„Na het banket"
een meesterwerk
Koemans gewipt
Rassendiscriminatie en kolonialisme
Aangrijpende poëzie
van Ed Leeflang
i
Japanse roman vol evenwicht
Winst houdt Heemskerk
in race om schaaktitel
ZATERDAG 8 AUGUSTUS 1981
Japanse auto's, Japanse camera's en apparatuur, we
zijn er dol op. Na Japanse prenten en schilderijen
heeft ook de letterkunde van Nippon allang erken
ning gekregen, over de hele wereld. In iedere echte
boekwinkel (of bibliotheek) vindt men werken van
Japanse auteurs. Aan Japanse films en Japanse
boeken wordt steeds meer aandacht geschonken.
Hun schone letteren beginnen
in de tijd van Karei de Grote.
Voordat bij ons de ridderro
mans bloeien, ontstaat daar
het prachtige, hoofse epos
van Genji. Toen Vondel leef
de, schreef Matsuo Basho
zijn geniale haiku's. In onze
jaren kreeg Yasunari Kawa-
bata de Nobelprijs.
Dit jaar werd de roman Na het
banket van Yukio Mishima
nogmaals uitgebracht, de
vertaling is nog van Jef Last.
Mishima is een excentrieke
schrijver, die keurig in de
rechten promoveerde om
daarna een onstuimig leven
te leiden in heroïsche, soms
wat geposeerde stijl. In 1970
pleegde hij op rituele en
nogal bloederige - wijze zelf
moord. Over zijn raadselach
tige persoonlijkheid is het
laatste woord nog niet ge
zegd. Een Franstalige studie
over Mishima, en vier boeken
van Mishima fin het Neder
lands vertaald) zijn in om
loop.
iNa het Banket is een smal boek
van 29 hoofdstukken, het
voorlaatste heeft eveneens
Na het banket als titel. De ro
man vertoont zowel in opzet
als uitwerking een bewon-
derswaardig evenwicht. De
tijd verloopt er rechtlijnig in,
zonder terugflitsende herin
neringen of dromen, zonder
afdwalingen in de vorm van
algemene bespiegelingen.
In het eerste hoofdstuk zit Ka-
zoe Foekoezawa in de tuin
van haar restaurant. Dooreen
banket ontwikkelt zich in de
roman een politieke en een
erotische draad. Het komt tot
een huwelijk, waarin Kazoe
vooral een voorname oude
dag en een adelijkc graftom
be zoekt. Beide draden ver
strengelen zich tot een hoog
tepunt in de verkiezings
strijd. In de daling daarna
groeit een besef van terug
keer naar het verleden. In het
laatste hoofdstuk zit Kazoe
een jaar later weer in de tuin
van haar heropende restau
rant.
De stijl is zo beheerst, dat het
oplettendheid vereigt om te
merken hoe gedisciplineerd
Mishima schrijft. Hij weet
een tweedeling door te voe
ren zonder ooit gekunsteld te
worden: twee menu's, twee
brieven, twee huizen voor
Nogoetsji, twee ontmoetin
gen met mevrouw Tamaki,
enz De lezer leeft mee met de
gedachten van Kazoe. de
hoofdpersoon en Yamazaki,
een bijfiguur. De politieke
verwikkelingen rond de ver
kiezingsstrijd zijn allesbehal
ve fris, maar de kern van de
roman bevat toch de confron
tatie van twee levensstijlen,
twee persoonlijkheden.
Kazoe is een vitaie vrouw van
middelbare leeftijd. Ze leeft
intuïtief en enthousiast en
strooit desnoods met geld.
Haar echtgenoot wordt de be
jaarde aristocraat Nogoetsji,
voormalig minister van bui
tenlandse zaken een thea
trale opera-natuur zegt de
verteller onvriendelijk. Hij is
dor, bureaucratisch en con
servatief, maar desondanks
kandidaat van de Radicalen:
u begrijpt dat bij de Conser
vatieven een zekere Nagaya-
ma zijn tegenpool is.
Het verhaal is menselijk, orgi-
neel en humoristisch. Het
gaat over een restaurant, over
eten en drinken, maar er
wordt nooit iets gezegd over
de smaak van het een of an
der. Als sommige lezers, die
weieens in een Japans restau
rant aten, nu denken: "Geen
wonder!", dan herinneren ze
zich hopelijk hoe fraai het
eten er uitzag. Ook in deze ro
man doen de weloverwogen
beschrijvingen bijna uitslui
tend een beroep op het ge
zichtsvermogen: voorwer
pen, landschappen, kleding.
De kleding is bij de echtelie
den symbolisch.
Een indringend beeld van het
moderne Japan ontstaat in
beschrijvingen van bijvoor
beeld de Omizoetori-ceremo-
nie of de bijeenkomst in het
Nagayamapark. De manier
waarop de mensen met el
kaar omgaan, is zo merk
waardig. Enerzijds een hy-
perbeleefde, popperige eti-
kette met een slaafse onder
danigheid, anderzijds een on
gegeneerde onbeschoftheid
met een rebelse eigengereid
heid. En liefst in een en de
zelfde persoon. Men vindt die
Yufcio Mishima: onstuimig leven
paradox trouwens ook in de
geschiedenis van Japan. Te
levisiekijkers hebben mis
schien wel een theeceremo
nie gezien, denkt u daarna
eens aan de manier, waarop
ze in Japan de laatste reizi
gers een volle trein instam
pen.
Meermalen bevangt de lezer
een gevoel, alsof Mishima
een zinspeling maakt op ons
onbekende gebruiken en om
standigheden. Een voorbeeld
is de verkiezingsdatum: 15
augustus, niet bepaald Ja
pans meest glorieuze datum.
Een meesterwerk heeft een
tijdloze betekenis, al ontgaan
ons details, men komt toch
onder de indruk van deze ro
man vol knappe observaties
in een ironische toonzetting.
BOUKE JAGT
Yukio Mishima Na het Banket,
Meulenhoff,
Amsterdam 1981, 24.50
Rassendiscriminatie, kolonialisme en dé
apartheidspolitiek zijn de onderwerperi
in twee romans die zich afspelen in Afri
ka. 'De huisjongen' van de zwarte au
teur Ferdinand Oyouno geeft een in
druk van het Franse kolonialisme in de
jaren vijftig, de uit Zuid-Afrika afkom
stige Toecky Jones stelt in haar boek
'Het ga je goed, het ga je wel' de huidi
ge apartheidspolitiek van het blanke
Zuidafrikaanse bewind aan de kaak.
'De huisjongen' is in Frankrijk uitge
bracht in 1960, talloze malen herdrukt,
en nu - eindelijk - in het Nederlands ver
taald. Het verhaal speelt zich af in
Frans-Guinee, waar blanke Fransen de
lakens uitdelen en de zwarte inheemse
bevolking goed is voor het sloofwerk. In
dit klimaat groeit de zwarte jongen
Toundi Ondoua op. 'Bekeerd' tot het
christendom op een missiepost wordt
hij ingehuurd als huisjongen (zeg maar
'voetveeg') van een Franse bestuurs
ambtenaar. Toundi heeft ontzag voor
zijn baas, die de jongen redelijk netjes
behandelt. Hun goede relatie vertroe
belt door de buitenechtelijke avontuur
tjes van de vrouw van Toundi's baas. Zij
gebruikt Toundi als postillon d'amour,
zodat de jongen zich schuldig gaat voe
len ten opzichte van haar man. Uit de
trieste afloop van het verhaal blijkt dat
het respect voor de medemens, zoals
jgebracht op de
s zelf geheel
De roman is geschreven in de vorm van
een dagboek. Het tijdsverloop is vrij on
duidelijk, maar uitgaande van de ge
beurtenissen gaat het wel om enkele ja
ren. In de dagboekfragmenten maakt
Toundi steeds de balans op van zijn er
varingen met de blanken. Je mag ver
wachten dat in het verhaal iets terug te
vinden is van een bepaalde karakteront
wikkeling. Dat is dus niet zo. Toundi
toont zich voortdurend zonder enige
verandering een jongen die enerzijds
naiëf en bewonderend opkijkt naar de
blanken, maar anderzijds zowel zijn
blanke meesters als zijn eigen rasgeno
ten genadeloos weet te ontleden in iro
nische beschrijvingen. Het was logi
scher geweest als Toundi in de loop van
het verhaal was gegroeid van bewonde
ring en ontzag naar verbittering en haat.
Wil een boek overtuigen, dan moet in de
eerste plaats de uitbeelding van de
hoofdpersoon aanspreken. En die is
naai mijn mening niet geloofwaardig
genoeg.
Er zijn ook positieve punten. De fraaie
beeldspraak en de manier waarop de au
teur in een aantal situaties de verhou
ding tussen blank en zwart typeert ma
ken 'De huisjongen' tot een aantrekke
lijk boek. 'De huisjongen' is bestemd
voor een speciale doelgroep, door de
uitgever 'jonge volwassenen' genoemd.
Dit boek vormt de aanzet tot 'een bo
venbouw van de kinderliteratuur' meldt
de uitgever voorts. Wat ze al niet verzin
nen tegenwoordig
De huisjongen, Ferdinand Oyono, vert.
Herman Koch, uitg. Kosmos, prijs
f 19,50.
De roman van Toecky Jones 'Het ga je
goed, het ga je wel' belicht de apart
heidspolitiek in Zuid-Afrika aan de
hand van de relatie tussen een blank en
een zwart meisje. De 16-jarige Candy
komt toevallig in contact met het even
oude negermeisje Becky. De tegenstel
lingen tussen de twee liggen voor de
hand: Candy woont in een luxueuze
buitenwijk in Johannesburg, Becky in
een krot in Soweto. De meisjes mogen
elkaar graag, maar hun vriendschap ver
loopt tamelijk moeizaam. Vooral Can
dy's rustige wereldje wordt danig ver
stoord. Nog nooit had ze zich verdiept in
de ervaringen van een mens met een an
dere huidskleur. De omgang met Becky
opent haar de ogen: 'nu pas drong het
tot haar door hoe zelfvoldaan ze altijd
was geweest, hoe vanzelfsprekend haar
manier van leven en bevoorrechte posi
tie was'. Dat apartheid niet zomaar even
opzij kan worden geschoven wordt dui
delijk door tal van pijnlijke situaties.
Beide meisjes weten zich vaak geen
houding te geven, en ook de buitenwe
reld werkt door een afwijzende houding
niet bepaald mee.
Het boek concentreert zich voornamelijk
op de veranderingen die zich in Candy
voltrekken en het denkproces dat in
haar op gang wordt gebracht. Niet lam
gei Kan het meisje haar ogen sluiteri
voor de discriminatie om haar heen, al
wil ze niet de uiterste consequentie van
haar streven naar gelijkwaardigheid
voor blank en zwart aanvaarden: 'Ik voel
me schuldig over het gebrek aan gelijk
heid. maar ik weet niet of ik bereid ben
me echt in te zetten voor iets dat een ver
lies van mijn eigen vrijheid tot gevolg
zou hebben'.
De blank-zwart verhouding in Zuid-Afri
ka komt in de media regelmatig aan de
orde. Maar de roman van Toecky Jones
plaatst het onmenselijke apartheidssys
teem binnen een menselijke - herkenba
re - context. De schrijfster stelt de zaken
niet mooier voor dan ze zijn. Apartheid
is niet een-twee-drie op te lossen, zelfs
niet als men van goede wil is. Het posi
tieve slot van het boek doet enigszins
afbreuk aan de consequente lijn van
haar verhaal.
Veel dialogen, spanning en de uitwerking
van het thema maken 'Het ga je goed,
het ga je wel' tot een indringend boek
dat iedereen zou moeten lezen. Dat
vond de Griffeljury bij het bepalen van
de jaarlijkse prijzenslag op het gebied
van jeugdboeken blijkbaar ook: een Zil
veren Griffel voor deze roman van Toec
ky Jones.
Het ga je goed, het ga je wel, Toecky Jo
nes. vert. Marianne van Alphen, uitg.
Querido, prijs f 18,50.
MARGOT KLOMPMAKER
Ed Leeflang debuteerde in 1980 ijzersterk met zijn gedichtenbun
del "De hazen en andere gedichten". Hij kreeg er dan ook de Jan
Campertprijs voor. Nu. in 1981, vrij kort na zijn debuut, is er,
wederom bij de Arbeiderspers, een nieuwe bundel van Leeflang
verschenen, getiteld: "Bewoond als ik ben". De bundel telt ach
tenvijftig verzen, een respectabel aantal als je het vergelijkt met
de wafeldunne werkjes die meestal over de toonbank gaan, al zit
het natuurlijk niet in de kwantiteit.
Evenals in "De Hazen en andere gedichten" is de natuur in deze
bundel nadrukkelijk aanwezig en meestal allegorisch voor de
toestand waarin de dichter zich op dat moment bevindt. Dat
zien we bijvoorbeeld in het openingsgedicht 'De weel', tevens de
titel van de eerste afdeling. Een 'weel' is een plas, een soort
meertje, dat na dijkdoorbraak is ontstaan. "Van doorbraak
kwam de kleine weel/ achter de dijk. niet al het water/ wilde
terug. Na doodsangst bleef/ de liefelijke plek en verderop in
het gedicht noemt hij het een/ pias, uit ramp ontstaan,...". Met
deze ramp doelt leeflang niet alleen op de dijkdoorbraak, maar
ook op de ramp die zich in zijn persoonlijke leven heeft voltrok
ken, namelijk de geboorte van een zwaar gehandicapt dochter
tje, van wie ook in de vorige bundel al sprake was.
De bundel die Leeflang hier presenteert, vormt a.h.w. de droesem
die is overgebleven na het ledigen van de beker met bittere wijn.
In het gedicht 'Bij Zijpe' keert hij nog eens terug naar het huis
waar het kind is verwekt, en hij besluit met de regels: "Ik zie ons
ramphuis in het maanlicht staan/ en wil uit heimwee nooit meer
binnengaan." In deze strofe komt duidelijk tot uiting de ver
scheurdheid, de tweespalt die in hem leeft. Enerzijds het terug
verlangen naar de plek waar hij gelukkig is geweest, anderzijds
de wetenschap van de desillusie waarin dit geluk is omgeslagen.
Het laatste vers van deze afdeling, getiteld 'Oppas', biedt mis
schien de sleutel tot interpretatie van de titel van deze bundel.
Het opent met de regels: "Je lichaam is niet onbewoond/ maar
toch, je geest is vaak van huis."De dichter is met zijn gedachten
vaak elders, bij zijn dochter die in een tehuis verblijft. De titel
"Bewoond als ik ben" krijgt hierdoor een wat spottend karakter.
Hij. de dichter, is immers vaker "onbewoond" dan "bewoond".
Het lijkt een soort liefdesverklaring aan de dochter, die zijn ge
dachten doorlopend in beslag neemt.
In de tweede afdeling, 'Een groene linnenkast', staan de dochter
en het vaderschap centraal. Lang heeft hij niet over haar durven
schrijven, maar omdat hij van haar houdt, ontkomt hij er op den
duur niet aan. Dat proces wordt treffend weergegeven in het
eerste gedicht van deze afdeling:
"Lang heb ik niet over haar durven schrijven
uit angst voor één kunstzinnig woord.
Omdat ik van haar houd
mag zij gedichten in,
zoals ze meegaat naar de Hema
voorzichtig bij het serviezenvak
licht gebogen al
zonder de begerigheid
die hier hoort."
Knap is het binnenrijm in de vijfde versregel: meegaat-Hema.
De gedichten over de dochter zijn de aangrijpendste uit de bundel.
Leeflang wordt echter nergens larmoyant, de nodige distantie
blijft in acht genomen. Het zijn schrijnende, snijdende verzen,
die vaak schokkend nuchter eindigen. Er is sprake van schaam
te: de dichter betrapt zich erop dat hij het kind af en toe vergeet,
zelfs tijdens het schrijven over haar. Hij kan niet berusten in het
lot van het kind dat dan wel niet écht dood is, maar waarmee de
ouders toch geen enkel geestelijk contact hebben) zoals bijvoor
beeld Vondel dat deed, die hij 'de vader van de baby Constan-
tijnnoemt, hij vraagt zich af in hoeverre dit vol te houden was,
'want de moeder schreef het niet'. Hier weer een verwijzing naar
de spanningen binnen het huwelijk, die de geboorte van zo'n
kind moet hebben veroorzaakt.
Ook maakt hij zich zorgen over het beeld dat de dochter van de
ouders heeft. Hij zal dat nooit te weten komen: "haar uitspraak
over wie we! tegen haar waren, werd/ voor altijd verdaagd"Uit
woorden als 'uitspraak' en 'verdaagd' spreekt een diep schuld
besef. alsof hij terecht moet staan voor de kwaliteit van zijn
ouderschap.
Hij beseft dat deze opgroeiende vrouw altijd kind zal blijven: "en
het kind wordt groot/ en de vrouw blijft vergeten/ in haar".
In het laatste gedicht van deze afdeling heeft hij een 'houten groe
ne linnenkast/ in poppenhuisformaat;voor haar gekocht, het
eindigt met de wrange versregels: In lange tijd had ik geen/
speelgoed gekocht voor wie/ niet spelen kan, die nooit/ lakens
spreiden zal voor/ enig verlangend man."
Even iets over de vorm. Leeflang hanteert het rijm zeer knap.
Meestal rijmt de laatste versregel op een andere in het gedicht,
die net ver genoeg weg staat om het rijm niet te opdringerig te
maken, maar toch zó dichtbij dat er even een kortsluiting ont
staat. Dit is een kwestie van feilloos taalgevoel en dat lijkt Lee
flang in ruime mate te bezitten.
Er is bij verschijning van "De hazen en andere gedichten" o.a.
door Aad Nuis al gewezen op overeenkomsten tussen de poëzie
van Jan Eijkelboom en Ed Leeflang. Beiden sluiten aan bij een
traditie (Bloem, Nijhoff, Vasalis) en richten zich op gewone en
rechtstreekse spreektoon tot de lezer. Toch is de poëzie van Lee
flang moeilijker dan die van Eijkelboom. Je moet als lezer meer
moeite doen en de tekst geeft zich niet meteen na eerste lezing
gewonnen. De poëzie van Eijkelboom is ook wat 'stadser'.
De laatste afdeling van de bundel getiteld "De Eksterboom", staat
meer op'zichzelf, al zijn er nog wel herinneringen aan het vooraf
gaande en is er overlapping van problematiek. In het gedicht
'Boom' verzamelen zich tegen het vallen van de avond, in ploeg-
jes van drie, meer dan veertig eksters om in een eksterboom met
elkaar te kwetteren. Nuchter constateert Leeflang: "Zoveel
vrienden en vriendinnen/ heb ik niet gemaakt, maar ook meti
aangewaaide vreemden, uit de schemeropgedoemd, door hun
verhaal bewoond,/ zou ik voor de nacht wel willen/ zitten, nog
niet uitgepraat." Het is voor de lezer te hopen dat die wens in
vervulling gaat.
"Bewoond als ik ben", gedichten, Ed Leeflang, uitgeverij de Ar
beiderspers, A'dam 1981)
CEES VAN HOORE
Freek v.d. Capelle blijft verrassen
_j H 11M r» -h-Vi
v-t 11 uKi i -
Elly Vessie kwam gisteren op Roomburg nauwelijks in gevaar.
LEIDEN Warm ill het A toer
nooi van de Open Leidse Kam
pioenschappen de verrassingen
tot nu toe dun gezaaid, in B was
het op tennispark Roomburg
gisteren volop raak. In de eerste
plaats was er de uitschakeling
van de favoriete Henny Koe-
De Lcidenaar toonde zich weinig
gedisponeerd tegen Freek van
der Capelle, kon de benodigde
inspiratie niet opbrengen en trof
in Van der Capelle een tegen
stander, die bewees alle slagen te
beheersen en ook het geduld kon
opbrengen te wachten op mis
sers van Koemans. De als eerste
geplaatste speler sleepte er na
twee matchpoints tegen en een
tie-break nog een derde set uit,
maar moest de derde reeks ver
lies incasieren: 6-3, 6-7,6-8.
Verrassing nummer twee kwam op
naam van Marinus Brooshoofi.
Tegen de als derde genoteerde
Amsterdammer Hugo Ekker
speelde hij een bekeken wed
strijd. Rustig afwachtend om op
het goede moment naar het net
te gaan en degelijk vollerend
nam hij een 6-2 voorsprong, ver
loor vervolgens de tweede set na
een tot 6-6 gelijk opgaande tie
break- en leek op eenvoudige
winst af te gaan. toen hij in het
beslissende gedeelte een 5-2
voorsprong nam. Te afwachtend
spel van Brooshoolt stelde Ek
ker in de gelegenheid om terug
te komen tot 5-4, maar de
Roomburg speler zag zich bij een
40-15 de winst in de schoot ge
worpen, toen een volledig- ver
keerd geraakte smash net over
het net stuiterde: 6-2, 6-7, 6-4.
Naast Van der Capelle en Broos-
hooft bereikte ook Lex Bosboom
de halve finale door een overwin
ning op de verre van fitte Renë
Castelein en Marco Winter, die
Dick Bouman geen kan^ cal
6-2, 6-4. Bij de dames plaatste
Marielle Smit zich voor de finale
door een zege op Liselotte van
der Bijl: 6-3, 6-0.
Bij de heren in A stond slechts één
partij op het programma. Adama
van Scheltema kon het de als
eerste geplaatste Michiel Scha
pers alleen in de tweede set lastig
maken 6-1, 6-4 Bij de dames
bereikten naast Marcella Meskcr
en Nanette Schutte ook Elly Ves-
sies en Leonie Heffels de halve
finales. Vessies klopte Inge Cu-
pers overtuigend (6-3,6-2), Hef
fels had wat meer moeite met El
len Driebergen: 6-4, 6-2.
In C was T. Slavenburg niet opge
wassen tegen het degelijke spel
van Waldo Jansen en vochten
Jan de Groot en Harrold van Of
feren een urendurend baseline
duel uit, dat door De Groot in
drie sets werd gewonnen: 6-7,
6-3, 6-3. Bij de dames zegevier
de Ellen Winkel over Petra Vel-
zel en besliste Simone den Hol
lander de gisteren na twee sets
afgebroken partij tegen Yvonne
Westerhout met 6-2, 4-7, 7-5 in
haar voordeel
Morgen begint het programma op
tennispark Roomburg om 10.30
uur met een halve finale in A tus
sen Hans Everaars en Rom Men-
- tink. De door Flora Rijnsburg in
samenwerking met de VW Kat
wijk in de bloemen gezette fina
ledag wordt om 12.00 voortgezet
met de finale DFA, waarna de he
renfinale om 13.00 zal plaatsvin
den. Vervolgens zullen de ge-
mengddubbelspel en de heren-
dubbelspel finale gespeeld wor
den.
Nationale Jeugdkampioenschap
pen.
Bij dc jeugdkampioenschappen
t/m 14 jaar in Hillegom heeft In-
gelise Driehuis de kwartfinales
bereikt. Karin Roozendaa!
strandde in de kwalifikatie
evenals Michael van der Berg.
Stephan Faas werd in de eerste
ronde van het hoofdtoernooi
geelimineerd.
In Zeist bij de jeugd bm 18 jaar
plaatsten Jacqueline van Wijk,
iians Tonjann en Frans Grim
bergen zich bij de laatste zes
tien. Vooral van de laatste een
goede prestatie, omdat hij voor
z'n winstpartij in het hoofdtoer
nooi twee rondes in de kwalifi
katie overleefde. Jos Koemans
verloor in de eerste ronde even
als Marijke Guyt en Petra Wes-
sels. Ivar de Jong en Leon Da-
men kwamen niet door de voor
rondes.
DIEREN (ANP) - Na de derde
ronde in de strijd om het Open
Nederlands schaakkampioen
schap gaan drie spelers aan de
leiding: de Nederlanders Van
Scheltinga en Bierenbroodspot
en de Duitser Lehmann. Theo
van Scheltinga hoefde daar de
minste moeite voor te doen. aan
gezien opponent De Vreede
reeds in de beginfase in de fout
ging. Paul Bierenbroodspot
bleef bij door een overwinning
op Sparreboom, terwijl Leh
mann zijn derde zege in succes
sie boekte ten koste van Klip.
Heemskerk uit Rijnsburg behield
de aansluiting bij de kopgroep
door eerst zijn hangpartij tegen
Pieterse uit Hoorn in winst om te
zetten, en vervolgens de Duitser
Roth tot overgave te dwingen.
Overeem uit Oegstgeest was
eveneens succesvol, aangezien
hij erin slaagde Webbink uit
Vriezenveen te kloppen.
Een remise was er in de derde ron
de weggelegd voor Jeroen Piket
uit Leiderdorp. Mondria uit Nun-
speet was namelijk niet op de
knieën te krijgen.
In de reservegroep was de zege
voor Otten uit Leiden een goed
resultaat, want de Apeldoorner
Kuiper is zeker niet de eerste de
beste.
Belangrijkste uitslagen: afgebroken
partijen 2e ronde: Jonssen-Van Schel
tinga 0-1, Peelen-Borm 1-0, Klip-Bre-
dewout 1-0, Pliester-Belie V2—V2.
ronde Van'scheltinga-De Vreede 1-0.
Peelen-De Wit Ms— Mi, Caessens-Schmitt-
diel Ms—Mz, Lehmann-Klip 1-0. Sparre-
boom-Bierenbroodspot 0—1, Holscher-
Nijboer afg., Blees-Roele afg., Lands
man-Lont '/4—Mi.
Zwemzege van Verstappen
LEEDS (ANP) - De Nederlandse dameszwemploeg heeft tijdens de open
Engelse kampioenschappen in Leeds twee zeges behaald. Bij de 200
meter wisselslag zegevierde Annemarie Verstappen (tijd: 2.21.66) ter
wijl bij de 200 meter rugslag Jolanda de Rover als eerste aantikte
(2.17.93).
De heren daarentegen waren veel minder op dreef. Lissenaar Hans Kroes
zwom zich bij de 200 meter vrije slag weliswaar in de finales maar
moest in die eindstrijd met een zevende plaats tevreden (1.55.53) stel
len.