-flEBnH DRANKENOORLOGEN HOLDEN BRANCHE UIT ZATERDAG 30 MEI 1981 Het slijtersvak maakt bittere tij den door. Sinds in 1975 de vaste ver koopprijzen van gedistilleerd wer den losgelaten en daarna de ene drankenoorlog na de andere zich aan diende, hebben zo'n 450 slijterijen in Nederland hun deuren moeten 'sluiten. En daar mee is de kater nog lang niet verdre ven. Waren de om zetten en winst marges gedurende de laatste jaren al tot een onaan vaardbaar mini mum gedaald, de daarop volgende accijnsverhogin gen boden de bran che zo mogelijk een nog somberder toekomstbeeld. Het drankencon cern Lucas Bols ventileerde on langs nog de vrees dat in de komende jaren de helft van de 3400 nog reste rende drankwin kels in Nederland het loodje zal moe ten leggen. Bols loopt in die ont wikkeling zelf al voorop. De slijte rijenketen en Drankenoorlogen: jenever ouder de kostprijs. dochtermaat schappij Gall Gall werd in de af gelopen jaren inge krompen van 180 tot 100 vestigin gen, en het ziet er naar uit dat in de komende jaren nog Tekst: Willem Schrama eens dertig filialen zullen moeten slui ten. Toch is het vooral de kleine zelfstan dige slijter die nauwelijks nog kans op overleven heeft. De sluier van ambachtelijk heid, die zijn win kel ooit kenmerk te, geeft vandaag de dag geen be staansrecht meer. Alleen al in Leiden verdwenen in de afgelopen jaren ze ventien verkoop punten: De Kneg- tel, Wakka, Van den Bos en noem ze maar op. Van wijn handel Coster ooit goed voor drie filialen - resteert nog één winkel aan de Haarlemmer straat. De 67-jarige eigenaar E.J. Cos- ter: "Ik besta nog, maar vraag me niet hoe". "Het ziet ernaar uit dat de ellende in versneld tempo doorgaat", ver zucht voorzitter Hooij van het Bedrijfschap voor de Detailhandel in Alcoholhoudende Dranken. "Het is nog nooit zo beroerd ge weest. De gemiddelde leeftijd van de zelfstan dige slijter is 47 jaar. Dat betekent dat veel ouderen op hun laatste tenen lopen. Het is ge woon stille armoe. Voor de buurt wil men z'n gezicht niet verlie zen. Het is een kwestie van de tijd uitzingen, maar er is vaak geen enkel toekomstper spectief meer". Hoe is het allemaal zo ver geko men? Hooij vatte zijn verhaal onlangs nog eens samen op een openbare vergadering van het bedrijfschap, tijdens welke hij de overheid van hardleersheid betichtte. Met de ongekend hoge accijns verhoging op gedistilleerd, die per 1 januari 1980 werd ingevoerd (2,40 gulden per li ter), is de plank volkomen misgeslagen, zo zei hij. Want die verhoging maakte duidelijk dat het gebruik van gedistilleerd niet langer elas tisch is ten opzichte van het accijnsbeleid. Met andere woorden: de omzetten van slijterijen daalden in één jaar tijd met vijftien procent, wat resulteerde in een accijnsop brengst die maar liefst 200 miljoen gulden beneden de raming bleef. Gezamenlijke acties van siga renwinkeliers, slijters en de BOVAG mochten dan tot re sultaat hebben dat de laatste accijnsverhoging van 1 ja nuari 1981 beduidend lager uitviel, ook nu is het Hooijs stellige overtuiging dat de overheid het meergeraamde bedrag aan accijns (26 mil joen gulden) niet zal ontvan gen. Belasting Hij verwacht dat het publiek dit jaar bij de drankenhandel meer dan ooit selectief zijn inkopen doet. De cijfers ge ven dat al aan. Het verbruik van gedistilleerd is sinds het beëindigen van de diverse drankenoorlogen drastisch teruggelopen. En dat terwijl de slijter er voor z'n omzet grotendeels van afhankelijk is: de verkoop van gedistil leerd vormt gemiddeld 60 procent van de omzet, ge volgd door wijn (24 procent), bier (10 procent) en diversen (6 procent). Tegenover het dalende ver bruik van gedistilleerd staat weliswaar een lichte stijging van de wijnomzet, maar die is bij lange na niet voldoende om de teruggang op te van gen. De bierverkopen stabili seerden zich in de afgelopen jaren, maar het aandeel van de slijters in de biermarkt is slechts gering (ongeveer 15 procent van het totale ver bruik, zijnde 85 liter per hoofd van de bevolking per jaar). De accijnsverhogingen van de afgelopen jaren zijn voor veel ni.u^1 \t M - slijters/wijnhandelaren dus een extra stimulans geweest om net bijltje er maar bij neer te gooien. En het zijn ook vooral de hoge kosten van voorraadfinanciering die daarmee verband houden. Hooij:"Om maar eens een voorbeeld te noemen. De ge middelde slijter betaalt zo'n 70 procent belasting over een voorraad van pakweg 60.000 gulden. Daar zit dus 42.000 gulden vóórfinanciering in. Een rentelast van 5000 gul den is dan heel normaal. En dat moet je dan ophoesten met 'n dubbeltje winst op een liter jenever. Een kind kan uitrekenen dat zoiets niet kan". Waarmee de slijter zo langza merhand de meest bedreigde groep in de detailhandel is geworden. Bij een gemiddel de omzet van vier ton boekte hij vorig jaar een bruto winst van 61.000 gulden. Dat is 14,3 procent en dat is nog minder dan de immer noodlijdende tabaksbranche. Hooij: "Terwijl juist deze groep te maken heeft met de hoog ste investeringen en belastin gen. Het is toch te gek dat op een liter jenever van 15 gul den niet minder dan 12 gul den belasting moet worden betaald De hele handel kost in wezen maar drie gulden: daar moeten de marges, de producent, de toeleverings bedrijven, het transport en de flessen nog van worden be taald". "En dan moet los daarvan nog over elke liter gedistilleerd een dubbeltje vergunnings recht worden ingeleverd. Een soort verkapte accijns die 12 miljoen gulden per jaar ople vert, terwijl alleen de in- ningskosten al 6 miljoen gul den vergen. Dan zeggen wij: schenk ons dan die overige zes miljoen, dat is in elk geval een begin". Eerste stap Voorzitter D. Biesheuvel van de Verenigde Nederlandse Slijters:"De hele ellende is ei genlijk begonnen met de in voering van de nieuwe drank- en horecawet in 1967. Vóór die tijd was de slijters branche een traditioneel be drijf met slechts een beperkt aantal vestigingspunten. Ge distilleerd, daar hing altijd nog en zekere mythe om heen. Maar met de gewijzigde drank- en horecawet werd het voor praktisch iedereen mogelijk om een drankwin kel te beginnen. En het zijn de nieuwkomers die ons vak eigenlijk de das om hebben gedaan. Vroeger waren de marges goed, maar met het loslaten van de prijzen werd gedistilleerd een stuntartikel. Een probleemloos artikel ook, dus een gat in de markt voor het grootwinkelbedrijf'. "Maar de slijter was wel ge dwongen om mee te gaan, wilde hij zijn klanten niet verliezen. Zijn marges gingen drastisch omlaag, terwijl hij anderzijds door de grote con currentie niet de omzet kon halen die het grootwinkelbe drijf had. En wat je nu ziet is een vreselijk ongezonde si tuatie. Gedistilleerd wordt nu praktisch tegen de kostprijs verkocht, en vaak zelfs nog daaronder. Kun je nagaan: in landen als West-Duitsland of de Verenigde Staten is het zelfs strafbaar om een pro- dukt onder de kostprijs te verkopen". Een hopeloze situatie, meent ook Biesheuvel. Volgens hem is het armoe troef in me nige slijterij. "Men is begon nen met de broekriem aan te halen, maar nu is er al een si tuatie dat mensen niet eens meer op vakantie kunnen. Er was ook nog een tijd dat de slijter zich kon redden door zijn voorraad op te soeperen, maar intussen ontbreekt het hem aan contanten. Zelfs de inkoopvereniging kan hem niet meer helpen: die levert ook al uitsluitend tegen con tante betaling of op z'n gun stigst tegen betaling binnen veertien dagen". Hooij: "Het is daarom de hoog ste tijd voor een zekere mark tordening. De winsten van voorheen, daar hoeven we niet meer op te rekenen Maar we willen af van die nul-marge. Wij pleiten ve r een herinvoering van de mi nimumprijsregeling. Die is in 1977 om zeep geholpen door processen van Dirk van den Broek voor het Europese Hof in Luxemburg, maar nu zie je dat ook de grotere bedrijven deze toestand onaanvaard baar vinden. De meeste grootwinkelbedrijven zijn onderling al de minimaal noodzakelijke marge van een dubbeltje overeengekomen Daar is de nood kennelijk ook hoog. Al met al is dit mis schien nog geen groots resul taat, maar het is in elk geval een eerste stap naar een meer verantwoord prijsbeleid" Vinoloog Als gevolg van de gestegen drankprijzen door accijnsver hogingen ziet Hooij overi gens nog een ander gevaar op de loer liggen: dat van de klandestiene jenever. Aange nomen wordt dat ongeveer zeven procent van de afzet van gedistilleerd afkomstig is van illegale stokerijen. Een gedachte die bij voorbaat al hoofpijn veroorzaakt Want dat komt neer op zo'n slordi ge 8 miljoen liter per jaar. be paald een ongezonde slok op de toch al niet zo natuurzui vere Nederlandse borrel. Slijter EJ Coster (67). 'Servi ce wordt gelukkig nog gewaar deerd" (foto Dirk Ketting) Hooij:"Wy zeggen dan ook te gen jonge ondernemers pro fileer je. hang de vakman uit. Dat is in elk geval iets waar toe het grootwinkelbedrijf niet in staat is Ons vak heeft immers van oudsher te ma ken met gezelligheid, het scheppen van sfeer, thuis en in de winkel Wij helpen de mensen daarbij. Er is een Wynacadcmic in het leven geroepen waar geïnteresseer den een cursus tot vinoloog kunsten volgen Dal koopl lekker. En als het verkoop punt een specialisatie in wijn niet toelaat, dan zeggen wij maak een keuze, maar werk in elk geval samen om een blok te vormen Laai de dl count dan maar een plicht- winkel zijn, de zelfstandige slijter moet een pretwinkel zijn". Een pretwinkel De 67-jarige Leidse slijter Coster heeft er ook z'n best voor gedaan. Hij gaat prat op zijn stemmige ïn- terieurtje. maar voelt zich aan de andere kant danig in de steek gelaten 'Die heren van het bedrijfschap en de bon den, die kunnen mooi praten Die hebben in elk geval nog een baantje, maar wie helpt ons? Niemand toch? Of zeg ik dat verkeerd? De ellende is begonnen toen elke boef maar een vergunning kon krijgen. Bij ons werd vroeger nog gekeken naar een vakdi ploma en kredietwaardig heid. maar dat telt kennelijk allemaal niet meer. Je ziet het toch over de hele linie. Wat is er van de bakkers en de melkboeren overgebleven? De supermarkten zijn onze artikelen als stuntwaar geen gebruiken. Ik besta nog, maar vraag niet hoe. Ik heb het voordeel dat ik mijn las ten tot een minimum kan be perken". Ook wijnhandel Coster - met voorheen filialen aan de Steenstraat en de Heren straat moest in de loop der jaren inkrimpen Alleen de winkel aan de Haarlemmer straat bestaat nog. Coster runt het zaakje met zijn doch ter Monique van wie hij niet zonder trots vertelt dat ook zij de cursus vinoloog n..-t succes heeft gevolgd. Maar of daarmee de toekomst van het bedrijf is veilig gesteld, dat is ook voor hem een open vraag. Geen vetpot Coster 'Bier, fris en jenever. Ik vind het niet erg als de men sen het laten staan. Wijn is de kurk waar we nog op dnjven. Daar heb je niet die namen- oorlogen. Maar al met al is het vak er niet gezelliger op geworden. Vóór de oorlog was het al geen vetpot - toen kocht je een liter jonge jene ver voor nog geen drie gul den maar tegenwoordig is de situatie in wezen niet an ders. Ik ben begonnen met bezorg» n op dt (feta, cn in 1949 kocht ik voor het eerst een bestelwagen. Tegen woordig bezorgen we nog al tijd. maar je moet wel zoveel mogelijk combineren want het loont niet meer Als ik een chef cn een winkeljuf frouw in deze winkel moest neerzetten, kon ik morgen sluiten". "Wij hebben nog het geluk dat we via verenigingen tamelijk scherp kunnen inkopen. Die inkoopcombinatics zijn het behoud van veel slijters. Als die er niet waren, zouden er al veel meer ter ziele zijn ge gaan. Maar die clubs zijn al tijd ingesteld geweest op een groot aantal leden, waarvan er in de loop der jaren veel zijn afgevallen. Dus moeten ook daar de touwtjes worden aangehaald. Ik heb hier in Leiden vorig jaar nog iemand zeer enthousiast een slijtcry zien beginnen, maar binnen de kortst mogelijke tijd bed hy schulden bij de inkoop- vercniging Nou. daar moet je contant betalen dus was de zaak alweer gauw opgc doekt". Over de schamele toekomst kansen tenslotte "Ik ben geen pessimist. Ik ben niet ie mand die zegt ik zal mijn tijd wel uitdienen. Tenslotte is niks doen het ergste wat er is. daar ga je aan kapot. Boven dien is er nog het contact met de mensen. Service wordt ge- lukkig nog alt nd gewaar deerd Maar of er voor onze branche nog een opleving in het verschiet ligt. ik weet het niet Als ik nu jong was. zou ik er in elk geval niet mevr aan beginnen"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1981 | | pagina 21