opmars 45-
40-34 in grote verlegenheid
worden gebracht. 11.45-40 21
x32 12 37x17 11x22 13 41-37
16-21, aangewezen in derge
lijke standen als 31-26 niet
goed kan Hier is 13-19 en 19-
23 mogelijk 14 40-34 21-26
15 44-40 6-11 16.50-45 11-16
17.38-32 22-28 18.33x22 18x38
19 43x32 20 24 20.29x20 15x24
21.42 38 14-19. wit heeft sterk
gespeeld en zwart ging ge
dwongen over naar een klas
sieke stand waarin wit alleen
een zwakte op 36 heeft, 22.39-
33 10-14 23 49-43 5-10 24 47-42
12-18 25 31-27 8-12 26.32-28
10-15 27.37-32 3-8 28.36-31wit
moet een klassiek afspel zien
te voorkomen, 28..26x37
29.42x31 12-17, ook zwart be
sluit van klassiek af te zien
ondanks zyn tempi-voordeel
maar wel met een lastige op
stelling links, 30 43-39 18-22
31 27x18 13x22 32.34-29 16-21
33 29x20 15x24 34 40-34 7-12
35.31-26 9-13. alles gedwon
gen voor zwart. 36.34-29 14-
20. hieraan was niet te ontko
men. 37 25x23 13-18 38.29x20
18x29 39.33x24 22x44 40 32 27
21x43 41.48x50 17-21 en het
eerste Fnihjahrsmessezegels,
toen nog met een toeslag en
in 1952 werden de eerste
Herbstmesse-zegels uitgege
ven. Vanaf 1955 verschenen
daarna elk jaar zowel in het
voor- als in het najaar twee
tentoonstellingszegels. In to
taal bestaan nu dus al zo'n
110 Messe-zegels. Daarbij ko
men dan nog enkele voorlo
pers, want op 8 mei 1946 kwa
men al vier Messe-toeslagze-
gels uit (tevens in een blok),
toen nog als uitgiften in de
Sowjet-zóne, en deze werden
in 1948 gevolgd door twee ze
gels herfstmesse en in 1949
door twee voorjaars- en twee
herfstmesse-zegels.
Behalve de Messe-zegels ko
men m de DDR op 18 augus
tus ook dne zegels uit waarop
kostbare bezittingen uit bi
bliotheken worden afge
beeld - 20 pf., "Papyrus
Ebers" (oplage 8 miljoen), 35
pf.. Maya-handschrift (4 mil
joen) en 50 pf., miniatuur van
Patrarca (2.1 miljoen)
FRANKRIJK - Zes UN
ten noorden van het schilder
achtige havenstadje Auray,
waaraan in de Franse toensti
sche reeks reeds in 1979 een
1,00 fr -zegel werd gewyd ligt
de basiliek Sint-Anne-d'Au-
ray. Aan dit bouwwerk wordt
nu (6 juli) aandacht besteed
op een 2,20 fr.-toeristische
zegel.
*9 125 IS ÈS
z 'v
.i 'i
1 i1 1
lUi 2*»:
Stand na 47 zetten van Miles-
Byrne (Reykjavik 1980). Wit
heeft ruimtevoordeel, zyn
stukken staan actief Dewitt»-
koning kan de stelling echter
niet bmnénkomen. De vol
gende actie is bedoeld om dat
mogelijk te maken
48 Ph5-f6+, Kh7-g7 <op Kh8,
49. Pe8 en nu het beste voor
zwart Lb6 komt 50. Pc6, a5
51 Pd6, Pd7 52 Pb7, Lc7 53
Pba5, Pe5 54 Pe5, La5 en de
a-pion kost de loper) 49 Pf6
e8+. Kg7-f7 50. Pe8xc7. Kf7
xe7 51. Pc7xa6, PfB-d7 52.
Pa6-c7 (natuurlijk niet 52
a5?? want na Kd8 is het paard
gevangen) Pd7-b6 53. a4 a5.
Pb6xc4 54 a5-a6. Ke7-d7 55
a6-a7. Pc4-b6 56 a7 a8D. Pb6
xa8 57 Pc7xa8. Kd7-c6 58
Ke4-d3 (de a-pion heeft het
zwarte paard gekost, maar
het witte paard is in de hoek
gevangen Nu moet zwart be
slissen of hy het paard of
pion e5 wil winnen Het pion
neneindspel is verloren na 58.
Kb7 59. Kc4. Kxa8 60
Kxc5, Kb7 61 Kd6) Kc6 d5
59 Pa8 b6+, Kd5xe5 60 Kd3
e3. Ke5-d6 61. Ke3-e4 (de ta
ken zyn duidelyk, het paard
stopt de c-pion en de witte
koning gaat pion e6 ophalen)
Kd6-c6 62. Pb6-c4. Kc6-b5 63
Pc4 d2. Kb5 b4 (na c4 ver
overt wit met Kd4 de pion)
64 Ke4 e5. c5-c4 65 Pd2xc4.
Kb4xc4 66. Ke5xe6 en zwart
gaf op Gezien 65 Kd4 66
KH5. Ke4 67 Kg6, Kf4 68 h3.
Kg3 69 Kxh6, Kxh3 70 Kxg5
terecht