Diny durft niet meer alleen te zijn 'Nazorg moet echt gemeend zijn...' PTT gaat zich eindelijk zorgen maken... PTT- adviseur Eikhout ZATERDAG 27 JUNI 1981 PAGINA 17 Jaarlijks vinden tientallen overval len op postkantoren plaats. Hoewel de PTT onlangs onder dreiging van vak bondsacties besloot het beveiligingspro gramma voor de kantoren te versnel len, is het onmoge lijk om dit soort ge weldsdelicten te voorkomen. PTT- beambten zullen met het verschijnsel geconfrontreerd blijven worden. Ver slaggever Weert Schenk spoorde twee lokettisten op die bij overvallen betrokken waren. De nazorg van de PTT was bedroe- fend. Maar na vijf jaar schijnt Tante Pos toch bezorgd te worden over de psy chische gevolgen van de overvallenen. In scène gezette overval op een postagent schap SANTPOORT - De hoofdmeeden ker van het bankfiliaal voegt haar nog snel toe: „Niet huilen, hoor?!" Dat zal ze inderdaad niet doen. Maar zonder emoties over die overvallen praten, lukt haar niet. Dikwijls stokt ze. Niet ver wonderlijk, want de gebeurtenis sen hebben nog steeds een grote invloed op haar leven. Terug naar 11 november 1977. Diny, 18 jaar. beheert alleen het postagentschap Sant poort-Noord, zoals in de voorafgaande an derhalf jaar zo vaak gebeurde. Het kan toortje, behorend bij een belendende elek triciteitswinkel, is nauwelijks beveiligd. Een stil alarm en glas waarover je zelfs heen kunt kijken. „Het was vrijdagmiddag, bijna vijf uur. Ik had eên klant, een jongen van een jaar of twintig. Hij moest een postzegel hebben. Terwijl hij met moeite geld bijeenzocht, deed ik de deur op slot. Anders komen er steeds nieuwe mensen binnen en dan zitje er om half zes nog." „Toen ik van de deur terugliep, greep hij me en riep dat-ie geld moest hebben. Ik begon heel hard te gillen. Er kwam hulp uit de elektriciteitswinkel. Die jongen kon niet vluchten, want de deur zat op slot. Hij werd dus snel ingerekend." zat weer dagelijks in het kantoortje. De overvaller heeft zijn excuses aangeboden. Hij zei dat hij niet van plan was geweest om mij te overvallen, maar dat hij het zo ineens had voelen opkomen. Dat deed me toch wel goed." ,Ik was nog niet bekomen van de eerste overval, toen de tweede plaats vond. Dat was in februari. Er waren een paar klanten binnen, toen een man binnenkwam, die helemaal ingepakt zat. Mijn eerste ge dachte was: die is zeker verkouden. Onbe wust drukte ik toch de alarmknop in. Ik vertrouwde het niet." ten met zijn drieën, goed beveiligd. Dat heb ik dus aangenomen." „De PTT heeft nooit enige belangstelling ge toond. Of moet ik dat bloemstukje dat ze na de tweede overval stuurden, meereke nen? Als je niet echt in vaste dienst van de PTT bent, zoals ik in dat postagentschap, dan laten ze je barsten." „Ik heb nog steeds last van die overvallen. Mijn leven is er door veranderd. Ik durf niet meer alleen te zijn Zeker 's avonds niet. Als mijn man weg moet, komt er spe ciaal visite of ga ik heel hard huishouden. Toevallig hebben we het er gisteren over gehad om een hond te nemen." „Die man bleek een gasmasker te dragen. In het Engels riep hij dat hij geld moest. Zijn compagnon hield de klanten onder be dwang. De eerste plaatste zich voor het loket en schoot over me heen. Achteraf bleek het een alarmpistool te zijn. maar op dat moment keek ik om en zag ik gaten, oude spijkergaten." „Mijn hart stond stil. Ik heb daarna geld ge geven. Dat zijn ook de instructies, maar daar denk je niet bij na. Ik gaf eerst de centen, vervolgens de stuivers en toen die man kwaad werd en een kind begon te krijsen, alles. Die kerels vertrokken en het hele liedje begon opnieuw. Politieverho ren en dergelijke." Overspannen „De politie heeft me daarna verhoord. Ik kon geen woord uitbrengen. Toen hebben ze me maar naar huis gebracht. Ik voelde me vreselijk belazerd, 's Avonds had ik een feestje waar ik toch naar toe ben ge gaan. Anders was ik er helemaal onder door gegaan." Overstuur „Maar op dat feestje moest ik steeds weer het verhaal vertellen. Ik raakte erg over stuur. Die nacht heb ik wel geslapen, gek hè? Maandags ging wel weer naar mijn werk. Er was iemand om te voorkomen dat ik alleen was. Ik weet niet eens of de PTT hem had gestuurd." „Dat zou dan alles geweest zijn wat ik van de PTT heb gehoord. Ik had wel met iemand echt willen praten. Wildvreemden willen alleen vanwege de sensatie het verhaal ho ren; daar heb je zelf niets aan. Maar goed, ik zat daar en elke keer als de deur open ging, schrok ik. Ik ben toen in de winkel ernaast gaan helpen. Dat ging beter. Als niemand me maar iets vroeg over die over val. Anders ging ik huilen." „Na verloop van tijd ging het iets beter. Ik „Ik raakte erg overspannen. Ben zeker een maand thuis geweest. Kreeg zenuwenta bletten, maar die wilde ik niet slikken. Het was veel erger dan de eerste keer. Van iedereen die ik zag, dacht ik dat die wat van me wilde. Ik durfde de straat niet meer over, ook overdag niet. Zelfs geen klein stukje." „Op een gegeven moment ben ik weer naar kantoor gegaan. Zat ik twee dagen te tril len achter het loket en dan ging ik weer voor een tijd naar thuis. Het ging gewoon weg niet. De schrik sloeg om mijn hart als er een man met een helm of een lange leren jas binnenkwam." „Via een kennis bij de PTT kwam ik in con tact met een maatschappelijk werkster. Ik had aan haar wel veel steun, maar het hielp niet echt. Ik wist dat ik bij de PTT weg moest; dat was de oplossing. Maar ja, als je ontslag neemt, krijg je geen uitke ring. Op dat moment had ik trouwplan- „In april stapte ik definitief op. Kon in een schoenenwinkel beginnen. De eerste de beste dag was ook daar al de recherche over de vloer; ingebroken. Anderhalve maand later werd ik voor deze bank ge vraagd. Kon ik meer verdienen en we za ,De dokter zegt: het moet slijten. Misschien Ik durf nu overdag wel over straat, maar als het een beetje stiller wordt, ben ik erg bang. We praten hier op de bank ook nog wel over die overvallen. Ik zeg dan: ik be moei me nergens meer mee. Dat kan je doen, als je met zijn drietjes bent." Na de twee overvallen bij Diny zijn er nog twee geweest. Daarop is het postagent schap gesloten." Coby „Nieuwelingen bij de PTT vinden het erg interessant, een overval mee te maken Sensatie, spanning. Maar ze weten met wat ze zeggen. Dat zeg ik ze dan ook. Maar je kan je niet voorstellen wat het is, als je het nog nooit hebt meegemaakt." De nu 24-jarige lokcttiste uit Beverwijk, die we in dit verhaal Coby zullen noemen, werd op vrijdag 2 maart 1978 overvallen, toen zij tijdelijk het hulppostkantoor in Velsen-noord onder haar hoede had. De psychische schade is beperkt gebleven. Wellicht dankzij haar persoonlijkheid, want van enige nazorg van de PTT was geen sprake. Zij is nog steeds in vaste dienst van Tante Pos. mij: wil je koffie. We hebben ergens koffie gedronken en daarna werd ik naar huis gebracht. Vandaar snel naar mijn ouders gegaan Die hebben me goed opgevangen. Dezelfde dag kreeg ik van het hoofdkan toor een bos bloemen en een extra verlof dag. En dat was alles." ,,'s Maandags ben ik gewoon weer naar Vel sen-noord gegaan. Dat wilde ik zelf. An ders was er wel iets geregeld, denk ik. Ik dacht: als ik het niet doe, houd ik die angst. Ik was doodsbang, dat wel. Ik had nooit rekening gehouden met een overval. Je denkt: zoiets overkomt mij niet. En nu: elke keer als de deur klapte, schrok ik Maar toch zitten blijven." „Die eerste dag was het ergste. Daarna werd de angst van lieverlee minder. Hoewel het nooit helemaal is weggegaan Dat kantoor was totaal niet beveiligd. Op andere, wel beveiligde kantoren, heb ik nergens erg in. Je weet dat er niets kan gebeuren." „Het enige wat ik wel aan die overval heb overgehouden, is een enorme schrik wan neer iemand plotseling bij me staat. Voor al als die persoon een helm of sjaal draagt. Komt zo iemand langzaam binnen, zodat ik hem kan volgen, is er niets aan de hand." Geen angst „Na de overval stond de politie snel voor de deur. Een vrouw die aan de overkant woont, had die al gewaarschuwd. Ze had die overvaller verdacht lang in het halletje zien staan, wat ik zelf niet had opgemerkt. Ze was extra attent, omdat er voor mij al twee of drie overvallen waren geweest." „Ik heb een signalement gegeven, klanten van de deur gehouden, het hoofdkantoor geïnformeerd, de kas opgemaakt. Alle maal erg rustig. Ik was niet overstuur. Nie mand had aandacht voor mij. Je vindt je zelf heel belangrijk, maar alle belangstel ling gaat naar de daders. Niet geheel ten onrechte, maar ik voelde me wel vergete- „Pas een uur na de overval vroegen ze aan „Ik denk dat ik zo weinig schade heb over gehouden omdat ik de dingen bewust scheid. Ik weet dat die overvaller niet voor mij kwam. maar voor dat geld. Om die reden heb ik ook geen angst om over straat te gaan. Wellicht scheelt het ook hoe dc overval heeft plaats gevonden Dat was bij mij erg rustig. Ik hoefde niet op de grond te gaan liggen of zoiets." „Ik heb me/.elf erdoorheen geslagen, hoe wel niemand zich dat heeft afgevraagd. Omdat ik meteen weer werkte, dachten ze zeker dat het wel lukte. Ik vraag me af hoe ze zouden hebben gereageerd als ik later een terugklap had gekregen. Of ze hadden gezegd: wat een aansteller, ze was er toch overheen, of dat ze begrijpend zouden zij- „Ook al had ik het niet nodig, had ik het toch plezierig gevonden wanneer de PTT meer belangstelling had getoond Dat ze had den laten zien dat ze wat voor je over had den gehad Gewoon menselijke belang stelling. meer hoeft niet. Maar ja, zo gaat dat niet in bedrijven. Dat weetje Daar ben ik nuchter in." Het hulppostkantoor Velsen-Noord waar Coby werkte, is inmiddels gesloten en ver vangen door een nieuw, beter beveiligd kantoor. DEN HAAG - De Centrale Directie van de PTT in Den Haag heeft bijna vijf jaar gewerkt aan een rap port over de sociale nazorg van personeelsleden die bij een overval betrokken zijn geweest. Het concept is nu dan eindelijk gereed. Er moet weliswaar nog druk over worden vergaderd, maar niettemin is er een rijtje aanbevelingen waarmee kan worden geëx perimenteerd. De heer F. Eikhout, adviseur personeelszaken post. draagt de ver antwoordelijkheid voor de nota. Eikhout is pas een half jaar „adv PSZP" en heeft om die reden er zelf geen enkele bijdrage aan geleverd. Wel zegt hij volledig achter het rapport te staan Hij hoopt dat de tyd voorbij is dat de PTT niets meer van zichlaat horen na een overval. Eikhout vertelt dat de PTT in 1977 de behoefte aan maatregelen voor de nazorg onderzocht. Een jaar later bleek die behoefte aangetoond, zodat een diepgaand onderzoek kon beginnen. Er werd een methode uitgedacht om bij overvallen betrokken per soneelsleden te interviewen. Kortom, het was sociologisch zeer verantwoord. De op basis van vrijwilligheid afgenomen inter views vormen de basis van de aanbevelingen „De nazorg is een heel moeilijk punt", zegt Eikhout, „wij kunnen wel allerlei richtlijnen geven, maar het zijn anderen die ze moeten uitvoeren. Het hangt van de personen af hoe de kwaliteit van de hulpverlening is en hoe de nazorg derhalve verloopt." Hij bena drukt dat er geen verschil in behandeling van personeel van echte PTT-kantoren en dat van postagentschappen mag zijn Belangrijk De eerste opvang is volgens Eikhout erg belangrijk De aandacht, het in bescherming nemen tegen pers en publiek, dat soort prak tische dingetjes. Maar dat niet allee n Er moet ook iemand bij de PTT zijn die na een overval automatisch een professionele hulp verlener waarschuwt. Die hulpverlener mag zich niet aan de betrokken PTT-beambten opdringen, maar moet laten zien dat hij er is. „Wij denken daarbij aan hulpverleners uit onze eigen organisatie De PTT heeft maatschappelijk werkers in dienst en ook eigen psychologen. Deze mensen moeten de behoefte aan hulp inschat ten. Ze kunnen de overvallenen lal «raten, wat op zich al ont lastend kan werken." „Maar hun opleiding garandeert niet dat ze zich goed kunnen inle ven. Misschien moeten zij daarom bijvoorbeeld beslissen dat een collega van de overvallene een actieve rol in de nazorg moet spelen Daar kunnen wij geen regels voor vaststellen Het zou „geweldig fout" zijn als het bij die EHBO zou blijven, stelt Eikhout. De hulpverleners moeten contact houden met de over vallen PTT'ers. Er mag geen tijdslimiet zijn. „Het moet niet vreemd zyn om later nog eens met iemand te gaan praten", zegt hij, „mensen kunnen nog lange tijd van de kook zijn. En vooral geen invul-formulieren sturen" Eikhout ziet het als zijn taak om het proces van nazorg op gang te brengen. „We moeten leren van de fouten die in het verleden zijn gemaakt. We moeten niet alleen de verantwoordelijkheden bena drukken, maar vooral het zich ervoor verantwoordelijk voelen dat de nazorg goed gebeurt." „Ik verwacht niet dat de nazorg met dat rapport keung is geregeld Ik hoop wel dat het duidelijk maakt dat nazorg geen flauwekul is Het is pure noodzaak. Er moet veel aangedaan worden. Het rap port is nu voor commentaar naar de districtsdirecteuren ge stuurd met de dringende aanbeveling van de hoofddirectie om het serieus te nemen. Dat zegt wel wat." Hij vervolgt: „De reactie van de werkomgeving is erg belangrijk Uit de interviews bleek bevoorbecld dat de belangstelling van de districtsdirecteur op zeer hoge pnjs wordt gesteld Zo n man moet dat dan op een verstandige manier aanpakken. Niet zo van ik kwam toevallig langs. Nee. ik kom voor jóu." „Dat bedoel ik nou ook met nazorg hangt zo erg van personen af Het gaat om een mentaliteit. Maar hoe verhinder je een reactie van een ook verschrikkelijk geschrokken chef. die zegt maar je had veel te veel geld in kas Dat komt keihard aan. dat verzeker ik „Een bloemetje pro forma hoeft niet Dat kan beter wegblijven. Hulpverlening kan alleen iets beteken als het echt wordt ge meend Gratificaties of extra verlofdagen zijn bijzaken, die toch wel een steuntje in de rug kunnen betekenen Eikhout verzucht dat begeleiding mensenwerk blijft. „Mensen zit ten allemaal verschillend in elkaar Een ieder reageert anders op een overval. Men moet daarom met die regels in de hand zoveel mogelijk naar verstand van zaken handelen." Eikhout beklemtoont dat niet alleen de nazorg aandacht verdient, maar tevens de beveiliging van de PTT'ers .Het beleid moet erop gericht zijn dat de mensen zich vooral veilig voelen Na een paar recente overvallen in Den Haag en de daaropvolgende protesten van de lokettisten wordt het beveihgingsprogramma nu versnel Hij legt uit dat het zich veilig voelen en het veilig zijn twee verschil lende dingen betreffen Absolute beveiliging is onmogelijk An ders kan men niet meer werken Zeker niet op i-en postkantoor, waar in tegen helling t..t b.n.k gen plaats vinden De eenmanskantoortjes met name blijven erg kwetsbaar, maar opheffing zou ten koste van de service gaan Moeilijke keuze Eikhout besluit ..Toch gaat die beveiliging wel ten koste van de lol Het persoonlijk contact met dc klanten valt weg Dat is uitermate jammer, vooral in dc buurten waar de mensen graag een praatje komen maken."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1981 | | pagina 17