833Z2S8 Krypto- gram f f§ t m Schaken Dammen 1 j VIS T\A/iifol n\/or ni it \/on 7 >lu\ 1 wijiei uvei Mul val 1 'sport uitzeilen puüibnueK m t' 'tl W m to Wt Oplossing ZATERDAG 27 JUNI 1981 PAGINA 21 Aan de vooravond van een nieuw snoekseizoen wil ik het met u hebben over een aantal ontwikkelin gen rond deze vissoort. Een van de belangrijkste is wel de conclusie die de Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij heeft getrokken uit een ja renlang onderzoek naar het uitzetten van kleine pootsnoekjes. Ze blijken in de verschillende onderzochte wateren geen werkelijke bijdrage te leve ren tot een verbetering van de snoekstand. Dat moet een klap in het gezicht zijn van de organisatie, die zich al vele ja ren beijvert om jaarlijks meer dan een miljoen kleine snoekjes in ons viswater uit te zetten. Met de kweek van deze poot- snoekjes zijn in de loop der ja ren grote bedragen gemoeid geweest, die achteraf kenne lijk voor het grootste deel let terlijk en figuurlijk in het wa ter zijn gegooid. En dan laten we nog buiten be schouwing de vele uren die actieve leden van de hengel sportverenigingen hebben besteed aan het uitzetten van kleine pootsnoekjes in niet al te grote concentraties. Uit angst dat het ene kleine snoekje direct het andere zou Het resultaat van dit onderzoek heeft me in hoge mate ver baasd. Er zijn in het verleden inderdaad uitzettingen ge weest, waarbij ik me wel eens heb afgevraagd of daar wel iets van terecht zou komen. Bijvoorbèeld wanneer in een kanaal, waarin zeer druk ge varen wordt en nauwelijks waterplanten groeien, snoek jes worden uitgezet die nau welijks enkele centimeters groot zijn. Zo deze snoekjes al de forse stromingen en golven overle ven, dan ontbreekt voor deze snoekjes toch de juiste leef omgeving om tot wasdom te komen, laat staan dat ze er zich ook nog zouden kunnen voortplanten. Iets anders ligt het volgens mij, wanneer dat gebeurt in kleine polderwate ren met een flinke oeverbe groeiing en waterplanten. Dergelijk water biedt immers voldoende schuilmogelijkhe- den voor de mini-snoekjes, terwijl in de meeste van deze wateren voor de roofvis ook voldoende voedsel aanwezig is. Maar als we de heren on derzoekers mogen geloven, kunnen we ook voor dit wa ter niet al te optimistisch zijn over het rendement van pootsnoekuitzettingen. Wanneer zulke pertinente be weringen worden gedaan, vraag ik me af wanneer de OVB de volgende logische stap zal zetten op dit punt. D?t is het op kleinere schaal kweken van de snoekjes, of zelfs het helemaal stopzetten van de kweek. Immers het lijkt me weggegooid geld, wanneer je iets doet waarvan je weet dat het geen effect heeft. Alvorens men die rigoreuze stap zet zou ik willen beplei ten om de zaak toch nog eens wat diepgaander te bestude ren. De proef was en bleef van wat beperkte omvang. En misschien zouden in dat onderzoek eens een aantal kleinere, maar voor de snoek goede, wateren betrokken kunnen worden. In die tussentijd kan de OVB èen eerste stap op de goede weg zetten door eens wat kri tischer te kijken naar de aan vragen van de diverse hen gelsportverenigingen en fe deraties. Men zou de toewij zing van pootsnoekjes eens wat meer kunnen afstemmen op de kwaliteit en de omstan digheden van het viswater waarin deze vis wordt uitge zet. En mochten nieuwe on derzoekingen uitwijzen dat het toch botertje aan de galg is gesmeerd, dan doet de OVB er goed aan een punt te zetten achter het kweken van kleine pootsnoekjes. Iets anders is of het ook bete- kent dat er een eind moet ko men aan het uitzetten van wat grotere snoeken. Ze zijn zeker minder kwetsbaar dan de allerkleinsten en zullen in een roofvisarm water een bij drage kunnen leveren aan de verbetering van de visstand. Een voorwaarde is en blijft dat het water voldoende hel der is en niet te sterk veront reinigd wordt. Een andere discussie die nog steeds voortduurt is de vraag of je snoeken boven de maat nu uit het water mag verwij deren of juist weer terug moet zetten. In de hengel sportliteratuur is de laatste jaren steeds een pleidooi ge houden om vooral grote snoeken - als leveranciers van grote hoeveelheden kuit - met grote omzichtigheid te behandelen en weer terug te zetten in hun element. De knuppel werd vorig jaar in het hoenderhok geworpen door OVB-directeur Zumker die op basis van onderzoek in verschillende wateren tot de conclusie kwam, dat je die grote snoeken beter kunt ver wijderen, omdat je daarmee de mogelijkheid opent dat zo'n water wordt bevolkt door een groter aantal kleine re snoeken. Het argument was dat in de herfst en de winter, wanneer de waterplanten afsterven, de beschermende omgeving voor de kleinere snoekjes vrijwel wegvalt en de kans groot is dat ze ten prooi val len aan grotere soortgenoten. Sinds die tijd zijn er van di verse kanten reacties losge komen. Een hele vanzelfsprekende uit de hoek van de fervente snoekvissers was, dat men het vangen van een grote snoek veel interessanter vindt dan het vangen van een paar kleintjes. Een heel andere invalshoek is het vermoeden dat bij het verwijderen van de grote snoek een degeneratie bij de soort zal optreden. Die bewe ring stoelt op de volgende overwegingen: de snoek staat aan de top van de voedselke ten in ons viswater. Afgezien van de mens heeft de snoek geen natuurlijke vijanden Er is dus voor de snoek geen sprake meer van een natuur lijke selectie. Behalve dan het feit dat zwakke snoek eer der zal sterven en vermoede lijk minder voedsel zal kun- De aanwezigheid van kleine en daarnaast ook grote exempla ren moet het overleven van de snelstgroeiende en ge zondste exemplaren blijven waarborgen. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat de grote snoek de minder snel groeiende en zwakkere soort genoten zal opvreten, waar mee verzekerd is dat de ge zondste vissen blijven leven. Gezien de vaak slechte snoek stand in diverse wateren in onze omgeving zou ik - zo lang de deskundigen nog bekvechten - voorlopig nog blijven pleiten om grote snoeken zoveel mogelijk te rug te zetten in het water waar ze worden gevangen. Aangezien er in de meeste wateren geen optimale snoekbezetting bestaat, zal er niet snel sprake zijn van het gesignaleerde kannibalisme. Ter afsluiting van dit snoek- praatje nog een paar opmer kingen. In de meeste wateren is de snoekvisserij toegestaan vanaf 1 juli. Er zijn echter vis wateren waar extra bescher mende maatregelen worden genomen. Het vangen van snoek is daar pas toegestaan vanaf 1 september of 1 okto ber. Plaatselijk zijn er boven dien vangstbeperkingen of meeneemverboden. Voor het vissen op snoek heeft u een viskaart van f 11.75 no dig, terwijl u tevens toestem ming moet hebben van de ei genaar van het visrecht. Voor de grotere wateren in deze omgeving betekent het dat u lid moet zijn van de Henge- laarsbond voor Leiden en omstreken, terwijl veel pol derwateren in bezit zijn van de Haagse Hengelsportver eniging of de Algemene Zuidhollandse Hengelaarsbond. Horizontaal 1. Een dier loopt er op in de struiken. 5. Waar zou die jongen wezen? Bij het raam. 8. De hertengeestelijke is er al. 9. Daarvan regelmatig een mep met het gewas krijgen. 11. Een lui beest is eer. dooie diender. 12. Een Amerikaanse spijker in een den. 14. Tamelijk is de dode niet, wel half om half. 15. Gezwellen? Vier mensen hebben ze plus een. 19. Op het dak van de kathedraal zit de patriarch. 22. Het is maar een kleintje. 24. Zangers en geen beetje onder de auto. 26. Een wa gen briefje ten afscheid. Eet ze! 28. Een afdankertje? Probeer ze te pakken. 29. O, kom hier, eeu wige maagd. 30. Een insekt is goed zoet. 31. Geweldig, het vriest niet meer. Verticaal 1. Zet hem bij de slee met de vrou wen. 2. Is goed in het verdwalen. 3. Wie gilt is leep. 4. Als je geen zin meer hebt moetje dit doen. 5. Een atoomkop, dat is waar het om draait. 6. Slanke vrouw. 7. kom hier. 10. Erg verlangend 2 3 i 5 6 7 f 9 '0 i u '5 16 V .9 w W/A '9 20 2/ 21 j f a 75 2b '2? f 79 29 30 naar hitte. 13. Tantes zonder thee wensen je veel goeds. 14. Makke lijk is de dode niet in Arabiè. 16. Zit hij in de boom? Dat vraag ik. 17 Wat een gekakel, er komt vast ruzie van. 18. Het gezang van de B bakker. 20. Een wagen en Frans gaat er anders mee de lucht in. 21. De plaag van deze tijd. 23. Het kassucces van de dis cotheek. 25. S woont in Zijpe en krijgt daar veel te eten. 27. Eet ik wat van deze leer? 28. het is niet van haar maar wel van haar. De prijs van f25,- werd toege kend aan Mevr. E Verhoe ven. Maredijk 11. 2316 VR Leiden. De prijs wordt de winnaar toe gezonden. Oplossingen met vermelding "Kruiswoordraadsel" voor donderdag op briefkaart of in enveloppe zenden aan Redactie Leidsch Dagblad. Witte Singel 1, 2311 BG Lei den. De voorzitter van de FIDE. F. Olafsson, heeft een moedige stap gezet in het belang van een Rus die uit zijn land is ge vlucht. Hij stelde de match om de we reldtitel een maand uit (tot 19 oktober) om de Russen "de kans te geven" voor Kortsj- noi's vrouw en zoon een uit reisvisum te verzorgen. Maar er zgn ook Russische schakers die in eigen land worden dwarsgezeten. Bons Goelko (33), een grootmees ter van joodse afkomst, is de laatste twee jaar niet meer te rug te vinden in toernooien. Hij wordt samen met zijn ega, een sterk schaakster, volko men geïsoleerd. Daarom een partij van deze Goelko, tegen niemand minder dan Por- tisch, uit een toernooi in Nik- sic (Joegoslavië) waar hij, sa men met Timman, als win naar uit de bus kwam. Hoe sterk Boris Goelko wel speelt blijkt uit het feit dat hij in dat toernooi won van Hort, Por- tisch, Gligoric, Ljubojevic en Uhlmann, allemaal toppers. Het is voor het schaken te ho pen dat we hem nog eens te rugzien in de schaakarena. Wit Goelko. Zwart Portisch 1 e2-c4 e7-e5. 2 Pgl f3 Pb8-c6, 3. Lfl-b5 a7-a6, 4 Lb5-a4 Pg8- f6. 5 0-0 Lf8-e7, 6. Tfl-el b7- b5. 7 La4 b3 d7-d6. 8 c2-c3 0- 0. 9. d2-d4 Lc8-g4, 10 Lcl-e3 e5xd4. 11. c3xd4 Pc6-a5. 12. Lb3-c2 c7-c5 (beter is hier Pc4 13 Lel. c5). 13 d4xc5 (af sluiten van het centrum door d5 geeft zwart te aktief spel) 13... d6xc5.14 Pbl-d2 Pa5 c6. 15. Tal-cl Pc6-b4 (goede al ternatieven: Pd7 of Pe5') 16 Lc2-bl Ta8-c8 17. h2-h3 Lg4 e6 18 Pd2-b3! Dd8-b6. 19 Pf3-g5 Tf8-d8, 20. Ddl-f3 Pf6 d7 (op Pd3 volgt het voor wit aantrekkelijke: 21. Ld3xTd3x 22. De2! T3d8. 23. Pc5xLc5x 24. Tc5xTc5x 25. b4!) 21. e4-e5 g7-g6 (PfB? 22. Ph7xPh7x 23. De4 en daarna Db4x) 22. Df3 g3 Pd7-fB 23. Pg5-e4 Le6xb3 24. a2xb3 Pf8-e6 25. f2-f4 Pe6- d4 (Zie diagram). Uw dammedewerker heeft zich niet in de strijd om de hogere plaatsen van het Nederlands sneldamkampioenschap kunnen mengen. In tegen stelling tot Wassenaarder Hans Vermin die. eenmaal in de finale, een derde plaats voor zich opeiste. Ondanks het feit dat ik in de halve finales slechts twee punten haalde liep het in 'de kleinste finale dermate soe pel dat daarin de hoofdprijs mijn deel werd. Hieruit een leuk partijtje tegen Cor Ben- jamens. Mijn tegenstander beweegt de zwarte schijven. 1.32-28 16-21, dit is een veel ge speelde zet in sneldamtoer- nooien, 2.31-26 18-22 3.38-32 11-16 4.37-31 12-18 5.41-37 7- 11, dreigt, 6.42-38 1-7 7.47-42 7-12 8.46-41 20-25 9.31-27 22- x31 10.36x27 14-20. Hier kon 17-22 met bevrijding, 11.41-36 10-14 12.37-31 5-10 13.42-37 2- 7 14.48-42 19-23, bewust wer den de tempi uitgespeeld en zwart neemt nu een vergaan de beslissing omdat na de Het kan vaak nuttig zijn een kritische beslissing in een contract zo lang mogelijk uit te stellen, ook als er maar één mogelijke speelwijze voor handen is. Men weet immers maar nooit of zich niet onver wacht een extra kans aan dient, zelfs al lijkt de kans daarop klein. Tom Gibson beschreef onlangs een spel uit de Ierse selectie wedstrijden waarin die extra kans zich inderdaad voor deed. Aan het hoofd van de zuidkaarten stond de beken de Ierse international Peter Pigot Noord A B AV865 O AH 1093 West 5 Oost 7 2 10 6 3 <?10 9 7 4 3 2 9HB O 6 5 O V 7 2 *743 Zuid *HB1096 H V 9 8 5 4 9 O B 84 AV82 DENEMARKEN - Voof het achtste achtereenvolgende jaar is Denemarken (18 juni) met een ruw-vlot geschetste landschapssene gekomen, die aan een bepaalde streek of provincie is gewijd. Deze keer is Seeland aan de beurt De serie wordt geopend met een zegel van 100 ore W9Êt van het beeld aan de einder de akademie volkshoge school van Sorö toont. Op een 150 óre-zegel het ouder lijk huis in Udby van de do minee-dichter Grundtvig. Ook op een 160 óre-zegel een ouderlijk huis (nu in Opager) en wel dat van de beroemde dominee-schnjver Kaj Munk (1898-1944) Tot slot een 200 óre zegel die Grönsund toont, een water tussen Món en Fal- ster NOORWEGEN - Met de uitgif te van vier zegels op 11 juni heeft Noorwegen aandacht besteed aan de scheepvaart op de Noorse binnenwateren. Nu breekt wit de stelling open 26 f4 f5! Pd4xf5 27. Pe4-fti Kg8 h8 (op LfBx volgt 28 Lf5xLg7. 29. Lc8x en op Df6 28 ef6xPg3x 29 fe7xTe8. 30 Lc5x) 28. Lc2xf5 g6xf5. g6xf5 29. Le3-g5 (met de bedoeling Dh4) 29. Td8-g8 (op Td4 komt e6 met de geweldige dreiging De5) 30 e5-c6 c5- c4+ 31. Kgl-hl f5-f4 32 Dg3- c3 Tg8-g7 (cb3x dan ef7x') 33 Pf6-h5 n-f6 34 Lg5xf6 Le7x- f6 35. Dc3xf6 Tc8 g8 36. Ph5xg7 Tg8xg7 en hier gaf zwart op voordat Goelko de direct winnende set e6-e7 uit kon voeren. tekstzet schijf 7 en ook enigs zins schijf 12 teveel is aan de zwarte rechter vleugel, 15.33- 28 9-14 16.28x19 14x23 17.39- 33, door het open veld 9 faalt 23-28 nu zeker op 33x22 en 26x17 etc.. 17 3-9 18 44 39 10-14?!, hier kon wel 23-28. 19.50-44 4-10?! 20.33-28 13- 19?, hier moest natuurlijk 23- 29; na de tekstzet staat zwart verloren, 21.38-33!. dreigt 28- 22 wat ook op 8-13 volgt. 21 9-13 22.33-29' 25-30 23 34x25 23x34 24.39x30 18-23, vrijwel gedwongen want op 20-24 heeft wit 25-20 en 28-22 met dam, 25.44-39 12-18, want ook nu ging 20-24 niet en ook de finesse 17-22 werkt hier niet, 26.39-33 7-12, want ook na 20- 24 kan wit weer een dam metje overwegen. 27.33-29 23- x34 28.30x39 18-23, weer was 20-24 verhinderd, 29.39-33, sterker is 40 34. 12 18 30 40 34 20-24 31 34-30 23 29 32.42-38 18-23 33 49-44 8-12. sterker lijkt 15-20 om na 44-40 met 10- 15 te vervolgen waarna zwart 40-34x34 eventueel met 24-29 en 14-20 kan beantwoorden, maar in werkelijkheid zou wit na 15-20 met 44-39' heb ben vervolgd met directe winst door de dreiging 28-22, 34 44-40 15-20 35 40 34 29x40 36 45x34 10-15 37 34-29 23x34 38 30x39 12-18 39 27-22 18x27 40 31x22 24-29 41.33x24 20x29 42 39-34. want 39 33 mag toch nooit wegens 19-23. 29x40 43.35x44 15-20 44 43 39 20 24 45 38-33 13-18. want 14-20 25- x23 21-27 32x12 11-17 en 16- x38 verliest snel na 28-23 en teruggeven met 37-32 en 26- 21. na 13-18 of 19 en 24-29. 46 22x13 19x8 47 36-31 8 13 48 31-27 14-19 49 44 40, en zwart gaf het op omdat na 13- 18 wel degelijk 25-20 24x15 28-22 17x28 33x24 volgt waar na hij geen tempo heeft om te laten slaan en dus kansloos verliest. Noord, allen. Noord opende 1 Ha. waarna NZ een eindcon- tract bereikten van 7 Sch. West kwam uit met troef en het contract lijkt af te hangen van de snit op Ru V. Zuid evenwel stelde die beslissing voorlopig nog maar uit Hij nam op tafel, troefde een har ten, Sch A. weer harten ge troefd, Sch H en Ru B voor het aas werden gevolgd door twee hoge hartens (zuid kla veren en ruiten weg) Dit bleef over: OIO O - O 6 O V 7 7 43 Zuid ♦HB1° V O - O 8 AV8 Zuid vervolgde met harten van tafel en oost zat in de proble men. Hij gooide KI 10 af in de hoop dat zgn partner KI 8 zou hebben, waarmee hg dan de 3e klaverronde stopt Zuid troefde en besloot af te zien van de ruitensnit Hg stak over naar Ru H. speelde KI 5 en sneed op de beer. waarop KI 8 de 13c slag opleverde en uiteraard een leuke score Pigot speelde zo omdat hg na de 5e slag wist dat west maar over vijf kaarten in de lage kleuren beschikte, oost zou er wellicht taktisch beter aan hebben gedaan indien hg in de diagramsituatie met een stalen gezicht Ru 7 had afge gooid. Op een 110 ore-zegel (oplage 7.5 mihoen) wordt de Ski bladner verbeeld, die sedert 1956 op de Mjosa vaart en het oudste nog in bedrijf zjjnde radar-stoomschip van de we reld is De Victoria, gebouwd in 1882, die vaart op de gekanaliseer de rivieren in de omgeving van Bandak is te zien op een 130 óre-zegel (oplage 7.5 mil joen) Het motorschip Fae mund II (1905), dat in bedrijf is op het meer van Faemund staat op een 150 óre-zegel (ook met een oplage van 7.5 miljoen) De serie wordt afge rond met een zegel van 230 ore (oplage 10 miljoen) waar over het in 1956 gebouwde motorschip Storegut op de Tinnsjó vaart. ZWEDEN - We blijven nog even bg schepen, want op 26 mei heeft Zweden een post zegelboekje met zes zegels van 1,65 kroon in roulatie ge bracht met afbeeldingen van (a andi ^mni boten". Deze boten zgn door de eeuwen heen - de oudste dateert uit ongeveer 750 voor Chr. - in het dagelijkse leven door de Zweedse bevolking voor alle mogelgke doelein den gebruikt, zoals voor transport, vervoer, het uitzet ten en binnenhalen van net ten en de jacht op vogels en zeehonden Zweden kwam op 26 mei ook met een nieuwe "postkaart" (1,80 kreen envelop (2 00 kren een luchtpostbrief (2.75 kr alsmede met een 1,75 kr rolfrankeerzegel waarop koningin Silvia en twee nieuwe rolfrankeerze gels (1,65 en 2.40 kr met een nieuw beeld van koning Carl XVI Gnstaf.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1981 | | pagina 21